fl
i
ijl
I
Gebruikt de KLEUREN en VERNISSEN
Franco-Beige y>
L’État ne peut reviser les
Dommages de Guerre
FABRIEK Legein Gebrs, Brugge.
DepotVAN DE LANO1TTE, Dix ma
destraat, Yper.
II ne peut s’attaquer aux Sinistrés
et laisser en paix les profiteurs
Voila ce que nous declare
M. BUYL, depute d’Ostende
Nous avons eu l’occasion de nous entretenir
avec M. Buyl a propos des declarations faites
récemment par le ckef du Gouvernement en ce
qui concerne la situation des sinistrés.
Void ce qu’il nous a dit
Jetrouye les déclarations de M. Theunis
d’une exceptionnelle gravité.
D’après le discours prononcé par le premier
ministre, son programme de revision com-
porte
1) Annulation de certains dommages mini
mes, avec, comme corollaire, le rembourse-
ment des indemnités afférentes aux dommages
de cette catégorie qui auraient déja été ver-
sées.
2) A l’avenir, indemnisation des sinistrés
en espèces jusqu’a concurrence d’une cer-
taine somme et, pour le surplus, sous forme
de titres payables... après paiement par 1’Al-
lemagne.
3) Quant aux sinistrés déja indemnisés, ris-
tourne a l’Etat de toutes les sommes perques
au-dela de la quotité donnant lieu a indemni
sation réelle, comme je viens de 1’indiquer
contre remise de titres payables après paie
ment par 1’AIlemagne, de faqon que tous les
sinistrés soient soumis au même traitement.
Permettez-moi de faire remarquer que
ce programme semble avoir été trés favorable-
ment accueilli par la Chambre...
Sans doute. A première vue, cette solu
tion simpliste a pu paraitre heureuse et ca
pable de résoudre les graves difficultés de
l’heure présente. Mais, a la reflexion, on s’a-
percevra qu’elle est égoïste et ne mérite guère
de considération.
Comment cela
C’est bien simple. Placé devant le pro-
blème des reparations, M. Theunis n’a vu que
des chiffres. 11 a fait 1'application de sa for
mule favorite comprimer les dépenses et
augmenter les ressources. Mais des engage
ments pris, qu’en fait-il Mais des jugements
pris, qu’en fait-il Est-il done vrai que, dans
notre pays, il n’y a plus ni lois ni chose
jugée Comment les sinistrés accueilleront-
ils pareille attitude Ne sont ce pas des hom
mes qui méritent au moins certains ménage-
ments Et, je vous le demande, après le
reniement d’engagements aussi solennels, que
restera-t-il de laconftance indispensable en le
Gouvernement
Tenez, les industriels sinistrés vont, parait-
il, obtenir les fonds nécessaires. Qui nous dit
cependant, après Fattitude prise par M.
Theunis, que, dans un an, on ne leur récla-
mera pas toutes les avances qui vont leur être
faites Il ne peut y avoir confiance la oit
1’Etat renie ses engagements.
Remarquez bien que le Gouvernement ne
se présente pas en débiteur qui, a un moment
donné, réclame des délais. II veut faire resti-
tuer ce qui a été payé en vertu d’engagements
pris. C’est cela qui est d’une exceptionnelle
gravité.
Je ne vois pas trés bien comment ik
pourrait faire restituer
Eh bien voiciun exemple: Un sinistré
a obtenu 100,000 francs d’indemnités a charge
de se reconstruireune maison. Admettons que
l’Etat dise, a l’avenir Je me contenterai
d’avancer la somme représentant 2 fois 7» la
valeur 1914 de l’immeuble détruit, soit, par
exemple, pour le cas qui nous occupe, 5o,coo
francs. II en résulterait que le sinistré qui a
reconstruit sa maison aurait a rembourser
5o,ooo francs, contre remise de titres payables
après payement de l’Allemagne. Et comme le
sinistré ne possédera pas les 5o,ooo francs a.
