II liii •■f I I C. Dumortierf rue d’Ypres, 21, Poperi^l PI: Leest en verspreidt t Hf I I lil '■p II Fif/i h I Fournitures de Bureau et W if;h Onze Helden Laat, rnij toe, veelvuldige lezers van ’l Ypersche, U deze enkele woorden toe te sturen, ’k Hoop dat ge ze wel zult aanvaarden en misschien, wie weet al, zullen ze deze dagen te pas komen. Zorgt ge voor uw helden Eerbiedigt ge hunne slaap plaats Versiert ge ze Zorgt voor onze helden Na. dezen langdurigen oorlog zijn allen min of meer reeds hersteld, maar ’wie zijn ze die om zoo te zeggen nog geen schade vergoeding getrokken hebben: «Onze Martelaren». Twee, drie jaren zijn reeds vervlogen na den wa penstilstand en hoe talrijk zijn de graven nog waar noch bloem noch kroon ’n is. Veel, zeer veel! Mocht er ooit een bloemke groeien. Over ’t graf waarin ge ligt. (Gezelle). Ja, zoo wij het niet doen, die hunne broeders zijn, wie zal er voor zorgen. Hunne graven zijn bedekt met gras en kruiden. Immers de natuur zorgt er voor. Hier en daar staat er een wild blóe- meken, onschuldig zooals hij die op dezelfde plaats zijn bloed vergoot. Is dat onze dankbetui ging jegens onze dierbare strijders Gelijk een kind die de schoonste bloemen plukt uit, een hof en ze naar moeder brengt, zoo ook, zij kwamen met de roode bloem van hun hart vol leven en brachten ze naar Moeder «Ons Vaderland». Het Vaderland had gewenkt en niets kon hun tegeh- houden, ze moesten vooruit om het te dienen. Ze liepen gevaar, ze vielen, ze vergoten bun bloed, en wij, zouden we te kort schieten aan onzen plicht Vrienden, wanneer gij het land geheffend hebt waar een onzer helden begraven ligt, hebt ge niets gevoeld aan uw hart, of is het misschien ongevoelig geworden Neen, denk ik, zoo is ’t niet. Eh wel, dan vooruit met spade en bloemen. Geef een deel uws vadren grond aan uw broeders die vielen voor ons welzijn en dat van ’t Vaderland. Maakt' van dit plaatsje een heilige grond, bedekt met bloemen kranzen. Weet ge een graf langs een weg of in een ver loren hoekje, gij, Vlaamsche volk, zendt er uw kinderen naar toe. Plukt bloemen en legt ze met grooten eerbied op het graf van een dezer. Onder houdt het, bidt er eenige oogenblikken, God zal er U voor beloonen. Deze week hoorde ik een vreemdeling zeggen ’t Is wonderbaar, die Vlamingen hebben toch veel moed, overal waar men gaat, waar men ziet, üaar vaa 'r zijn. YPER Ge moet niet gaan kijken Ik was zoo op mijn gemak een wandelingsken aan ’t doen, toen ik op het stalieplein een buiten gewoon heen- en weerrijden van autos bemerkte; ook een geheele zwerm hooggeplaatste personen, met hunne buis aan en chic uitgeborsteld, had bijzonderlijk mijn aandacht getrokken, daar allen er zeer geestig uitzagen en rechts en links handen gaven, vergezeld van alle slach van officieele salu- aden en fransche complimenten. Ik dacht in mijn eigen: verdikke, daar moet yoorzekers iels bij zonders op gang zijn, of den duivel houd de keerse, om zoo eene mobilisatie van buizen Ie veroorzaken Het verwonderde mij nogtans dat ze mij voor die omstandigheid niet vermaand hadden, daar het altijd de gewoonte geweest was Poorteklokke te doen luiden voor de bijzonderste feesten van Yper. Gelijk ik alzoo.die komedie aan ’t bekijken was, kwam Tjeppen daar voorbij en ’k zag dat die af faire hem ook intrigeerde. Hewel Klokke, zegt hij, wat is dat nu nog voor iets en ten zien er nog geen van de minste katten uit, hé Maar hebben die mannen toch chanse van zoo alle dagen Zon- •altijd dezelfde die 't schaap van de Staatszak is plat voor t...'1""’ is buitengewoon opgeblazen ander dommigheden. Is ’t waar of geen waar succes d’une opération de cetle envergure si l’opi- nion publique n’y est pas préparée M. Levie est un homme trop averti des choses financières, il a donné trop de gages de son atta- chement a la federation des Cooperatives qui est, après tout, sou oeuvre, pour qu’on puisse supposer une minute qu’il irait compromettre de leis inté réts dans mie vague speculation electorale. On l’accuse