a
II
I
r
WOONHUIS
met schuurken en 42 aren 90 ca. land, sectie
A, Nrs l3o6, i3oy, ï3o8, tegen de grenzen
van Beveren.
Woensdag 10 Jonari 11)24
om 3 uur stipt namiddag,
Instel met Premie
Alle slag van Schoenmakersartikelen
1 w
EEN familiefeest
4 m
Stad Rousselare, wijK de Tassche
r I
Landerwijn Isidore,
Studie van den Notaris VAN ISSACKER
te Hooglede.
prachtig, met de wel
van Commandant Ver-
ter herberg In den Bonten Os bij Jw Elisa
Vanhecke te Keveren bij Rousselare, op
de plaats
EEN KLOEK
Gebruikt door Vandendriessche aan 200 fr.
’sjaars valdag in Mei, zonder pachtrecht.
Leder Tigen Nagels
Caouthouc «Wood-Milne» Galochehouten
Alle slag van afval voor schoenvermakers
Specialiteit van gesneden lederen schoenband's
Henri E K I O T
Poperinghestraat, 6 (bij de statie), Yper.
Bevelhebber stelde den heildronk
Majesteit de Koning en de
’jke familie... rechtstaande aanhoord
Mijne Heeren,
Laat ons ook toe, pompiers, den jubilé
van onzen Commandant te vieren.
t Is met een ware voldoening en ook niet
zonder ontroering, dat wij dien dag hebben
zien aanbreken, dag waarop het ons gegeven
wordt onze hulde en dankbaarheid te betoenen.
Den in December laatst was het vijfen
twintig jaar geleden dat M. Maurice Vergracht
in dienst trad bij het Pompierskorps van onze
stad, als Onder-Luitenant.
Van de beginne af was de nieuwe officier
een voorbeeld van plichtsbesef, nauwgezet
heid in den dienst en liefde tot het ambt van
pompier.
Dadelijk vertrouwde men hem het toezicht
over het materiaal iedereen weet hoe nauw
keurig hij dat ambt waarnam.
Wat in andere steden voorviel en nog
voorvalt hebben wij hier in die 25 jaren nooit
ondervonden nooit gingen de pompiers ’t zij
op dienst of naar den brand, of al hun mate
riaal was in orde, wekelijks, ja soms meer
malen per week deed den Luitenant zijne
ronde en onzen brandgezel zal mij niet tegen
spreken als ik zeg dat hij in het arsenaal alles
ziet.
Zoo verliepen de jaren. De Luitenant
Vergracht was pompier uit liefhebberij, ver
kleefd aan zijn ambt, rechtveerdig, juist voor
iedereen, bemind door al de mannen, den
eersten en ook altijd den laatsten, zoowel in
dienst of in ’t gevaar; geen enkele dienst is er
geweest ofhij was er tegenwoordig.
In ’t jaar igoö eerste Luitenant genaamd,
werd hij om zoo te zeggen den rechter arm
van den toenmaligen Commandant M. Baus.
Zich zelven volstrekt meester in het ge
vaar, nam hij in zulke oogenblikken doelmati
ge beslissingen, wij hebben hem aan ’t werk
gezien in den groeten brand van het krank
zinnigengesticht voor mannen, ’t was wel de
man die kalm bleef in het gevaar.
In igi3 als M. Ch. Baus om gezondheids
redens verplicht was den dienst te verlaten,
was het zijnen en ook den wensch van al de
pompiers, geen enkelen uitgezonderd de
Luitenant Vergracht werd dienstdoende be
velhebber.
Dan kwam de beschieting en vernieling
van gansch de stad, de Yperlingen verlieten
gedwongen hunne moederstad, alles achter
latende, alles... neen... wij Pompiers... wij
hadden hier eenen schat... onze voorouders
hadden een pand gekregen van Z. M. den
Koning Leopold I, ons vaandel; vooraleer de
stad te Verlaten jedde onzen bevelhebber dien
schat,en trok ermede Frankrijk in, einde April
igr5. Gansch den oorlog zorgde hij ervoor en
was zoo gelukkig en fier later dien zijne pom
piers en stadsgenooten weder te kunnen over
handigen.
