1 iffl llw rü: Slll II') f lil lil I Leest en verspreidt HET YPERSC8I. 'i STAD YPER I Hl Ml die wijze de afhandeling er van te bespoedi gen. Ik hoor dat er sommige coöperatieven bestaan waar het werk van die Staatskommis- sarissen -niet voldoende is. Het kan echter gebeuren dat sommige dier ambtenaars, nog eenige zaken moeten eindigen, die zij in han den hadden... De heer VANDEMEULEBROUCKE. En dat gedurende zeven maanden De heer Van de Vyvere, minister van economische zaken. Indien zij wezenlijk belast zijn met de zaken van eene coöperatief en zij slechts enkele uren per maand aan dat werk besteden, dan mag ik aan mijne collega’s verzekeren dat dit niet lang zal duren, dat mogen zij vrij gelooven. De uitbetaling van de tweede snede laat te wenschen over, voornamelijk uit reden dat thans het werk van heropbouw zoo algemeen geworden is. Tot nu toe gold het, voor het grootste deel, de betaling eener eerste snede, maar naarmate het werk van den heropbouw vooruitgaat, worden de tweede en derde sne den meer en meer gevraagd. Om in dien toe stand te voorzien heb ik sedert vier maanden eenen bijzonderen dienst ingesteld om de wederbeleggingen na te gaan. Tot nu toe, werden deze nagezien door de Staatscommis- sarissen. Nu heb ik in ieder arrondissement een bij zondere dienst van de wederbelegging inge richt en een opziener benoemd, die bijgestaan is door toegevoegde opzieners. Natuurlijk is die inrichting nog nieuw en werkt op het eerste oogenblik niet tot eenieders voldoening. Doch, eens zijne regelmatige wer king bekomen, zal zij doeltreffend wezen. Ik denk geantwoord te hebben op het meeste deel der voorgebrachte opmerkingen toch moet ik nog iets zeggen over de «zwarte lijst», waarvan natuurlijk de heer Colaert zelf niets weet, vermits zij niet eens bestaat. Weet gij wat het is de zwarte lijst die men zoo genoemd heeft te Yper Ik heb moeten beslissen, en de Kamer heeft mij goedgekeurd, dat er een bijzonder toezicht zou uitgeoefend worden op degenen die er een beroep van maken te speculeeren op oorlogsschade. Om te weten wie speculeerde heeft men onderzocht welke maatschappijen zich hieraan schuldig maakten. Omdat te kunnen onderzoeken, heb ik voor een vijftiental gevallen gezegd vooraleer die zaken te likwiedeeren wil ik daarover een onderzoek hebben om te zien of wij te doen hebben met eerlijke lieden. Natuurlijk hebben eenige van degene die daardoor getroffen worden, gesproken van eene zwarte lijst. Ik moet zeggen dat het ingesteld onderzoek uitslagen heeft opgeleverd, die aan de recht banken zullen overgemaakt worden. Maar de zwarte lijst bestaat hoegenaamd niet. Wij onderzoeken alleen wat een zeker aantal lieden te veel als oorlogsschade aangeworven hebben. Maar er is geen spraak van onderzoek tege* iemand die eigenlijk gerechtigd is op vergoe ding voor oorlogsschade. Het geldt hier eene kwestie van openbare eerlijkheid. Wat de namen aangaat, deze zijn door niemand ge weten buiten mijn bestuur zelfs de heer Colaert weet er niet het eerste woord van. (Zeer wel rechts). I' 1 tar zij yt’ van Lstu’ i)e van i haald geworden en ik heb deze reeds kunnen doen onderzoeken. Een eerste feit was eene overeenkomst ten voordeele van zekeren heer Van Bambeke, van Emelghem. Ik heb gevonden dat het eene overeenkomst geldt, die door het Verbond der coöperatieven voorgelegd werd in Oogst maand en die in October een gunstig advies bekomen heeft van de commissie der overeen komsten. Bijgevolg zal dit dossier binnen korten tijd afgedaan zijn. De