HET YPERSCHE
LA RÉQION D’VPRES
Supplément
- Bijvoegsel
I
2C Jaargang, Nr 52 - 15 APRIL 1922
A
de zaal binnen, begroet door algemeen hand
geklap.
Seffens legt hij uiteen dat hij al de klachten
vernomen heeft door M. Butaye, voorzitter,
en belooft.in de mate der mogelijkheid alles te
doen om de zaken te verbeteren.
landen.
M. Vandromme weidt verders uit over den
gedwongen verkoop, die meerendeels als on-
14 Apr
dstreek
tie, hij rechtstreeksch niet kan tusschen komen j
het Bei oepshof. Zeker De Club van Bizet doet opmerken dat
Bond der geteisterden
van het Arrondissement Yper
Vergadering van Zondag 9" April 1922
I wordt. De Minister doet opmerken dat nu
daaglijks honderden titels op te maken zijnzoo-
dat het zelf voor een wel ingericht bureel niet
j mogelijk is dag per dag dit opgelegd werk
te volgen. Hij belooft toch eens in te zien
of niets ter verbetering kan gedaan worden.
I 8) Over de onteigeningen, meest veroorzaakt
of gewenscht door de wegenis, de spoorwegen
of openbare werken, moeten andere ministe
ries zich kwijten tegenover de onteigenden.
In elke gemeente waar onteigeningen bestaan
zou ieder onteigende best doen van een uit
leggende notate zenden aan Minister Van de
Vyvere vaststellende welke de oorzaak van de
onteigening was, en M. Van de Vyverebelast
zich met het overmaken der klacht ftan den
tans werd die schade als reclltstreeksche
schade erkent bij vonnis, van de Rechtbank
van V. urne in date van 14 April lyai. Ook
werd het geval als rcchlstreckschc schade.
9) De Club van
gansche straten zoo moeilijkheden hebben bij
de grens, daar tusschen Belgie en Frankrijk
bruggen moeten opgetrokken worden die
zaken van internationalen aard in het leven
roepen. De twee regeeringen moeten natuur
lijk de zaak beslissen.
10) In de laatste tijden deed een gerucht
de ronde, volgens hetwelk vermindering van
schadeloosstelling de geteisterden dreigde.
M. Van de Vyvere verzekert dat het Gouver
nement als inzicht heeft de verwoeste streek
gansch te herstellen en zoohaast mogelijk,
dat dus van géene vermindering van coëffi
ciënten spraak is, welker toepassing ten
andere afhangt van de streek waar de herop
bouw moet geschieden, maar wel van een
nauwkeurig toezicht in den heropbouw tot
vermijden en beletten-van misbruiken.
Zoo belooft de Minister, voor zooveel het
van hem afhangt, de zaken te onderzoeken en
te verbeteren.
11) Verders werd door den bond dewensch
uitgedrukt meer samenhang te zien in de wer
king tusschen inspectiedienst en geteisterde.
Zoo bijvoorbeeld tijdens een enkwest, ware
het wenschelijk dat de twee partijen tegen
woordig zijn ten einde werkdadig te werken.
Tot heden toe, zegt M. Van de Vyvere, was
de inspectiedienst onvoldoende en van nu
voort zal deze ook rechtstreeks met den ge
teisterde handelen, en deofficieeleambtenaren
zullen deze laatste .moeten komen aanspreken
en ondervragen. -
M. Colaert raakt ook het punt aan om te
weten of Belgen, bewoners der grensstreek,
die met een deel van hun goed in Noord-
Frankrijk vluchtten, waar het ook later ver
nield werd, recht hebben wederbeleg te doen
in Belgie. De Rechtbank, in Frankrijk, be
paalt dat het wederbeleg op Franschen bodem
moet geschieden, edoch deze personen, ge
vestigd in Belgie, kunnen de Fransche titels
niet te gelde maken en hebben dus de moge
lijkheid niet weder tegebruiken wat vernietigd
werd. De Minister houdt daarop voor dat de
Fransch-Belgische conventie op wederzijdsch-
heid in rechten gesteund is, dat het aangeno
men is dat zoowel Belgen als Franschen van
zelfde rechten genieten in beide landen in
zake het bekomen van vergoedingen, maar
dat de zaak van toelating van wederbeleg in
gelijk het welk der twee landen nog hangende
is voor de Fransche Regeering, daarin Belgie
deze toelating reeds gunstig werd ingezien.
