Gevraagd OORLOGSSCHADE op een huis te YPER, van 8000 tot 12.000 Ir. om te verplaatsen. AVIS BERICHT der wereld. -Besparing in het verbruik en van onderhond. e let spaarzaamste Aaiarijtoig VERBRUIK OP DE 100 KILOMETERS smoet ®esis gaan kijken Tooneel HH V ff» R Arrondissement yper o Parket van den Prokurenr des Konings af, ofdat serieus aan Lturen die wedijveren [en en buren te overtreffen. pat is zeer wel en 7 12 liters NAPHTE 250 grammen OLfE C^e (HH. Quinet et Wolley), boenen poort, Kataloog en proeven gratis op aanvraag. Vraag aan de eigenaars van een wat zij er van Zich wenden tot Jules Mylle-Markey, timmerman, 184, Meenenstecnweg, YPER, (Smisje). h Le Procureur du Roi pres le Tribunal de Première Instance d’Ypres a l’honneur de porter a la connaissance du Public que la. nommée VALCKE .Marie-Louise, épouse Fyberghien Edouard, ménagère, neé a Ypres le 14 Mars 1857, se disant de nationalité franqaise, fille de Pierre et de Surlez Blon dine résidant a Comines, ayant résidé anté- rieurement a Ypres demande la naturalisation beige. Le Procureur du Roi procédé a une enquête sur l’idonéité de ladéclarante prénom- mée, conformément a l’article 10 de la loi du i5 mai 1922. Toutes personnes ayant des observations, éclaircissements ou objections a formuler a. propos de la dite demande de naturalisation pourront les faire valoir par l’intermédiaire de Monsieur le Commissaire de Police de Comines jusqu’a la date du i5 aVril 1923. Le Procureur du Roi rappelle la disposition de l’art. 56o i° du Code Pénal, en vertu de laquelle, quiconque enlèveou déchiremécham- ment des affiches légalement apposées, sera puni d’une amende de 10 a 20 francs. Ypres, le 16 mars 1923. Le Procureur du Roi, Rodolphe DE POORTERE. Parquet du Procureur du Roi De Prokureur des Konings bij de Rechtbank van Eersten Aanleg van Yper heeft de eer ter kennis van het publiek te dragen dat de genaamde VALCKE Marie-Louise, vrouw Tyberghien Edouard, huishoudster, geboren te Yper, den 14 Maart 1807, zich zeggende van fransche nationaliteit, dochter van Pieter en van Surlez Blondine, wonende te Komen, vroegere woonplaats te Yper, de belgische inburgering vraagt. De Prokureur des Konings doet, over eenkomstig met artikel 10 der wet van i5 Mei 1922, een onderzoek over de geschiktheid van de voorgenoemde verklaarster. De personen die opmerkingen, inlichtingen of tegenwerpingen uit te drukken hebben wegens de gemelde vraag tot inburgering mogen ze doen gelden door tusschenkomst van den Fleer Politiekommissaris van Komen tot den x5 April 1928. De Prokureur des Konings herinnert de schikking van art. 56o i° van het strafwetboek, krachtens welke iedereen die wettig aange plakte plakbrieven met kwaad inzicht aftrekt of scheurt, zal met eene geldboete van 10 tot 20 franken gestraft worden. Yper, den 16 Maart 1923. De Prokureur des Konings, Rodolphe DE POORTERE. Arme geteistcrden ge schijnt toch gemaakt om te lijden... en vuisten te maken in uwe beurze. t Is toch waar hé dat er belachelijke dingen gemaakt zijn en wie is er dé schuld van Degenen die het kunnen beletten, ’t Is onge looflijk en nogtans ’t is zoo. Waarom zoo meegaande zijn als de schoonheid van streek en stad er van afhangt Poorteklokke. dien strijd verdient ■dersteund te worden uit al onze krachten. H't Is ook het schoonste bewijs dat er, niet ■eenlijk vaderlandsliefde, maar een echt ■mstgevoelen ons volk bezielt, waarzonder ■t er onmogelijk kunstwerken zouden kun- vervaardigd worden als degenen welke ■ij alle dage mogen bewonderen en waarover niet recht lier zijn. Ongelukkiglijk is er hier en daar een vlek. Wij zien gebouwen die heel veelte wen ken laten en slecht opgevat zijn onder ■jgpunt van kunst en zelfs van bouwkunde. Dat dit gebeurt met private woningen, dat ■nden we jammer, heel jammer; maar indien let gebeurt met openbare gebouwen als stad- lizen, kerken, enz. dan is het waarlijk zonde oils en jammer. Y ij mogen uit bet oog niet verliezen dat c kunstgebouwen de ziel van het volk moeten edergeven dat het in hunne gevels is dat ize geschiedenis moet te lezen staan en dat et pronkstukken zijn die wij aan o»s nage acht motten overleveren als bewijs van ns oorspronkelijk kunstvermogen. Waarom geeft men die gebouwen niet in concours Dan ware men zekers dat ze llijd in goede handen