heer Dierkens. Die overeenkomst dagteekent van 27 Juni. De heer Van de Vyvere, minister van economische zaken. In alle geval is ze toe gekomen bij het Verbond der coöperatieven en daar ben ik niet verantwoordelijk voor in Oogstmaand 1921. De heer Dierkens. Het zijn de Staats- commissarissen die daarvoor verantwoorde lijk zijn. De heer Van de Vyvere, minister van economische zaken. De overeenkomst is op 1 Oogst toegekomen bij het Verbond der coöperatieven en dan is het dossier, gelijk de andere, onderworpen geweest aan de com missie voor overeenkomsten. Ik wil wel beken nen dat de goedkeuring der overeenkomsten die soms twee, drie maanden aansleept, te lang duurt en dat er moet gezorgd worden dien tijd te verkorten, maar ik moet erop wijzen dat het geval, waarop men mijne aan dacht roept, niet slechter behandeld is geweest dan de andere al de gevallen die op de zelfde dagorde stonden, wachten nog naar hunne oplossing. Als men nu zegt dat het voor al deze gevallen te lang duurt, dan ben ik het eens daarover maar indien men beweert dat er onrecht geschied is in een enkel geval, dat kan ik niet aanvaarden. De heer minister antwoordt nog over enkele afzonderlijke gevallen en vervolgt Ik houd er aan te herhalen dat, indien, ten gevolge van moeilijkheden, de eene of de andere zaak vertraging ondergaat, het vol doende zal zijn mij een woordeken te schrijven, van welke partij het ook moge komen, opdat ik onmiddellijk de zaak onderzoeke en alles in het werk stelle om ze te regelen. Er zijn ander' beknibbelingen gebeurd. Ik heb er eenige gehoord, van sommige sprekers, over het benoemen van experten door de recht banken. Men heeft namelijk het geval aange haald van weggevoerden of burgerlijke slacht offers, die eerst door eenen geneesheer onder- zocht werden en later door eenen andere. Ik zou daarop eenvoudig kunnen antwoor den dat de rechtbank, volgens hare wettelijke macht, daarmede doet wat zij wil echter moet ik doen opmerken dat in vele gevallen een tweede geneeskundig onderzoek nuttig gebleken is. Ik haast mij er bij te voegen dat het tweede onderzoek geen algemeene regel mag worden, want indien eene rechtbank geen ver trouwen meer heeft in eenen deskundige', dan moet zij ophouden dezen aan te stellen. Het was meest omdat de geneesheer, die als des kundige was aangesteld, de gewoonte scheen te hebben de schade te hoog te schatten. Indien mijne tegensprekers mij inlichtingen willen geven, zal ik de zaken onderzoeken en onderrichtingen aan de Staatskommissarissen voorschrijven om, hetzij het verslag van de deskundigen te aanvaarden, hetzij om ze niet meer te benoemen. Dat de overeenkomsten somwijlen aanslee- pen, ’t is nu zoo maar wij doen ons best om den tijd te verkorten en wij gelukken er in in zekere mate. In den laatsten tijd, dank aan de getroffen maatregelen, is e<r eene merkelijke verbetering gekomen. Wat de overeenkomsten met de coöperatie ven aangaat, deze worden gesloten met de goedkeuring van den Staatskommissaris en, in grondbeginsel, heb ik wezenlijk beslist dat, bij elke coöperatief, een of meer Staatskommissa rissen zouden gevoegd worden om zich uitslui tend met deze zaken bezig te houden, en op GEMEENTERAAD Zitting van i3 November 1922, ten i5 ure. DAGORDE 1. Proces-verbaal der zitting van 4 No vember 1922. 2. Mededeelingen. 3. Gemeenteeigendom Barmlandwa - Openbare verpachting. 4. Gemeenteeigendom Barmlanden Verkoop van een gedeelte. 5. Heffing van nieuwe gemeentetaksen. 