HET YPERSCHeT -LARÉGION D’YPRES I d* Bijvoegsel zz A Supplément tfekelljksch Overzicht Correspondance Rik. Passchendaele - i l - 3 FEBRUARI 1923 3e Année, N° 42 - 3 FÉVRIER 1923 Date de la poste. Monsieur le Directeur'de la Région d’Ypres, Et je vis l’ombre d’un cocher qui de l’ombre d’une brosse Brossait l’ombre d’un carosse 1 Je lis toujours avec plaisir les lettres de votre fin collaborateur Sissen van ’t Hooren- werk. Elles satisfont notre Middelmaatisme» Beige, pour employer un néologisme. Ma cul ture francaise n’exclut pas un grand amour de ma langue maternelle, et sans m’aventurér un instant dans les sentiers défendus de laquerelle linguistique, je vous'dirai que les expressions du terroir ont une saveur doublée par l’esprit caustique et légèrement railleur de Sissen. Sissen nous parle de Zoetenaye et de son éclairage. Je pense bien que Sissen est a bout de critique. En efiet, un industriel ingénieux, ja ne citerai ni son nom, ni son adresse, pour ne pas faire a l’Imprimeur de votre journal une peine légere, en empiétant „sur sa féconde publicité un marchand de lampes éiectriques et piles fait des affaires d’or. Les indigenes de Zoetenaye, gens pratiques s’il en fut, ont solutionné le problème de l’éclairage, en s’armant de lampes éiectriques pour affronter les dangers des fondrières marécageuses du célèbre village en question. Les lampes éiectriques ont l’avantage de sig naler aux autos l’obstacle constitué par le citoyen enlisé. Mais oü Sissen d’ordinaire si perspicace 1 a complètement erré, c’est en ne signalant pas aux habitants de la cité préci- tée, le grand prejudice cause aux habitants en question par le progrès constant de la batisse. Il parait qu’il existe l’ombre d’une rosse I qui tire l’ombre d’un carosse I destine a enlever l’ombre des ordures ménagères. Aussi long- temps que le village ne se reconstruisait qu’avec une lenteur semblable a celle que met le Ministre des affaires économiques a déli- vrer les titres des dommages de guerre a la liste noire, l’inconvénient était médiocre les caves des maisons détruites, s’il leur était possible de parler, raconteraient que tous les soirs, entre chien et loup, les ménagères après avoir jeté un regard circulaire, s’empressaient de déverser dans les caves, les cendres, les tessons de bouteilles et tout le contenu varié des poubelles. Mais actuellement, envérs et contre tons, les constructions se resserrent, les vides disparaissent dans les rues et les mé nagères sont aux abois. Ne croyez pas que je veuille préconiser les moyens fascistes (la purge d’huile de ricin) aux édiles et aux conseillers communaux atteints d’unionsacrisme aigu maladie dan- gereuse dont la première crise se guérit par une écharpe scabinale Je déteste la préteri- tion, ce que je voudrais, c’est obtenir du génie fécond de Sissen le moyen de tout concilier II est impossible aux habitants de conserven les ordures ménagères et de les mettre en boite. II faut bien s’en débarrasser. On raconte nog nooit hooren spreken over ’t monument van onze dierbare gesneuvelden, ’k Denk wel, dat er ook een zal komen en dat het prachtig zal zijn, ’t Moet nu nog niet, want die plech tigheid zou moeten plaats hebben wanneer alles wat op zijn pootjes staat, want het betaamt, dat we onze gesneuvelde broeders een gedenkteeken geven, waardig van het overige van het. dorp en dat niet moet onder doen voor vreemde souvenirs Mocht het jaar IQ23 een jaar wezen van vreugde en geluk, van vooruitgang en wel vaart voor Passchendaele en gansch het om liggende. Met moed dan aan ’t werk. IQ23 zal uw werk kronen, zal uw dorp een kerk, licht en standbeelden en... wegen geven Hoop, Passchendaèle. schijnt wat oude Duitschgezinde gevoelens wakker te schudden. De minste aanmoediging jaagt den Pruis natuuilijk op. Zoo zou de Duitsche minister van buitenlandsche zaken von Rosenberg ge zegd hebben dat zij niet zouden aarzelen de duitsche bajonnetten te stellen tegenover de fransche. Zou Duitschland kunnen oorlog voeren vraagt men zich dadelijk af. Naar het verslag daarover van een franschen generaal schijnt zulks, voor’t oogenblik althans, onmogelijk. Uit dit verslag blijkt namelijk dat Duitschland met zijne veroorloofde politie wacht ongeveer 3oo.ooo man kan te been brengen. Nochtans kan dit cijfer veel hooger gebracht worden, want soldaten aanwerven is de moeilijkste zaak niet. De bewapening is eene veel gewichtiger zaak. Geweren zijn erte vinden, want Duitsch land heeft een nieuw jachtgeweer in voege gebracht, dat desnoods voor oorlogsverrich tingen zou kunnen dienst doen. Hetgene ont breekt, zijn mitrailleuzen en kanonnen er wierden na den oorlog 54000 kanonnen vernie tigd en er blijven er nog misschien 1000 over. Blijft nu te weten of er met de toestandsveran deringen daar ook geene nieuwe bedrijvigheid