•iJi Leest en verspreidt HET YPERSOHE, I I I Sissen van ’t Hoorenwerk. al de wonden heeft aan Zoete- ■gezichten en toont van het Departe- 'protesteerd heeft het sleet dat volstrekt ld Ik kom van Zoetenaaie. Daar het eene erg verwoeste streek is, hebben er zich veel bevoegde menschen bezig gehouden met het genezen van welke de oorlog bijgebracht naaie en het omliggende. De Zoetenaaienaars hebben dus alle dagen occasie van kennis te maken van specialisten van alle trant, haar en kleur. Er zijn weinig dagen dat men niet probeert van een nieuw systeem te beproeven ten hunne voor- of nadeel. Een der merkweerdigste systeems die men if, - d tot nu toe op hen beproefd heeft, is deze die men op geneeskundig gebied de douche écossaise noemt. Waarin dit bestaat Op de maag van den schartelaare die erzich moet aan ondergeven, zend men eerst eene gewel dige speute water, zoo warme als het maar verdraaglijkis. Daarop volgt onmiddelijk eene speute ijskoud water en uien herbegint dit spel eenige dozijnen keeren. Dit is eene reme die tegen de maagziekte en het werkt onfeil baar, want of tè wel geneest de zieke er van, of te wel vergeet hij voor eeuwig de smake van moeder’s boterhams, hetgeen rfog een stravver resultaat is. De specialisten van Brussel schijnen te gelooven dat deze peerderemedie goed ge schikt is om de menschen van Zoetenaaie en omliggende te genezen van al hunne bezwa ren. Ook laten zij geen enkele occasie voorbij passeeren, zonder dat zij ze op hen eens toepassen. Nooit hebben ze, tot nu toe, een goed nieuws kenbaar gemaakt, zonder dat ze onmid delijk daarna iets ontmoedigend lieten verkla ren. Nooit wordt er eene goede maatregel genomen, zonder dat er weldra eene be voegde overheid eene wijziging er aan bracht, om ze te veranderen in een nieuw embitement. Natuurlijk zijn de Zoetenaaienaars niet zeer gediend met dit regiem. En meer dan een onder hen is er door min of meer gebracht op den boord der ontmoediging, maar ze zijn hardnekkig, en huïine liefde voor hunne streek is zoo groot dat ze toch volherden. Een keer voor al hebben ze besloten van niet te verschieten voor een klein geruchte en van zich niet te laten afkeeren van wat zij als hunne plicht aanzien, ’t is te zeggen van zich met al hunne krachten aan het herleven van hunne streek toe te wijden. O ik, tegen wind en water, tegen Brussel en bureaux, doen ze maar altijd voort, ware het maar om die heeren van tijd tot tijd toe te laten per auto mobiel af te komen, te midden van geheele troppen gazetteschrijvers, om zich eenige nieuwe pluimen op hunnen hoed te laten steken, ter ecre wat er al verricht geworden is, tegen hunne wille en dank. Over eenige dagen, was er alles in vreugde. Men had vernomen dat me.i weldra ging beginnen met het herstellen van den ouden vaart. Wel is waar kwam dit wat laat en was er al veel nutteloos geld verkwist geweest uit oorzake van de moeilijkheid die er bestond van de bouwmaterialen allen met den ijzerweg bij te brengen. Maar beter laat als nooit, zegden de Zoetenaaienaars, want voor het herleven hunner nijverheid was dit van groot belang. Zoo zou allengskens de gemeente toch al hare oude rijkdommen wedervinden. Maar pardaaf Nu kwam de koude speute. Het tribunaal dat er van ouds bestoeg, en dat veel toedroeg om van de gemeente het hert-e van de streek te maken, zou verzet worden, zes uren verre... Ook volgt somtijds eene warme speute op eene koude. De platen komen slecht af. De bureaux hebben er een handje van om altijd het eene middel achter het andere te vinden om die platen in te houden. Daar de entre preneurs, de metsers, de timmerlieden,de plafonneurs, en andere stieldoeners, niet geerne wachten