6. Kerkfabriek van S1 Maarten Begroe ting voor 1923. vertegenwoordigen de katholieke juaar. Z'ct in die organismen. Het bestuur van l oefent een zeer strenge waak- Ym uit o ver de bijzondere coöperatieven, een coöperatief politiek voerde, in 4e gemisterden te helpen, zou het ur van het Verbond ingrijpen. heer Dierkens. In de coöperatief goeselaere zijn er geene liberalen en )6 socialisten. r)e heer Van de Vyvere, minister van i oniische zaken. Er is een liberaal en ^socialist in die coöperatief. blaar de socialisten beweren dat zij niet rtegenwoordigd zijn als zij in die organis- Lgeén politieke agenten hebben. (Verzet op {socialistische banken.) Ipeheer Heyman. Heel juist I pe heer Van de Vyvere, minister van Lnomische zaken. Van katholieke zijde [van liberale zijde is men bezorgd dat de Lening vertegenwoordigd worde. Maar de öcialisten willen politieke agenten in die banismen hebben. Ipe heer Missiaen. Welk is de socialist X deel uitmaakt van de coöperatief van Koe lere Pe heer Van de Vyvere, minister van jonomische zaken. Ik herhaal het, ik ben jetverantwoordelijk voorde coöperatieven tben tusschengekomen alleen, opdat al de Iftijen zouden vertegenwoordigd zijn in het 'erbond der coöperatieven. De heer HeSSENS. De heer minister kan jet weten wie socialist is. De heer Van de Vyvere, minister van anemische zaken. Wat aangaat de leden mdescheidsrechterlijke commissie, zij wor ts volgens de wet aangeduid door den voor- ittervan de rechtbanken voor oorlogsschade. Jeregeering heeft er dus niets in te zien. De heer Dierkens. Op een dubbele lijst De heer Van de Vyvere, minister van economische zaken. Het is zeer zonderling: Is men die zaak bespreekt, .beweren onze fenstrevers altijd dat al de beambten van (diensten voor oorlogsschade katholiek zijn. Kerinner. mij dat vóór de laatste kiezingen kwijls spraak was van de ambtenaren van Ie commissariaten en van de rechtbanken, tai ik aan die ambtenaren verboden had, andidaten te zijn, welke was dan de partij elke verzet aanteekende? De socialisten, beheer Dierkens. Te recht. be heer Van de Vyvere, minister van jonomische zaken. Omdat vele van die pienden wenschten op de socialistische lijst indidaat te zijn en ’t is omdat ik dacht dat et de moeite niet was daarover strijd te 'oeren, dat ik toegelaten heb aan de commis- ®rissen zich als kandidaten voor te stellen, kt was de socialistische partij die voor hare innende toelating gevraagd had, om hunne pdidatuur te mogen stellen en wat men aan F socialisten toestond kon men natuurlijk PW aan de anderen weigeren. (Zeer welrechts) I Het is volstrekt zeker dat ik alles doe wat |kan om onpartijdig te zijn. (Nieuwegoedkeu- p op de zelfde banken.) J Wat nu de uitvoering aangaat is zeker geen pikel lid der Kamer die niet zal bekennen, ^telkenmale iemand van u mij heelt willen Pagen van tusschen te komen, gelijk in welk Seval, ik niet alles gedaan heb wat mogelijk om onmiddellijk voldoening te gev®n. 1 Is waar voor iedereen, op welke bank der *®er hij zp.p 00p bevjndt en in de toekomst j’h nog zoo handelen. (Zeer wel rechts,) L heer Vandemeulebroucke. Ik zelf T er^ent^’ keer minister. e heer Van de Vyvere, minister van za^en- Ik zal voortdurend i s doen wat in mijne macht is om aan al C011fe^’s &lle mogelijke voldoening te I Vel' ^eer Wel °P verscheidene banken.) «nde. -zijn mij hier in den loop dezer allCn Xra£'ng aangewezen geweest. Zij zullen onderzocht worden. Enkele onder hen reeds m eene voorgaande zitting aange-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1922 | | pagina 7