Verders zegt hij dat hij er aan gehouden
heeft Yper te bezoeken om eens met den bur-
I gemeester en gemeenteraad te spreken over
de voortzetting der heropbouwingswerken die
met ijver en vlijt zullen doorgedreven worden.
Dan wordt overgegaan tot de behandeling
der volgende punten
1) Het beroep voor den geteisterde, met de
huidig bestaande rechtspleging, is een noodlot,
eene ramp. Immers zal de zaak zeker zes of
zeven maanden, zelfs één jaar aanslepen, voor
aleer het Hof zal uitspraak doen. De Minister
is-daarmêe gansch t’akkoord, maar is spijtig
te moeten zeggen dat, het Hof, zooals de
Rechtbanken, gansch afhangende van de Justi-
in de verdeeling der zaken, die gedaan wordt
door den voorzitter van 1
w’are het dus wenschelijk dat minstens eene
kamer van het Hof van Beroep uitsluitelijk
werke voor het Arrondissement Yper, Hij zal
er over spreken aan zijne kollega van Justitie.
2) De Kamers van de Rechtbank van Yper, te
Brugge en (lent zullen zeker nog enkelen tijd
in werking moeten blijven, volgens de meening
van den Minister, want hun rol is nog steeds
wel gevuld. Nochtans zal gezorgd worden dat
de Staatskommissarissen die aan dat organisme
gehecht zijn, eens hun werk daar afgedaan,
zouden naar Yper overgebracht worden tot
het bespoedigen der zaken hier.
3) In zake oppositie wordt door een schuld-
eischer beslag gelegd op de oorlogsschadever-
goeding waarop de schuldenaar aanspraak
maken mag zonder dat deze laatste ervan ver
wittigd wordt. Zoo gebeurt het wel eens dat
een geteisterde maanden en maanden lang
wacht op zijne titels zónder deze te zien af
komen, en dit door het feit dat, door tusschen-
komst van het Hoofdburcel van Afstand en
Verpandingen, te Brussel, hand werd gelegd
op de schadevergoeding buiten de wete van
den schuldenaar. In burgerlijke zaken worden
beide partijen, verwittigd van alle rechtsple
ging, doch in de wet voor oorlogsschade werd
zulks niet geregeld. Nochtans zal de Minister
nazien of hij kan middelen inbrengen om deze
administratieve leemte te vullen, daar devraag
der Federatie geheel gerechtveerdigd is en
eenvoudig.
4) De wagens en karren, herkomstig uit Duitsch-
land, door den Opvorderingsdienst aangeschaft
laten in ’t algemeen veel te wenschen in hoe
danigheid van hout en in maaksel, niettegen-
staande hunnen duren inkoopprijs. De Minis-
terzegtdatM. Ruzctte, minister van Landbouw
reeds de zaak onderzoekt.
5) Verders werd gesproken over de noch
tans zoo noodige werken- van de kuisching der
vaart van Yper naar den Yzer. Immers, mochten
de grootte hoeveelheden bouwstoffen inge
voerd worden langs den waterweg dat zou
eene besparing daarstellen voor de Staats-
schatkist van millioenen franken. Ontwerpen
zijn ter studie.
6) Over het af schaffen der gemeentemagazijnen
en de houtstapelhuizen is de meening gansch
verschillend volgens de gemeenten. De Minis
ter vraagt dat elke gemeente zich daaro ver zou
uitspreken en hij zal goed gevolg geven aan
elke vraag.
