Plaatsen van GELD I LA REGION D’VPRBS Supplément - ;HET YPERSCHE Bijvoeg.se! ekelijkscb Overzicht Huldebetooging Jules COOMANS a r Jaargang, N 43 - 10 FEBRUARI 1923 een de den NATIONALE BANK VAN BELGIË St-Jacobsstraat, N1' i te YPER. Leve M. Coomans 3e Année, N° 43 10 FÉVRIER 1923 Volledige gerustheid. Oblig. 5 zonder taks, der Nationale Vennootschap voor Krediet aan de Nijverheid, uitkeerbaar van af 1928 tot ig32. - Verkrijgbaar in de NATIONALE BANK, St-Jacobsstraat, nr 1, van 9 u. tot 14 u. of vóór g u. en na 14 u., bij M. de Agent der Nationale Bank, Vandenpee- reboomplaats, hoek der Elverdinghe- en Boesin ghestraat. Leve de Een onvergetelijk feest, dat van Zondag laatst Daarover zou men een boekdeel kunnen schrijven en er waarachtig veel genoegen aan beleven. Hier ontbreekt ons natuurlijk de noodige plaats en onze lieve lezeressen en geachte lezers zullen, jammer genoeg, zich met een onvolmaakt beknopt verslag moeten tevreden stellen. Een overheerlijk feest was het, in den vollen zin des woords, waarover de Oud-Leerlingen der Nijverheidsschool terecht trotsch mogen zijn. Een bijval zonder weerga de betooging Reeds van vóór 11 uur was de ruime feest zaal van het gasthof Excelsior bomvol. In afwachting der plechtigheid onderhouden de Oud-Leerlingen zich gemoedelijk ondereen. Zoete herinneringen der vervlogen jaren wor den opgedolven... ’t Zal er geestdriftig toe gaan straks. En niet zonder reden Dat talrijke overheden eraan gehouden hebben dit feest met hunne tegenwoordigheid te vereeren wordt door de Oud-Leerlingen ten zeerste gewaardeerd. Uit honderden monden weergalmt opeens Sedert verleden week is de toestand niet ■erslecht in de Roer men zou wel het tegen- ■eelkunnen beweren. pe tegenstand immers verzwakt hoe langer Ie meer. Er blijven natuurlijk nog vele af zonderlijke daden ran kwaadwilligheid en Zederspannigheid welke soms wel de rrgel- Zatigheid der verrichtingen belemmeren, maar |e toch nooit kunnen verhinderen. Nadat de Zransche regeering ervoor gezorgd had dat de Internationale treins voort konden loopen, lakende Duitsche overheden rap stokken in Mg wielen door deze treins onderwege tegen Ihouden. Maar even rap werden zij begun stigd met een ultimatum dat eene verdere uit breiding der bezetting voorzag in geval van fcechten wil. Het was immers de moeite paard, want alle twee dagen stuurden de Ifcheco - Slovakken 60 wagons kolen naar ■Frankrijk, ieder van 1200 ton, en deze werden eenvoudiglijk opgehouden in Duitschland. Ook werden weldra Offenburg en Oppenweiler, vóór Strasburg, bezet. Daarenboven is de uitvoer van kolen uit het bezette naar het on bezette gedeelte van Duitschland verboden, zelfs komen de Franschen nu nog het gebied door de Engelschen bezet te omsingelen, zoo- datfniets meer aan hun toezicht kan ont snappen. Dit is eene harde slag voor den vijand. En daar de moffen zien dat er niet veel te winnen is met alzoo te handelen, schij nen zij een uitweg te zoeken aan die vermoei- lijkte toestanden. De kanselier Cuno heeft dan een reisje on dernomen in ’t bezette deel. Welk is zijn doel Aanzetten tot grooter tegenstand of zich tomen overtuigen dat het nutteloos is langer het hoofd te bieden. Iets dat heel natuurlijk was in de tegen woordigheid van hun opperhoofd, was een vergrooten van den tegenstand. De Staatsbe dienden die bedreigd worden van Berlijn met afzetting moesten natuurlijk laten zien dat zij geen lamzakken waren. Maar volgens het uit latere inlichtingen blijkt, zou Cuno in ’t geheel niet gekomen zijn om t<>t meerdere tegenstand aan te sporen, ’t Zou intengedeel zijn om in de hoogere kringen van ’1 bezette gedeelte de Mogelijkheid te bespreken van onderhande- lingen. Maar wie zal de waarheid achterhalen in al de Duitsche dubbelzinnigheid ’t Zou toch wel kunnen gebeuren dat Cuno bang "'Ordtzijn zetel te verliezen, want men schijnt het in ’t geheel niet eens te zijn in ’t Rijk de eenen honden het met voortdurenden tegen stand op alle gebied, terwijl anderen, waarvan de partij steeds aangroeit, denken dat men daarmede tot geene verbetering kan komen en ‘at het beter ware te onderhandelen. Etusschen vreest men hier steeds dat er todurig nieuwe troepen zullen moeten vertrek- iton naar Duitschland. Volgens eene stellige verklaring van Minister Theunis, is daar vol strekt geen sprake van. Er zijn thans 25oo man uit België vertrokken en de andere troe pen die mede