itjj, Tillo Gaüewaert en Adj. Jas. Hallaert
voorzitter
N° 242 der Greffie N° 2224 van het Parket
van
van
Rechtbank van Eersten Aanleg
van Yper
I U indachtig zijn 1 Het -volk
de eer fen vrijheid
TeraarzfiSaesSeSiïng
van twee onzer Stadsgenooten
Onnoodzakelijk hun voorbeeldig gedrag,
hunne onderlinge en innige vriendschap aan
weleer die schoone woorden op ons volk neer
pende:
blijven wij het offer dat gij beiden bracht op
’t altaar des vaderlands eeuwig gedenken.
Vaarwel Tillo, vaarwel Jozef, vaarwel tot
weerziens hierboven.
in uw aderstel zijn giftige leven bracht en
dreigde uw frissche jeugd te krenken. Gij bei
den zijt gevallen door ’t moordensgetuig van
den laffen indringer voor
van ’t duurbre vaderland.
Wij vlaamsche oud-strijders buigen ons
diep voor die helden die alles gaven ten bate
van het heilig recht.
Hallaert, uwe nagedachtenis blijft steeds inden
geest uwer oud-strijdmakkers geprent; eeuwig
- blijven wij U indachtig, gij beiden gevallen
’voor ’t gemeene recht, met Guido Gezellc die
zinnebeeld der Helden die Belgie, die- Yper
redden Dit welsprekend gedenkteeken zal
herinneren dat, zoo Yper geen duitsch is,
maar steeds vrij dat, zoo het niet meer in
puinen ligt, maar zich ieverig. heropbouwt,
het dank is aan U, die Uw bloed voor onze
vrijheid schonk
Zoo zullen wij U, glorierijk gevallene
ALLEN, zoo zullen wij U, Hallaert en
Callewaert immer waardig blijven. De tijd die
over onze harten glijdt, heeft er nog het merk
niet uitgewischt, dat gij er hebt ingedrukt
Vaarwel makkers, zij de aarde U licht
Het Ypersche op zijne beurt biedt aan de
familiën Callewaert en Hallaert de gevoelens
zijner innigste deelneming.
dig, heeft ze gekend als deugdzame jongelin
gen, welke hunne ouders en hun vaderland
hef hadden.
Wij zullen hier den heldenmoed der duur
bare aflijvigen niet doen uitschijnen, noch
den bovenmenschelijken strijd afschetsen, die
ze bijwoonden van ‘t begin tot ten einde
..bevoegder dan wij konden dat.
Zeggen wij enkel, dat na zooveel maanden
opoffering, na zooveel dagen en nachten in
het bebloedde slijk van den Yzer te hebben
geworsteld, zij hoopvol en met vreugde
schier, den grooten aanval van Handzaeme
optrokken; want zij wisten dat het den laatsten
zou zijn, en dat een afdoenden slag den.
duitsch zou verdrijven Zij begroetten reeds
art. 4 Besluit-Wet 5 November 1918.
VEROORDEELT hem
Voor feit A. tot eene boete van zes en
twintig frank.
Voor feit B. tot eene boete van zes en
twintig frank.
Voor feit C. tot eene boete van honderd
frank, en tot de kosten begroot op dertien
frank 43 centiemen.
Beveelt, de bekendmaking van het vonnis
ten koste van de veroordeelde bij middel van
inlassching in het weekblad Het Ypersche
en van aanplakking aan het lokaal tot den
verkoop bestemd.