encore d’avoir fait (omber Ie cours des titres de l’Emprunt, Les chiffres répondront aussi a cette accusation. Le 12 septembre les litres de l’Emprunt étaient cotés 214-215. Après les comptes rendus de la reunion de Termonde les cours descendent a peine. Le 13 on cote successivement: 214 1/2, 215’214. Le 14 on cote ertcore 213 3/4 213 1/2. G’est le 14 que le Soir souligne dans un article „de notre confrère Patris, Fimporlance de la nou velle lancée a Termonde par M. Levie. Les cours flèchissent a peine, car le 15 on cote 211 1/2 et le 16, 212 3/4. Par contre le 21 on constate une brusque chute a 206, qui s’accentue a 203 le 21 et 202 le- 22. Pourquoi Paree que le ministère des Finances vient de lancer sa publicité pour l’Emprunt a 6 p. c., tout simplement Les titres de l’Emprunt des Régions Dévastées ont, au contraire, admirablement soutenu ce choc; nous les voyons a 205 1/2 le 26 sept. tandis que le 3 p. c. beige tombe autrement vite: c’est forcé. II y a actuellement en bourse de la rente 3 p. c. a vendre plus que le marché ne peut en absorber. Que prouverait au surplus une baisse des titres des Régions Dévastées plus accentuée Ces titres ne sonl-ils pas amenés.a perdre de leur valeur au fur et a mesure que les tirages s’effectuent N’est- •ee pas une preuve éloquente de la faveur qu’ils ont gardée que de les voir encore a un cours aussi ferme On le voit: il ne reste rien des accusations lan- cées a la légere contre un homme qui, dans tont ceci. n’a obéi qu’ii une préoccupation: assurer aux cooperatives de sinistrés des ressources qui leur permettent d’au'gmenter encore le chiffre de leiirs paiements, faire en sorte qu’elles puissent accen- tuer leur féconde activité. P. Beaupain. 11 I mogen zijn Zoudt ge gel doven Tjeppen dat ik het niet weet; zou het vandaag zijn dat men den eersten steen legt van Sint Maartens i’t Is misschien wel de venditie van de ijdel kas der geteisterden, antwoordde Tjeppen, en daarmeê was hjj w'eg al greeten. Ik bekeek hem gaan en riep hem na: farceur Nu, om-voorts te vertellen, ik kon om den dui vel niet peizen vyat dat al mocht beteekenen, en ik rischierde die heeren le volgen om te zien waar zij zoo al naartoe gingen. Zoo ging men langs over de markt recht naar den Frigo; ja ja. naar den fameusen Frigo oche- blief. Vele kurieuzeneuzen en kommeeren stonden daar recht over den arme-menschen-vervrozen- vleesch-kelder te kijken en ik informeerde rechts en links om te weten waarom die hooge wereld in beweging gebracht werd, wel denkende dat het j toch nooit voor een beete vervrozen vleesch was, noch om de Yperlingen plezier te doen dat al die vreemde schuffelaars, tot zelfs van Brussel, zich hadden willen derangeeren, maar wel voor een bijzonder reden die ik al rap in de gaten had. Zoo vernam ik dat het was om propaganda te maken voor den Frigo, met dien ten langen laat- sten in te stellen, omdat men vreesde omtrent na een jaar bestaan, dat die instelling niet genoeg geprezen zijnde, een ware fiasco zou kunnen wor den. Jammer genoeg dat men bet muziek had verge ten te vragen om het feest op te luisteren en den tralala een beetje te vermeerderen gelijk bij de tandentrekkers die wij eertijds op de markt zagen opereeren en dat. gratis voor niet.’ Ik bemerkte algauw dat het een demokratiek feest was, daar de bijzonderste demokraten van de streek daar als aristokraten ronddroeien om voor het demokratiek vleesch propaganda te ma ken onder het demokratiek volk. En dat is ook verstaanbaar, de grootste klappers zijn juist deze die niet gewoon zijn frigo te eten en zij trachten hem te verkletsen om zooveel mogelijk versch vleesch te hebben voor hun eigen zeken, en dat volgens de beste regels van de broederlijkheid. Daar ik ook maar rijk genoeg ben om frigo te knagen, dacht ik dat die affaire pij soms had kunnen jnteresseeren en om dien reden trok ik binnen om dat eens goed af te stooven. Grpote koppen spraken daar slagw ater en nadat men het publiek de hersens gevuld h,ad met alle slach van