Aangaande het hout moet het ondergane
verlies geweten worden aan de vermindering
van prijs die op den aankoop gevolgd heeft. Dit Punt is dus in negociatie tusschen beide
Thans wordt het hout geklasseerd en het minst
Op een gegeven oogenblik komt de Minister geschikte wordt verkocht. De Minister steunt
er nochtans op.dat deze stapels toch zeker
nuttig zijn geweest in den heropbouw. rechtstreeksche schade werd aanziefi. Noch-
7) Wat betreft het verzenden der titels moet
i bekend worden dat verbetering gekomen is,
doch zij worden nog niet regelmatig algez.on-
1 den volgens door de vonnissen beschreven
•I
Deze vergadering, samen treffende met het 1
bezoek van den heer Minister Van de Vyvere
aan de stad per, werd door het tamelijk
menigvuldig publiek verwacht dat de vergade
ring belangwekkend zijn zou. De zitting werd
geopend door den heer Butaye, voorzitter, om
l5 ure.
De punten van de dagorde werden een voor
een besproken
1) Verslag der laatste vergadering. Geene op
merkingen worden er over gemaakt en het
wordt dus goedgekeurd.
2) Mededeelingen. De heer voorzitter stelt
voor door het dagblad te laten kennen dat alle
volksvertegenwoordigers en senaatheeren der
provintie tot iedere vergadering worden uitge-
noodigd en altijd welkom zijn, des te meer dat
zij zóó de grieven en klachten der geteisterden
zullen leeren kennen en behartigen ten einde
doelmatiger de bevolking hunner geteisterde
provintie in de Kamers te vertegenwoordigen
en te verdedigen wanneer hunne rechten be
dreigd worden. Iedereen is daarmêe eens en
dit voorstel wordt met algemeene goedkeuring
aangenomen.
3) Ministerieel verhoor. Dit verhoor werd ge
vraagd met het inzicht den heer Minister eens I
zelf en mondelings de bijzonderstè punten voor
oogen te leggen waarover de geteisterden
dezer streek te klagen hebben, en zijne aan
dacht daarop te roepen, tot verbetering en af
schaffing van sommige onrechtveerdige en
noodlottige toestanden.
De heer Butaye was bezig met verscheidene
punten te bespreken die, volgens beslissing
bij de laatste vergadering der bijzondere af
vaardiging den Minister zouden voorgelegd
worden, toen de Minister Van de Vyvere deed
melden dat hij bereid was eene afvaardiging
van de leden te ontvangen. De HH. Butaye,
Van Alleynnes, Geuten, Blontronck trokken
uit met het inzicht den Minister voorte stellen
zelf onze vergadering te komen bijwonen.
Intusschen neemt M. Vandromme het voor
zitterschap waar en er wordt wat gewaagd
over voltooiingskontrakten en vereffening van
landen.
M. Lemahieu bekent dat de aanvragen heel
wel en goed opgesteld zijn maar het ergste is
dat niet bepaald wordt wanneer en hoe de land
bouwer voor hagen en weiden zal betaald wor
den. Alle vereffeningswerken, draineeringen,
enz. kosten yÓ.oootot 80.000 Ir. en meer voor
eene groote hofstede, en als de boer deze wer
ken zelf moet verrichten kan hij dit onmogelijk
doen indien hem door het Ministerie niet
regelmatig stortingen gedaan worden.
Ook wordt de kwestie der minderwaarde
aangeraakt en M. Vandromme verzekert dat
het inzicht van M. Van de Vyvere is eene kom
missie van landbouwers aan te stellen tot
onderzoek dezer zaken.
Er wordt insgelijks gewag gemaakt van de
kwestie dat sommige hofsteden, alhoewel de
gebouwen nog niet hersteld zijn, tegen vollen
prijs verpacht worden. Zoo ontvangt de eige
naar twee maal interest, t. w. 5 door het
vonnis op de waarde 1914, plus de pacht. Er
zou dus moeten aangedrongen worden opdat
in dezen zin toch maatregels toegepast worden
derwijze dat zulke misbruiken verdwijnen.
2e Année, N° 52. - 15 AVRIL 1922
I
Mb
uiv gtuacni oviui 1 bevoegden Minister.