Zegt dat, bij toepassing van artikel 1 der
Wet van 24 Juli 1921, ieder der boeten van
Beste Makkers, rust in vrede Wij zullen
van Yper zal Ui
en AL zijne gesneuvelde kinders met een
symbolisch gedenkteeken vereéren, hetwelk
wel is waar, in macht en grootschheid met
het ontworpen monument onzer Engelsche
vrienden niet zal kunnen wedijveren, maar
I Maandag 1. 1. 3 April, hadonder een grooten
I toeloop van oud-strijders en. kennissen de
I ^eraardbestelling plaats van twee onzer koenste
I Ypersche helden Adjudant Tillo Callewaert,
I zoon van den gekenden drukker-uitgever wijlen
I Heer Bruno Callewaert-De Meulenaere en
Adjudant Joseph Hallaert, zoon van Heer Louis
Hallaert, oud-schoolopziencr en
I van Yper Op en Ypriana
Onder de talrijke tegenwoordigen hebben
wij bijzonderlijk opgemerkt de HH. Colaert,
volksvertegenwoordiger en burgemeester van
Yper, Clinckcmaille, arrondissementskommis-
saris, Sobry, JVan der Mersch, Van Nieuwen-
hove, schepenen; Donck, Declercq, Delahaye
Cn Delhem, gemeenteraadsleden Vanden-
braambussche, politiekommissaris, talrijke af
gevaardigden van den Invaliden Bond, der
Vlaamsche Oud-Strijdersbond en van den
Nationalen Oud-Strijdersbond.
Op het kerkhol werden twee lijkreden uit
gesproken, die wij gelukkig zijn hier over te
nemen.
M- Maurits Hollebeke, bestuurder der
Vlaamsche Oud-Strijdersbond, drukte zich in
volgende verhevene en gloedvolle woorden
uit
onze deelneming, aan den rouw die ze trof in
het wegleggen van zooveel hoop, die hunne
...Laat ons met. eerbied neerbuigen vóór
I de graven dier twee helden Laat ons hulde
I brengen aan de burger- en krijgsdeugden
onzer dappere adjudanten Hallaert en Calle-
UITTREKSEL van een vonnis tegensprekelijk
uitgesproken door de Rechtbank van Eersten Aan
leg van het Arrondissement Yper, Provincie West-
Vlaanderen, er zetelende, den 16 Maart 1922.
Eerste Kamer.
In zake het Openbaar Ministerie, ten laste van
356 Victoor CARLOS, geboren te Mees-
sen den 12 September 18.91, zoon van Hendrik
en van Denys Celina, slachter te Wytschaete,
Steenstraat. Wedersprakelijk
OVERTUIGD van te Wytschaete op 19
October 1921.
A. Goederen of levensmiddelen van eer
ste noodwendigheid verkoopende of te koop
stellende, de lijst der verkoopprijzen wan
ieder der te koop gestelde waren, niet op zien-
bare wijze en op eene klare plaats aan de
vitrienen, ingang en binnenplaats van zijnen
winkel aangeplakt te hebben.
B. Geene boeken gehouden te hebben
waarin de verkoop- en inkoopprijs en den oor
sprong der te koop gestelde waren ten allen
tijde kan vastgesteld worden-
C. Bij den verkoop der noodzakelijkste
levensbehoeften, woekerprijzen verlangd te
hebben.
DE RECHTBANK bij toepassing der arti
kelen 60-8.5-40 van het Strafwetboek 194
strafvorderingswetboek; art. 1 Wet van 24 Juli
1921, art. 1-2 en 5 Koninklijk Besluit van 4
den dageraad der eindelooze, der onbeperkte Mei T92O> aiL 1 en 2 Wetn Octobei 1919; art.
vrede zij geloofden, zóó eenvoudig waren 1 Met Oogst 1920, ait. 2 Wet 10 Juli 1921;
zij, dat het de laatste oorlog zou zijn, en zij
wilden hem winnen, om ons van het schrik
kelijke zulker tijden voor immer te behoeden 1
...Helaas ze vielen beide voor Handzaeme
Kruisstraat den ien Oktober 1918.
Zij hadden het geluk niet de zon der
I zegepraal te zien schijnen, zij die er zooveel
hadden voor gestreden De Hemel gunde
hun niet den roemrijken dag te beleven, die
rilling te gevoelen, welke eenieder schudde,
wanneer den duitsch het moest opgeven en
onbevreesd trekt gij beiden ten aanval, de wapenschorsing vroeg
De ontroering der aanwezigen was groot
en menigeen vaagde stilweg een traan bij het
overdenken dier jeugdige levens zoo onbarm
hartig weggemaaid in den bloei hunner levens
dagen.
