HET iTERSCHE LA REGION D'YPRES laargang, iN° 'iti 24 SEPTEMBER 19'21 '2™ Année, N» '23 '24 SEPTKMBRE ttf'il - - Weekblad - - voor het Arrondissement Yper Journal hebdomadaire de l'Arrondissement d'Ypres ichade aan personen ip'. Orgaan der Vereeniging der Geteisterden, der Ypersehe Clubs, enz. Ir', Opstel en Aankondigingen Yperstraat, 21, P|OPERINGHE Abonnement S fr. per jaar Buitenland 11 fr. (nieuw port inbegr.) Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren Naamlooze artikels geweigerd Organe de l'Association des Sinistrés, des Clubs Yprois, etc. Rédaction, Administration et Publicité Rue d'Ypres, 21, POPERINGHE Abonnement 8 fr. par an Etranger 1 1 fr. (nouveau port compris) On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beiges Les articles non signés sont refusés )e wet van 25 Juli 1921die in het Staatsblad van ;st 1.1. verscheen, verandert op sommige punten, wet van 10 Juni 1919 aangaande de vergoedingen estaan aan burgerlijke oorlogsslachtoffers. Die ver dingen zijn beter als vroeger. )e geteisterden' die reeds een vonnis bekwamen, aan- jde hunne wonden of sterfgeval, moeten daarom niet dat zij zullen minder ontvangen dan de andere, ge art. 17 der nieuwe wet zullen de vroegere vonnissen door de administratie herzien worden hoesten de geteisterden nadien denken dat zij in ne rechten gekrenkt zijn, dan mogen zij zich tot vroegere rechters wenden, iezien haar belang geven wij hieronder den ganschen. der wet, zooals ze nu bestaat, kij zullen den franschen tekst in een aanstaande imer geven. sT op het HERSTEL TE VF.R1 .F.F.NF.N 1 DE BURGERLIJKE OORLOGSSLACHT- Wordt overeenkomstig deze wet geregeld het her- [der schade, aan de niet tot het leger behoorende Bei- berokkend door overlijden, verwondingen, ziekten lichaamsgebreken zijnde het gevolg van maatregelen Borlogsfeiten welke recht zouden geven op vergoeding geval van nadeel ondergaan in de goederen, onder fbehoud van hetrecht der N atie en der private ionen tot vervolging van het herstel der met het vol- recht strijdige daden gepleegd door de vijandelijke jendheden, hare aangestelden of onderdanen, s niet vatbaar voor herstel de schade berokkend de personen die, zonder daartoe gedwongen te zijn, n toestemden voor den vijand te arbeiden, leeft het schadelijk feit eene voortdurende ongeschikt- tot werken van minstens 10 t. h. veroorzaakt, dan het slachtoffer recht, vanaf den dag waarop de ide zich openbaart op eene jaarlijksche uitkeering, lens den graad van invaliditeit bepaald naar den idslag van ten hoogste 2,880 frank voor de geheele eschiktheid. Dit cijfer wordt tot op 3,600 frank tacht indien de schade het gevolg is van eene vader de handeling verricht door het slachtoffer als laning wordt aangezien de wegvoering onder de om- igheden voozien bij artikel 6. 'e graad van invaliditeit wordt berekend naar den daard, die geldt voor de invalide militairen. vraag tot herziening van de vergoedingen, ge- °P eene verergering of een vermindering van het ïamsgbrek van het slachtoffer, kan worden ingediend w«nde twee jaar vanaf het vonnis. ■'d 4 van artikel 32 der wet van 23 November 1919 an toepassing op de burgerlijke slachtoffers van den °g. ^°°r e'k kind beneden achttien jaar, op het oogen- Van het schadelijk feit, wordt aan het slachtoffer "erhooging van jaarlijksohe uitkeering toegekend. Ze verhooging wordt, volgens den graad van in- lteit' bepaald' naar den grondslag van ten hoogste j rank per kind in geval van geheele ongeschikt- vervalt, wanneer het kind den leeftijd van achttien 1 bereikt. Voor de toepassing van deze wet komen de natuur lijke kinderen alleen in aanmerking wanneer zij erkend werden of wanneer de naam der moeder in de geboorte akte is vermeld. Heeft het schadelijk feit eene tijdelijke ongeschikt heid van meer dan dertig dagen veroorzaakt, dan wordt de uitkeering berekend naar de grondslagen bij artikel 2 en 3 vastgesteld voor den duur dier ongeschiktheid. In dit geval is de uitkeering verschuldigd na het ver strijken van dien termijn. Zij kan, op aanvraag van den rechthebbende, een of meerdere malen vernieuwd wor den, mits deze aanvraag ingediend wordt binnen den termijn van drie jaar te rekenen van de eerste beslissing; zij kan alsdan verhoogd of verminderd worden. De kosten van verpleging en de geneeskundige kos ten worden terugbetaald, zelfs wannéér de duur der invaliditeit niet dertig dagen mocht overschrijden. Heeft het schadelijk feit den dood van het slachtoffer veroorzaakt, dan worden de volgende vergoedingen ver leend 1. Eerie jaarlijksche uitkeéfing van 1.500 frank aan den noch 'uit den echt noch van tafel en bed gescheiden echtgenoot de weduwnaar heeft echter alleen dan recht op die uitkeering wanneer het slachtoffer zijn kost winner was 2. Eene jaarlijksche uitkeering van 300 frank pier hoofd a) Aan de wettige kinderen en aan de natuurlijke kinderen, beiden beneden achttien jaar