b ,:HET YPERSCHE LARÉGIOND’YPRES Bijvoegsel Supplément 2' Jaargang, Nr 44 - 18 FEBRUARI 1922 2C Année, N° 44. 18 FÉVRIER 1922 zijne herstelling van ’t grootste be- mocht dus Staat opgericht werden, voltrokken en door federatie der geteisterden van de verwoeste streek De heer voorzitter bevestigt het gezegde van voorgaanden spreker, maar zegt dat men aan de nieuwgekozenen en ook de Kamerhee ren en Senatoren van Rousselaere-Thielt in dien zin, eens voor al, zou kunnen schrijven. M. Colaert zegt dat hij het als een plicht aanzien heeft, zonder uitnoodiging, de verga deringen bij te wonen, bijzonderlijk om er zelf te leeren, te weten welke de klachten zijn die de geteisterden te doen hebben en op welke manier hij dezelve best zou kunnen helpen. III. Wenschen der bonden. De voor zitter zegt dat verschillige bonden, onder andere deze van Brielen, wenschen te weten den plakbrief aan wien het toekomt de schade te herstellen die onlangs aan de nieuwe gebouwen werd veroorzaakt door de stormwinden. Hij óor- dat ook hij" zichde belangen deelt dat, wanneer de gebouwen door den I' hulp ten voordeéle en wij hebben zelfs soms van ne venbedoelingen vergezeld is. Hier ook moet Brussel 3 November 1921. Heer Voorzitter, Gij hebt mij gevraagd welke maatregels mijn Departement schikte te nemen om de schade te herstellen door den stormwind van de laatste maand veroorzaakt. Ik heb de eer U te berichten dat, wat aan gaat de gebouwen door den Staat opgericht, onder het beheer van het algemeen lastkohier, van het Ambt der Verwoeste Gewesten, liet art. 5 bepaalt dat deondcruemerverantwoordt voor de gevolgen van overmacht tot den dag der voorloopige aanveerding der wer ken dit lastkohier is verplichtend gemaakt geweest bij ministerieele omzendbrief van de maand October 1920. Wat aangaat de werken uitgevoerd onder beheer van bijzondere lastkobierer, cf uitge voerd door de geteisterden zelven, bij middel van voorschotten, zij stellen bijzondere ge vallen daar, die elk een bijzonder onderzoek vereischen. Aanveerdt, Mijnheer de Voorzitter, enz. Voor den Minister, De dd. Kabinetsoverste, (Get.) C. Méchant. De voorzitter doet bemerken dat het ie ge deelte van den brief *ijn gezegde van zooeven aangaande de gebouwen door den Staat op gericht bekrachtigt en dat het 2C deel, zoo het niet eene volledige en vaste oplossing geeft toch klaarte in de zaak brengt verders doet hij ook bemerken dat de bouwmeesters gedurende 10 jaar verantwoordelijk blijven voor gebrek in de bouwingen die zij bestuurd hebben. IV. — Benoeming der leden van een besten dig Comiteit. De voorzitter doet nog eens de noodzake lijkheid uitschijnen van de benoeming van dat Comiteit, en. zegt zijne zienswijze nopens zijne samenstelling en zijne werking. Eindelijk stelt hij de volgende heeren voor Joye, van Neerwaasten, Depuydt Omer van Kemmel, Vermeulen van St Jan, Noyez van Passchen- daele, Geuten van Wervik en daarbij een lid van Staden, wier naa n binnen eenige dagen den voorzitter zal gemeld worden (1). Er wordt tevens verstaan dat die leden zich in geval van belet mogen doen vervangen door een ander afgevaardigde. V. Wenschen der Clubs. Een afgevaardigde, M. Joye, vraagt wat er te doen is met de roode formulieren, die zeer duister zijn in wat aangaat de voltooiings- werken en navetten der landen. Men weet niet hoe ze beantwoorden. De Heer voorzitter bekent dat hetgeen op- zichtens die kwestie door M. Boereboom is gezegd geweest niet al te klaar is geweest misschien wel dat die heer nog niet juist wist hoe die zaak diende geregeld te worden, of den die zouden moeten verholpen worden. Noch ik, noch M. Hallaert, voorzitter van Yper Op weten iets van zulk rekwest of van de gelaakte toestanden. M. Blontrock van Staden doet bemerken den eigenaar aanveerd zijn voor goed, de schade alsdan ten laste van den eigenaar valt naar het algemeen recht; maar zijn zij noch niet aanveerd geweest, dan valt de schade tendaste van den Staat die een volledig opgemaakt gebouw moet leveren. Wat aangaat de gebou wen door de eigenaars zelven gebouwd, met voorschotten of anderszins, het is eene belang rijke kwestie waarop ik niet met zekerheid durf antwoorden M. Geuten zegt dat hij die zaak bij den heer Minister is gaan bespreken die hem na derhand een brief heeft gestuurd, waai van hjj lezing geeft. Wij drukken hem hier vertaald over Die brief is geschreven geweest naar aan leiding'van een rekwest dat door eene verga dering van geteisterden van Yper naar den heer Minister van Economische Zaken werd de Minister die dagen uur van ’t verhoor be paalt, en wij moeten dus gereed zijn om op gestelden dag en uur hem te beantwoorden. Ik heb dus dat verhoor om durven aanvragen. Wij moeten ook bij een toegestaan verhoor weten wat wij zullen zeggen te dien einde i I uitnoodigingen te doen de Kamerheeren I Senatoren kwamen naar de vergaderingen als had ik aan de Clubs gevraagd mij de lijst hunner grieven te laten kennen ik heb niets ontvangen zegt de voorzitter en het verhoor niet aanvragen. zij het goed vonden en waren telkens welge- De voorzitter besluit daaruit nog eens dat komen, en