V
Meis-
en Kijverheiösöond van Yper
ff'
hi
«ver
De Voorzitter,
H. VERMEULEN"
oor al uwe DRUKWERKEN wendt
ter drukkerij C. DUMORTIER.
men
pes te meer dat na den heropbouw hier
cvervloed van
zijn
van
jjjveraai s
Yper, den ion Januari 1924.
n deHeeren Senatoren en Kamerleden.
^Unheeren,
rijg na<^en Wapenstilstand, deRegee-
dk deed opstellen der werken die bij
ij e’d moesten uitgevoerd worden om
kStFeek’ waar het lot van België beslist
aar Vr°eger leven terug te geven, werd
en of steengroeven, moet haren bloei langs
^dere wegen zoeken, de aantrek der toeristen
aD onze puinen, slagvelden en kerkhoven
"feen factoor zijn, het herstellen van den
art naar den Yzer zal een tweede reden van
f bloei daarstellen en het aanlo kken van nij
verheden en aanmoedigingen aan de bevolking
tot het stichten van nieuwe nijverheden door
verschaffen van goedkoop en veel water
A»t de derde en voornaamste factoor wezen.
een
■rvloed van werkkracht zal beschikbaar
l en dat in ons midden een talrijke schaar
i jeugdige en werkzame handelaars en
zich zullen gevestigd hebben, wier
penig verlangen zal zijn van aan den herbloei
van Yper mede te helpen en aldus aan den
erkenden stand bezigheid te bezorgen.
De stad Yper zal, wanneer het stelsel der
waterleiding herlegd door den Staat, en dit
zonder dat het de stad één centiem koste, zal
voltooid zijn, beschikken over eene veel groo-
tere hoeveelheid water als vóór den oorlog
om reden ten eerste dat de inhoud der vijvers
vermeerderd werd door het verhoogen der
oevers en ten tweede door het vertrek der
bleekerij Verschoore en der troepen die om
trent de helft van het beschikbaar water
gebruikten. Er zal dus middel bestaan om de
beginnende nijverheid te steunen en tot bloeien
op te helpen.
Men verlieze niet uit het oog dat de nijver
heid geene woekerplant, geene ondankbare
is. Ver van te leven ten nadeele van het ge
meenschap, ’t is zij die het bestaan verschaft
aan eenieder. De opoffering dat men voor
haar doet wordt honderdvoudig terugbetaald.
Verleent de stad eene hulp, zij zal de belooning
ervan in de toekomst terug vinden. En het na
geslacht zal het niet vergeten.
Het ware dus geheel onberaden en tegen
over het nageslacht eene erge verantwoorde
lijkheid nemen met te durven antwoorden aan
deterugkeerende nijveraars met uitdrukkingen
ils deze gebruikt door een opsteller van het
•Nieuw Yper van 20 Mei 1922 en die over
eenkwamen met te zeggen loopt naar den
duivel.
Het is waar dat op alle kwesties alle gedach
ten mogelijk zijn en iedereen is ervaren in
eekervak en maakt zich dikwijls een verkeerd
oordeel over andere. Maar dat is geene reden
om toe te laten dat zekere personen, die in
hun stiel geen water van doen hebben en mis--
schien meer en gemakkelijker geld verdienen
®et hunne pen en inktpot als deze die het
®oeten winnen met water te gebruiken, dat
eze personen de noodwendigste beginselen
der welstand eener stad ontkennen en tegen
werken.
Wat aangaat het water tegenwoordig gebe-
M door de ondernemers, het spijt mij te
®°eten doen opmerken aan de geteisterden,
le soms van oordeel zouden zijn dit water
Ostelijk te doen betalen, dat de ondernemers
®annen van zaken zijn die kunnen rekenen,
*j bij eene onderneming met alle omstan-
eden rekening houden en dat het ten
e geteisterden zouden zijn die deze
eusting zouden voldoen.
etwezemij toegelaten de «Handelsbond»
fel scherpzinnigheid in deze kwestie,
I "^^wenschen het weze mij ook toegela-
e gemeenteraadsleden te bedanken die
^°°rgestelde maatregel verworpen hebben.
e toekomst zal hen gelijk geven.
L.Een Nijver aar.
kunnen toepassen op de omliggende ge-
meenten, enz.
