TE VELDE
il
I
•1
I
tffli]
lil
d
jl
IT
|Jaanbaa-
met de zaken over oorlogs-
d
Hi
:es
25-8-23
’t Ypersche
beti
lert'i
ter :egen het beheer
tel de rechtcollege’s voor oorlogsschade de be
T
|°ndom
rchief
}a9boek-Roman uit het laatste offensief
door Lodewijk Arend.
en de
;n tot in den schelf gevlogen,
vlaag gasgranaten spat open
En ik ook niet.
Denken ze dat wij zinneloos zijn of ook
bedronken gaat Kierpoos voort.
Er is- nieuwe artillerie bijgekomen 1
troost Peet. Waar is de luitenant
Ik weet het niet.
Tot later.
Alles is zoo kalm geworden en zoo stil dat
men zou zeggen dat wij uit liefhebberij tegen
dien schelf in de zon zijn gaan liggen om wat
uit te rusten na een uitstapje. Wie zou denken
dat wij binnen eenige uren weer in ’t vuur
moeten
De mannen worden geteld, de afwezigen
opgeschreven, bevelen komen toe en zoo gaat
de voormiddag rustig voorbij.
Na den middag worden toebereidselen ge
maakt voor den aanval. De manschappen wor
den uitgezet in de gracht die langs den steen
weg loopt. Ik moet met Kierpoos en Lenoir
gaan post vatten in de gracht langs den ande
ren steenweg die den vijand inloopt.
Te drie uren beginnen onze kanonnen te
vuren van vijftig meters vóór‘ons begint het
spervuur om steeds verder en verder den
vijand op te gaan. Weldra is ’t aan onze beurt
om vooruit te springen. Maar de vijand die
zeker dezen tegenaanval vreest begint gansch
het terrein te overzaaien met obussen. Zes,
zeven granaten springen in eens rond ons
open en sommige daarvan verspreiden weer
dien prikkelenden geur-van-verleden nacht.
Het kruispunt der baan waar wij liggen heeft
vreeselijk te lijden.
Wij maken ons zoo klein mogelijk en zitten.
j'jp Till
1
- IJTI IMIlllw'JIT,
Bij het hof te
hebben op de belangen van de Schatkist.
De regeering is -het eens geweest met de
verklaring die in de Kamer door den heer de
Liedekerke werd afgelegd.
De heer de Liedekerke, die het eens is met
de regeering, zegt in zijn verslag dat het door
België gegeven woord zal gehouden worden en
de schade vergoed. Hij heeft het der regeering
niet lastig gemaakt en haar niet verdacht de
wet te willen ontduiken. Het past niet dat de
verklaringen der leden van het parlement de
verdediging der algemeene belangen zouden
belemmeren.
Baron de Sadeleer. Niemand vraagt dat.
De heer Van de Vyvere, minister vanoecono-
mische zaken. Dan zijn wij het eens.
De heer Van Overbergh. Er zullen dus
nooit twee reeksen van geteisterden zijn
De heer Deswar te. Natuurlijk niet.
De heer Van de Vyvere, minister van cecono-
mische zaken. Nooit!
De heer de Sadeleer zegt niet te willen dat
de Staatscommissarissen stelselmatig de aan
vragen der geteisterden zouden afwijzen. Zij
zijn echter om op deze aanvragen kritiek uit
te oefen en ze grondig te onderzoeken.
Baron de Sadeleer. Zij moeten onpartij
dig zijn.
De heer Van de Vyvere, minister van cecono-
mische zaken. Het belang van de Schatkist
moet evenzeer verdedigd worden als dat der
geteisterden.
De heer Deswarte. Bij artikel 4.5 van de
wet kunnen voorschotten toegekend worden.
In logisch verband hiermede wordt bij artikel
48 hieraan toegevoegd dat de titels zullen,
vernietigd worden wanneer erkend wordt dat
het voorschot de geleden schade overtreft en
dat nieuwe titels zullen overhandigd worden
voor het bedrag der definitieve erkende schade.
De opmerking van den heer de Sadeleer
verdient echter dat men er bij stil houdt.
