TE VELDE F 1 I t I h 11 fl; JHi to u •Hl! Werviksche Kronij k I Oostvleteren - Festival ji m Administration des Prisons Qrdre Judiciaire Cour des Dommages de guerre de Gand 13-1-23 19 ^agboek-Roman uit het laatste offensief door Lodewijk Arend. Voorstel van Loterij ten voordeele der verwoeste gewesten VIII. Een gelukkige Vangst. (vervolg) Niets roert noch geelt teeken Par arrêtés Royaux du 6 Janvier IQ23, sont nommés I. Juge suppléant a la Justice de paix du canton de Wervicq, M. Dupont (J. M. A. C.) notaire a Gheluwe, en remplacement de M. Dumont. II. Huissiers prés le Tribunal de stance d’Ypres M. Vermeersch (E.) candidat huissier, a Bruges, en remplacement de M. Maes, appelé a d’autres fonctions M. Goigne (A. A. M.), huissier prés le Tribunal de ie Instance de Courtrai, en rem placement de M. Vancoppenolle, appelé a d’autres fonctions. Par arrêté Royal du 22 décembre 1922, M. De Beer Marcel, Commissaire de l’Etat prés le Tribunal des Dommages de guerre de Gand est nommé en la même qualité prés la Cour des Dommages de guerre de Gand pour un terme d’une année prenant cours le 1 jan vier IQ23. 1 ^HEROPE^I^G DER HERBECG In den Pekdrétad bewoond door J.NEYSENS-VERSAEVEL Kauwekijnstraat (bij de Meenenpoort), Yper I if h Het bevolkingscijfer gel Gedenkteeken der Gesneuvelden pe nieuwe Kazerne der Gendarmerie De Heropbouw gij liegt en verraad pleegt schiet ik u Zaterdag laatst vergaderden onder voor zitterschap van den heer Bribosia, burgemees ter van Dinant - afgevaardigden der geteis terde steden Tamines, Visé, Oostende, Middel- kerke, Dendermo.nde, Leuven, Djxmude, Yper, Meessen, Herve en Dinant. Een voorstel van den heer Panier, afgevaar digde van Dinant, waarvan sprake in ons nummer van gn December, werd uiteengezet. Daar het land moeilijk nieuwe taksen dra gen kan, zou men een beroep doen op het bijzonder initiatief voor den heropbouw. Eene bijzondere kommissie zou aangesteld worden ten einde de medewerking eener finan- cieele instelling te bekomen en ook om aan de regeering de volgens de wet vereis.chte toelating af te vragen. Par Arrêté Royal du 24 Novembre 1922, publié au Moniteur du 7 Janvier 1923, sont nommés au sein de la commission administra tive de la prison d’Ypres, Président,' M. 'CoLAERT, et vice- Président, M. Lahousse. Ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan der muziekmaatschappij Ste Cecilia van Oostvleteren, zal er hier op Zondag 17 Juni ig23, een groot festival plaats hebben. Gansch zeker, ik ben alleen. Hij heeft rosse haren, ’t aangezicht vol j sproeten, twee kleine schelmachtige oogen. ’t Ziet er een echte booswicht uit, met zijn helm aan. Wat deed gij daar Ik zat er met een machiengeweer, gereed om op de troepen te schieten die ginder aan komen. Wanneer gingt gij schieten Een paar seconden later, als de troepen in die weide kwamen. Hoe komt het dat gij alleen aan uw stuk zijt Dat is niet natuurlijk. Er was een feldwebel bij mij. Die is over een kwart uurs weggegaan, zoo gezegd om be velen te halen. Maar hij is niet teruggekomen. Hij had mij bevel gegeven op uwe troepen te schieten en indien ze te kort bij kwamen, im mer wat achteruit te wijken en voort te schieten. Mijne mannen zijn ondertusschen bijgeko men en brengen den ransel, den revolver en toebehoorten aan. Karreels, ga het machiengeweer halen Darf ich Mütse ünd Mantel nehmen vraagt de gevangene. - Geef hem dat, Versteen. Hebt gij daar vuur gemaakt vraag ik verder. Ja, dezen morgen toen ’t zoo koud was, heb ik wat papier en een zak in brand gesto ken om mij te verwarmen dat smeulde nog. Daarop trek ik met mijne vangst naar den Majoor van ’t bataljon. Hoe groot is de bevolking van Wervik 1 Heel juist weet men het niet Vóór een zestal maanden gaven de officieele cijfers van het stadsbestuur eene vaste bevolking op van na genoeg g5oo inwoners, doch er moet opge- merkt worden dat de optelling gedaan in 1920 inheelemoeilijke omstandigheden geschiedde, en eenen niet al te juisten uitslag opleverde. Gansch waarschijnlijk telde Wervik op 1 Ja nuari 1923, eene bevolking van circa 11.000 inwoners. In het jaar 1914, waren er omtrent 2200 woningen in Wervik.