DE ROODE LAMP ■il -II ■i Het KcfcOefeest 13 1-3-24 ’t Ypersche Vrij vertaald naar het Engelsch Is. ACHTERGAEL - I - Het is uit de noordsche godenleer bekend, dat de Katten oudtijds eerie voorname rol les cités-jardins et leurs promoteurs A vrai dire, nous disait l’un d’eux avec une mie amère, si le Gouvernement entend nous iver d’un coté il nous a liltéralement com- te del’autre, mais les millions ici dépensés traient pu être économisés il s’agit des metises cités-jardins dont on a bien voulu ous gratifier sans tenir compte de notre avis, ous possédons deux de ces cités, celle du Lalfvaart, comprenant ioo maisons ouvrières long de la route de Bruges et la cité-jardin Ligy, comprenant 140 maisons du type semi éfinitif construites au cours du second se- iestre 1921, sur la route de Zonnebeke. Ces gglomérations ouvrières constituent de véri- ibles heresies au point de vue économique t social. Situées l’une et l’autre a plus d’un ilomètre de la ville, elles isolent de celle-ci 1 population ouvrière qui, répartie autrefois lans toute la ville d’Ypres vivait coude a vuist, zooals 't tusschen eerlijke lieden be taamt. Zooals gij mij hier in vleesch enbeenen vóór u ziet, ben ik een dief. Van jongs af tot stelen opgebracht, ken noch wilde ik een ander ambacht. Gij hebt mj toevallig in ’t bedelgesticht aangetroffen. Dat ik daar niet uit broodnood verbleef, hebt gij aan de knop pen mijner vest bestadigd. Uit hoofde van eenen onlangs gepleegden diefstal hield moe der Justitia een waakzaam oog op mij. Ik heb de vermoedens dier achtbare vrouw van mijnen persoon afgekeerd. Immers, iemand die een rond sommeken geld gepikt heeft, die begeeft zich naar liet bedelgesticht niet. Gij begrijpt? Slim tegen slim, dat is recht. Vroegertijds maakte ik deel van eene groote dievenbende. Thans werk ik voor eigene reke ning. Indien ik alleen gevaar loop, zoo strijk ik alleen de profijten op. Ik heb mij een bij zonder vak gekozen, namelijk het zakkenrol len of beurssnijden. Ik ontlast van hunne geldbeugels, gouden uurwerken, doekspelden en zoo meer andere lieve dingetjes de talrijke brave lieden, die gek genoeg zijn om er mede op de openbare plaatsen te pronken. Voor het oogenblik heb ik eenen strooman of handlanger noodig, dit is een wakkere kerel, die mij in het uitoefenen van den stiel bijstaat. En Op dit - - coude avec les bourgeois, fournissant a ceux- ci du personnel, gagnant sa vie sans sortir de son quartier et constituant une clientèle con stante pour les boutiquiers. On a parqué ces gens en dehors de la cité, les privant ainsi des ressources et de l’agrément de la vie cita- dine. Si leurs habitations, avant la guerre, étaient vétustes et parfois malsaines, c'était le moment de les moderniser, et la place ne manque pas dans nos murs. En éloignant ces 240 ménages, on n’a pas songé aux frais con siderables qu’entrainerait la construction de nouvelles voies publiques destinées a desser- vir ces agglomérations auxiliaires, ni aux con- duites d’eau et de gaz a installer sur de nom- breux kilomètres, ni aux écoles a édifier a proximité des cités, ni aux services spéciaux de police et d’incendie. Si le millier d’habi tants de ces cités ouvrières avait été réparti dans Ypres, pointn’étaitbesoindechemins nou- veaux, d’écoles distinctes, ni d’aucun.supplé ment dedépenses Les architectes de ces cités, vantent le bon marché relatif du prix de re- vient par maison, mais ils perdent de vue les suppléments que nous