TE VELDE illil ih! L ll 1 e” blaw H’i3 Algemeene vergadering van Zaterdag 2 Juni 1923 ’t Ypersche 40 30-6-23 Dagboek-Roman uit het laatste offensief door Lodewijk Arend. Handels- en Nijverheidsbond van Yper Een vijftigtal leden zijn opgekomen waar onder al de bestuurleden uitgenomen de Heer Antoine Notebaert die zich deed verontschul digen. Het verslag der voorgaande vergadering, door den sekretaris voorgelezen, wordt zon der opmerkingen goedgekeurd eveneens de brieven betreffende de bevriezingsdiensten van den Staat en deze afschaffing vragende van dekomiteiten tot steun aan de geteisterde. Daarbij nog, het smeekschrift betreffende de vaart, te overhandigen aan de Heeren Volks vertegenwoordigers bij hun bezoek aan de verwoeste gewesten. Op de eerste dezer brie ven kwam reeds een antwoord toe en werd den leden kenbaar gemaakt. Daaruit blijkt dat de vriesinrichtingen van den staat zullen open baarlijk verhuurd worden. Zoohaast het Be stuur daarover meer nieuws zou vernemen, zouden de belanghebbende op eene vergade ring uitgenoodigd zijn. Een brief werd ook voorgelezen gezonden door den Heer Senator Nolf waarin voldoe ning geschonken wordt aan verscheidene vragen van den bond naar verbetering in het treinverkeer. Ingevolge het smeekschrift aan de hh. Volks vertegenwoordigers te overhandigen, wordt ook lezing gegeven van een artikel verschenen De vijand op de hielen (vervolg) Met blij gemoed en ’t hart vol hoop trek ken wij Bruggewaarts. Brugge, de oude vlaamsche stad, waar voor mij zooveel herin neringen aan verbonden zijn waar ik in Oc tober 1914, bijna dag op dag vier jaren ge leden, mijn burgerwachtpakje aflegde toen de Duitschers binnenstormden waar ik een ganschen dag tusschen de vijandelijke krijgs lieden rondliep, ruzie kreeg met een Duit- schen officier en toen de plaat poetste, 35 kilometers ver, door de bezettingstroepen, om dan 24 uren gevangen te zijn en uit te komen in de engelsche voorposten te West- Roosebeke. Wat verlang ik om op mijne beurt met de nieuwe overwinnaars te mogen binnenrukken. Helaas ’t wordt eene ijdele hoop. We geraken aan Oud Heidelberg op de baan van Thorhout naar Brugge en rusten daar een weinig uit. Niet lang duurt het of wij komen te weten dat Brugge nog verdedigd wordt door duitsche mitrailjeuzen. Toch naderen wij nog, maar de nacht valt in en wij zullen moeten halt maken. De officieren zoeken zoo goed het gaat op hunne kaart. Daar moet h: dl trouver des terrains a combler pour y déverser les terres provenant de nos déblais. II faudrait que les Conseillers pensent a solutionner cette question et cherchent chacun de son cóté a découvrir un terrain propice. M. Bouquet. -- Qui a le droit de pren dre de 1’eau a la pompe de la place Vanden- peereboom J’ai vu la gaspiller de 1’eau par toutes sortes de personnes. M, Van NlEUWENHOVE. C’est de 1’eau filtrée, et les chauffeurs des tanks-a-eau peu- vent seuls employer cette eau et ont la clef de la pompe. Si d’autres prennent de cette eau, c’est qu’ils ont prèté la clef a d’autres. M. Bouquet. Doncily a abus. M. Colaert. Puis qu’il en est ainsi, le Collége s’en occupera et fera cesser cet abus. La séance publique est levée a 5 1/2 heures. links van de baan een boerderij liggen in de bosschen en wij moeten er heen. De vijand heeft kruispunten en steenwegen open doen springen op vele plaatsen, om de achtervol ging te belemmeren en in den donkeren moe ten wij alle voorzichtigheid aan den dag leg gen om niet in die kloven te versukkelen. Ein delijk trekken wij het bosch in, den kant op van S‘ Andries, de eene dreef uit en de andere in om eindelijk uit te komen aan het langezochte en langewenschle hof. Weldra staat alles in rep en roer op de doe ning. De pachter en zijn vrouw, de knechten en de meiden zijn te been Kamers moeten gereed gemaakt voor de officieren en voor de manschappen wordt er plaats geruimd in stal len en schuur. Elk zoekt een hoekje op een bundel strooi, gooit ransel en geweer in een hoek, en ’t duurt geen half uur of alle licht is uit, de pachthoeve is zoo stil alsof zij niet bewoond ware en binnen hoort men uit alle richtingen het licht of zwaar geronk van tien tallen slapers die niet hoefden gewiegd te worden om over te gaan naar het rijk der droomen. Eene goede nachtrust heeft ons eenigszins hersteld en we voelen ons bekwaam om den tocht weer voort te zetten. In plaats van Brugge dadelijk te naderen moeten we eerst een eind terugkeeren en draaien dan af naar Lophem. Daarna begint weer een eindeloos gaan zonder dat wij weten waarom noch waarheen, tot wij eindelijk uitkomen in Steenbrugge. Te Steenbrugge is er volk te Brief gestuurd aan den Heer Riu( minister van Openbare werken, BRUSS1 Heer Minister, Wij hebben de eer Ued. hieronder ei wensch mede te deelen door onzen t gestemd In algemeene vergadering van 2 Juni 1 na kennis genomen te hebben der woo door den Heer Minister Ruzette in den Se uitgesproken bij de beraadslaging ovei begroeting voor openbare werken, Overwegende dat bovengemelde woo de bekentenis bevatten