■I I
IP
ill w
I M
t
11
II IS
Ml! I
Mill
ft ti l
I
II
ij, shall i
fj.i i
i: lij
i lil
w E R v I K
want hunne
Mei
flog
i5o,
i
een Con-
postje geweest voor mij
meend is. Ik heb den Majoor zien optrekken
te paard met verscheidene officieren. Maar ik
denk ook dat wij mogen voortgaan. Mijne
voorzorgen zijn genomen alles ligt gereed.
Ik ben ook gereed. Wij zullen dadelijk
terugkomen.
Een wielrijder komt ons na gereden.
Sergeant Peet en sergeant Arend, de
Kommandant laat u zeggen dat gij de mannen
die gij ontmoet zoudt verwittigen dat wij van
avond, rond 8 u. vertrekken, en dat zij bijge
volg alles daartoe moeten gereed maken.
Ditmaal is ’t dus zeker. Bijgevolg staan de
zaken goed. Men denkt er niet aan den moed
op te geven en de vijand zal opnieuw duchtig
bestookt worden, zoodat wij mogen hopen op
nieuwen vooruitgang.
Wij doen onze ronde en kwijten den opge-
legden plicht.
Dat
r
de feesten van 13en
‘nen er allemaal niet zitten, niet-
k’ Ben blij dat ge
en terug zijt ’t is dubbel aan
mat volk is. Mijne sectie was
--.en. Met zooveel versterking
^rgeant. Tot later.
I»
was de grootheid
>||1:
'Ml
mJ
denken Zou ’t offensief weer stilliggen
Zouden wij enkel wat vooruitgegaan zijn
om daar op die nieuwe stellingen te moeten
stand houden tot het volgend jaar Zoo is
’t immers gegaan bij al onze vorige pogingen,
zoo ging het bij al onze bondgenooten geduren
de die drie bloedige jaren.
Nochtans blijven wij hoop koesteren. Im
mers nog nooit stonden wij zoo sterk, nooit
gebruikten wij zooveel geschut, nooit nog
zagen wij den vijand zoo gewillig wijken on
der onze slagen. Daarbij weten wij ook dat,
ingezien den toestand van slagveld en wegen,
het onmogelijk was de kanonnen dadelijk voor
uit te brengen. Daar viel zelfs niet aan te den
ken, want de meest oningewijde moest beken
nen dat zij zouden verzinken of verstellen.
Dien dag, toen ik met mijn vriend Peet de
groote baan optrek om onze dagelijksche
wandeling te beginnen, komen wij den Kom
mandant tegen.
Waar gaat gij heen
Wat verder de baan op, om een glas
bier te drinken, mijn Kommandant.
Goed, doch weest bij tijds terug om alles
gereed te maken.
Hoe Vertrekken wij mijnKommandant
Ja, dezen avond of gedurende den nacht?
Wel, Jef, wat denkt gij daarvan
Dat wij in alle geval tijd hebben om een
glas te gaan drinken. Ten andere wie weet of
wij vertrekken Zegde men gisteren ook niet
dat wij moesten opbreken, en wij zitten hier
nog.
Nochtans denk ik, dat het ditmaal ge-
Acht uren in den avond.
Door de weide die van de hoeve naar de
groote baan gaat, komen de mannen af, alleen
of met twee en drie, ’t Zijn als smokkelaars,
die zwaar geladen langs kronkelwegen hunnen
weg zoeken. Anderen staan reeds op de baan,
geplooid onder den last een dik opgevulden
ransel van ongeveer i5 kilogrammen, daarop
eene opgerolde deken en een zeildoek, hun
geweer gebruiken zij als leunstok aan den
gordelriem hangen een bajonet, een bijl en een
dolk en in de tasch zitten er 120 patronen
daarbij hangen een paar veldflesschen vol
koffie en een paar knapzakken opgevuld met
allerlei gerief, een brood en twee conserve-
doozen. ’t Vervolgt.