moesten werken aan de uitbrei ding der bezetting werden ontleend aan de regimenten die reeds in Duitschland waren. I ei wijl onze oogen gericht blijven op het- gene in de Roer gebeurt, wordt er een ander stuk geschiedenis afgespeeld te Lausanne, waar eene gewichtige conferentie plaats heeft tusschen de Verbondenen en de Turken t gaat daar om den Turk te doen betalen, om zijne legermacht vast te stellen welke hij mag plaatsen te Constantinopel, te Gallipoli en in 1 hracie, alsook om uit te maken aan wien de petroolmijnen toekomen te Mossoel, in ’t Noorden van Syrië. Reeds sedert een heelen tijd leefde men op hoop daar eene overeenkomst te zien tot stand komen, al met eens laten de Turken weten dat zij het vredesverdrag niet willen teekenen. Dat zou bijna onvermijdelijk een nieuwen oorlog uitlokken. Doch na deze verrassing, moest er nog eene andere volgen. De laatste berichten vermel den dat de Turken, na zich eens goed over dacht te hebben, toch zouden bereid zijn om het verdrag te teekenen. Zal het niet te laat zijn Er zijn reeds Engelsche oorlogschepen ver trokken uit Malta naar ’t Naaste Oosten in alle geval. RIK. de kreet Bestuurder Begroet door ons Vaderlandsch lied be treedt de Jubilaris het verhoog, vergezeld van den heer Vlaemynck, Algemeen Bestuur derbij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid en afgevaardigde van de Regeering. Rondom hen scharen zich de heeren Bur gemeester Colaert, Moreau, Koninklijken Hoog Kommissaris, Clinckemaille, Arrondis sements Kommissaris, de bestuurleden en de leeraars der Nijverheidsschool, benevens eene afvaardiging van het Inrichtings Komiteit. Na het spelen van het openingsstuk Ypriana» neemt de heer Gustave Delahaye het woord. Wij hadden zoo gaarne gansch zijne rede voering opgenomen omdat zij zoo duidelijk en klaar die hulde aan den heer Coomans betuigt zooals al de Oud-Leerlingen ze wilden betuigen een blijk van innige dankbaarheid om al het goede door hem sedert zooveel jaren tot stand gebracht En daar wordt het gedenkteeken ontbloot. Een prachtwerk dat den begaafden beeld houwer Sinia ter eere strekt. Verbeeldt u het bronzen borstbeeld van M. J. Coomans, in médaillon natuurgrootte, en daarrond, in gulden letters, de woorden in beide landsta len in het marmer gebeiteld AAN JULES COOMANS BESTUURDER Zijne erkentelijke Oud-Leerlingen 1890 1923 Hoe lief weerklinkt dan ons Tuindaglied Yper, o Yper, wat toont gij u verheugd Een stormend gejuich, eene siddering door de menigte velen kunnen hunne tranen niet bedwingen. Eenroerend, pakkendschouwspel! Er is nauwelijks wat bedaren gekomen of wij mogen door anderen nog den lof van den geliefden Bestuurder hooren verkondigen. Door M. Sobry, schepen, namens den Be heerraad der Nijverheidsschool door den heer Moreau, Koninklijken Hoog Kommissa ris door de jonge heer Nevejans, die namens de tegenwoordige leerlingen den heer Coo mans een mooien bloefrntuil aanbiedt door den heer Ferrand \oar het leeraarkorps door den heer Dujardin, tolk der Oud-Leer lingen van Waasten, .Komen en Houthem en, last but not leastdoor den heer Vlaemynck, vertegenwoordiger der Belgische Regeering. En om de beurt worden een voor veelzijdige begaafdheden geroemd van Held van dit grootsche feest. Diep ontroerd en tot tranen toe bewogen stuurt de heer Coomans dan aan allen zijnen welgemeenden dank en is zoo vriendelijk zijne ieverige medewerkers van vroeger en nu deelachtig te maken in de hulde welke men hem zoo ruimschoots betuigt... Allen behandelen mij, zoo eindigt M. Coo mans, als een Ypersch Kind» het is de beste belooning voor mijne loopbaan, gansch in uw midden doorgebracht. Als een machtige eerewacht vergezellen de Oud-Leerlingen nu Hun Bestuurder naar de statige puinen der Hallen. Daar wordt immers, in afwachting van het banket, het gezamenlijk portret getrokken, als aandenken van dien heugelijken dag. Dat het er buitengewoon hartelijk toegaat moeten wij zeker wel niet zeggen. HET BANKET In de mooie eetzalen van Excelsior Aan de eeretafel de heer Jules Coomans, omringd door den heer Vlaemynck, de heeren Burgemeester en Schepenen, de Gemeente raad, bijna voltallig (waaronder vier Oud- Leerlingen) de heeren Koninklijke Hoog Kommissarissen Moreau en Dr Brutsaert, de' heer Arrondissements-kommissaris Robert STAD YPER I I -??^'ia~!a£^**aga*aa<iM’'aas^gaaal(:ffa^

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 9