UITTREKSEL
y a
de vijand
(’t Vervolgt)^
hij is weg
brieven.
est en
pour
Wie daar
De adjudant
Eersten Aanleg van Yper
o
Nr 64 der Greffie -- Nr 3o82 van het Parket
Rechtbank van
gekomen.
Strop gaat verder met zijne brieven en ik
begin de mijne te lezen toen op ’t onverwachts
een dzzzi gehoord wordt, gevolgd door
een vervaarlijken slag. De vlam verblindt mij
en de luchtverplaatsing slaat den helm af van
den adjudant.
Wij betasten
beek.
Ja, sergeant.
Wij sluipen door den donkeren langs den
boschkant tot wij eindelijk bij den post gera
ken.
Daar zitten acht man en die moet ik met
twee man en een Korporaal vervangen. Een
geluk dat er putten gegraven zijn.
Links liggen twee posten, voor u zit de
vijand doch we weten niet juist waar, rechts
is er nog een post, maar daartusschen zit n«g
een machiengeweer van den vijand verdoken.
Veel geluk.
Vaarwel
De grenadiers trekken af.
De nacht vangt aan, lang, eindeloos lang
en koud, ’t Waken is lastig en slapen ware
noodlottig. Van tijd tot tijd roep ik de ma
nen bij hunnen naam om hen t®t waakzaam
heid aam te sporen.
Zoo wachten wij gelaten de gebeurtenissen
en den morgen af. Van tijd gaat er een geritsel
doorde takken der heesters of struikgewassen.
Mensch of dier, vriend of vijand wij weten
het niet. H-et gerucht is verdwenen, de stilte is
weer volkomen en de uren vervolgen hun
gang. Een koude, natte mist omhuld alles
als in een zwart grijzen mantel en schijnt tot
in onze beenderen door te dringen.
Rond 4 u. in den morgen zie ik een man
langs het bosch naar onzen kant toe sluipen.
Halt Wie daar
ons langs alle kanten.
Niet gekwetst
Neen, en gij
Ook niet Dat was hier vlak bij ons 1
Ja, en niemand gekwetst, ’t is bijna niet
tegelooven.
W’ij zullen toch moeten wat opschuiven
indien dat voort gaat.
’t Begint donker te worden en de luitenant
laat zeggen dat wij links ’t bosch moeten af
draaien om de grenadiers te gaan aflossen.
1 beekje over, mijn voet
daar zit ik in ’t water tot boven de
Colaert. Nous r—
Manx écoles popuLires.
van Alleynnes. Soit, mais il
Mes écoles payantes.
Mcident devient trés vif aussi.
Van der Mersch. La ville
■d’obtenir des jugements définitifs
Ht'opi iétés pri\ ées. Pour les propriétés
Mues nous sommes en train d’en faire
Mr les valeurs 1914.
■glorie. Nous sommes en 1923, et
Mst pas encore fait! Or, les sinistrés sont
■s de plus en plus, etil faudra en revenir
■ouvelles manifestations grawdioses de la
ation.
Bncident est clos.
■- Voirie communale,. - Le conseil homo-
B des accords pour les expropriations de
Bs terrains en ville, nécessitées par les
Bnncnts nouveaux.
I- Propriété communale. Vente d’un ter-
I— Il s’agit d’un petit, terrain de quolques
Bs seulement dont M. Van Gelder deman-
Bchat. Admis.
B Concessions an cimeticre. - Lesdemandes
almises.
Construction du magasin communal.
git d’un batiment communal a reconstruire
e Thourout. M. Emile Demarey, entre-
eu-r a Ypres, le plus has adjudicataire, se
allouer ce travail. Ce magasin servira de
it pour notre kiosque, nos ateliers de
.liserie, etc.
Hospices civils. Locations de biens
ux. Approuvé.
Hospices'civils. I’ente publique de biens
ux. Approuvé.
Erection d’un monument aux soldats
is a Le Mans. Subside. La Ville Du
is demande un subside. Celle-ci asouscrit
tre monument a nous. Le collége propose
ubside de 100 francs.
Lemahieu. Zal dat monument in het
mp d’Auvours» zelve gesteld zijn, of in de
1. De lijken van onze soldaten zullen hier
lerkeeren. Is het dan noodig daar een 1110-
lent te helpen stellen.
I. Colaert. Het zal een gedenkteeken
aldaar ter eere onzer soldaten.
.e subside de 100 francs est accordé a
animité.
10 Caisse de prévoyance et de secours en
faveur des victimes d’accidents de travail.
Cette Caisse demande un subside annuel a
^pres comme a toutes les Villes.
Van DER Mersch appuiecette demande.
- is van gedacht dat dit hulpgeld
zou zijn. Wij hebben hier
maatschappijen die wij
M.
M. SOBRY ie
niet voortdurend
zulke plaatselijke
ondersteunen.
M. Van der Mersch est d’avis den’émet-
tre en ce moment qu’un vote de principe,
sauf a examiner plus tard.
M. Van Alleynnes se faitl’écho des plain-
tes générales des habitants au sujet de la
défectuosité de l’éclairage électrique.
M. Van Nieuwenhove. Le collége a
fait venir le directeur. Celui-ci a expliqué la
situation. Les habitants ont sujet de se plain-
die. En somme, la centrale n’est pas prête.
M. A an Alleynnes. II n’est pas toléra-
ble qu’on nous fasse payer des compteurs et
de 1 éclairage électrique dont nousneprofitons
pas. II semble que l’Administration doive
prendre des mesures énergiques. On ne doit
pas payer pour 3o jours d’éclairage quand en
somme on n’éclaire que 28 jours.
M. Van Nieuwenhove. Nous n’avons
pas de contrats approuvés par la Deputation
Permanente. Nous n’avons en attendant aucu-
ne sanction a notre disposition.