redevoeringen en oneindig veel cijfers, vond men noodzakelijk dat publiek de liere te vullen met franschbroodjes mét frigo..., verschoo- ning, mét hespe daartusschen en ge moogt zeker zijn dat dit demokratiek ontbijt oneindig veel bijval genoot bij iedereen. Men zegde mij dat men IIILI p ’t zijn overal bloemen van alle kleuren k Had er kunnen bijvoegen, uitgenomen op de graven. Wel dan,-vooruit In plaats van ’s Zondags daar te gaan rond loopen, langs bier, langs daar ge bruikt eenige oogenblikken van dezen tijd en bezoekt een graf. Zijt er overtuigd van, uw voor beeld zal nagevolgd worden en een belooning zal II hiernamaals geschonken worden. ’k Dehk dat het veel goed zou doen moesten de moeders en meesteressen dit eens voorlezen in de klas, want ’t is waarlijk pijnlijk te zien hoeveel graven verwaarloosd zijn en niet bezorgd zijn. Hoop. Impressions en tons ^nre- Maison S. Lafont^l dal deed om de invités vaiTver^^^ verplichten hun geld le veHeeren rants van Yper, daar de bazen al 2 en ie rap rijk zouden worden. 0 T Is zelfs jammer dal men dien laars hunnen koepon van 2“ klas no8 gratifk; 1 wrre te heb^ laaide, en daarbij hen nog'^."5 hunne moeite van zoo verre te h tiea men. 'ebben Ten anderen, ten komt toch on ken aan; len ware maar dat bii J'*11 ha,ff Daar liet in de zalen wat friJC koud, door de nabijheid van >t''as, zep koerzen, niettegenstaande huntien 1 spraak en de w arme toejuichingen toch niet genoeg verwarmen en datf eenige glazen champagne (leest w'JV01 het bloed heler in beweging zouden b En inderdaad, ’I gedacht kon niet den zijn want niet één invité die er i het geklank en het geklink en het het kristaal (en dat zonder ’t minste val t deed mij bijkans deuken dat ik inVmLli mijn klokkenkot wederom gekeerd w -1 de karillontorre. Heeft de frigo niet veel succès G champagne boter, ge moogt. het zèkei De animatie kwam Zoo wederom onder! len die begosten babbelen en kwakgaaiend- ren en zien vergingen en ’t was waarliji schoone les voor alle Yperlingen, te zien w< lieste manier was om alle gedachten te vets in één blok Lot. meerder eer en welstand y- Ypert je. Zonder lachen, ’t was hert roerend de ofl vriendischap te zien die daar heersebte enh zooveel gold niet gekust daar had ik mij dj kunnen feliciteeren, maar ik vOnd dat dei latie alreeds genoeg gekost had en dat men dag te mogen vieren Waarom zou dat nu wel ver]oren onkosten had kunnen vermijden dat er nog zooveel Yperlingen buiten op zitten. Ook kon ik het niet meer kroppen envert verliet ik met baast een schouwspel dat mij walgen: ’t was niet, genoeg dat de invités: pagne dronken, het personeel waserookrag aangevlogen en niet voor een klein beetje. Bokke en ’k liep in mijn vlucht flak op( pen die, het feest vernomen hébbende, jut te wege was eene kurieuse pinte te pakker. Hewel, waar gaa je? Nen keer gaan kijken, zei Tjeppen. Luistert, beste vriend, antwoordde if indien ik, in andere omstandigheden, u ao korde eens te gaan kijken, in het tegen» geval raad ik u aan niet te gaan kijtaJ anders, moest ge dat zien, miek ge u. w! ópschietende karakteere, voorzeker’ graai ware gij. die met al uw gelijk, nog ongelijki halen.' Én Tjeppen bij den arm grijpende.f' hem meè langs de St-Jakobstraat naar del waar wij in de Drie Koningeneenenfe pot lekker biertje gingen pakken. Santé. Tjeppen. a vouch - Santé. Klokke, (en na een goê tenge'.v minsten drinken van ons geld, en bij terwijl hij zijn glas naar het licht W is'Ion minste zoo lekker als FrigochaniPj zoo kostelijk niet; ook ik peis wel rtal 1,11 die champagne, per glas had doen betalen, zekers zooveel geen flesschen, den kop w geschoten geweest zijn. - Dal is waar. Tjeppen. ge spreek >1 -Ja. ja. antwoordde hij,dat ie al* stief wel, maar 'I zijn wij. mogen helpen betalen hetgeen di - felaars hebben helpen uitdrinken.en hij weg al greeten. Tjeppen had toen nog gelijk, ’t zün t d’hist»* dnolaars als voor c»* Poorl^ ill®! r #1 9 im

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1921 | | pagina 2