venons d’énumérer. Si nous remontons jusqu’aux hauteurs de ces mirobolantes conceptions, dont les repercus sions sur la mentalité de la population ouvrière ainsi isolée sont loin d’etre négligea- bles, nous retrouvons une fois de plus les im- muables et solennels bureaucrates qui nous ont infligé leur domination. Tapis dans les bureaux ministériels ils élaborent des deduc tions théoriques et nous mettent en présence de solutions toutes faites, qui constituent des aneries. S’ils avaient pris la peine de nous consulter et de se rendre compte des désirs et des besoins des ouvriers et des bourgeois d’Ypres, ils auraient fait l’économie de plus d’une gaffe. Nous les avons vus a l’oeuvre ici, lorsque pendant la première période de recon struction ils s’amenaient de Bruxelles en limousine, de faqon a arriver dans les régions dévastéesa l’heure de l’apéritifetdu déjeuner. Après quelques petites conversations avec Pierre ou Paul, ils repartaient sur le coup de trois hcures, pour rentrer dans la capitale avec la conscience du devoir accompli et une indemnité de déplacement de 2Óo frs. Ces gens la, Monsieur, nous ont fait un tort im mense par leur ignorance crasse, qui n’a d’égale que leur outrecuidante prétention 1 (Flandre Liberale). a Ypres, d’uneécole de bienfaisance l’État. p{0S Ministres de la Justice et des Finan- is sont chargés de l’éxécution du présent rêté. (signé) LÉOPOLD. L’État, dit-on couramment dans la région, iandonne Ypres les batiments non recon- tuits, ce sont surtout ceux de l’État I Une fltaine d’hectares de terrains domaniaux cultes sont devenus disponibles de ce fait, ais au lieu de les utiliser pour l’établisse- ent d’un champ d’aviation, le Gouvernement nénage ce dernier a 4 lieues dela, a Wevel- ieni, dans da direction de Courtrai, et il ex oprie méme a eet effet des terrains de grande jeuretdes fermes qui seront rasées. Voila icore une singuliere facon d’entendre compression des dépenses publiques, elle est dénoncée avec vigueur par les sinis- és de l’Arrondissement d’Ypres. aan Uurwekkers oor. Deze laatste stond aan stonds op, ontsloot de deur eener onzichtbare in de muur gemaakte kas, behandigde den ros- harigen kerel een zorgzaam omwonden grijs- kleurig pakje, met deze woorden Opge past hoort ge Wees gerust antwoordde de bandiet en hij verdween als een spook. Uurwekker zette zich op zijnen stoel terug en hernam als volgt Ik zegde u zooeven, dat ik eenen jongen, wakkeren strooman noodig had. Daar groeien talrijke hoornaren op een stuk lands, niet waar Welnu meer stroomannen nog, krege' ik hier op slechts een teeken mijner hand. On gelukkiglijk, zijn ze meest allen van weinig waarde voor mij. De goede jongens dezer stad, staan als kwa-penning bij de speurhon den der politie bekend, en geen wonder Hun schelmachtig gelaat is reeds een verdacht uit hangbord, de galg staat zichtbaar op hun voorhoofd geprent Gisteren, in het bedelge sticht beweerde ik dat gij eenen schat, in uwe wezenstrekken droegt, dan meendet gij waar schijnlijk dat ik u voor den gek hield?is ’tzoo niet. Inderdaad, knikte ik. En toch, was ’t mij ernstig. De zaak ver- klaart zich volgender wijze. Hier in deze stad zijt gij een nieuwe aankomeling. Bij de politie staat ge dus nog niet op een slecht blaadje. Daarenboven getuigt uw gansch voorkomen dat ge van dievenras niet afstamt; uwe ouders waren gewis treffelijker lieden dan gij. (’t Vervolgt) Op dit oogenblik werd Uurwekker in zijne rede onderbroken