Laat ons nu ook de lijst volledigen der maat
schappijen welke een feest hebben ingericht
ten voordeele van ’t Standbeeld.
a) Eendracht maakt macht.
b) La Renaissance et la Grande
Harmonie, ensemblei5o,
Het verslag dezer feesten is verschenen
in onze vroegere nummers.
c) De Vereenigde Duivenliefhebbers 175,—
Deze som komt voort van een prijskamp
ingericht, door den Heer Aug. Dervaux, waar
van al de deelnemers verzocht wérden
(o.5o fr.) vijftig centiemen op te leggen, ten
voordeele van het gedenkmaal.
De dag van de onthulling van ’t Monument
hebben onze brave meisjes van stad niettegen
staande het slecht weder, een schoon briefje
van (1000) duizend franken verzameld... met
het verkoopen van Vergeet mij nietjes, en
programma ’s.
Op Maandag van Sinksen, had eene nieuwe
betooging plaats, ingericht door eenige bur
gers.
Verscheidene maatschappijen doortrokken
stoetsgewijze de bijzonderste straten der
stad.
De schoolkinderen, welke op i3 1. 1. niet
hadden kunnen deelnemen, aan het officieel
Vaderlandsch feest, waren aanwezig, dragers
van cartels
Een prachtwagen, der zusters van liefde
volgde de reeks deelnemende maatschappijen.
Aan het Standbeeld gekomen, vroeg Heer
Desbonnet, bijgenaamd» Leon Pieters eene
minuut ingetoogenheid. De stilte was indruk
wekkend. Na een prachtige bloemtuil te heb
ben neergelegd, weerklonk eene krachtige
Braban<;onne, voor de algemeene uiteenzet
ting der verscheidene groepen.
Op S‘ Maartensplaats, wierd er
eert gegeven, door de muziek maatschappij
La grande Harmonie.
Te dier gelegenheid hebben onze meisjes
met de bus rondgegaan, en nog een briefje
van (100) franken opgeraapt.
Zondag laatst, 27 dezer, zijn de socia
listen van stad, ter gelegenheid van de inhul
diging van hun lokaal, ook hulde gaan bewij
zen, aan onze dierbare slachtoffers, en hebben
eenen schoonen bloemtuil neêrgelegd.
De leden van het Komiteit gelasten zich,
met eene nieuwe omhalingslijst, om de ver
scheidene duizende franken, die ons nog ont
helden onvergankelijk maken,
taak was heilig.
11 ier zal men indachtig zijn, dezen die vielen
te Luik, te Namen, te Antwerpen en op de
thans wereldberoemde boorden van den Yzer.
Hier zullen de ouders, de echtgenooten, de
weezen en de vrienden den troost zoeken
voor de droefheid hun aangedaan door het
verlies van een hunner naastbestaanden.
Hier zal het teeken zijn, dat ons de oorlog
moet doen herinneren de oorlog met al zijn
wee, met al zijne ellende, met alle zijne ver
woestingen.
Hier zal ons nakomelingschap komen leeren,
wat het strijden onzer gesneuvelden was, wat
hun lijden was, en wat de overwinning
beduidde
Ik maak van de gelegenheid gebruik, om,
in naam der Werviksche Oud-Strijders aan
de bloedverwanten van de gesneuvelden,
onzen blijk van erkentelijkheid te betoonen,
en hun eenige woorden van vertroosting toe
te sturen. Het verlies door hen ondergaan ver
beeldt de Eer van het land zij mogen fier
zijn over hunne aflijvigen, die helden geweest
zijn, helden van moed, helden van zelfop
offering.
Ik groet en bedank den vertegenwoordiger
van hunne Majesteiten de Koning en de
Koningin der Belgen, alsook de burgerlijke
en de geestelijke overheid, en al dezen die
deel nemen aan de plechtigheid.
In ieder hart zal de indruk bijblijven van
de grootheid der verheel lijking van de gesneu
velden van Wervik.
Ik groet nog eens de gedachtenis van onze
diep betreurde gevallen wapenbroeders, en
van de duurbare burgerlijke slachtoffers.