achter hunne centen, zitten deZoetenaaienaars dikkers in nauwe scheetjes. Maar dan komt de warme speute. Nu druk ken ze nieuwe bankbilletten van duizend frank en zij hebben er op eene schoone vuwe van de oude veehalle van Zoetenaaie gegeven. De menschen hebben er onmiddelijk uit beslo ten dat'ze ginder nog altemets op hen peinzen en dat er daardoor nog hoop bestaat van eenige van die schoone blauwe briefjes naar Zoetenaaie te zien overvliegen. Gelijk of je ziet, zijn de menschen daar gemakkelijk om paaien. soms bedroeg het slechts 10 0 0 voor lan lelijke I gebouwen die meer dan één eeuw oud waren. Ook zijn de vergoedingen zoo hoog dat het in sommige plaatsen niet zelden gebeurt dat men de geteisterden belangrijker of weeldiger huizen ziet bouwen dan vroeger, die dus bij voorbeeld eene verdieping meer tellen dan de vernielde huizen. Dat is vooral opmerkelijk in de steden waarin er oude huizen bestaan waarvan de verkoopwaarde gering was, maar waarvan de waaide in den staat als nieuw aanzienlijk is dooi de zware daken, de.eikenhoutengebinten, de looden bedekkingen, de dikke muren enz... Deze faktoren kunnen van invloed zijn op de waarde in den staat als nieuw, dus op de ver goeding voor wederbelegging, maar zij mogen niet van invloed zijn op de vergoeding voor herstel, want zij verminderen de verkoop waarde in plaatsj van ze te vermeerderen. Voor looden bedekkingen zijn er zware daken noodig, die dus dikke muren vergen en bijge volgde verbruikbare oppervlakte verminderen. Daar de waarde 1914 de verkoopwaarde of te bekomen waarde is, moet de vergoeding voor herstel gelijk zijn aan de-som die men had moeten betalen om een gelijk gebouw- aan te koopen, maar niet om het te bouwen men moet dus de waarde van het gebouw opzoe ken, het terrein niet inbegrepen, wat gewoon lijk gemakkelijk is, want de verkoopen van onroerende goederen zijn ten allen tijde talrijk genoeg om gemakkelijk punten tot vergelijking te geven en de waarde van de gronden is over het algemeen goed bekend. Men zou enkele opwerpingen kunnen doen. Men zou kunnen beweren dat de gebouwen voor boerderijen in deze veronderstelling zonder waarde zijn, maar de verkoopprijs van de boerderijen hangt af van de oppervlakte van de gronden, de gebouwen zijn van minder beteekenis. Het is waar dat men aldus te werk gaat op sommige plaatsen waar de boerderijen belang rijk zijn, maar dit ;is slechts een wijze van schatting voortspruitend uit eene gewoonte, want de gronden die er van de boerderij afhan gen worden per Ha. aan eenen hoogeren prijs dan de anderen geschat. Het zal misschien moeilijker zijn de verkoopwaarde te schatten voor de boerderijen dan wel voor andere gebouwen, maar deze moeilijkheid is niet onoverkomelijk, en ponder al te groote moeite zal men deze v. el kunnen te boven komen. Op deze wijze zal de vergoeding voor her stel op nauwkeurige wijze bepaald worden en men zal niet meer zien dat er vergoedingen voor herstel van 43.010 fr. en zelfs nog meer worden toegekend aan boerderijtjes die een weinig voor den oorlog 3o.ooo fr. met 5 Ha. gronden hadden gekost. Dj arresten van het Hof van Verbreking stellen voor goed niet alleenlijk de bepaling der waarde 1914 vast, maar ook nog de kwes tie van het sleet die tot heden zoo slecht begrepen werd, maar het moet wel verstaan zijn dat als er spraak is van onroerende goe deren de vergoeding voor wederbelegging volgens de wet berekend wordt door als grond slag de waarde in den staat als nieuw te nemen, wat reeds een groot voordeel is dat aan de eigenaars van onroerende goederen op de andere geteisterden toegekend wordt. - Een brief van Sissen Augustus 1914 de waarde van het herstel <,p (lézen datum te nemen, vermeerderd met 0Pt(voordeel dat de geteisterde met zijnen 116 deloïz’jne nijverheid had kunnen maken l hü z'Jne zaken hatl kunnen voortzetten. aLtis ook eene dwaling de vergoeding voor tel -met een vermenigvuldiger te verme- Luldigen als er het profijt bijgevoegd is, atit op deze wijze kent men aan den geteis terde verscheidene malen de winst toe waarop bij zelfs riet één enkel maal recht had. Als men een winst in de vergoeding voor herstel wou begrijpen zou men de totale ver goeding en bijgevolg de vergoedingen voor herstel en wederbelegging als volgt moeten berekenen Zegge 100 fr. de kosten voor het herstel op j Augustus 1914 en 110 de mogelijke verkoop- j prijs met inbegrip van de winst 3oo fr. de hosten van het herstel op het oogenblik van je wederbelegging zoo de vergoeding voor 1 herstel liois, zal de totale vergoeding 100X2 zijn en dus de vergoeding voor wederbeleg ging 200 - Ito 90, maar de totale vergoe dingzou niet mogen zijn 110X2 dus 110 voor de wederbelegging. Dat alles bewijst dat er reden bestaan om de waarde 1914 nauwkeurig te bepalen, als ook om de vermenigvuldigers niet lichtvaardig toe te passen, zonder eerst de juiste kosten van de wederbelegging te hebben opgezocht, Iwaardoor men de wettige vermenigvuldigers die er moeten toegepast worden zal kunnen vaststellen. Uit het feit dat men door de waarde 1914 de verkoopwaarde of de te beko men waarde moet verstaan, spruiten zeer belangrijke opvattingen voort voor wat de vaststelling van het sleet betreft. I Daar de waarde 1914 de verkoopwaarde of de te bekomen waarde is, spruit daaruit I voort dat het sleet het verschil is tusschen de I waarde in den staat als nieuw op 1 Augustus 1914 van het weggenomen of vernielde voor werp en zijne verkoopwaarde het is te zeg- gm de prijs waaraan men het had kunnen terug koopen in zijnen staat van sleet op dat oogenblik. Het sleet heeft dus een veel grooter belang din men gewoonlijk gelooft, zelfs als men de meaning van den heer advokaat generaal Holvoet neemt, het is te zeggen, als men aan neemt dat men voor een onroerend goed reke ning moet houden met de van natuur reeds verkregen toekomstwaarde met uitzondering van de waarde voor de persoonlijke belangen en dat men voor het gereedschap rekening moet houden met de bijzondere waarde zelts van het gebruikte gereedschap in de geza menlijke inrichting van de fabriek. Het komt er dus op aan geene vergoedingen voor herstel meer toe te kennen waarvoor er mots voor het sleet is afgetrokken onder voor wendsel dat de voorwerpen steeds goed onderhouden werden of slechts een onbedui dend sleet af te trekken maar men mag natuur lik rekening houden met de waarde die een gebruikt voorwerp in eene gezaïnentlijke in- r'ohting had, zelfs als dit voorwerp, op zich ZeH genomen, bij na geene waarde zou hebben. Al de gevallen van dezen aard moeten op 2’ch zelf zorgvuldig bestudeerd worden, maar men mag zeggen dat de vergoeding voor her mol zal moeten gelijk zijn aan de som die men v°or het vernielde voorwerp had kunnen beko- ®'en> of aan de som die men had moeten uit- *’even om het terug te koopen maar niet aan bewaarde volgens de persoonlijke belangen. YÜOr de onroerende goederen opent de ^Webepaling der waarde op 1 Augustus 1914 nu toe niet vermoede ver, ^gronde opmerkingen n dat voortdurend gep egen den aftrek van l._. - n '"'luidend was. °theden heeft men om de vergoeding voor ^erstel te bepalen, dus de waarde 1914, de ^.aarde van het voorwerp in zijnen staat als t,. ?'V 0Pgemaakt en daarvan eene sleet afge- ^en dat over het algemeen zeer zwak was, ’t II 1 L

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1922 | | pagina 11