Rede van den heer Minister
van Economische Zaken
De Heer Minister Van de Vyvere besloot
het debat als volgt (beknopt verslag)
De heer Van de Vyvere, minister van
ekonomische zaken. Bij den aanvang zijner
rede liet de heer Buyl aan de regeering het
voordeel genieten van zijn twijfel omtrent
hare inzichten doch hij volhardde niet en ik
betreur het.
Ik zal, inderdaad, de inzichten der regeering
uiteen te zetten hebben, wat ’s lands herstel
betreft. Dat vraagstuk valt in mijne bevoegd
heid.
Ik stel er in elk geval prijs op van nu af aan
te herinneren dat de eerste minister verklaard
heeft dat in dezen kieschen tijd in geen geval zal
worden gebruik gemaakt van het uitgeven van
nieuw papiergeld om de geteistérden te be
talen. En hoe gewettigd is zulke beslissing
Dat zou inderdaad gelijk staan met aan de
geteisterden slecht geld in hun handen te
steken. (Zeer wel
Wij zijn vol hoop wat het vraagstuk der
vergoedingen betreft. Wij verwachten ons
aan eene bevredigende oplossing. Doch,
moesten onze verwachtingen teleurgesteld
worden, dan zullen wij toch niet overgaan tot
overdreven papiergeld-uitgiften. Die beslissing
staat vast. Om ’s lands schuld tegenover de
geteisterden te betalen, zouden wij onze toe
vlucht tot uitstel zoeken te nemen.
Ik verminderde reeds met 700 millioen de
uitgaven, voorzien op de begrooting.
De heer Buyl verzet zich niet tegen het
onderzoek van de kwestie der herziening van
de kleine vergoedingen, die aan personen met
fortuin werden toegekend wijn, gedeelte
meubelen, wol, koper, enz. De heer eerste
minister zegde niets anders.
Er zijn ook geteisterden en overnemers van
oorlogsschadevergoeding, die winsten hebben
gedaan. Dat is namelijk het geval geweest bij
het herbouwen van werkhuizen, woningen,
enz., die een zelfde ekonomische waarde voor
het land vertegenwoordigen.
Neemt het voorbeeld eener oude verwoeste
brouwerij. De geteisterde heeft het herbou
wen kunnen vragen van eene weverij met
hedendaagsche inrichting en die aanzienlijke
opbrengst afwerpt.
Er zal misschien opnieuw moeten onder
zocht worden of in gevallen van dien aard de
toegekende vergoedingen niet overdreven
waren.
Tot nu toe stortten wij in titels voor schade
vergoeding in zake goederen Ó25g millioen. De
Staat herbouwde rechtstreeks voor go5 mil
lioen. In de lasten dier aanzienlijke schuld
wordt voorzien door de gewone begrooting.
Die ontzaglijke sommen zijn echter nog
weinig belangrijk in verhouding tot de geleden
schade. De getroffen maatregelen zijn van
aard om het werk van algemeenen herop
bouw, dat wij ondernamen, tot goed einde te
brengen.
Ik houd er aan te zeggen dat er in het vol
tooien van het werk van nationaal herstel
niets verontrustend is. Een weinig,, geduld
moet men echter hebben.
In het geheel waren er op i,3oi,32O inge
diende eischen tot hiertoe 632.5oo definitieve
oplossingen.
Wij gingen dus snel vooruit, Thans kunnen
we wat trager gaan om onze Schatkist niet in
een moeilijken toestand te brengen.