— Men mag zeggen dat er tegenwoordig minstens i5oo huizen weder om bewoonbaar gemaakt zijn voegt erbij 55o barakken van het Koning Albert Fonds, een vijftigtal half bestendige huizen gebouwd met de premie van 3ooo franken, en een vijftigtal «goedkoope woningen houdt rekening van het feit dat er nogal dikwijls twee of meer huisgezinnen in dezelfde woning verblijven, dat de afgeschafte ongezonde huizekens ruim schoots vervangen zijn door het onderverdee- lenvan sommige groote eigendommen in ver- schillige woningen, en men komt tot het besluit dat de bevolking thans belangrijker zijn moet dan die van 1914, welke de 10.000 lichtjes overtrof. «ronde biimij. gij alleen Ja Daar wordt hij opnieuw ondervraagd. Naar hem te hoorep, zou hij eerst verleden nacht met zijn regiment aangekomen zijn, de duitsche troepen zijn in aftocht, zij zouden nog slechts twee stuks artillerie bij zich heb ben. Doch dit zijn al gezegden waar wij geen staat mogen op maken. Na de ondervraging wordt hij onder de waakzaamheid gesteld van twee man. Onze soldaten komen van alle kanten rond hem geschaard om hem te bezien. Hij schijnt niet erg op zijn gemak te zijn. Doch ziende dat de mannen hem geen kwaad willen, lacht hij tevreden. Hij krijgt zelfs een cigaret. Daar het steeds regent, zeg ik hem Sie dürfen den Mantel anziehen ’t gene hij met genoegen doet. Wie denkt gij dat wij zijn Engelschen zegt hij. Allen schieten in een luiden lach. Neen, manneken, ’t zijn de kleine Belgen die u achter de veeren zitten roept er een. Hij kan ’t schier niet gelooven. Daarop wordt hij weggeleid. IX. Moorslede. Dat wij daar den vijand ontdekt hebben, geeft natuurlijk stof tot nadenken. Er moeten grootere voorzorgen genomen worden vooral eer verder te gaan. Daarom wordt er halt gemaakt en er worden verkenningen uitge stuurd. Een weinig later komen er nieuwe bevelen. Het zijn andere troepen die ons werk langs dien kant zullen voortzetten en wij moeten eene andere richting op. (7 Vervolgt). jli1 der gendarmerie ga, gevoel ik hartzeer bij het zien van de wijze waarop de centjes van de lastenbetalers verbuisetit worden. ’t Is nu bijna een jaar geleden dat men daaraan begon nen is, en het is verre van voltooid te zijn. De kazerne, die eerder gelijkt aan de gebou wen van eene hofstede, zal moeten in alles vijf gendarmen met hunne huisgezinnen her bergen. Hoe zal men dit aan boord leggen Ziet daar een raadsel dat ik met belangstelling zal zien opgelost Ach God moeste ik de duizenden franken bezitten die aan deze kazerne besteed zijn geweest en zullen worden (aan eereloonen van onderhandelingen, aankoop grond, opzichtskosten,alsmede kosten van opbouw en voltooiing,) ik zou waarachtig kunnen ren- tieren op al mijne gemakken. De heropbouw gaat met rasse schreden vooruit. De bedrijvigheid is groot de Duivestraat is bijna volgezet en overal ziet men de ambachtslieden aan den gang dat het een plezier is Een zoete winter, een goed voopaar in 1923, en ik ben overtuigd dat men in den zomer van het naaste jaar de hand zal leggen aan de laatste huizen die nog in stad herop te bouwen zijn. Welke eene verandering toch in twee jaar tijd ’t Ware te wenschen dat de eigenaars van de geteisterde huizen gelegen Brugstraat weldra het nieuw rooiïngsplan kennen, en dat de Bruggen en Wegen niet langer meer wachten om de toe lating te geven tot bouwen. Jefke van den Strooien Haan. Volgens ik verneem uit goede..., ik zou bij na mogen zeggen uit officieele bron, zal de plechtige inhuldiging van het Denkmaal der Werviksche helden plaats grijpen op Zondag 6mei aanstaande. Men is bezig met een Komi- teit te vormen dat de noodige schikkingen zal nemen tot het opluisteren van deze grootsche plechtigheid. Zooals iedereen het reeds vernomen heeft, wordt het gedenkteeken, een kunstgewrocht komende uit de handen van den heer Beer- naerts, beeldhouwer te De Panne, opgericht dicht bij de groote kerk, op den hoek van den hol'van het Oudemannenhuis. Iedere keer dat ik voorbij de nieuwe kazerne ’t Ypersche Niets roert noch geeft teeken van leven, ^regimenten die volgen en onze handelwijze gezien hebben, zijn ook op hunne hoede. Toen ik tot op een veertigtal meters gena ard ben, zie ik een Duitscher bij een machien- «e'veer zitten, wachtend tot de aankomende ^°epen' ten volle onder zijn bereik zijn om “et vuur te openen. Hij is zoo zeer met zijn Werk bemoeid, dat hij mij niet uit schuinsche j’ehting heeft zien aankruipen. Ik sta recht, 8 goed op hem aan en roep Halt Hij schrikt op en springt recht: «Kamerad Waffen nieder, Hande hoch jj treedt vooruit en doet hetgene ik hem I «e ied. Links van ons knalt een schot. Hij is ^troffen en ik doe teeken van niet meer Schieten. Als zijne wapens en uitrusting ten liggen treed ikjnader en neem hem vi h' 99 A te 3 ie In-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 11