I
I
i
I
Hl
I
Le règlement sur les batisses
a. Vps*es
HET YPERSCHË:- LARÉGIOND’YPRES
te 1
Bijvoegsel
Bouwen van Woningen
Bijvoegsel Supplément
j'tel
1
(14
i
2e Jaargang, N' 48 - 18 MAART 1922
w B
I
-
duites
I
I
if
VEROROE^S 8 NCS
TE Y P E R
iï! I
t|
2e Année, Nü 48. - 18 MARS 1922
lllllllllll■lillllllllll II I II I I II
A. - BOUWEN VAN WONINGEN
Art. i. Binnen stad zullen de woningen
met verdiep zijn.
Art. 2.Wanneer zij, beneden, maar eene
enkele plaats hebben, zal deze eene opper
vlakte van ten minste 16 vierkant meters
moeten hebben, niet inbegrepen het ingang-
portaal, den trapmantel of den gang wan
neer zij er twee of meer hebben, zal eene
derzelve ten minste 12 vierkant meters opper
vlakte moeten hebben.
Art. 3. Beneden zullen de kamers ten
minste 3 meters hoog moeten zijn op het
verdiep zullen zij ten minste 2™75 meten.
Art. 4. Beneden zullen de vensters ten
minste 2 meters hoogte hebben. Op het ver
diep zal de hoogte der vensters ten minste
im8o bedragen.
De afmeting der vensters zal vastgesteld
zijn op ten minste i5 vierkant decimeters per
vierkant meter oppervlakte der te verlichten
kamer.
Art. 5 Dc voorgevels zullen ten minste
6m7o hoog moeten zijn. Er zal een afstand van
ten minste o"’8o moeten zijn tusschen het
11
I
de trass elles mesureront om3o pour le
radier et les murs latéraux, et omi8 pour la
voute
L’ouverture de vidange sera a l’extérieur
des lieux d’aisauces et devra être hermétique-
ment fermée par un cotivercle solide, en pierre
1 ou en forite.
Art. 10. Le Collége des Bourgmestre et
Echevins pourra, dans des cas spéciaux et
moyennant les conditions qu’il déterminera
dans l’arrêté d’autorisation, déroger aux dis
positions des articles i,- 4 1, 7 et 9 6.
B. Superficie des habitations servant a
l’usage de cabaret ou de débit de boissons
Art. ii. L’ouverture de débits de bois
sons, dans un batiment nouveau ou ancien,
est soumise aux prescriptions suivantes
Le batiment destiné a eet usage doit com-
prendre au moins deux places. Celle affectée
au débit des boissons doit Avoir une superficie
minima de 25 metres carrés, et une élévation
de 3 metres l’autre, a l’usage de la familie et
du ménage, une superficie de 12 metres carrés.
Art. 12. Les dispositions précédéhtes
sont applicables aux cabarets et débits de bois
sons existant actuellement, si les habitations,
dans lesquelles ils existent, doivent être recon-
struites, ou si elles ont cessé, pendant un
terme de six mois, a servir a l’usage de caba
ret ou de débit de boissons.
Art. i3.L’autorisation d’ouvrirun débit
de boissons ne s’accorde qu’après un examen
des lieux, fait par un délégué de l’administra-
tion communale et constatant que le deman-
deur s’est confonné a toutes les dispositions
qui précédent.
Art. 14. Toute contravention aux pres
criptions de police énoncées ci-dessus sera
punie d’une amende de vingt cinq francs ou
d’un emprisonnement d’un a sept jours.
Le cöntrevenant sera, en outre, condamné
a se conformer au règlement, sinon a démolir,
dans les délais a fixer par le tribunal, les con
structions ne réunissant pas les conditions
prescribes par les articles ci-dessus.
Après l’expiration des dits délias, la ville
pourra, d’office, exécuter la demolition, aux
frais du condamné, qui pourra être contrahit
de payer ces frais comme en matière de contri
butions.
Nous reproduisons au présent numéro le
texte du règlement communal a observer
dans la reconstruction des maisons d’Ypres.
Cette publication sera.la bienveilue car les
prescriptions en question sont fort peu con-
nues et souvent trés mal comprises. Proprié-
taires, architectes et entrepreneurs en feront
leur profit.
Nous reproduisons ci-après le texte
A.—CONSTRUCTION D’HABITATIONS
Art. 1. En ville, les habitations seront
a étage.
Art. 2. Lorsqu’elles n’ont qu’une place
au rez-de-chaussée, celle-ci devra avoir une
superficie de 16 metres carrés au moins, non
compris le portail d’entrée, la cage d’escalier
ou le couloir, lorsqu’elles en ont deux ou plus,
1’une d’elles devra avoir au moins 12 metres
carrés de superficie.
Art. 3. Les chambres auront, au rez-de-
chaussée, une hauteur utile de 3 metres au
moins a l’étage elles mesureront au moins
2ra 75.
Art. 4. Au rez-de-chaussée, les fenètres
auront, au moins, une hauteur de 2 mètres. A
l’étage, la hauteur des fenètres devra être au
moins de im 80.
Le métrage des fenètres sera fixé au mini
mum a 15 décimètres carrés par mètre carré
de superficie de la chambre a éclairer.
Art. 5. Les murs de faqade auront, au
minimum, une élévation de 6m 70. Il y aura,
au moins, o'” 80 entre le niveau du trottoir et
le dessus du seuil des fenètres du rez-de chaus-
sée 1 mètrex entre les fenètres du rez-de-
chaussée et celle de l’étage.