Wij zullen weren alles wat weelde is, alles
wat niet volstrekt noodig is anders zouden
wij ’s lands toestand in gevaar brengen. (Zeer
wel
Zeker 700 sPrak 'k toen, en dezelfde
■'oorden wil ik hier herhalen - zeker is het
■^gelijkdat er middelen moeten opgespoord
^■n'o’rden om de uitgaven te verminderen,
■jrelke tot herstel der oorlogsschade dienen
■jngewend. Maarzooer maatregelen te tref-
z’jn> m0et ZU"<S n'et Setlaan ten koste
,anhen die alles verloren hebben dat men
tij voorbeeld, toepasse op degene van
enkel wol of koper opgevorderd werd
■(ifelte verstaan, met uitzondering der open-
■bare gebouwen en der gasthoven) maar
■an de ongelukkige bevolkingen die niets
meer bezitten, geen volledig herstel verlee-
■jenwore eene schreeuwende onrecht vaardig-
■ejd waartegen ik mij, bij voorbaat, uit
■lie kracht verzet.
Trouwens, de door den heer Theunis op
■et stuk van oorlogsschade aangek.ondigde
Klitiekis, m. i., weinig van aard om Belgie’s
■ediet ruggesteun te geven. Integendeel, de
■(voering ervan zou een onomwonden beken-
Ls zijn dat ons land niet meer in staat is
■jne verbindingen na te komen.
IEn hoe zouden de geteisterden, na de voor
Benzoo onineedoogcnde verklaring - ik ging
Bggen oorlogsverklaring van den heer
■BEUNIS, nog volle vertrouwen hebben in
we woordvoerders, wanneer op interna-
onalevergaderingen, niet alleen de staats-
elangen, maar ook hun eigen belangen zullen
iberde komen
Naar de wijze waarop hunne rechten mis
end zijn, geven zij zich rekenschap van de
ijze waarop zij ginder zullen verdedigd
orden.
;Zij vragen zich reeds af welke toegevingen
zullen gedaan worden. Met de grootste
rees zullen zij de internationale besprekin-
eu volgen.
Mijne Heeren, moest het voorgestelde
rogramma uitgevoerd worden, dan zou de
eschiedenis zich over ons geslacht uiterst
treng uitspreken.
Hoe zouden onze nakomelingen de politiek
leoördeelen van de Regeeringen, die sedert
len wapenstilstand het beleid van het Land
ihanden gehad heLben Hoe striemend zou
iunoordeel luiden Terwijl al de oorlogs-
woekeraars en al degene die behendig met
den vijand konden heulen, hunne in slijk en
bleed opgeraapte marken tot den laatsten
penning ingewisseld kregen, werd aan de
geteisterden, die aan de algemeene verdedi
ging have en goed opofferden, het recht op
herstel bepaald ontzegd
Welke schandelijke rechtsmiskenning zou-
en zij ons kunnen verwijten
Ja, de toestand is kritisch, ik beken het.
■r dienen offers gebracht, ik beken het nog.
Maar wij hebben het recht niet ze eerst van
8 geteisterden te eischen.
Mijnheer de Eerste Minister, wilt gij 7.
ülliarden terug vinden Ik geef u een red
middel het zal op alle Belgen terugval en,
aar voor de goede burgers zal het offer
;ring zijn. Alleen zij, die in den oorlog enkel
:n middel zagen om rijk te worden, zullen er
lrd door getroffen worden. Eisch dus de
die terugbetaling van het markengeld
Mijne Heeren, ik kom tot het besluit.
Daar gelaten dat de uitvoering ervan op
oote moeilijkheden zou stuiten, schijnt het
’ögramma, door den heer Theunis voorge-
eJd, mij niet te kunnen verdedigd worden. Ik
dreur zulks ten zeerste. Nooit zal ik mij bij
:rgelijke onrechtvaardige politiek kunnen
^rleggen.
Als slot van zijne redevoering van Woens-
hl-, vroeg de heer Eerste Minister ons,
gelegenheid van de stemming over het
ransch-Belgisch akkoord, hem te willen
ggen of algemeen plan dat hij ge
ketst heeft wijs is of niet. Welnu ik ant-
“°r<i hem ronduit dat bedoeld plan hoege-
niet wijs is en dat ik mij alle vrijheid
^behoud om het uit alle macht te bestrij-
indien men ooit mocht beproeven het ten
tv°er te brengen.