r" lil I I Ijii I lil I I III „:HET YPERSCHË LARÉGION D’YPRES - Bijvoegsel •I I lil' lil -Supplément Inhuldiging van het Vaandel van tien N. S. B. te Yper I |fj H lil II bl ill 3C Jaargang, N' 9 17 JUNI 1922 Op (Vervolg der redevoeringen) h Oraze Films i i Redevoering van M. VANDEN BERGHE Voorzitter van den N. S. B. van Yper. Als t ’s nachts Jugements sur dossiers de biens acquis avec dommages de guerre Vonnissen aankoopen met schadevergoeding Redevoering uitgesproken door Major CLINCKEMAILLE 3e Année, N° 9. - 17 JUIN 1922 I eens aandachtig het nieuw gazetje dat u nu, met vqel ander goed nieuws, door de zorgen van het Ministerie van Finantiën .gratis, pro Deo, met de post besteld wordt. Lang zult ge ’t niet uithouden. Na vijf minu ten geeuwen en gapen zijt ge weg van den grooten vaak. o Taxe en Supertaxe Menschen die in de nabijheid van ’t slacht huis wonen, noemen het aangenaam geurtje dat daar waareert stank en superstank. Ze weten zeker nog niet dat ze in ’t kort een gasmasker zullen krijgen o Voornaam bezoek Op 2gn en 3g" Juli, t. k. krijgt Yper het bezoek van de Engelsche en Belgische leden van The Ypres League Men heeft ons ten stelligste verzekerd dat men te dier gelegenheid het statiegebouw van binnen eens zal kuischen met water. Welweters vertellen zelfs dat het uurwerk met den aanstaanden Ypres-Day (3ln Ok tober) zal gereed zijn. o Propaganda voor Yper ’t Is zeker met ’t gedacht van veel vreemde lingen aan te trekken dat men tusschen de puinen al dien ouden bucht laat liggen en in de Statiestraat dien charmanteh boel oud ijzer Ten gevolge van denministerieelen omzend brief meldende datde dossiers van aangekochte I sC]radeslechts later zullen onderzochtworden, waren velen die zich in ’t geval bevonden, I schade aangekocht te hebben en er nog geen f vonnis op bekomen hadden, van gedacht ofwel jrle werken niet te beginnen ofwel de aangegane werken te staken. Het is daarover wel nuttig, h denk ik, mede te deelen dat laatstleden een i vonnis uitgesproken is geweest op een dossier van aangekocht goed. Op dit dossier was er 1 over eenige maanden rondom de 20.000 fr. voorschot gegeven geweest, en nu bij het de- finitief rond de 40.000 fr. Het gebouw vol- i tooid geweest zijnde vooraleer het vonnis uit- gesproken werd, heeft de rechtbank uitspraak gedaan met betaling der intresten van op datum der betalingen aan de aannemers. Dus- doende zullen er waarschijnlijk vele eigenaars L van aangekochte goederen in de mogelijkheid I gesteld worden toch voort te bouwen, ’t zij met hunne eigene kapitalen, ’t zij met geleende sommen, vermits men toch bij het definitief I vonnis recht hebben zal op de intresten van I af datum dat men de aannemers zal betaald hebben. Dit is voorzeker goed nieuws, maar dat de I belanghebbenden zorgen goed hunne rekenin- I gen in orde te hebben. Heer Majoor, Mijne Heeren, Ik bezig geene ijdele redevormen als -ik zeg diep bewogen te zijn, voor de eer welke mij toevalt, als voorzitter van den Nationalen Strijdersbond, in uw persoon, Heer Majoor, Zijne Majesteit den Koning te bedankéa', die Kemels Wij hebben te Yper eenige kemels. Nog niet gezien Doet dan maar een toertje door de stad. Ge verkent ze eene halve straat verre. Gebouwde kemels zijn het en vreemde kemels nogal. Natuurlijk Kemels van het ras der futuristen en kubisten. Voor den oorlog hier schier onbekend. Veel zijn er nog niet. Alleen eenige groote, maar opgepast Voor de jongskens o Een Slaapmiddel ge van de smachtende hitte in uw barak --•> geen oog kunt toedoen, leest dan En van deze eendracht maakten onzedoo- den en onze strijders hun schoonste ideaal. «Onzcnationalezinspreuk Eendracht maakt Macht moet eeuwig zijn. Augustus 1914, de inval, de verrassing, bijna de vrees. Maar België heeft zich spoedig hervat. Het vaderland is in gevaar, en de te ver dedigen zaak is schoon. Ook was de opoffering gewild en groot. Hij was lang, de afschuwelijke oorlog, maar hij ging toch voorbij. Onze opofferingen, die van onze bondge nooten, waren overgroot. Wij hebben over wonnen, ja, wij zijn gewonnen, niettegen staande de snelle inval, delange voorbereiding van den vijand, niettegenstaande alles. En hoe is echter juist onze huidige toestand? Hebben wij geheel zeker de vrede voor dewelke wij -gestreden hebben, de vrede die wij verhopen, vol van vreugde' en van geluk Zien wij niet dat Europa nog in volle beroering is Zij gevoeld zich vande afgrij selijke gebeurtenissen. De vijand is aan onze poorten, hij wenscht dat de vaste groefp der verbondenen uiteen slaagt. Hij