M. Van der Mersch. La Députation
Permanente nous place dans une situation
excessi vement difficile. Elle est cause de tous
nos troubles.
M. Van Alleynnes. Cependant on nous
fait signer, a nous, des contrats, et des règle-
ments. C’est que la C" d’Eclairage se sait
tenue
M. Colaert. Dans notre entrevue de
vendredi avec la 'Députation Permanente,
nous insisterons vivement pour qu’elle prenne
une decision. Alors seulement nous serons
armés.
M. Van Nieuwenhove fait soumettre au
Conseil les deux projets de M. Coomans pour
le rétablissement du pont du rempart par des
sus la Porte de Lille.
Le conseil examinera.
M. Sobry parle d’un projet de route allant
de [’esplanade aux remparts extérieurs. Le
conseil en prend acte et examinera.
M. Van der Mersch demande que le con
seil communal émette un vote en faveur d’un
train direct d’Ostende arrivant ici l»matin non
pas a 11 h. 3om.,maisa roh. 3om. Admis.
La séance est levée a 5 h. 3o m.
van een vonnis tegensprekelijk uitgesproken door
de Rechtbank van Eersten Aanleg van het
Arrondissement Yper, Provincie West-Vlaande-
ren, er netelende Eerste Kamer, 1 Februari
1923. Kamer van 3 Rechters.
In zake het Openbaar Ministerie, ten laste van
114- VAN RAES Emiel, geboren te
Wervick den 10 September 1878, zoon va»
Constant en van Demuyser Félicia, bediende,
er gehuisvest Speystraat. Wed er sprakelijk.
Overtuigd van te Wervick op 8 Novem
ber 1922, goederen of levensmiddelen van
eerste noodwendigheid verkoopende of te
koop stellende, de lijst der verkoopprijzen
van ieder der te koop gestelde waren, niet
op zichtbare en zeer leesbare wijze aan de
vitrienen, ingang en binnenplaats van zijnen
winkel aangeplakt te hebben.
De Rechtbank bij toepassing der artikelen
85-40 van het strafwetboek, 194 strafver-
deringswetboek art. 1 Wet van 24 Juli
1921 art. 1 en 5 Koninklijk Besluit 4 Mei
1920 art. 1 Besluit-Wet 5 November 1918
1-2-3 Wet 11 October 1919; 1 Wet 16 Oogst
1920 2 Wet 10 Juli 19212 Wet 3i December
■1921 2 Wet 3o Juni 1922.
Veroordeelt hem tot eene boete van tien
frank en tot de kosten begroot op twaalf
frank 97 centiemen.
Beveelt de bekendmaking van het vonnis
bij middel van inlassching in het weekblad
HetYpersche en van aanplakbrieven op
het lokaal tot den verkoop bestemd. Zegt dat
de aanplakbrieven zullen opgehangen bkjveti
gedurende vijftien dagen.
Zegt dat, bij toepassing van artikel 1 der
Wet van 24 Juli 1921, de boete van tien
frank verhoogd wordt met twintig opdeciemen
weze dus samen dertig frank.
Zegt dat de boete zal mogen vervangen
worden door eene gevangzitting van twee
dagen.
Voor gelijkvormig uittreksel afgeleverd ten
verzoeke van het Openbaar Ministerie.
Yper, den 28 Februari 1928.
De Opper-Greffier der Rechtbank,
Charles PIEN.
éindelijk zijn wij ver genoeg. Daar wordt
rust gegund.
Veldra echter is iedereen weer aan 't graven
een beschermend putje te hebben.
- Na zulken tocht valthet werk niet gemak-
jk zegt Boeverke.
- Er zitten zooveel wortelen in dezen grond
er bijna niet door te geraken is.
En zoo weinig volk dat wij hebben.
- Hoeveel man hebt gij nog over ?vi aagt de
udant.
- Nog acht.
- Maar acht man meer, sergeant
Ja, Boeverke ’t stoof er nog al dezen na-
idag.
Uw brooder is ook gekwetst, seigcant.
~Ja, ’t schijnt dat hij nog is kunnen ach-
Ritgaan, nu valt er te zien of hem verdei
ts gebeurd is.
Zie eens, ginder komt Strop af
- Dan zijn we nog met negen.
Hij heeft brieven mee-.
Strop, langs hier
Ah sergeant, ik heb twee briexen rooi
at nieuws van uw broeder. Hij is nog al erg
<wetst in den rug en minder erg in den aim.
zijn geen doodelijke wonden en hij ia weg
ar ’t hospitaal. Hier zijn de twee
Hartelijk dank, hoor 1
Bleske en Karreels, zijn die hier
"Neen, waarschijnlijk zijn ze gekvet.'
Waar zijt gij gebleven, Strop
ik werd heelemaal bedolven door t on -
°ffen van een granaat en was bedwelmd
)Or den slag. Doch ik ben spoedig v»ei J
1 l?
We moeten een
glijdt uit en -
kniëen. a
Sergeant, ’tvalt umet mee, zegt Versteen.
Neen, man; ’t zal lekker zijn dezen nacht
met natte voeten.
Let op, hier is t allemaal prikkeldraad.
Daarin moeten wij nog sukkelen en de vijand
opent weer het vuur.
De luitenant komt bij.
- Hoeveel man hebt gij nog, Arend
Negen, mijn luitenant.
Neem twee man en een korporaal, sluip
hier langs het bosch tot gij den eersten post
grenadiers tegen komt.Daar moet gij aflossen.
Korporaal Meerschalk, Ballings en Vel
lus s’en occuper, tout son temps est pris
|es plans de reconstruction de l’église
:ques. Les écoles n’ont qu’ a attendre..
Colaer 1Nous avons avant tout
J
4
-i