De geteisterden moeten gerust gesteld wor
den. De voorschotten langs bestuurlijken weg
vastgesteld en deze bij vonnis toegekend
moeten niet op denzelfden voet gesteld wor
den.
De voorloopige vonnissen zijn vonnissen,
doch de Staat en de geteisterden kunnen er
tegen in beroep gaan. Als de termijn om in
beroep te gaan verstreken is, legt de Staat de
beslissing ten uitvoer, doch dit stelsel mag
den rechter, die het provisioneel vonnis
Van de Vyvere, minister van cecono-
Het valt mij pijnlijk van den
Sadeleer het verwijt te hooren als
j]fals uitvoerende macht ingrijpen in de
Eechtsbedeeling. Zijne redeneering werd in
L commissie der Kamer onderzocht en het
Cslag van den heer Carton de Wiart bewijst
L deze gronden ernstig in overweging wer-
1 Ben genomen.
pe commissie achtte mijn antwoord af
boende. Het is dus onbillijk te beweren dat de
Kamer deze zaak niet onderzocht heeft ver-
Ltsde commissie over dit punt heeft beraad
slaagd. De bewijsvoering van den heer de
ii Sadeleer heeft de commissie niet overtuigd,
cis jiedaar alles.
a I Baron de Sadeleer. Geen woord werd
vli geantwoord op mijne bewijsvoering, noch op
ai die van den heer Magnette. Het ontwerp is
zeer ingewikkeld. Ik erken nochtans dat negen
eh tienden van de bepalingen uitstekend zijn.
De heer Van de Vyvere, minister van cecono-
kaLiische zaken. De geachte senator komt
b tor een ontwerp te staan dat door beide
sla Kamers'werd onderzocht hij zal dus willen
inzien dat, vermits hij de negen tienden ervan
eli pedkeurt, hij dus ook voor het kleine punt,
larop hij doelde, van zijn tegenstand zal
oeci) sfciea.
Het tweede deel van de redevoering van
|denheer de Sadeleer is ernstiger. Het bevat
van ceconomische zaken en
reels en Ballings, dat is alles wat ik nog over
heb in mijne sectie.
XXIII.
In ’t Vuur
Eh, Jef, langs hier Peet
Zijt gij daar, Lodewijk welk genoegen
u terug te vinden
Duizend gelukken, vriend, dat wij me
kaar nog terug zien, ’t Ging er slecht verleden
nacht. Maar waar komt gij vandaan
Ik kom van bij den Commandant, waar
ik dienst doe als eerste sergeant.
- Hoe was ’t langs uwen kant
Wij hebben in allerhaast moeten opkra
men. De vijand is tot tegen onzen post geko
men, zelfs werden drie duitschers gevangen
genomen die tot tegen de batterijen doorge
drongen waren. Die mannen waren zat.
- Zat
Ja, bedronken, ’t Schijnt dat zij voor
den aanval zoo veel rhum gekregen hadden
dat zij als bezetenen vooruit stormden.
Hoe is de toestand nu
De lijn is weer hervormd, op 400 meters
verder achteruit. Dezen namiddag zullen wij
een tegenaanval doen om onzen verloren
grond te herwinnen.
Een aanval 1 wij
Ja.
Ik heb nog zes man over en de anderen
zijn al even slecht bedeeld. En wij zijn half
verstikt.
Ik trek niet mêe bromt Kierpoos.
Ik ook niet.
ichuldiging, als zou de regeering er aan den-
uAen de geteisterden van hunne rechten te be-
taiooven.
zin De heer de Sadeleer was de tolk van vage
vruchten, volgens dewelke de regeering hun
het Ut recht onrechtstreeks door bestuurlijke
nepen zou ontnemen. De grond van dit alles
uhet volgende
IMen heeft talrijke voorloopige beschikkin-
uufc® gewezen.
>j|l De Staatscommissarissen hebben in vele
Kwallen eene voorloopige vergoeding voorge-
idi^ld, omdat de industrieelen kapitalen noo-
48
Een beroerde Nacht.