hunne raadgevingengoed aanhoord. het noodig is een bestendig Comiteit te vor men, waarvan de leden zooveel mogelijk de verschillende streken van ’t arrondissement zouden vertegenwoordigen en altijd gereed zijn om te vergaderen ten einde de belangen dergeteisterden in kleinComiteittebespreken, besluiten te nemen en uit te voeren en zelfs in verhoor te gaan daar waar het noodig of nuttig kan zijn en alzoo wezentlijk de Federa tie te vertegenwoordigen en zich voor haar te verantwoorden zonder de verantwoordelijk heid alleen op den voorzitter te laten drukken. De voorzitter geeft ook lezing van eenen brief hem gezonden door volksvertegenwoor diger Messiaen, waarin deze heer protest I aanteekent tegen den inhoud van door de zorgen der Federatie in al de gemeen- I -en van ’t arrondissement aangeplakt. Hij Verwijst er op I Van de geteisterden en voornamelijk deze der van ’t bestuurlijk arrondisse ment Thielt-Rousselaere en vraagt of het niet die reden niet j voordeelig zou zijn de volksvertegenwoordi- gers en senatoren van dat arrondissement tot de vergaderingen uit te nöodigen. Een lid doet bemerken dat de Federatie van in den beginne zich onthouden heeft zulke en klein geteisterden heeft aangetrokken en voorts zal blijven ondersteunen, en dat zij niet min- der ondersteuning zullen hebben omdat twee Kamerheeren en twee Senatoren niet herko zen zijn geweest. Verders dat hij zich ten dienste stelt der Federatie en op aanvraag hare vergaderingen zou bijwoi en. De heer voorzitter zegt nu dat het aan hem alleen niet is op dat schrijven te antwoorden, maar wel aan dat bestendig Comiteit waarvan hij sedert lang de samenstelling vraagt. In afwachting meent hij niette moeten aannemen dat de Federatie zich aan politiek heeft plich- tig gemaakt met het aanplakken van den be knibbelden brief Immers de nietgekozenen bedanken voor hunnen steun is toch geen po litiek voeren, en niemand kan het heuvel opnemen dat de Federatie den zekerden en invloedrijkeren steun van de nietgekozen ver koos bij den onzekeren steun van de nieuw gekozenen. Dat wil niet zeggen dat allen steun van waar hij kome niet welgekomen zij de Federatie kent geene partij, geene geringe noch groote geteisterden, noch rijke of arme geteisterden zij kent alleen geteisterden. Hebben is hebben, zegt het spreekwoord aan de vruchten kent men den boom. Wij nemen dus akte van den brief van M. Mes siaen en van de beloofde ondersteuning. Insgelijks is bij den Voorzitter van Yper I op een schrijven toegekomen van volksver tegenwoordiger Butaye van Watou, waarvan lezing wordt gegeven, en waaruit blijkt dat die Heer ook belooft de werking van de Fe deratie te ondersteunen. Nogeens alle steun en dergeteisterdên is welkom Verslag der maandelijksche vergadering der Afgevaardigden op Zondag 12 Februari te Yper, in de kazerne, in de mess van de bedienden van t tribunaal voor oorlogsschade. Aan t Bureel den heer A. Butaye, vooi- zitter, de heeren Colaert, volksvertegenwoor diger, Geuten, Van Alleynnes de schrijver yl, Verbeke belet zijnde, zoo neemt M. Hal laert aan verslag der vergadering op te maken. De heer Voorzitter opent de vergadering om 2 1/2 ure en doet bemerken dat zij in eene nieuwe zaal gehouden wordt op aanvraag van verschillige leden die vinden dat het er in de oude zoo droog toeging en dat eene verfris- sching soms wel te pas zou komen. Zulks zal in ’t vervolg nog gedaan worden, wel te ver staan als het tot geen misbruik aanleiding geeft. I. Geene bemerkingen gedaan wordende op het verslag der laatste vergadering zoo verklaart de voorzitter hetzelve goedgekeurd. II. Mededeelingen. De volgende mede- deelingen worden door den voorzitter gedaan waaruit volgens hem ten overvloede blijkt dat het volstrekt noodig is een bestendig Comiteit te benoemen die den voorzitter in zijne wer king zou steunen en bijstaan. Dit is nu zooveel te noodiger dat wij nude drij Kamerheeren en de twee Senatoren niet meer hebben die voor dezen zoo bereidwillig de werking der Fede ratie steunden. ie mededeeling In een voorgaande verga dering was beslist geweest van bij den heer 1 Minister in verhoor te gaan om hem de grie- i i ven der geteisterden voor te leggen. Welnu niet in te zien of die steun niet daaraan is tot nu nog geen gevolg kunnen j gegeven worden ziehier waarom j het Comiteit, niet ik, antwoorden. In de maand December kon het niet zijn daar alle oogen en gedachten op de conferen tie van Cannes gevestigd waren die voor ons land en lang was. i gestuurd tot oplossing van zekere mistoestan- In Januari had zulks kunnen zijn, maar op de lijst der afvaardiging stonden slechts 5 namen en voor het geval, heel waarschijnlijk daf2 of 3 leden ontbraken, zouden wij eene I' gebrekkige afvaardiging gehad hebben ’t is dat een deel van ’t rechterlijk arrondissement I Yper deel maakt (1) Deze zes heeren met de Voorzitter, de Sekretaris, MM. Van Alleynnes, -Dclie eh Van Nieuwenhove, bij vroegere voor ’t oogenblik, de M. Butaye, voorzitter. delegation aangeduid, maken dus, bestendige commissie uit. Nota van

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1922 | | pagina 3