dat het hoogerebes van Bruggen en Wegen niet gereed is i: kwestie der herstelling van onzen vaart, Herinnerende aan de vroegere dagor en wenschen door den «Handel-enN: heidsbond aan den Heer Minister Ru; gezonden en bevattende de betoogentenv, deele dezer herstelling en namelijk de langrijkheid op het oogpunt der herleving Handel en Nijverheid en der besparii doen door den toevoer der bouwmateriale water, Herinnerende de belofte van den Anseele dat de vaart met IQ23 zou bevaai zijn, alsook het feit dat dit werk reeds been alsof het kermis ware en eer wij v bevelen krijgen moeten wij halt maken straten en mogen er uitrusten, legen ni boomen en staken gaan de afgetobde nr lang-uit op den grond liggen en gansche den kinderen en nieuwsgierig volk kom belgische soldaatjes met belangstelling steren en ondervragen. Nadat de officieren een tijd rondge* hebben, wordt er bevel gegeven om trekken. De klaroenen blazen enhetvo nog veel talrijker toegeloopen om onste 1 egen een paal van de brug hangt een portret eener zwaarlijvige vrouw met pen zwarten blik opgespeikerd op den dien wij vragen krijgen wij ten antwoot zij aan den schandpaal hangt omdat2 den Pruis mèegespannen heelt en 2 heeft uit de voeten gemaakt om hetze niet te ondergaan als haar huis waafa en klein geslagen werd. Na korten tijd wordt er weer halt ge De onderofficieren worden bijeengef® elk wordt een post aangewezen te 'e ken hij met eenige mannen moet gaa ten. Zou de vijand dan weerzoo na^ Mij wordt eene stelling aange"eZ de baan naar Maldeghem langs den0 een beekje op honderd meters van - Wachten uitzetten, heeft e gezegd, goed toezien of er geenet0° daan worden en of er niets verdac omtrek te bespeuren is Lenoir, Versteen, Meulesteen (Zie volgende l- in Het Ypersche. Daarin wordt vastte steld dat de Heer Minister van Openbare Werken de schuld van het niet herstellen dei vaart toeschrijft aan het Bestuur van Bi uggen en Wegen dat niet bereid was vooi de uit voering. Daarop stelt de Heer Nooizittc. vóór, benevens het smeekschrift voomoemd, nog eenen brief te richten naar bovengemel den Minister, om dringend te vragen de vooi- bereidende studiën door te drijven om nu t 1924 de vaart te zien terug bevaarbaar maken. Die wensch werd eenpariglijk goedgekeurd. De Heer Ondervoorzitter maakt dan aan de vergadering bekend dat de aangevraagde markttram Dixmude-Yper, heden vooi de eerste 'maal gereden heeft en reeds veel bijv nl verwierf. Ook kondigde hij merkelijke verbete ringen aan in het vak Yper-Waasten-Steen- werk. Onder andere deed hij opmerken, dat het thans mogelijk is ’s morgens om 4.20 uie vertrekkende uit Yper naar Steenwerk aldaai aansluiting te hebben voor den trein naar Rijs- sel en vandaar naar Parijs alwaar men reeds om io.i5 toekomt en wederkeerig uit Parijs vertrekkende om l3 ure om 19.09 ure te Steen- werk toekomt alwaar men den tram van 19.3o ure heeft voor Yper. Een brief van bedanking zou aan het trambestuur gezonden worden. Ingevolge de laatste werkstaking der spoor wegen en het krachtdadig optreden van Minis ter Neujean in dit geval, stelt een lid voor, eenen brief van hulde te zenden naar gezeg den Minister. Aangenomen. Een ander lid trekt de aandacht van de ver gadering op het feit dat van toekomende week af dezoogezeide Nationale kostuum voort komende van de overgebleven stock klcede- ren van den bevoorradingsdienst van den Staat te Yper zou verkocht zijn aan 70 fr. ’t stuk. Evenals voor de komiteiten van den Staat, zegt spreker, zou daartegen moeten opgekomen worden, want dit benadeeligt niet alleen de handelaars, maar nog meer het werkvolk van onze stad voor wie de gelegen heid aan werk verminderd wordt. De Heer Voorzitter meldt dan, dat in den Senaat een nieuw wetsvoorstel ingediend is, de wet wijzigende op de oorlogschade. Zoo dit voorstel doorgaat zal een gedeelte van onze stad niet meer herbouwd worden want niemand zal nog kunnen eenige schadever goeding koopen. Voor de handelaars, in ’t bij zonder voor de jonge handelaars, die zich willen stellen, is het van het grootste 7] daartegen op te komen. Een lid doet daarbij ook nog opnier]. door de bepalingen van dit wetsvoorstel Koning Albertfonds daarin bijzond bevoordeeligdis.hetgene niet te verrecht- digen is. Leden klagen dan over een artikel va kontrakt van de electrische verlichting afl dat aan den verbruiker oplegt alle toestf te laten plaatsen aan zijn huis, dit niet al voor de openbare, maar ook voor de ver ting van een bijzondere te verzekeren. Dit is niet aan te nemen zeggen zij, eve het aanrekenen voor handelaars van denc drachttaks op onkosten van plaatsing, jet< voor andere inwoners niet toegepast is a| wel bijna iedereen de electriciteit gebruik het uitoefenen van zijn beroep. Eenige doen dan ook nog het voorstel om aar stadsoverheid te vragen van een horlog plaatsen op de markt op eene zichtbare p| en in geval van te hooge onkosten de gelde tusschenkomst van den Bond aan te bied Daarop eindigde de vergadering om 10

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 6