I
Lik
te
YPERSCHE LARÉGIOND’YPRES
jtAAAA Bijvoegsel --- Supplement --
In
Mijne Heeren,
jJzofKW den Waled. Heer Baron Ruzette,
•I 1
I'
i
'll
jaargang. Nr 25-7 OCTOBER 1922 3e Année, N° 25 - 7 OCTOBRE 1922
De Minister van Landbouw beantwoordt
de rede van d’heer Baron Reesteen
Ik dank Mijnheer de Voorzitter voor de
vriendelijke maar al te loffelijke woorden die
hij mij wel heeft willen toesturen.
Ik dank allen voor het welwillend onthaal
dat gij mij hebt willen verleenen. ’t Is een der
grootste vreugden waar een man van daad in
deze wereld van genieten kan, de gelukkige
voleindiging te zien van een belangrijk en
moeilijk werk dat hij ondernomen heeft en dat
hem ter harte ligt.
Ik bedank God voor mij deze blijdschap
geschonken te hebben en voor mij te hebben
toegelaten mij er met U over te verheugen.
Ik weet dat men eenen Minister niet ge
makkelijk niet gelooft wanneer hij zegt dat
hij met weerzin Minister geworden is.
En nogthans toen de Koning mij daags na
den wapenstilstand de eer aandeed mij in
zijnen raad te roepen, mag ik u in volle waar
heid zeggen dat ik ze®r bevreesd was dit ambt
te aanvaarden daar ik alles als verpletterd
voor mij aanzag.
Ik mag u verzekeren dat mijne beslissing
alleenlijk genome» werd met het inzicht dat
het hoofdzakelijkste werk van den Minister
van Landbouw daags na den oorlog zou be
staan in de landherstelling der verwoeste
streken en dat niemand met meer ijver en liefde
zich aan dit werk zou kunnen toewijden dan
een zoon van West-Vlaanderen.
(Langdurige toejuichingen)
Minister van Landbouw
LANDBOUWTENTOONSTELLING te YPER
aafl de
’t Is vooi' mij een onuitsprekelijk geluk mij
heden te kunnen zeggen onder dit opzicht
ten minste, heb ik mijne krachten niet over
schat. West-Vlaanderen is onder het oogpunt
van den Landbouw bijna gansch hersteld en
verrezen.
Ik verheug mij omddt de laatste publieke
vergadering aan dewelke ik misschien als
Minister deelneem, mij de gelegenheid ver
schaft deze gelukkige bestatiging met u te
vieren.
Gij weet beter dan iemand in welken
staat deze streek zich daags na den oorlog
bevond.
Van Nieuwpoort tot Warneton op eene
lengte van 60 km. en op eene gemiddelde
breedte van 10 km., ’t is te zeggen op 600 vier
kante kilometers, was er een gansch vernield
gebied, waar de grond zelf vernietigd scheen,
waar de obusputten vol zout en stinkend water
malkander raakten, waar zich een ontzaglijk
dooreenweefsel van ijzeren prikdraad bevond,
waar de overblijfsels van den slag, onontplof
te bommen, stukken van allen aard, den
grond bedekten en ermede tot op groote diepte
vermengd waren, waar duizenden blockhausen
en onderstanden uit den grond oprezen, waar
overgroote slijkbezinksels de uitgestrektheid
aanduidden die bedekt werd door de over-
stroomingen, dank aan dewelke jde vijandelijke
inval in ’t begin van den oorlog tegengehouden
werd.
’t Was de woestijn, de verwarring, de
totale verdelging.
Geen de minste bebouwbare oppervlakte
meer, verdwenen planten, verdwenen dorpen
en steden De plaats waar vroeger bloeiende
dorpen stonden vtras slechts herkenbaar aan.
plakkaten die er den naan van herinnerden.
