Hlh 18 YPER OP onder- Brand te Yper YPER STAD EERETEEKEM GEMEENTERAAD Zitting van Zaterdag 30 December 1922 om 14 nre Tot ten “J In den nacht van tweede Kerstdag, rond 21/2 ure is er brand ontstaan in de bakkerij Gouwy, naast het «Vosje aan den hoek van de Elverdinghestraat en het Minneplein. Een nogal hevige westwind sloeg de vlam men in de richting van ’t Minneplein met groot gevaar voor de naburige barakken. De angst was groot vooraleer onze moedige pom piers ter plaatse kwamen onder de leiding van Luitenant Vergracht en Adjudant Delahaye. Bijzondere melding verdient den ouder domsdeken van ons pompierskorps, Charles Vlaemynck, die aanstonds de brandklok deed luiden en met de burgers der nabuurte van de eerste ter plaats kwam. Rond 4 ure was alle gevaar verdwenen. Eene ferme regenvlaag kwam bijzonder goed te pas om de wegvliegende sparken uit te dooven op de daken in terrepapier. Die brand heeft eens te meer bewezen, hoe dringend het is al die barakken zoodra mogelijk door steenen huizen te vervangen. Sommige bureelen van herbeleg dragen eene schrikkelijke verantwoordelijkheid onder der gelijk opzicht. Het publiek en ons Pompierskorps zijn het eens om de langverwachte autopomp zonder verder uitstel te zien afkomen. de schade aan de rijtuigen menigvuldig en t verkeer gevaarlijk, zal insgelijks aangedron gen worden bij de bevoegde besturen. Wel is waar wordt dit veroorzaakt door het opleggen en opdelven van straten tot nuttige waterlei- dijigs- en verlichtingswerken, doch ’t is drin gend noodig dien noodlottigen toestand op tijd te verhelpen. 5 i onnissen. Bijna eenstemmig vragen de leden opdat er aangeklopt worde ’t zij bij schadevergoeding, -t zij bij Wij vernemen dat bij Koninklijk Beeluit van 29 Juli 1922 de Medaille der Koningin Elizabeth ver!/ nd is aan Mcvr.iuw Juli<tó Vercf-iiysse, geboren Maria Asbjsmie.es. Onze beste gelukwenschen. lil J DAGORDE 1. Stadsbegrooting voor 1923. selijke welvaartsbronnen. Yper integendeel heeft er geene bijzondere. De weinige hulp middelen die het ter hand heeft zien wij steeds verminderen de fabriek van M. Ver- schoore, de gaz, de weldadigheids- en rij school enz. Mogen wij ons de overblijvende laten ontnemen 5) De Staat spreekt overal van besparingen. Maar zou de verandering wel vermindering, van uitgaven bij brengen Van den eenen kant wil men de wedden verhoogen met het getal bedienden te verminderen doch men vergeet dat de titularissen der posten die men zou afschaffen op wachtgeld zouden moeten ge steld worden en dat van een anderen-kant de kosten van dagveerdiging der getuigen (door verdere verplaatsing, grooter verlies van tijd en loon) in hooge mate Zouden vermeerderen. Het is dus ontegensprekelijk dat deze afschaf fing schade zou doen aan de financiën van den Staat in plaats van profijt. Bijgevolg moeten wij het behoud van onze Rechtbank eischen. 8° Taksen. De vergadering is van oor deel dat vooraleer het Stadsbestuur tot het vaststellen der taksen overga het wenschelijk. zou zijn den geldelijken toestand der stad uit te leggen en te toonen hoe ver de ondersteu ning der aangenomene gemeenten van de verwoeste gewesten zich uitstrekt die zich in meer droevigen staat dan de andere bevinden. Hoe beter wij de noodzakelijkheid zien en verstaan hoe liever wij dan zullen betalen. 90 Toestand der kas. Volgens opsomming der verschillige inkomsten en uitgaven door den Heer Schatbewaarder sluiten de rekenin gen der maatschappij van het verloopen jaar met een klein overschot. 