Na den wapenstilstand toonde onze be
velhebber hoe bekwaam hij was in het opnieuw
inrichten van het korps.
Aan zijnen oproep tot de mannen van
bleef niemand te kort, het is nog te
maar iedereen van
ons herinnert zich nog met welken geestdrift
de pompiers den terugkeer van hun vaandel
en hun eerste Patroonfeest vierden.
Over weinige middelen beschikkende,
maar bezield met taaien iever en wilskracht,
is er den Commandant in gelukt, hier in de'
vernielde stad in zulke moeilijke omstandig
heden, bijna zonder hulpmiddelen een korps
herin te richten, een korps, welke grootere
steden ons benijden.
Hoe klein ook in getal, wij zijn sterk door
onze vriendschap en broederlijkheid telken
male de plicht ons roept zijn wij daar, omdat
wij aan ons hoofd een man bezitten die als
een voorbeeld is voor iedereen. Altijd en
overal is hij de eerste en de laatste, de dienst
is nu geen last meer, ’t wordt een verzet, het
gevaar, dat bestaat voor ons niet, want wij
worden voortgestuwd door zijn woord, door
zijn voorbeeld, in een woord de Commandant
Vergracht is niet alleen pompier met hert en
ziel, maar hij is de spil, de ziel van gansch
het korps.
Daarom, Mijne Heeren, wanneer de jubilé
van onzen Commandant wordt gevierd, wan
neer het kruis van eerste klas, voor bewezen
diensten hem wordt geschonken, is het een
feest en eene eer voor ieder van ons wij zijn
gelukkig en fier want hij aanziet zijne pom
piers als zijne groote familie.
»Wij weten wel dat wij in de onmogelijkheid
zijn die overgroote diensten van onzen Com
mandant te herdenken, maar wij willen too-
nen dat wij pompiers, dankbaar kunnen zijn
voor al hetgeen hij doet voor het korps in het
algemeen en voor ieder van ons in het bij
zonder.
Die 25 jarige loopbaan kan versmolten
worden in die twee woorden plicht en opof
fering.
Die twee woorden waren voor ons een
richtsnoer, een gedacht, wij vroegen aan een
kunstenaar voor ons een beeld te beitelen, de
opoffering en plicht van een pompier verbeel
dende en dit kunstgewrocht bieden wij U aan.
Commandant, in naam van al uw mannen,
aanveerd dit geschenk, ’t zal voor U een blij
vende herinnering wezen van dezen heugelij-
ken dag en voor ons een zoete voldoening.
Om te eindigen een wenschmochten wij,ver-
eenigd zooals wij nu zijn, U nog lange jaren
aan het hoofd van het korps bewaren tot wel
zijn van ons allen en tot welzijn van gansch
de stad Yper, en nu mannen Leve, onze
Commandant.
Twee wachtmeesters brachten het geschenk,,
een bronzen prachtstuk een pompier ver
beeldende die een kind redt uit een brand
op het voetstuk, in marmer, staat geschreven
Aan M. MAÜRICE VERGRACHT,
Bevelhebber van het Pompierskorps van Yper
1898 1923
Zijne dankbare Mannen.
De zaal dreunde van het gejubel van de
mannen en in eene opwelling van erkentelijk
heid drukte iedereen de bevelhebber de hand...
Velen waren ontroerd en wij zagen menigen
een traan wegpinken. De bevelhebber zelf
was ontroerd.
Dan stond de achtbare heer Burgemees
ter recht en bedankte, namens de stad, den
heer Vergracht voor de overgroote diensten
door Hem bewezen aan de stad en aan de
Yperlingen. Namens den Schepenraad over
handigde de heer Burgemeester aan M. Ver
gracht eene prachtige zilveren coupe waarop
geschreven staat
Le Collége Échevinal de la Ville d’Ypres
d son Commandant des Pompiers
1898 1923
Bloemen kwamen toe... in een woord,
’t was toch zoo hertelijk, zoo gemeend, zoo
in familie.
Dan stond dë heer Bevelhebber recht om
iedereen te bedanken. Hij was ontroerd en
iedereen met hem.
Ondertusschen dreunde het in de zaal van
Leve onze Commandant en hij mag er wezen,
Zonder onze Commandant kunnen wij niet zijn.