b) Aan de kleinkinderen beneden achttien jaar, waar van het slachtoffer de kostwinner was. De vergoedingen vervallen, wanneer de rechthebben den den leeftijd van achttien jaar hebben bereikt 3. Eene jaarlijksche uitkeering van 400 frank per hoofd aan de bloedverwanten in de opgaande linie, waarvan het slachtoffer de kostwinner was of natuur lijk worden moest. Bij vooroverlijden van den vader of van den grootvader ontvangt de moeder of de groot moeder de som van 800 frank 4. Eene jaarlijksche uitkeering van 300 frank aan de broeders en zusters beneden zestien jaar, waarvan het slachtoffer de kostwinner was. De vergoedingen vervallen, wanneer de rechthebbende den leeftijd van zestien jaar heeft bereikt De persoon, die bewijst dat hij een kind bij zich op genomen, grootgebracht en onderhouden heeft en dat hij voor dit kind zijne ouders heeft vervangen, heeft aan spraak op de rechten der bloedverwanten in de opgaande linie. Aan de weggevoerden, die aan gedwongen arbeid wer den onderworpen zonder overeenkomstige bezoldiging of die voortdurend hebben geweigerd dien te verrichten, wordt eene som van vijftig frank verleend voor elke maand wegvoering. De uitkeeringen worden verleend door de rechtsmach ten voor oorlogsschade, ingesteld bij de wet op de hoven en rechtbanken voor oorlogsschade, van 20 April 1920. Al de bepalingen van de titels I, II, III en IV van gemelde wet, welke niet in strijd zijn met deze wet, zijn van toepassing. De aanvraag tot herstel moet, op straffe van verval lenverklaring, ingediend worden binnen zes maanden na de bekendmaking van deze wet ofwel, indien het schadelijk feit na die bekendmaking zich voordeed, bin nen zes maanden te rekenen van dit feit. De rechtbanken voor oorlogsschade kunnen echter den belanghebbende ontheffen van het verval wegens niet- inachtneming Van den termijn, zoo het bewezen is dat deze het gevolg is van eene oorzaak onafhankelijk van zijnen wil. Wanneer de zaak niet in staat van wijzen is, kan de rechtbank, zelfs, ambtshalve, eene uitkeering bij voor raad verleenen. Overschrijd de bij voorraad verleende uitkeering het bedrag van de voorgoed verleende uitkeering, dan kan het verschil niet teruggevorderd worden De jaarlijksche uitkeeringen, voorzien bij de arti kelen 2, 3 en 5 dezer wet, worden, wat de vereffening betreft, met de burgerlijke pensioenen gelijkgesteld. Zij worden verleend per trimester en zijn vooruit betaal baar. De krachtens deze wet verleende vergoedingen kun nen alleen wegens wettelijk verschuldigde kosten van on derhoud afgestaan en in beslag genomen worden, i Het voorrecht van deze wet, alsmede dit van de be palingen van het gemeene recht betreffende de aanspra kelijkheid der openbare machten en dit der titels. II, III en IV (2e en 3e afdeeling) der wet van 23 November 1919 op de militaire pensioenen kunnen niet te gelijk worden verleend. Zij die het voorrecht der laatst gemelde wet genieten en een pensioen ofwel eene uitkeering, verleend bij von nis eener rechtbank voor oorlogsschade, mochten be komen hebben, kunnen kiezen tusschen dit pensioen of die uitkeering en die, welke hun krachtens voormelde wet van 23 November 1919 zou kunnen verleend worden. De pensioenen of uitkeeringen verleend bij toepassing vein deze wet worden, in dit geval, verminderd met het bedrag der uitkeeringen, bij vonnis eener rechtbank voor oorlogsschade toegekend vanaf den dag waarop het pen sioen, om militaire redenen verleend, een aanvang neemt. De toekenning en de betaling eener vergoeding be letten echter niet dat aan de' belanghebbenden een aan deel wordt gegeven in de verdeeling der sommen, welke de Staat krachtens de overeenkomsten en verdragen ont vangt voor allerlei schade, die door deze wet niet of slechts gedeeltelijk mocht hersteld zijn; Voor den tijd, gedurende welken de rechthebbenden, wegens de bij deze Wet bedoelde schade, uitkeeringen hebben ontvangen hetzij van den Staat, de provinciën of de gemeenten, hetzij van het Nationaal Comiteit voor hulp en voeding, met name door bemiddeling van het Nationaal Werk voor oorlogsweezen en van de afdeeling Hulp en Bescherming voor de oorlogsinvalieden zijn de vergoedingen slechts verschuldigd mits aftrek van die uitkeeringen. Het instellen van eenen eisch tot herstel bij de recht bank voor oorlogsschade brengt mede het afzien van elke vordering tegen den Staat en de openbare besturen we gens dezelfde feiten of schade. Binnen de termijnen bepaald door artikel 8 en na te hebben afgezien van de vorderingen, welke zij bij de gewone rechtbanken mochten ingesteld hebben en welke nog aanhangig mochten zijn, kunnen de geteisterden de eischen tót herstel, op deze wet gegrond, bij de recht banken voor oorlogsschade instellen. Van het recht op vergoeding kan geheel of gedeelte lijk vervallen verklaard worden, hij, die eene hoogere

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1921 | | pagina 1