En buiten dit gebied waar de verwoesting vol
komen was, herinnertgij u dat er een ander was-
van verscheidene kilometers aan weerskanten
van de geteisterde strook waar de vernieling
zonder volledig te zijn nogtansnog aanzienlijk
was. Men mag deze uitgestrektheid te zamen
schatten op 120 vierkante kilometers, hetzij
meer dan een derde van onze schoone pro
vincie. Op de 108 gemeenten van dit gebied
waren er 63 gansch vernietigd, 22 erg bescha
digd en de overige zwaar getroffen.
Gij die daags na de zoo duur behaalde
overwinning de vroeger zoo vruchtbare en
jeugdige landerijen in eene als vervloekte
streek veranderd, bezocht hebt, herinnert gij
u den indruk van afschuw en ontmoediging
dien gij zooals ik hebt moeten gevoelen? Voor
wat mij betreft, beken ik, dat, niettegenstaande
de onuitsprekelijke vreugde die ons de verlos
sing bijgebracht had, ik het zicht ervan niet
heb kunnen uitstaan zonder tranen te storten.
En men vroeg zich met angst af zal men ooit
het leven aan deze doode gronden kunnen
terugschenken En de meest optimistèn zeg
den er zal ten minste tien jaren tijd verloo-
pen eer deze gronden herleven.
Welnu, ziet, na drie jaar en half, ’t is te
zeggen, op minder tijd dan de afschuwelijke
oorlog er besteed heeft om ze te vernietigen,
is bijna gansch deze streek in labeurland ge
bracht, is wederom vruchtbaar gemaakt en
draagt rijke oogsten.
Dank zij eerst en vooral, Mijne Heeren,
aan Hem zonder wiens zegen de werken der
menschen ijdel zijn.
Dank zij vervolgens aan onze bewonde-
rmgswaardige Vlaamsche landmannen, de
eerste en de dapperste landbouwers van de
gansche wereld. (Eindelooze toejuichingen)
Welk.wonderbaar schouwspel hebben zij
in deze streek niet gegeven i Nauwelijks had
den de overwinnende legers den vijand meer
achteruit gedreven, dat de bevolking der ver
woeste stroken in massa terugkwam uit verre
gebouwen eener hoeve, en het best beant
woordende aan de vereischten der gezondheid
der landbouwtekniek en der kunst.
Gij hebt ons belast met het inrichten van
een prijskamp tot het bekomen van den prijs
des Konings en Gij hebt er nog eenige aan-
moedigingspremiën bijgevoegd voor de hoe
ven van min en meer dan tien Hektaren.
Wij komen U heden rekening geven, Mijn
heer de Minister, der zending waarmede gij
ons belast hebt
203 inschrijvingen verspreid op 38 gemeen
ten zijn ons toegekomèn. Van de 36 prijswin
naars zijn er 22 eigenahrs-landbouwers en 14
eigenaars niet landbouwers.
Wij hebben met aandacht de ingeschreven
hoeven onderzocht en in alle onafhankelijk
heid en onpartijdigheid geoordeeld.
Met algemeenheid hebben wij besloten
dat de hoeve toebehoorende aan Mijnheer
Omer Bonte landbouwer te Komen het best
beantwoord aan de voorwaarden van den
prijskamp, en de prijs van Zijne Majesteit
de Koning ’t zij 25.000 fr. mag hem toegekend
worden. (Toejuichingen en gelukwenschen
Twee hoeven die ook mogen tot voorbeeld
dienen, en getuigen van de zorg die de eige
naars aan de herbouwing en voltooiing besteed
hebben, kunnen elk eene premie van i5.ooo
fr. ontvangen de eene behoort toe aan M.
Robert van Caloen dcFormanoir en is gelegen
te Gheluwe de andere aan M. Doktor
Brutsaert, de hofstede De Bellewaerde
gelegen te Zonnebeke.
Dan volgen de andere frremïén die wij reeds
overgedrukt hebben.
»Ikza' nogbijvorgen, Mijnheer de Minister,
dat zoo alle hoeven geen modellen zijn en hier
en daar nog gebrekt^i, j)estaan, er nogthans
een oneindigen vobrui'gang gedaan is, en dat
de zorgen besteed aan de gezondheid, kunst
en schoonheid zich overal kenmerken.