Zoo duurde het feest in Ypersche leute en
vlijt... en eindigde in eene prachtige sérenade
welke de pompiers brachten aan de waardige
gade van onzen Commandant.
En nu Commandant nog vele jaren... en
hertelijk PROFICIAT.
Een die er bij was.
dag laatst was het feeSt bij onze Pom‘
,t Was S‘e Barbara, den Jubilé van hun-
$iefS’rdienstelijken Commandant als 25 jaar
oeI1'r de uitreiking van de eereteekens
nk-pn door het Staatsbestuur.
de Harmonie Ypnana aan het
4d eerst het vaandel afgehaald en dan te
ffien onder het spelen van opwekkende
1 ^arrhen naar de S* Maartenskerk waar
mis van II 1/2 uren werd opgedregen tot
|ele lafenis van de overledene pompiers van
yper.
Binst de H. Mis zongen de gebroeders
0aertverschillende motetten meeslependen
,111Stig uitgevoerd.
Binst de Consecratie plechtig oogenblik,
ie klaroenen schalden en Ypriana bege-
eidde in sourdine Aux Champs
Made H. Mis in stoet naar de groote markt
oor de uitreiking der eereteekens.
gen schoon en plechtig oogenblik, M. de
BurgemeesterColaert, Schepenen MM. Sobry,
tader Mersch en Van Nieuwenhave, Ge
meenteraadsleden MM. Bouquet, Declercq,
amen het muziek en pompiers in oogen-
Louw. Diep ontroerd was iedereen bij het
aoschouwen van de oude vlag van onze pom-
iers.j een van de zeldzame schatten van voor
en oorlog.
«Ouvrez le ban was het bevel.
Bevelhebber M. Maurice Vergracht vereerd
iet het Burgerlijk Kruis van i‘ klas voor 25
ra trouw en goede dienst als officier.
De talrijke schaar Yperlingen die de carré
mden juichten hertelijk toeBravo
peilingen.
Dan kwamen op de beurt De Heeren
lailleul Auguste en Coutrez Auguste, Kruis
111 r klas.
De Heeren Pyncket Valère, Pintelon Félix,
strinkx Isidore en
Mie van ie klas.
DeHeerenTancré Henri, Beckaert Isidore,
egrou Emile, Desmedt Charles en Pyncket
larles, Medalie van 2‘ Klas.
Nogmaals werd dapper toegejuicht en een
mke Brabanqonne werd gespeeld ter eere
mdie verdienstelijke mannen.
Nu al spelen terug naar de kaai met het
Herlijk vaandel. De Yperlingen ontblooten
erbiedig het hoofd op den doortocht.
Vergracht vergastte muziek en Pom-
Srs al te zamen op een lekker glaasje wijn
"koekjes, ’t smaakte naar den trog om
Het Banket
L vroeger bleet memano te
11/2 uren in het hotel Ypriana maneu- versch in het geheugen,
ffierden onze pompiers dat het waarlijk een
tnoegen was. De spijzen waren lekker en
bloedig, dat strekt tot eer van Jean en
"“toinette.
den eeretafel, voorgezeten door den
pdhebber M.Maurice Vergracht, bemerkten
de Burgemeester Colaert, M. Verwilg-
k’ Boog Koninklijke Commissaris de
eren.Schepenen Sobry, Van Nieuwenhove,
;Mer Mersch de Heeren J. Coomans, de
Witter en Bestuurder der Harmonie
PPriana enz, enz.
e menus waren
4te Photographic
ftcht,
D« Heer
?Or.aan Z.
rPHklijkj -
t0egëjuicht.
iïl/heilnnerde de bevelhebber de mede-
»in 6 ke Pompiers altijd verzekerd zijn
^r.?ern Sta<^sbestuur, hoe dat de Heeren
eester en Schepenen de pompiers zijn
4 n’ dronk op hunne gezondheid met
6 I00P de Heer Burgemeester nog
ïper e®te hunnen bewaren tot heil dqr stad
^Poiri 'l°tS een k°rt bevel A l’ordre al
stilt'erS Stonden recht en in eene plech-
rftvoQjn5m Onzen adjudant G. Delahaye
Ziehier omtrent zijne rede
VAN
I