Nimmer zullen wij ze vergeten
Het spijt ons de volledige tekst niet te heb
ben der korte, hartroerende fransch-vlaamsche
rede van den heer Paul Leroux, burgemeester
van Wervik, na de overgave van het Gedenk-
teeken, door het Komiteit aan het Stadsbe
stuur. De woorden die hij uitsprak, gingen
tot in het diepste der herten van de bloedver
wanten der gesneuvelden en der burgerlijke
slachtoffers, en waren als een balsem die met
zachte handen gelegd wierd op de niet
geheelde wronden.
boven °P z‘Jn PaP>er staan Ma chère
aira'neEn allemaal fantaisie kostumen
e en die kereltjes aan, fijn uitgeborsteld
ls seniakkelijk te zien dat ze niet in’t slijk
Roeten stampen.
ter ^nC^an z'^en ze daar nog fijne cigaren
waarvan ze u den rook onder den
^Mazen !zegt Karreels.
De kunt wel zien dat het allemaal fils
z'jn 1 meent Meulesteen.
ware een
Bleske.
[steenZ°U niet willen lacht Karel Ver’
i We kum
maanen, troost ik.
ei genezen
ïnaain als er
Jlljkversm°lt<
I TWeer gaan.
Ja, r
latfy
XVI.
Drie Nieuwe Wegen.
18 V°islagen\ZiJn Voorbijgegaan op die hoeve,
l^eeld, 1Ust’ Er werd nieuw linnen uit-
die ze Gedingstukken gegeven aan
'Viar betm0°°dlS Glden, nieuwe schoenen
S mannen hebben weer on-
Xer 1 1 en
iets over
1 vorfg nummer gaven wij verslag dier
°e maarwii konden enkel in het bezit
■kestul’ der redevoering van den heer Goe-
■gera'®n voorzitter der Invaliden. Eenige
lliannL’releden kregen wij die van den heer
^Venant, voorzitter van den Oud-Strij-
L°Ubond, die ook diepen indruk maakte op
ftduizende toehoorders, (bij gebrek aan
konden wij ze verleden week niet
inlasschen).
Roering van den heer LOUIS VENANT,
Mijnheer de Generaal,
Mevrouwen, Mijne Heeren,
pier aan den voet van dit gedenkteeken,
begroet ik, in naam der Werviksche Oud
strijders, de gedachtenis van dezen, die hun
jeugdig leven opofferden voor de verlossing
van het Vaderland.
Een dwingeland wilde met geweld ons land
overmeesteren. Het Belgische volk, bewust
i van de gerechtigheid der zaak die het ging
Iverdedigen, nam de wapens op, om zich tegen
den overweldiger te verzetten...
De oorlog is geëindigd het Recht, de
duurbare Vrijheid die wij verdedigden en ver
overden, moest het rantsoen kosten van tal
rijke onzer makkers, en ook van menigeen
onzer stadsgenooten, die vielen als onschul
dige slachtoffers.
Een waardig denkmaal
van hun offer schuldig.
Ter gelegenheid der onthulling, achten wij
Mals een plicht, onze gevoelens van verkleefd
heid en van broederlijkheid te betoonen aan
hen, welke het roemrijke lot belet heeft, van
te genieten van de vrucht des strijds. Zij
gaven hun leven zonder aarzelen zij wisten
dat iemand vallen moest, want men voert
r-geen oorlog, zonder bloed te vergieten. Wat
'baatte hun het leven, indien zij bij hunne huis-
genooten moesten blijven bezwijken, onder
de dwingelandij van den overweldiger
Hoort hoe uit dit koud gebeiteld steen,
hunne stemmen ons toeroepen Door ons
hjden, schonken wij U de zegepraal Verge
ten wij niet dat het door hun offer was, dat
wederom zijn, hetgeen wij waren Vrije
dgen, in een vrij Belgenland. Het zal onze
n°°dig hadden,
mannen hebben
gevaar vergeten, ze hebben
aan hunne gevoelens en
naar lichaam en geest.
kunnen gewoon worden
oord, ware ’t niet dat wij
Ita
mil ill
'’.t-yt
'T'
I Mill! 1’111!