Buiii Radio VILLE D’YPRES - AVIS aan ‘ennen. 3i-8-23 Ministeriën van Justitie en van (Economische Zaken Extrait du Memorial administratif de la Province de l’année ig23. L’autorisation nécessaire pour 1’installation d’appareils radio-électriques de réception doit être accordée par 1’Administration des Télé- graphes et des Téléphones. Aux termes de 1’art. 2 de la loi du io Juillet igo8 nul ne peut, sans une autorisation préa- lable du gouvernement, établir, faire ou laisser établir ou fonctionner des appareils a radia tions électriques, susceptible's de servir ou de nuire a la correspondance. Toute infraction a cette disposition sera punie d’une amende de 200 a 2000 fr. et d’un emprisonnementde8 jours a un anou d’une de ces peines seulement. Le Bourgmestre, R. COLAERT. a an Wet houdende wijziging van zekere bepalingen der wetten op de Hoven en Rechtbanken voor oorlogsschade, en op het herstel der uit oorlogsfeiten voortspruitende schade. Wi. besluit* ten j sb^an thans enkel voor de voorschrif- w-Snrier Wet van 10 Me’ I9I9 en in die voor- er> besluiten wij als volgt, hether[W(’ Rechtbank zal verklaren, dat r eleg in kwestie anti economisch is aan de Recbtbank zal ons, zoowel dan W'e anders de herbelegspremie toe- A. V. I ^\Lvonden worden, dwaas genoeg rfl°peillke contracten te sluiten? I^^ocht dus de vergoedingen van de Juf- I P' s mits de som, verklaard in den aki, I ’’""Co0 Frs’ waarbij nog ettelijke hon- l'^e^ranken bijkwamen voor bijbehoorten. I^1 e oorlogsschade wordt door den Staats- I issaris beraamd op weerde 1914 nieuw I^^Frs. Hij heeft dus meer dan driemaal weerde 1914 gegeven, buitengewoon hooge lde. want de middenprijs aangetoond door K^üke openbare verkoopingen van oorlogs- I hade geeft op, rond de 1 1/2 keeren de Iweerde I9H- I Speculatie natuurlijk, in den zin dat hij een contract heeft getroffen waar hij meende I ofiit te kunnen aan doen. Andere contractei Eerden niet gesloten, tenzij door krankzin nigen. I Behendige speculatie dit valt zeer te be twijfelen. De hoogste vergoeding die hij te (verwachten heeft zal 7.000 plus (7.925 X, 3,5,) Kij 34.737,5° Frs. bedragen, dus enkel genoeg lom een gewoon burgershuis te zetten. Zal hij |dit ooit kunnen verkoopen, in eene landsche Lemeente, aan 20.000 Frs. Het blijft erg te twijfelen. Maar nog indien onze frank geble ken was aan de weerde van April 1921, bijna Eubbele weerde van nu (1 pond 100 Frs.), Lu hij 20.000 Fr. hebben kunnen terugvin den?, bijna zeker niet. Ander standpunt, had hij zijne 20.000 Fr. eene andere belegging ge geven, b. v. ponden aangekocht of landen aan gekocht, zou hij niet veel behendiger specula tes geweest zijn Voorzeker ja. Het komt dus eigentlijk hierop uit, ieder verstandig man als hij contracteert, specu leert of anders houdt hij op van verstandig te zijn. Tusschen al de speculateurs zijn het de aankoopers van oorlogsschade alléén die men treffen wil, het is te zeggen, deze die den feensch van den wetgever, den heropbouw der verwoeste streek, hebben helpen ver- wezentlijken. ALBERT, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt Artikel 1. De duur van het mandaat der leden van de rechtscolleges voor oorlogs schade wordt op ten hoogste één jaar vastge steld. Art. 2. Bij afschaffing van eene kamer wor den de leden van het rechtscollege wier man daat een eind nemen moet, in het koninklijk besluit bij hunnen naam aangeduid. Art. 3. Behalve voor de zaken in beraad, kan de Koning, in de mate en op de wijze door hem bepaald, de voorzitters, kamervoor zitters of ondervoorzitters, van de rechtscol leges voor oorlogsschade, zelfs gedurende den loop van hun mandaat, door magistraten van de rechterlijke orde vervangen de medewer king der assessoren afschaffen, zelfs geduren de den loop van hun mandaateen einde stel len aan het mandaat, zelfs gedurende den loop daarvan, van de griffiers en adjunct- griffiers; de bevoegdheden van gemelde rechtscolleges geheel of gedeeltelijk aan de Hoven en Recht banken van gemeen recht overdragen. In de aldus voorziene gevallen neemt het ambt van de magistraten, griffiers en adjunct- griffiers van rechtswege een eind vanaf den dag der inwerkingtreding van het koninklijk besluit. Art. 4. Bij dading kunnen geregeld worden, overeenkomstig artikel 42 der wet van 25 April 1920, gewijzigd bij artikel 2 der wet van 23 October 1921 op de Hoven en Recht banken voor oorlogsschade, welk het bedrag van den eisch ook zij i° Het herstel in natura 2° Het herstel krachtens de samengeordende wetten op de uit oorlogsfeiten voortvloeiende schade verschuldigd aan de provinciën, ge meenten, openbare inrichtingen, alsook aan de ondernemingen die eene concessie op het openbaar domein in bedrijf hebben 3° Het aan de burgerlijke oorlogsslachtof fers te verleenen herstel 4" Het herstel te verleenen tot het weer bebouwbaar maken van de gronden, waarop de wet van i5 November 1919, gewijzigd door deze van 8 Augustus 1922, van toepassing is, alsmede het herstel te verleenen aan de eige naars van verwoeste landerijen die hunne gronden