3. SLOT. Na eene aanwakkering aan de oude leden hunne bijdrage te voldoen en nieuwe te bewilligen wordt de vergadering geheven om 7 uren. G. D. de leden opdat de Rechtbank van schadevergoeding, -t zij bij de samenwerkende maatschappij van oorlogs schade om een vonnis te bekomen over de schade hunner meubels, gereedschappen, koopwaren. Naden calvarieberg bestegen te hebben om een huis te kunnen bewonen kan men er slechts te kleinen deele van genieten. Die vonnissen, titels en geld wegens koopwa ren, alaam en huisgerief blijven in ’t verre land van belolten. Men weet niet waar zich wenden. De eenen zeggen naar de Coöpera tieve, de anderen bij het Tribunaal. In alle geval is de toestand dusdanig dat vele leden van Yper Op liet middel niet vinden om schadeloos gesteld te worden voor het ver lies hunner meubels, werkgerief en handels- waren. Leden beweren dat de Yperlingen die nog in Oostende, Brugge, Gent, Brussel zijn reeds hunne vonnissen bekomen hebben. Zou het dan ook zijn in deze zaak gelijk in de ver effening van het land dat de pionniers verstoo- ten worden De Heer Voorzitter besluit een smeekschrift over deze zaak te zenden aan den Heer Hoofdstaatscommissaris en aan den Heer Minister van Huishoudkundige Zaken. 6° Bouwen door den Staat. Nogmaals wordt opgeworpen dat de bestekken van gebouwen door den Staat gezet niet nagevolgd worden. Ditmaal geldt het de pannen. Als er in het bestek Pottelbergsche voorzien zijn die langs den binnenkant moetén bezet worden komt men af met eene minderwaardige soort en de aannemer weigert dan nog het volzetten. De Heer Ondervoorzitter antwoordt dat de geteisterde recht heeft op de uitvoering van zijn kontrakt dat tusschen partijen wettig aanveerd en geteekend werd en diensvolgens eischt de eerlijkheid de onveranderlijke uit voering. 7° Rechtbank van Yper.—'De achtbare Heer Ondervoorzitter deelt mede dat van hooger hand voorgesteld wordt eenige rechtbanken met andere te vereenigen om de wedden der magistraten te verhoogen. Zoo zou o. a. de rechtbank van Yper afgeschaft worden. Na tuurlijk dienen alle Yperlingen zich tegen dit uitzinnig voorstel te verzetten. Daarom zal eene bijzondere commissie gevormd worden tot verdediging van deze belangrijke zaak. Intusschen moet Yper Op ook het zijne bijbrengen. Daarop betoont hij 1) dat de handel en nering erg zouden lijden door voor noemde afschaffing, doordien zoovele bedien den hier hunne wedde verterende in den aankoop van allerhande noodigheden tot hun onderhoud. De dagelijksche gedagveer- digde personen laten ter stede ook wat ver teer ten profijte onzer neringdoeners en intus schen komen velen zaken do&n met de hande laars van stad. 2) Dat de advokaten thans gevestigd in Yper het tribunaal zouden moeten volgen en de stad en het arrondissement zouden een groep verliezen in wier midden steeds vele verdienstelijke mannen gevonden werden. 3) Dat nu na den wreeden oorlog Frankrijk en Engeland Yper met het eerekruis vereerd hebben en dan zou ons eigen Vaderlandsch Bestuur onze stad vernederen en haar verkre gen titel van hoofdplaats van een rechterlijk arrondissement ontnemen Het ware eene zelfmoord plegen indien wij uit al onze krach ten ons daartegen wiet zouden verzetten door protestatiën, smeekbrieven en desnoods door betooging en verhoor bij het Landsbestuur en den Koning. 