Wij denken dat deze aanhalingen afdoende
bewijzen dat men het woord besparing ver
keerd toegepast heeft en dat, had ons kanaal
met 1923 bevaarbaar geweest, het ruimschoots
de kosten van herstel zou terug betaald heb
ben.
Maar die fout behoort bijna tot het verle
den. De vaart kan nooit bij tijds gereed zijn
om nog de kosten van den herbouw onzer
streek te beïnvloeden.
Wat het doel moet zijn is de herleving van
Elandel en Nijverheid. Want de taak der
Regeering mag zich niet bepalen onze streek
te doen herleven, zij moet ook zorgen dat er
mogelijkheid weze dat zij levend blijve. Om
dit leven‘te behouden moet onze vooroorlog-
sche toestand terug gebracht wordenaan de
handelaren en nijveraars moet hunnen water
weg teruggegeven worden, opdat zij op gelij
ken voet wezen met hunne mededingers uit
andere steden van West-Vlaanderen. En niet
alleenlijk zal het werk nuttig zijn aan deze
die den moed hadden zich, trots alle moeilijk
heden, hier opnieuw te vestigen maar ook
aan verscheidene belangrijke firmas, die bij
gebrek aan de mogelijkheid van hier opnieuw
hunnen handel te kunnen beginnen, nog steeds
in andere steden gevestigd blijven, zonder te
vergeten verscheidene nijveraars vroeger ge
vestigd te Boesinghe. Steenstraete, enz. die
tot nu toe de toelating van herbouw niet heb
ben bekomen omdat zoogezegd de plannen
der vaart niet gereed zijn, hetgeen eene onge
hoorde nalatigheid mag genoemd worden...
Is het noodig dat wij aanhalen hoe belang
rijk, voor den oorlog, de rol van onzen vaart
hier was Wij hebben menigmaal de aandacht
der Heeren Ministers daarop getrokken en
wij vinden het overbodig de alsdan aange
haalde feiten te herhalen. Overigens, de
mildheid van onze wetgevende machten voor
de groote werken thans in het land uitge
voerd, geven een genoegzaam bewijs der
waarde die gehecht wordt aan het bestaan,
der waterwegen.
Moeten wij voorbeelden aanhalen uit de
geschiedenis van onze geliefde stad om te
toonen hoe innig haar bestaan steeds verbon
den was met dat van den waterloop aan wier
boorden zij eens ontstonde Hoe Yper, door
hare verbinding per water met Engeland, eens
de machtigste nijverheidstad was van West-
Europa En hoe door oorlogen, pesten en
verslijking der Yperlee dien bloei ten onder
ging.
Moeten wij Ued. spreken over de crisis die
zich hier reeds doet gevoelen en die in den
loop van Augustus 11. zeven-en-twintig wer-
kersgezinnen verplicht heeft de grenzen van
Frankrijk over te trekken Een treffend be
wijs dat handel en nijverheid in hunne ont
wikkeling belemmerd worden. Onze bevol
king bedraagt nochtans nauwelijks i3.ooo
zielen, grootendeels levende door de kunst
matige bedrijvigheid van den heropbouw, ter
wijl in 1914 meer dan 18.000 inwoners hier
hun bestaan vonden, dank aan de toen bloeien
de handel en nijverheid.
Wij durven verhopen, Heeren Senatoren en
Kamerleden, dat het ons zal genoegzaam zijn
beroep te doen op de genegenheid die Ued-
tegenover de bevolking van onze streek be
zielt opdat, wanneer bij de bespreking van het
budget van openbare werken de Heer Minis*-
ter Ruzette, de woorden herhalende van de.n
Heer Bauduin in den Senaat in 1922, zal
zeggen Yper heeft het recht eerst en vooral
bediend te wordèn, de kredieten voor het
herstel van ons kanaal met algemeene stem<-
men zullen aanvaard worden.
Gelieft te aanvaarden, Heeren Senatoren en
Kamerleden, de verzekering onzer beste ge
voelens.
De Schrijver,
R. DECLERCQ.
het herstel der vaart van Yper naar den Yzer
in deze lijst begrepen.
Omtrent vijfjaren zijn sedert dien verloo-
pen en nog ligt ons kanaal in zijnen verwoes
ten staat. De Heer Arseele had nochtans
plechtig beloofd dat in 1923 de schepen tot
Yper zouden varen.