(vervolg)
I aratata’ ratelen de mitrailleusen
pds komei
]!^ene nieuwe
Ai/°m °nS Geen middel méér dan vijf
pou^en d'e on£emakkelijke maskers op te
de f.. U’ Sereen begint vervaarlijk te hoesten,
te-, ‘Ln sPringen uit onze oogen en sommi-
L s,.',r<^en blauw. Na eenigen tijd krijgen wij
"laakt h°P de l’PPen een bijtende geur
_,Trj; et kernen uiterst pijnlijk, bijna onuit-
^*'er er een op den buik stuip-
ti a te grollen, daar een op den rug
uet blauwe plekken in ’t aangezicht,
s ervend, een andere zit met de kin
lono- 6 'vn’®en z°odanig te hoesten dat
Sen ao 6e,n krijgen te scheuren. Moest er nu
roiusgebeuren zoo ware geen enkele
^oodra'h Z’c’a te verweren-
een et klaar wordt stilt het kanonvuur
^Noktert deel der mannen moet naar den
i'i? el schor °eWel mijne oogen branden, mijne
/fttntrek 'k en,mDne borst piept bij iederen
ll k ei naa’r T 'k er n'et toe besluiten mij
^Ven Ro en el°kter te begeven. Met mij
gter, Slop, Lenoir, Kierpoos, Kar-
behoud van later onderzoek
schade.
Deze voorloopige beschikkingen werden
ten uitvoer gelegd. De toegekende sommen
weiden uitbetaald. En nu moet een vonnis
over den grond worden geveld. Te dien einde
nemen de Staatscommissarissen hunne toe
vlucht tot alle bewijsmiddelen. En daarvoor
is het geachte lid beducht. Een vonnis dat ten
uitvoer werd gelegd is voor geen betwisting
meer mogelijk. Maar het vonnis zegde dat
men een voorschot toekende onder voorbe
houd van alle rechten
Zoo uit het grondig vooronderzoek blijkt
dat de toegekende som het recht van de
geteisterden overschrijdt, zouden wij dan
geen teruggave mogen eischen Dit staat in de
wet. De diatribe van den geachten senator
beteekent dat wij geen wettelijk verhaal zou
den kunnen hebben op voorloopig toege
kende vergoedingen.
Ik moet bekennen dat de gevallen waarin
de Staat beweert dat het verschot meer
bedraagt dan wat moest betaald worden,
uiterst zeldzaam zijn en slecht hun verklaring
vinden in overdreven aangiften van de geteis
terden.
Wanneer een geteisterde oprecht is geweest,
staat hij niet bloot aan verrassingen die pro-
visioneele beslissingen werden onder voorbe
houd getroffen en het recht van navorsching
der Staatscommissarissen was onbeperkt
wanneer het gold den grond was de zaak te
bespreken.
De wet is uitdrukkelijk. Ik kan niet anders
verklaren dan dat de commissarissen zorgvul
dig onderzoeken op welk bedrag de definitieve
vergoeding moet vastgesteld worden.
De heer E. Nolf, verslaggever. Artikel
48 van de wet schrijft het voor.
De heer Van de Vyvere, minister van econo
mische zaken. Bij mij werden klachten in
gediend wegens het hooger beroep dat men
aanteekende. De heer de Sadeleer protesteert
tegen sommige zaken die in hooger beroep
kwamen. Nochtans moeten de personen die
een voorschot bekomen hebben zich onder
werpen aan de termen der wet en weten dat
het eindvonnis moet geveld worden.
De Staatscommissarissen moeten het oog
I hethofte Brussel blijven zaken onop-
I Ik zal aan de gewone rechtbanken een
i van deze zaken overmaken.
Deswarte. - Het hof van Gent is
1 loet het zal zich gemakkelijk kunnen
^iet overiabi
*>ig l»“de"
•schade.
De heer
-mische zaken.
heer De ~--
.^ou i-
dig hadden en men hen in de mogelijkheid
wilde stellen hunne bedrijvigheid te hervatten.
Dit alles geschiedde natuurlijk onder voor-
--- -van de volledige
ad1
>rel
schiet-
^ssebet
1
r
ns
ll
:il
iff I
al:
li
p/i
11
of
ill
Oil
)ii
II
-nrmii. i iiiiiimi iMinmurnniiiiiiiiingm