wenscht dat onze nationale eendracht verbroken wordt. En alles dat, terwijl ons land heropge bouwd wordt, terwijl wij onze puinhopen doen herleven. Willen wij dat de graven van onze soldaten, van onze bondgenooten weder om vertrapt worden, willen wij dat onze her opgerichte steden nogmaals vernietigd worden?, Willen wij niet waardig zijn van deze die hunne laatste opofferingen gedaan hebben, soldaten zooals burgers Ja nietwaar. Duizendmalen, ja j Wil dit zeggen dat wij bloeddorstig zijn, dat wij zooals men tegenwoordig gewoonweg zegt Militaristen zijn. Maar neen Een-, maal hebben wij geloof gehecht aan onze nationale charter, men heeft ons bewezen dat niettegenstaandeal de zegels, niettegenstaande de hand.teekeningen, dat dit papier maar een voddeke was. Neen, wij zijn geene, militaristen, want wie den oorlog medegemaakt heeft, die er de gruweldaden van gekend heeft, kan hem niet wenschen. Maar moesten wij echter opnieuw gedwongen zijn, Vlamingen en Walen, dan' zouden wij allen tegen den vijand opgaan, allen zouden wij de roemrijke dooden, Belgen en bondgenooten, die hunnen laatsten slaap dicht bij ons doen, waardig zijn. U van onze dooden en van deze onzer bondgenooten sprekende, vraag ik u, overeen stemmend met de gewoonte die zich schijnt te willen vereeuwigen, u te willen ontblooten, van uwe vlaggen té willen buigen en ze een oogenblik te willen gedenken K Nu, mijne waarde kameraden van dé N. S. B.-F. N. C. overhandig ik u in naam des Konings dit Vaandel. Gij hcbt in uwe vereeniging twee afdeelin- gen, eene Vlaamsche, eene Fransche. Gij ver wezenlijkt onze nationale zinspreuk Een dracht maakt macht Uwe twee afdeelingen scharen zich onder één en dezelfde vlag De nationale vlag. Eindigende, stel ik voor van het Vaderland en de Koninklijke Familie toe te juichen. Par suite de la circulaire ministérielle i récemmentparue, les dossiers des acquisitions I "faites avec dommages de guerre subiront un 1 retard plus ou moins long. Déja pas mal I d’acquéreurs, ou bien hésitent a commence! I la construction, ou bien a continuer le travail entamé, n’ayant pas de jugement. Un jugement vient d’être rendu sur un I dossier pour lequel une avance de 20.000 fr. 1, environ avait été accordée, il y a quelques I mois, dossier venant de passer en définitif et se I montant a 40.000 fr. environ. La construction I ayant été achevée bien avant le jugement défi- l nitif, le tribunal accorde au sinistré les intéréts I sur la somme allouée a partir de la date de la I construction. Ce jugement doit être bien f accueilli puisque bien des propriétaires vou- i dront aussi continuer ou entamer les travaux soit en utilisant leur capital, soit en emprun- tant les sommes nécessaires, puisque suivant I le jugement rendu les sommes seront produc- tives d’intérèt a partir du moment qu’elles auront été dépensées. Voila certes une bonne nouvelle qui en mettra plus d’un a 1’aise. Eenige maanden geleden had ik het geluk in- naam des Konings een Vaandel aan de Oorlogs Invalieden te overhandigen. Vandaag nogmaals heb ik de eer en het genoegen van ons Nationaal zinnebeeld'aan de N. S. B. van Yper aan te bieden, en ik zal u aanstonds zeggen waarom ik als soldaat, het aangenaam vind van u onze driekleurige vlagte kunnen overhandigen. Zou ik u nogmaals over den oorlog, van den inval, van de lage slachting, van het ver branden onzer steden en dorpen, zou ik nog- eens van de loopgraven spreken maar neen men spreekt er dagelijks van, het is overbodig van u dit weder uiteen te zetten. Gij hebt, zooals ik, tusschen de bewerkers van het treurspel geweest, en hebt er den bijzondersten rol in gehad. U nogmaals spreken van onzen grooten Koning, van onze geliefde Koningin, u terug van hunnen verheven rol gedurende het tijd perk 1914-1918 spreken, dit is ook overbodig, want gij zijt allen besloten Vaderlanders, uw land en uwe vorsten liefhebbend. Waarom ben ik gelukkig van u de Vlag met de driekleuren te kunnen overhandigen Omdat zij het zinnebeeld is van het vaderland, van de onverbreekbare eendracht die moet heerschen, die moet bestaan tus schen Vlamingen en Walen. Een groot vlaamsch dichter heeft gezegd: Waar de Maas en Schelde vloeien, daar is ons Vaderland Höe schoon deze woorden, de beteekenis van hetgene ik u wilde zeggen ver beelden. »De Maas is het Walenland, de Schelde is het Vlaamsche land. De Vlaamsche dichter predikt ons in een paar duidelijke, klare en waargevoelde woorden de eendracht» aan. •taras—.u Ij

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1922 | | pagina 9