ïB ver- ander uit- federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper Verslag der Algemeene Vergadering van 9" Maart 1924 kelijkheid overeen met het verloochenen zijner schulden. Die weigering moet dezellde gevol gen na zich slepen. Is het aanneemlijk dat de Staat zijne betalingen schorst Eigenlijk ja, ’t kan gebeuren dat de Staat in den toestand verkeert van een ongelukkigcn schuldenaar het onmogelijke kan van nie mand verlangd worden. Aan den Staat zijn goede trouw te bewijzen. Aan hem te ver rechtvaardigen waarom hij de eenen aanvalt en de anderen niet. En juist daarom kunnen wij ónmogelijk het stelsel van den heer Theunis goedkeuren. Welhoe, sommige schadevergoedingen zou den moeten wegvallen, zekere toegestane ver goedingen teruggegeven en het grootste ge deelte der betalingen uitgesteld worden. Maar wat doet men met. de plechtig genomen ver bintenissen Wat doet men met het heilig recht op herstel En welke waarborgen schenkt men ons in de plaats Het gevaar is dreigend Hoe zal men de geringe schadevergoedin gen bepalen die moeten wegvallen en deze die niet moeten Al de Belgen zijn nochtans gelijk voor de wet. En hoe zullen de geteisterden herbeleg kunnen doen als zij, vooreen deel hunner schadevergoeding titels zullen krijgen dieniét uitwisselbaar zijn En wat zal er gebeuren met die geteister den die reeds het herbeleg hebben gedaan en een zeker deel hunner ontvangen vergoedin gen zullen moeten terugbetalen en, in plaats van hun geld, niet uitwisselbare titels zullen krijgen En, indien de geteisterden dat geld niet bezitten, zal de Staat hypotheek leggen op hun goederen tot hel beloop der verschuldig de sommen En zal men een leger van budgëtvreters onderhouden om die herzieningen te voltrek ken Maar er is nog wat anders volgens de bestaande wetten genieten de Belgen die in Frankrijk oorlogschade geleden hebben van de,voordeelen der fransche w'fe.tten evenals de Franschen die in Belgie geteisterd werden, van de voordeelen genieten der Belgische wetgeving. