LSJ La voiture la plus économie du monde. - Économie dans |a eonsonimalioil CONSUMMATION AUX 100 KM. j 1/2 litres d’ESSENCE et i'l* Yf Oorlogsschade het 1 volgende sommen H H Tribunal des Hommages de Guerre ci’Y pres Par Arrêté Royal du 23 juin 1923, la démis- sion offerte par M. Moens de ses fonctions de Vice-Président du Tribunal susdit, a été acceptée. betq den heer Minister J Ils sont venus, ils sont venus ces deputes taut attendus Traversant la zón’ dévastée, A une allure immodérée, Un’ folie course vers la mer, Ils ont admiré nos demeures, A 3o kilomètr’s a l’heure Dans les autos d’Vandevyvèr’ Les chauffeurs, fonctionnair’s notoires Alléchés nar un bon pourboire, Dévoraient routes et chenfins, Afin que nos trés Honorables. Euss’nt le temps de se mettre a table, Sans crainte de manquer leur train. D’abord Menin, Wervicq, Confines, Après, Warnêton et Messines, Ypres, Roulers, Dixmud’, Nieuport, Dix mill’ maisons, cent mill’ cahutes, En moins de deux cent trente’minutes, N’est-ce-pas la un beau record Nos as lances comme des bolides, Devant nos si nistrés livides Au seuil de leurs logis pouilleux, Sans un coup d’ceil vers leur chaumière. Préoccupés de la poussière, Passaient, leurs mains voilant leurs yeux. A Ypr’s enfin ils ralentirent. Certes on leur aura fait dire Que notre Cinq a l’heure veillait. Et traversant certaines artères Oü les maisons sortaient de terre Ils s’écrièrent C’est parfait Qu’ont-ils ces sinistrés sinistrés A engnotre ministre, Alors que tout est reconstruit N’écoutons pas leurs dolcances, Ca prolongerait la séance. Allons, Chauffeur, il va fair’ nuit. Le lendemain nos honorables A notre ministre impeccable, Semaient leurs congratulations, Pendant que, las de leurs misères, Les sinistrés dans leurs chaumières Clamaient leurs malédictions. WERVICQ Commissaire de Police Revocation Un Arrêté Royal du 8 juin 1923 révoque de ses fonctions le Commissaire de Police de Wervicq. Nog over het nieuw Wetsontwerp tegen de Aankoopers van Oorlogsschade Agents Concessionnaires Garage Dunn a 25° grammes d HUiLE clo> Port© de menii* et démonstrations gratuits sur den^ Agents Concessionnaires Regions Dévastées d’inviter le gouvernement a accomplir 1’eftbrt financier utile au regle ment des dommages, car il paraitrait scanda- leux qu’après avoir réglé les gros sinistrés, le gouvernement se désintéressat des moyens et petits qui constituent 1’immcnse majorité des sinistrés. Le Congrès donne en outre mandat au Comité, lorsque les pourparlers consécutifs a 1’occupation de la Ruhr auront repris, d’enga ger le gouvernement a léclamer de 1’Etat alle- mand un large apport de prestations en nature afin que la. reconstitution d’ensemble puisse être obtenue comme il convient avec justice et égalité entre tous les sinistrés. Onze lezers zullen, niet aandacht, laimi- nemen van de volgende briefwisseling, leuij heden ontvangen Deze brief werd door den Heer Vofc tegenwoordiger Baels aan den Heer 1 voorzitter der Federatie van van Dixmude overgezet die woord aan gaf. Waarde Heer VolksvertegenwooriW\ Wij komen juist kennis te nemen 1 vanj schrijven door het Ministerie van (ld'orj sche Zaken aan Ued. gericht in ant"oO| ons verzoekschrift. Wij danken U hartelijk voor uwe lende tusschenkomst en veroorlooven volgende opmerkingen te maken L- het antwoord van den heer M J Wij kunnen niet aannemen dat e J van het Ministerie voortdurend de 1° I der wet naar hunnen zin verander eene beteekenis aan geven tegensbJ deze van den wetgever. fiJ Art. 1 der wet van 1919 op de Brussel, 23 Juni 1923. Heer Iolhsvertegenwoordiger U hebt mij het verzoekschrift aanbevolen van de Samenwerkende Vennootschap van het Arr. Veurne-Dixmude, betreffende de vergoeding voor wederbelegging aan de over nemers van rechten op oorlogsschade. Het staat vast dat de wet aan de geteister- den het recht geeft om hunne rechten op ver goeding van oorlogsschade at te staan. In strijd met de bewering van de S. uit hel Arr. Veurne, werd dit recht nimmer dooi het departement van Ekonomische zaken betwist. Blijft te weten welke vergoeding men moet toekennen aan degenen die dergelijke rechten aangekocht hebben. De rechtvaardigheid eischt dat, als een geteisterde door oorlogsfeiten zijn onroerend goed verloren heeft, de Staat hem eene vol doende vergoeding zou schenken omzijn goed te herstellen. Echter heeft de Wetgever niet gewild dat deze vergoeding eene venijking aan den bevoordeeligde zou verschaffen. In dezen gedachtengang stelt de wet de sleet geheel of gedeeltelijk ten laste van den geteis terde. Als men de sleet aftrekt, verwezentlijk de geteisterde geen winst. Hij verkrijgt een goed gehjk aan hetgeen hij verloren heeft. Eens dit punt vastgesteld, zou het stout moedig zijn te beweren, dat de wetgever zich edelmoediger heeft willen toonen jegens een overnemer dan jegens den geteisterde. Dat is echter de beslissing welke men noodzakelijk verplicht is aan te nemen als men de grond slagen aanvaardt waarop de voormelde S. V. hunne redeneering vestigen. Er bestaat een diep verschil tusschen de geteisterden en de overnemers. Deze laatste hebben geen werkelijk goed verloren. In de meeste gevallen werd de af stand gedaan voor eenen prijs die verschilt tusschen een en tweemaal den prijs 1914. Soms is de prijs van den afstand zelfs minder dan de waarde 1914. De prijs der onroerende goederen, door een huurder bewoond is minstens verdubbeld sedert den oorlog. Niet bewoonde onroerende goederen (en de onroerende goederen herop gebouwd, met het geld der oorlogsschade,zijn, vrij van alle bewoners) werden verkocht tegen di ie en vier maal den piijs dien de eigenaars er in 1914 voor konden geven. De overnemer bevindt zich dus in een bevoordeeligden toestand tegenover de<>eteis- terde. Ten einde de gedachten te vestigen is het volgende eenvoudig en treffend voorbeeld voldoende zegge een vernield onroerend goed ter weerde als nieuw in 1914 van 10.000 Ir. Als de sleet 10 en de vermenigvuldiger voor den opbouw 5.5 is zou de staat volgens <le leden der S.W.V. van het Arr. Veurne de moeten uitgeven g.000 waarde 1914 45.000 aanvullende vergoeding V00r ---- wedei'belegging F tot. 54.000 fr. Daar het heropgebouwd goed eene koopwaat de heelt gelijk aan drie inaal^* waarde als nieuw 1914, zegge 30ooo maakt de overnemer eene winst 1) van2oo fr. als de afstand gedaan werd voor den pt die het onroerend goed waard was in 2) van 10.000 fr. als de afstand gedaan voor het dubbel der waarde van het gOe(1 1914. Ten einde aan den overnemer toe te laf deze winst van 20.000 of 10.000 fr. te mak, is de Staat verplicht 54.000 fr. uit te gevet Kan men ernstig volhouden dat dergeli verrichting in overeenstemming is niet ekonomisch belang des lands. Het vraagstuk der woonhuizen (woning dat het eenig argument is dat men tegeno de thesis van het departement kan steil moet met de minste kosten opgelost word waarbij men onder andere zijn toevlucht net tot het stelsel ingevoerd door de wet op goedkoope woningen. Geen onpartijdig mensch zal aan departement een verwijt maken als het Rechtinstellingen aangaat, in dergelijke gei len, art. 17. der samengeordende wetten te passen. Natuurlijk onderzoeken de Rei banken elk geval in het bijzonder en hm beslissingen kunnen dan oök verschillen v iedere zaak. Als de Hooidcommissaris van den Staal het Departement meenen dat de toegeke vergoedingen overdreven zijn,wordt er ben aangeteekend en is het geschil aan deel van het Hof onderworpen. Als de betwiste som geringer is, is het beurd dat het Departement aan dengeteiste voorgesteld heeft, door de bemiddelingi den Hoofdcommissaris, geheel of gedeelte af te zien van de vergoeding waarover geschil loopt, doch deze pogingen hebl geen ander doel dan aan den geteisterde te laten, onmiddelijk het gedeelte der verg dingen te ontvangen waarover geen betwis loopt en het beroep te vermijden. Gelieve, Heer Volksvertegenwoordiger, verzekering mijner hoogachting te aanvaart V. den Minister De Kabinets oversi Aan den Heer Baels, V olksvertegenwoorli. van het Arr. Oostende, Veurne, Dixnud 3) geteist® er volgend Demandez aux propriétaires d’une automobile Citroen, ce qu’ils en pensent. H Ministerie van Economische Zaken Cabinet van den Minister

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 4