Eindelijk mag ik U verzekeren dat de prijs
kamp waarvan gij de inrichter zijt en waarvan
ik de eer heb U den uitslag kenbaar te maken,
nuttig en duurzaam werk zal gedaan hebben.»
(Toejuichingen).
Vlf I "co m «3 roet
t door den Weled. Heer B°” Pecsteen
ben gelukkig *U onze welkomgroeten
toesturen te midden dezer streek
r rwoest door den oorlog en in naam der
h ndbouwbevolking, voor al de belangstelling
F. nje|- opgehouden hebt haar te betoonen
sedert 'den wapenstilstand.
J Wij bekennen gaarn dat het gij is die de
Lrstelling der verwoeste streken ondernomen
M en onmiddellijk na uwe benoeming als
Minister hebt gij U aan het werk gesteld,
niettegenstaande het algemeen gevoelen was,
Hat er niets aan te doen was en dat deze streek
ï00r altijd zou onvruchtbaar blijven.
Om dit machtig werk te ondernemen van
kanderen’s herstelling hebt gij U weten te
bmringen van een uitgelezen personeel, aan
L hoofd van hetwelk gij een verheven en
Lkwaam man hebt geplaatst, die wij niet
Lgehouden hebben te bewonderen gedurende
Heze vier laatste jaren werkende zonder
^houden en alle moeilijkheden uit den weg
ruimende zonder zich ooit te ontmoedigen.
Dit reuzenwerk is gedaan geweest in stilte
naar regelmatig en in dit oneindig plein van
[26.000 Ha. waar men niets anders zag dan
obusputten en stekkerdraad zijn prachtige
vruchten opgegroeid en gerijpt, dewelke heden
de bewondering uitmaken van allen die in het
land terugkeeren.
INiet tevreden met het herstellen en
februikbaar maken der landen, hebt gij nog
«ze moedige bevolking willen ter hulp komeiY;
■uggekeerd ter plaats die zij door den oorlog
■den moeten verlaten, met hun het noodig-
ste te bezorgen.
I» Het is alzoo dat Gij hun groot en klein
'ee hebt doen teruggeven geleverd door
Buitschland, landbouwwerktuigen en machie-
jen, granen en zaden eindelijk alles wat noc-
lig was tot het beboeren en verbeteren der
landen.
I Dit alles zijn wij verschuldigd aan uwe
bezorgdheid, en door uwe tusschenkomst is
aan deze streek haar vroegeren rijkdom terug
geschonken.
I Wij mogen het werk der herstelling als
geëindigd aanzien en het is om deze gelukkige
gebeurtenis te vieren dat wij deze landbouw-
entoonstelling hebben ingericht, welke Gij
leden met uw bezoek vereert.
2ij is gelegen te midden der verwoeste
[treek op het grondgebied der martelaarstad
die wij gelukkig zijn uit hare puinen te zien
PPrijzen.
I Indien wij ons heden mogen verheugen
’ver den bekomen uitslag, indien onze land-
lleden hunne landerijen hersteld hebben terug
gevonden indien de hoeven herbouwd en de
stallen, opnieuw bevolkt zijn, het is wel dank
aan U Mijnheer de Minister, en nooit zullen
p'j kunnen zeggen wat gij voor het land
gedaan hebt. (Langdurige toejuichingen. Men
i:°ePtLeve de Minister Ruzette
Wij die het werk van bij gezien hebben,
AA verschillige vorderingen van het her-
en der verwoeste streek gevolgd hebben,"
de^11 Zeggen dat het Uw werk is Gij zijt
p ersteller van Vlaanderen en het volk is
eu\\ige erkentelijkheid schuldig.
I y- al‘e ^eve Minister. Leve Ruzette,)
hOu/Jne Majesteit de Koning die niet opge-
l^db'1 se(lert het begin zich met dc
houj^U'Vherstelling in Vlaanderen bezig te
gelo^j’ eenen prijs van 25.000 frs. uit-
v°or de beste verwezentlijking der
I
llliM. In