zouden vallen, en dat len er niet zou moeten van beschaamd zijn 1 de bouwmeesters zen plekke. Wij kunnen dus niet ve; staan hoe dat het iegelijk is dat, door de overheid, de goedkeu- ing gegeven worde aan plans van gebouwen lie onder oogpunt van kunst niets bevatten n onder oogpunt van schoonheid affreux orenkomen zoodanig dat het eeregevoelen an alle verstandig mensch ervan geschokt irordt bij het enkel aanschouwen van die ?elijke dingen. En bestaan er zulke gebouwen Ja zeker en ongelukkiglijk te veelvoor t oogenblik halen wij er maar twee uit den akde anderen behouden wij voor den sasten keer elk op zen toer. Ge moet eens gaan kijken ten eerste naar Ie kerk van Brielen en ten tweede naar een [root magazijn op de Leet. Voor het eerste is het misschien nog niet te rat daar het nog maar pas begonnen is, maar iet tweede staat daar reeds te ronken en dan iog met een gouden sterre boven het dak iad men niet beter eenen gouden kemel daarop .eplaatst Wij hebben hier onder ons oog de fameuze irculaire gezonden door het Stadsb#stuui an al de eigenaars die rond de Leet huizen lebben of is dat briefje maar gedrukt voor enigen alléén en niet voor iedereen Als dat en gevel is die overeenstemt met de praal- .ebouwen daar recht over, zouden wij wel loeten denken dat de circulaire uitgegeven 5 geweest om niet gevolgd te woiden. Wij vragen ons af, of dat serieus is Of is misschien om werk te geven aan de druk- érs en de pennelekkers Let fierheid Latigen dat [eek eénen izen en gebouwen zoo schoon [niogelijk terug te maken. Het zijn niet alleenlijk ’t meesten deel der [uwmeesters maar zelfs de eigenaars en de om altijd beter te de schoonheid der huizen hunner en voldoening moeten wij er in den heropbouw' van onze waren ijver bestaat om al onze en zoo prach- Zondag en Maandag 1.1. woonden wij de vertooningen bij door Puinentroost inge- licht ten voordeele van het Standbeeld der Ypersche Gesneuvelden. Wij hebben daar eenige genoeglijke uurtjes doorgebracht. Donkere Wolken het tooneelspel van bertha Dedekea, is een prachtwerk. Zooveel innigheid, zooveel fijn gevoel kon alléén maar door een vrouw beschreven worden. Een moeilijk stuk, vol tegenstellingen en waarin de karakters buitengewoon scherp afgeteekend staan. Een lastige taak dus waarvan allen zich met de meeste toewijding hebben gekweten, ’t Was effenaf prachtig Mejuffer Irma Claeys was, als naar gewoon te, overheerlijk. Plet eerste optreden van Me vrouw E. Werrebrouck was voor allen een aangename verrassing. Onze hartelijkste ge- lukwenschen 1 De heeren Jerome Bertier, Oscar en Emiel Werrebrouck hebben hoogst dergelijk werk geleverd en eens te meer bewezen wat innig kunstgevoel hen bezielt. Door daverende toejuichingen werden allen meermalen begroet en teruggeroepen. Een roerend schouwspel dat velen tot tra nen toe heeft bewogen. Maar, na regen komt zonneschijn Wat er dan gelachen werd, zoo hartelijk, zoo uitbundig, is met geen pen te beschrijven. Wij kregen immers De Gefopte Oom» (van Karei Van Rijn) te bewonderen. En dat leutig ding werd, evenals het tooneelspel, ongemeen keurig vertolkt. Wij noemen, in één adem Mejuffer Irma Claeys en Mevrouw E. Werrebrouck en de Heeren Edg. Louage, M. Duprez, L. Sinaeve (De Gefopte Oom) en Karei Witterbecq. De gakste toestanden, gevolgen van een leugen om beterswille verwekten een onaf gebroken schaterlach. Een dreunend bravo was de welgemeende belodning van wege de dankbare, begeesterde menigte. Puinentroost mag terecht fier zijn om het volbrachte werk en de knappe leider, M. Ferdinand Debondt, trotsch op zijn ieverige makkers die noch tijd noch moeite ontzien om hun medemenschen te verheffen uit het alledaagsche Een hartelijk goed heil aan allen en nu Hooger op Een bloempje aan de symphonic Ypriana (die is ook nergens te kort), om de mooie manier waarop ze de tusschenpoozen zoo aan genaam en zoo gezellig wist te maken. Wij vernemen met genoegen dat Puinen troost zijne getierde medewerking verleent aan de Ypersche Revue Ypr’s-y-en-a die op 22-24 en 25" dezer in de zaal Lapiere op gevoerd wordt door leden van alle maatschap pijen der stad, ten voordeele van het Stand beeld onzer Helden. Allen daarheen. Garage DUNK ClTROÊN-AUTÓ denken» ARRONDISSEMENT D’YPRES O

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 7