M. Vandromme, eere-voorzitter der Natio
nale Oud-Strijdersbond nam dan het woord
en in eene kernige manhaftige taal wist hij
den koenen en onversaagden levenswandel
onzer twee Ypersche helden te, kenschetsen.
Lijkrede van M. Vandromme
Mevrouwen,
Mijnheeren,
Beste Makkers,
Den nen November laatst, hadden wij de
eer, in naam der nationale oud-strijders, hier
op dezelfde plaats, aan onze betreurde ge-
sneuvelde broeders eene laatste hulde te
brengen.
«Thans valt het ons ook te beurt, een
laatste vaarwel te zeggen aan twee dappere
kinders van ons Yper, de adjudanten Calle
waert en Hallaert, wier stoffelijke overblijfsels
Vaarwel Tillo Callewaert, vaarwel Jozef dat uwe opoffering zal waardig zijn 1
En dit denkbeeld, dat onze stadsoverheid
zal weten op eene geschikte plaats op te rich
ten, zal de bezoekers van Yper zoohaast
hunne aankomst, toeroepen Hier is het
waert Bieden wij hunne ouders opnieuw I zes en twintig fiank en die yan honderd frank
1 verhoogd zal worden met twintig opdeciemen;
weze dus samen acht en 'zeventig frank voor
ieder der boeten van.zes en twintig frank, en
drie honderd frank voor de boete van honderd
frank.
Zegt dat de boeten zullen mogen vervangen
worden door eene gevangzittingvan acht
dagen voor ieder der boeten van zes entwin- -
tig irank en eene maand voor de boete van
honderd frank.
Voor gelijkvormig uittreksel afgeleverd ten
verzoeke van het Openbaar Ministerie.
Yper, den 3i Maart 1922.’
De Greffier der Rechtbank,
Alb. Willaert.
Lijkrede van M. Maurits Hollebeke
wij heden met bewogen hart in den geboorte-
Diepbe 1 reurden, 1 grOnd terugbrengen.
Als tolk der vlaamsche oud-strijders sta ik I
hier pal aan den zoom dier koude graven, j
waarin men het stoffelijk overschot eene laat- te halen, want bijna iedereen, hier tegenwoor-
ste rustplaats gaat geven, aan die koene hel
den uit den grooten wereldkamp. ’t Hart door
zieleleed bedwelmt scharen wij ons rond die
Ypersche machtkfachten gevallen voor het
gemeene recht en brengen hulde aan beider I
nagedachtenis. Wij gedenken in U beiden, die
koene helden, die vol plichtbesef, moedig en
onbeschroomd aan’skonings bevel beantwoor
den, om het geschonden recht te staven. Schoon
was uwe daad in haar forsige kracht en hel
denmoed juichte in uw sneven.
Gedurende den langen wereldkamp die van
noord tot westerkimme de lucht in een golf
van vuur en vlam herschapen deed was uw
gedrag moedig; dagen van weemoed beleefdet
gij te midden uwer wapenbroeders in de loop
grachten. De jaren vorderden snel, als uit een
poel gestegen en vloden heen overlaan van
'dwang, haat en strijd, maar telkens als de aan-
'val werd aangegeven om het recht 'door den
indringer verbroken te staven, gedróegt gij
beiden moediger dan ooit, altijd vol koelbloe
digheid in den strijd. Een straal van hoop
mocht eindelijk de storm doorbreken en den
woesten krijg uit zijne gescheurde palen ver
drijven wilskracht en doodsverachting, zou
men vergen om dien machtigen muur in te
beuken, en een weg te banen naar de bevrij-
ding. Bezield door heiligen plicht; schrander
■en
denkende dat dan den tijd zal voorbij zijn van
wreede onmenschelijkheid, dat er thans angst
genoeg doorstaan is, bloed genoeg vergoten,
■en tranen reeds te veel gevaagd. Edoch al het
verworven ontzag welke uwe onderdanen U
toedragen, baarde niets, dan een lijdenskelk
zoo zwaar van ’t zwarte doodelijke vocht, dat i
kinders hun beloofden 1
Echt en Recht,’t oud volk indachtig,
Kinderlijk, niet kinderachtig,
Ypersch, Vlaamsch en bovenal
God getrouw ik wezen zal.