De redenen der verwaarloozing zijn ons
onbekend.
Is het de moeilijkheid der uitvoering De
werken bestaan grootendeels in baggeren,
slechts één sluis is te herbouwen en drie of
vier bruggen de sassen van Nieuwpoort, de
havenwerken van Antwerpen en elders stel
den de bevoegdheid der Ingenieurs wat meer
op proef dan het eenvoudig werk dat hier is
uit te voeren.
Zijn het de kosten Maar deze worden
ingeschreven op de begrooting der herkrijg-
bare uitgaven. En daarbij hun bedrag is on
beduidend wanneer men ze vergelijkt met het-
gene thans sommige nieuwe groote staats-
aanbestedingen zullen vergen.
Wij weten dat het ordewoord in de
Ministrieele kringen is besparen, en dat ver
leden jaar de kredieten voor onze vaart onder
dit noodlottig voorwendsel verworpen werden.
Maar mag men betitelen met de naam van
besparingen het verwaarloozen van een werk
dat moet dienen om onze streek te doen her.
leven, dat moet de bron worden van den
welstand van har del en nijverheid, en tevens
van den teruggekeerden werkenden stand.
En om Ued. een begrip te geven van de
verkeerdheid dezer zienswijze geven wij hier
een uittreksel eener petitie door ons afgege
ven op 9n April 1922 aan den Heer Minister
Van de Vyvere
En zie. Heer Minister, hoe verkeerd het
woord sparen in deze zaak aangewend
wordt. Nemen wij tot voorbeeld den herop-
bouw der stad Yper. De schade wordt, zegt
men, geschat op honderd miljoen. Tegen-
woordig zouden de uitgaven beloopen tot
vijf honderd miljoen. De helft van deze som,
’t zij twee honderd vijftigmiljoen zou moeten
dienen om het metselwerk te betalen en
daarvan zou de waarde der steenen de hon-
derd vijf en twintig miljoen overtreffen. Een
groot gedeelte van dit steen, misschien
meer dan de helft, wordt ingevoerd van
streken zooals dë zeekust, het Boomsche,
van waar het vervoer per water mogelijk is,
dus voor eene waarde van zestig miljoen.
Welnu wat bestatigen wij thans het
Boomsche steen wordt geleverd aan de
boorden der Leie te Waasten, Komen en
Wervick aan io5,oó fr., terwijl het in Yper
125,00 fr. moet kosten, ’t zij een verschil
van omtrent 20 Het wordt zelfs voor-
deeliger het steen per water te doen komen
tot aan Waasten en het dan over te brengen
naar Yper per auto-camion, dan het recht-
streeks van Boom per ijzerweg naar hier te
.sturen.
Wat aangaat het steen der kust, dit zou,
naar genomen inlichtingen, vijftien tot
twintig franken per 1000 steen minder kos-
ten, indien het vervoer per water gedaan
indien het vervoer per water gedaan
wierd.
Die verminderingen van vijftien en twintig
toegepast op de zestig miljoen franken
steen, die van die streken ingevoerd wor-
den, geven een boni van verscheidene mil-
joenen, misschien wel voldoende om onze
vaart tot zijnen vroegeren toestand terug te
brengen.
Voor den oorlog was al het zand dienstig
tot het herstel der steenwegen en bouwnij-
verheid per water naar Yper gebracht.
Tegenwoordig moet het vervoer per ijzer-
weg geschieden. Hierook zou een merk-
waardige besparing kunnen gedaan worden
gezien men schat dat er dit jaar 5o.ooo ton
te Yper daarvan zal aankomen en de vracht
per water den prijs per kubiekmeter met 10
franken zou doen dalen.
Wat aangaat het hout, het vervoer per
ijzerweg beloopt op meer dan 20 franken de
iooo kg. Per water zou dit maar een derde
kosten. Als men denkt dat omtrent 20 u/0
van den prijs van een gebouw overgaat in
het aankoopen van het ruw hout, dan staat
men verbaasd over de ontzaglijke som, die
aldus zou kunnen bespaard worden
Verdere voorbeelden zou men kunnen
aanhalen. De voorgaande cijfers zou men
f
XW.
IOOO
J
J_xJ111