dezelfde terugstootende kerel met het afschuwelijk litteeken op de wang, die pas eenige oogenblikken de kamer verliet, trad omzichtig op de punten zijner voeten binnen. Hij fluisterde in allerhaast iets I en vertu d’une transaction interventie ^le Gouvernement, les Hospices d’Ypres héritiers Godtschalck. Voici un extrait cet engagement solennel, aujourd’hui mé ojinu 2. Nos Ministres de la Justice et ,s Finances sont autorisés a accepter, au )inde l’État, la somme de 700.000 francs, j doit être remise, èh vertu de la dite paction, par les héritiers légaux de M. ■L Godtschalck, pour être affectée a la créa on a Ypres, d’uneécole de bienfaisance (vervolg) XIII 8 Ah 1 Daar is onze goede vriend lachte Uurwekker. Men heeft gisteren binst mijne afwezigheid Bacchus gevierd, nietwaar Uwe I0od opgezwollen oogen getuigen het. Nu, nu, tkar steekt juist geen kwaad in, zet u neer... Zeg, zorgde men reeds voor uwe maag Neen mijne oogenzijn nauwelijks open, knielde ik. In dit geval, nemen wij te zamen het i’1°rgenmaal Éen keurig maal werd ons op zijne vraag QPgediend. Ik stond scherp van den honger. Sinds ons eetmaal in die prachtige herberg, naons vertrek uit het bedelgesticht, kreeg ik ®*ets onder de tanden meer. Geen wonder an dat ik eer aan het gerecht deed. Nadat °Dze eetlust voldaan was, schoof mij Uur- ^ekker een bakje vol fijne cigaren toe, en ter- 'jl de geurige tabakrook in spelende kringen 1,1 °ns hoold wentelde Laat ons thans over zaken handelen, zoo Prak mijn beschermer op ernstigen toon- Ik j4 I h*er zonder doekskens er om te. winden, echt voor de vuist spreken recht voor de Tot in het begin der XIX* eeuw bestond er te Yper een aloud gebruik. Telken jare, met het sluiten der foor, wer den van ’t bovenste van den Halletoren, naar het begeesterd kermisvolk, levende katten geworpen met linten en bloemen versierd. Aan hen die de arme dieren terugbrachten werd door het magistraat een geldelijke be- looning geschonken. Dat het feest der Kattesmijting op Kattedag een ontelbare menigte naar Yper lokte, moeten wij zeker wel niet zeggen. Over dit zonderling oud gebruik bestaan er vele legenden. Volgens Alp. Vandenpeereboom is het: waarschijnlijk dat de oorsprong van de Kat tesmijting te zoeken is in de geschiedenis der Ypersche lakennijverheid. Bij den jaar- lijkschen uitverkoop, in de Halle, van het tentoongestelde schaerlaeken liet het Magistraat van uit den torentop triomfantelijk: de katten smijten die tijdelijk onnuttig waren om de voortbrengsels der lakennijver heid tegén hunne eeuwige vijanden (ratten en muizen) te verdedigen. (Le drapier et sa familie reejoivent la rémunération de leurs pénibles labeurs, car tous les draps sont ven- dus et le magistrat fait lancer solennellement du haut de la tour les chats temporairement inutiles pour défendre contre leurs éternels ennemis les produits de la draperie yproise). Water ook van zij, ’t zal onze lieve leze ressen en geachte lezers wellicht aangenaam zijn over «DE KATTEN EN HET YPER SCHE KATTEN FEEST» nog meer bijzon derheden te vernemen. Wij hebben die gevonden in de Annales de la Société Historique, Archéologique et Littéraire de la Ville d’ Ypres et de l’Ancienne West-Flandre (Tome I. 1861.) Deze bijdrage, geteekend Th. Lansens (A) geven wij hieronder in de spelling van den tijd. (A) Lansens, Théophile, Leeraar Schot 1 te Yper (186!) DOOR ii aan 's Rijksmiddelbare Hf; V 1

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1924 | | pagina 5