weer bebouwbaar hebben gemaakt c p eene der wijzen voorzien bij de artikelen 12, i3, 14 en i5 van het koninklijk besluit van 3o Augustus 1920, genomen ter uitvoering van de wet van 24 Februari 1919. Art. 5. Hooger beroep kan, voor elk besluit over den grond der zaak worden ingesteld tegen vonnissen, waarbij een deskundig onder zoek wordt bevolen. Is het vonnis te niet ge daan en de zaak zoover gebracht dat hierom trent eene eindbeslissing kan wordengegeven, dan kan het Hof meteen, bij een en hetzelfde vonnis, over den grond der zaak definitief uit spraak doen. Bij bevestiging van het vonnis, wanneer de zaak zoo ver is gebracht dat hier omtrent eene eindbeslissing kan worden ge nomen, kan het Hof de zaak aan zich trekken, zelfs van ambtswege, zoo de Staatscommissa- ris of de geteisterde zich daartegen niet ver zetten. Art. 6. De Staatscommissaris bij het Hof van beroep voor oorlogsschade, bijzonder gemachtigd door den minister van (Econo mische Zaken, en de geteisterde kunnen, zoo lang de debatten voor het Hof niet zijn geslo- En welke is de straf die de staatscommis saris voorstelt toe te passen noch min noch neer dan een verlies van 21.000 Fr. f20.000 plus onkosten) min 7000 Fr. ’t is te zeggen van 14.000 Fr. Het middenbestuur in zijn dreigenste hou ding tegenover den aankooper, heeft nooit durven zoo ver gaan. In zijn laatste wetsvoor stel van Juni-Juli laatst, heeft het gestipu leerd, art. 5., dat er in geval van speculatie vooruit en vooral aan den aankooper zal te ê°ede komen zijnen aankoopprijs, met alle ijhoorige kosten, uitgaven en intresten. En verzamelde commissien van kamer en senaat, hebben in hun verslag gedrukt le enatavait expressément marqué sa volonté, e. ninfliger au cessionnaire nulle autre Divation, que celle d’un benefice es- Dit is dus klaar ten slechtsten mende, moet er aan D. toegekend worden, O-OooFr. plus de onkosten, plus de intresten i.'Z’ ni’n'mun 23.000 Fr. En men vergete dan 'Ct 1 at bet doel der wet op de oorlogsschade p6tZal bereikt zijn. Immers mits die 23.000 jr' 2a' niet verplicht zijn terug te bouwen. pendeel, mits 34.737.50 wordt het open- nUt van herstel verwezentlijkt. I aar dergelijke kreet van verontwaardiging °Pgeiezen tegen dit wetsontwerp, dat de (jebBeiIrig het niet heeft durven aanbieden in \ve (.amei’ hat het sine die is verdaagd ge- A’an h ’enC men erwaars9hynlijk nooit meer ten, afzien van het door hen ingesteld beroep tegen het vonnis, dat voor het Hof werd aan gebracht. Het afzien geschiedt bij verklaring ter grif fie van het Hof of ter terechtzitting waarop de zaak werd opgeroepen. De verklaring ter griffie van het Hof wordt gedaan in eigen persoon of bij ter post aange- teekenden brief. De griffier geeft daarvan kennis, bij ter post aangeteekenden brief, aan de in beroep gedaagde partij. Het Hof geeft akte van het afziei). Door het afzien wordt de kennisneming der zaak aan het Hof onttrokken onaangezien elke tusschenkomst der in beroep gedaagde partij. Deze kan beroep bij tusschengeschil instel len overeenkomstig artikel 443 van het Wet boek van burgerlijke rechtsvordering, zoolang het beroep over de hoofdzaak blijft bestaan. Art. 7. De termijn van veertig dagen, voor zien bij lid 2 van artikel 6g der wet op de Hoven en Rechtbanken voor oorlogsschade, loopt vanaf de beteekening der beslissing, waartegen beroep is ingesteld. De termijn van acht dagen, voorzien bij lid 3 van ditzelfde artikel, wordt tot op dertig dagen gebracht. De termijn van twee jaren, voorzien bij arti kel 74 der samengeordende wetten op het herstel der schade voortvloeiende uit de oorlogsfeiten, loopt, in geval van wederbeleg- ging, vanaf den datum, tot uitvoering van de wederbelegging bepaald in de eindbeslissing over de vordering tot herstel. Art. 8. De artikelen 73 en 81 der samen geordende wetten op de Hoven en Rechtban ken voor oorlogsschade worden gewijzigd als' volgt Alt. 73. De wetfelijke vertegenwoordi gers der onbekwamen kunnen, zonder eeni- ge machtiging, in dezer naam, de rechts vorderingen instellen, voortvloeiende uit deze wet. Wat hare persoonlijke goederen betreft, kan de gehuwde vrouw die rechtsvorderin- gen instellen zonder den bijstand van haren man en, onder dezelfde voorwaarden, het bedrag harer vergoedingen ontvangen, be- houdens verzet van den man, beteekend aan het bureel der overdrachten en pandgevin- gen. Art. 81. De akten, uittreksels, afschriften, uitgiften of alle andere stukken bestemd tot het bewijs, hetzij van het bestaan of van het bedrag der schade, hetzij van de hoe danigheid of van de bekwaamheid der be langhebbenden, kunnen voorgelegd wordèn de rechtbanken voor oorlogsschade of aan de met de uitbetaling der vergoedingen belaste agenten, zonder vooraf onderwor pen te zijn geweest aan de formaliteiten van zegel en registratie. Kondigen de tegenwoordige wet af, beve len dat zij met ’s Lands zegel bekleed ‘en door den Moniteur bekend gemaakt worde. Gegeven te Brussel, den ign Augustus 1923.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1923 | | pagina 3