4) Dat Kortrijk zijne vlasnijverheml heeft aan de Leie en andere steden ook hunne plaat- erslag der vergadering op Zondag 10 December 1922 j OPEN ING om 5 u. in Het Zweerd •rOote Markt, onder ’t Voorzitterschap van Vermeulen. Een veertigtal leden zijn ,gellwoordig. Na lezing van ’t verslag der 'orgaande vergadering, dat zonder opmer ken goedgekeurd wordt, stipt de Heer loorzitter aan dat in de vergadering der amenwerkende Maatschappijen voor Oor- ;gsschade, dezen namiddag in het gasthof Excelsior gehóuden onder voorzitterschap an den Heer Staatsminister Levie, aange wen werd l)dat verandering in toezicht van herbeleg ongevraagd worden, opdat de opbouw en wonderheid de voltooiing der huizen niet anger tegengehouden worde ’2) dat de coëfficiënten van schadevergoeding Jet meer verminderd worden 3) dat het cijfer van transactievoor decoope- itieven van 3ooo Ir. tot 5ooo fr. gebracht iog verhoogd worde 4) dat de betaling der pionniers ook moge reregeld worden door de coöperatieven 5) dat het eereloon der architecten voor alle luizen toegekend worde 6) dat de zake der interesten onderzocht en geregeld worde. Eene merkelijke aangroeiïng van zoek van dossiers werd bestatigd. 2. - BESPREKING. 1“ Grondvestingen mn huizen. De volgende belangrijke vraag wordt opgeworpen en druk besproken wat staat er best te doen voor de eigenaars wier huizen op het gewelf van het Ypertje stonden, dat nu op die plaatsen niet meer hermaakt wordt? Na eene ernstige gedachtenwisseling tusschen verschillige leden besluit de Heer Voorzitter dat het vooral eene zaak geldt van •oude servituden welke nu zooveel mogelijk dienen opgelost te worden en hij niet beter ■vindt dan dat de eigenaar de schadevergoe ding dier onderaardsche muren en gewelven, voor zooveel ze hem aanbelangt aan de stad zouafkoopen en aan de Rechtbank van schade vergoeding het herbeleg vragen. Tot gunstiger vereffening stelt hij voor een bevredigend ant woord te vragen aan het Stadsbestuur en den Heer Hoofd Staatskommissaris. Het is toch ■eene schade aan die eigenaars berokkend ten gevolge van oorlogsfeiten en het is wensche lijk dat alle dergelijke schade door den Staat vereffend worde. i 20 Electriciteit. Er wordt aangedrongen zoohaast mogelijk de algemeene voorwaarden te kennen voor het nemen en verbruiken der ■electriciteit aan de nieuwe Maatschappij, vol gens het laatste definitief kontrakt met de Stad Jêsloten. De particulieren en vooral vele an>bachtslieden en mindere nijveraars verlan gen hunne zaken er naar te regelen. De in woord loopende som van 25o of 3oo frank v°or ’t aanleggen (raccordement) vindt men nogal veeleischend, gezien deze verbinding d°°r velen reeds betaald werd hun nu zopder eenige vergoeding ontnomen wordt en men in andere plaatsen veel min, zelfs o. a. te Brugge Blets moet betalen. Is dat misschien om de ’^gezetenen te dwingen het gas te nemen geruststelling nopens verspreide geruch- en bestaanden twijfel willigt de achtbare ooizitter het verzoek in eene aanvraag te °en geworden aan het Stadsbestuur. Voerlieden. Vroeger voor den oorlog bonden de voermanswagens zoo wel gerang- c^’kt op ffe openbare plaatsen tot groot ^niak der kooplieden en neringdoeners. Nu ’■aan ze ordeloos en bijna onvindbaar rond- e °?reid. Ware het niet mogelijk in dezen ^*enst de vroegere orde te herstellen? De rede- ’Jkheid inziende aanveerdt de Heer Voorzit- ?r gereedlijk dit ook aan het Stadsbestuur ^vragen. 4 Straten. Daar algemeen geklaagd /*rflt over den slechten toestand der straten stad, waardoor het verkeer moeilijk wordt, i - I I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1922 | | pagina 5