zal uit voortspruiten op dat gebied. De tijd moet uitwijzen. I Langen tijd scheen het de moeite niet meer II waard, de dagbladen te lezen. Sedert eenigen I tijd echter wordt er iederen dag met ongeduld I op gewacht en met angst vraagt men zich af I welke verrassingen ons gedurig te wachten I staan, voornamelijk sedert de fransche en I belgische troepen vooruitgegaan zijn in de I Koer. Ij Welke zijn de laatste tijdingen Tot nu toe mogen we zeggen dat alles kalm I js afgeloopen, zelfs veel kalmer dan men het I zich ooit had durven voorstellen. Weliswaar, zijn er eenige kleine opstootjes geweest, maar zonder erg, want waar het gebeurde, werd weer alles tot kalmte gebracht door een troepje peerdenvolk. Nochtans toen de Duitschers gezien hebben dat Franschen en Belgen niet met denzelfden geest bezield waren als de moffen binst de bezetting alhier, hebben ze stouter schoenen aangetrokken. Er werd gesproken van alge- meene staking. Daar ook is de uitvoering daarvan hun erg tegengevallen algemeene staking is er niet van gekomen. Zelfs de gedeeltelijke staking hier en daar schijnt geen 1 voldoenden uitslag op te leveren, daar de bezettende macht dadelijk zulke maatregelen weet te treffen, dat men ginder tot nadenken gebracht wordt. In verschillende steden is er zelfs reeds openlijk afkeuring gegeven tegen de stakingen. De uitdrijving der wederspannige fonction- narissen moet hun maar koeltjes op het hoofd vallen, en velen die meenden kop te houden en te tergen houden zich stil, bij ’t vooruitzicht I zoo maar ingescheept te worden en alles te moeten achterlaten. Er zijn reeds 3ooo man ter plaatse om ’tper- sonneel der ijzerwegen te vervangen dat wei gert te werken. Nochtans is dit getal niet voldoende om ’t gewoon verkeer op den ijzer- weg te regelen de militaire treins, alsook de internationale tfcins zijn reeds van ’t noodige volk verzekerd. Dit laat natuurlijk niet na de bevolking te ontrieven en te verbitteren en de stakers krijgen hun deel van die verbittering. Misschien zullen zij daardoor ertoekomen het werk te hervatten. Intusschen gaat men voort in ’t onbezette gedeelte met alles aan den dag te leggen om weerstand te bieden, tot weerstand aan te zetten en betoogingen te houden tegen Fran schen en Belgen. Zoo hadden de Duitschers veel hoop gesteld op eene verdeeldheid tus- schen de Bondgenooten en inzonderheid eene misnoegdheid van Amerika en Engeland. Dat ls hun nochtans ook tegengevallen de Ameri- kaansche pers die ter plaats reporters heelt doet de waarheid kennen en de Engelschen schijnen hoe langer hoe welwillender de bezet ting te beschouwen. Alleen de Spaansche pers We zijn reeds ’t Nieuwjaar begonnen 4 jaren zijn vervlogen Passchendaele is sinds 1919 machtig veel veranderd... en nochtans ’k zie met spijt die vervlogen jaren na, want hoeveel werk had er niet meer kunnen verricht zijn. Aan wie de schuld Aan 't eenige, altijd ’t oude en’t zelfde ’t geld ontbreekt. O mocht dit jaar hetgeld, het zoo langverwachte oorlogsschadegeld, het zoo lang verwachte recht, in ’t bezit komen der geteisterden. 1922 bracht ons veel verandering, veel ellende, veel armoede, veel vooruitgang en wat weet ik al We kregen een patronage, prachtig gebouw, dat dient voor kerk. Onze Eerweerde Heer Pastoor kreeg één nieuwen onderpastoor, E. H. Janssens. Hij was wel kom We kregen een nieuwe klok, ze luidt reeds, maar haar klanken vallen zoo diep en sterven bij hun geboorte (ze hangt slechts een meter boven den grond) en toch is er leven, ’t zijn niet die blijde klanken van vroe ger, ze treurt om haar gezellinnen! Och mocht dit jaar de kerk, aangenomen door den Heer Verbeurre, veel vooruitgang doen (daaraan twijfel ik geenszins) dan zullen de klokken luien een prachtig zegelied, in hunnen nieuwen toren en blijheid en vreugde zal heerschen in en rondom ons. Wc zullen elektriek krijgen Het licht, het zoo lang vern achte licht zal ons komen ver lichten gedurende dit jaar. Den elektriek, ’t is de laatste chic. Proficiat Heer Kamiel Van- denweghe, ’t is een groote stap voor ons dorp. Mocht uwe nieuwe inrichting goed gelukken en wel draaien De staken staan er reeds, de draden zijn reeds gesponnen... en welhaast zal dit wonder ding door de draden de huizen binnenvliegen 1 Requiem kaarsen en bollantaarns en elek- trieke zaklampjes, alles zal verdwijnen en de elektriek zal weerspiegeld worden in ’t water der putten. Nu nog van wat anders. De Canadeezen gaan daar een schoon en groot monument zet ten op een heuvelken, niet ver van de plaats. N’en boulevard a. u. b. zal uitkomen recht voor de kerk. De Zeelanders gaan er ook een zetten op 's Graventafel en de Engelschen richten prachtig hun kerkhof in. Maar ’k hebbe i" ,a£' MnMKjah^wwwnra^fcwTiitr-;-H I. M..»»..,.^..<, --

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 9