Art. 6. Au grenier, la hauteur des murs
goutterots (partie comprise entre la sablière
et le plancher) sera de om7o au moins la hau
teur totale, sous le faite, ne sera pas inférieure
a 3m 5o.
Art- 7. Le grenier sera éclairé par des
fenètres ouvrantes, ayant, au moins, 75 déci
mètres carrés de superficie.
Art. 8. Hors ville, les habitations, pour-
ront être sans étage, mais devront avoir deux
chambres au moins, ayant ensemble une super
ficie de 24 mètres carrés, avec une élévation
de 3 mètres au moins.
Art. 9. Les'habitations, tant en ville
qu’hors ville, devront, en outre, satisfaire aux
conditions suivantes
i° Aucune fenêtre ne pourra être a chassis
dormant.
2° Les murs de séparation entre les habita
tions auront une épaisseur d’au moins d’une
brique.
3° L’éscalier non établi dans un couloir sera
clóturé les marches seront fermées par des
centre marches ou par une volige correspon
dent a la face inférieure des limons.
4° Les habitations devront avoir du jour au
moins de deux cótés les cours auront une
superficie minima de 16 mètres carrés. Cepen-
dant pour les habitations de coin, cette super
ficie peut ètre réduite a 10 mètres carrés.
5° Le rez-de-chaussée devra être carrelé ou
planchéié
6° Chaque habitation sera raccordée, par
une communication distincte et directe, a la
conduite d’eau alimentaire ainsi qu’au réseau
d’égouts, etpourvue d’un lieu d’aisances.
7" Les fosses d’aisances, a purin et a fumier
seront isolées des murs des habitations et nor-
malcment éloignées des citernes a eau potable.-
Les parois, a angles arrondis, seront en-
duites au mortier hydraulique, de eiment ou
waterpas van het voorland en het bovenste
van den dorpel der vensters van den beneden;
van 1 meter tusschen de xensièrs van den
beneden en deze van het x erdiep.
Art. 6. Op den zolder zal de hoogte der
gootmuren (deel begrepen tusschen de ribbe
en den vloer) ten minste o'”7o moeten zijn
de gansche hoogte, onder vorst-, zal niet
onder de 3m5ö mogen zijn.
Art. 7. De zolder zal verlicht zijn door
openslaande vensters van ten minste 75 vier
kant decimeters oppervlakte.
Art. 8. Buiten stad zullen de woningen
zonder verdiep mogen zijn, maar zullen ten
minste twee kamers moeten tellen, hebbende
te zamen eene oppervlakte van 24 vierkant
meters, met eene hoogte van ten minste 3
meters.
Art. q. De woningen, zoovel binnen als
buiten stad, zullen daarenboven aan de vol
gende vöorwaardén moeten voldoen
1° Geen venster zal met staandramen mogen
zijn.
De scheidsmuren tusschen de xx-oningen
zullen ten minste eene brijk dikte moeten
hebben.
3° De trap die niet in eenen gang komt, zal
moeten afgesloten zijn de treden zullen moe
ten gesloten zijn door tegentreden of door
eene plank, overeenkomende met de onder
zijde van de trapxvangen.
40 De woningen zullen moeten licht hebben
ten minste langs twee zijdende koeren zullen
ten minste 16 vierkant meters oppervlakte
moeten hebben. Nochtans voor de hoekwo
ningen, mag deze oppervlakte tot op 10 vier
kant meters verminderd worden.
5Q De beneden zal moeten geplaveid of
bèplankt'zijn.
Elke xvoning zal, afzonderlijk en recht-
streeksch, moeten verbonden zijn met de
xvaterleiding alsook met het rioolnet, en voor
zien zijn van een gemak.
7° De gemakputten, de aal- en mestputten
zullen afgezonderd zijn van de muren der
woningen en op regelmatige wijze van de
putten voor drinkbaar xvater verwijderd.
De wanden, met a,fgeronde hoeken, zullen
moeten bestreken zijn met water-, cement- of
transmoortel de bodem cn de wanden zullen
moeten om3o en het gewelf omi8 dik zijn.
De ontruimingsopening zal buiten de ge
makken zijn en moeten dicht gesloten zijn bij
middel van een sterk steenen- of ijzeren
deksel.
Art. 10. Het Collegie van Burgemeester
en Schepenen mag, in bijzondere gevallen en
mits de voorwaarden welke in het bemachti-
ging-besluit zullen vastgesteld zijn, van de
bepalingen der artikels 1, 4 1, 7 en 9 6
afwijken.
B. Over de oppervlakte der woningen
ten dienste
van herberg of van drankslijterij.
Art. 11.De opening van drankslijterijen,
in eèn nieuxv of oud gebouw, is aan de vol
gende voorwaarden onderworpen
Het gebouw daartoe bestemd moet ten
minste twee plaatsen bevatten. Deze bestemd
tot den verkoop van dranken, moet eene
oppervlakte hebben van ten minste 25 vierkant
meters en eéné hoogte van 3 meters de
andere, ten dienste van het huisgezin en het
huishouden, eene oppervlakte van 12 vierkant
meters.
Art. 12. De voorgaande bepalingen zijn
toepasselijk aan'de thans bestaande herbergen
en drankslijterijen, indien de woningen, in
welke zij bestaan, moeten herbouwd worden,
of indien zij, gedurende eenen termijn van
zes maanden, zullen opgehouden hebben te
dienen als herberg of drankslijterij.
CS,
Mi
A
t
OVER HET
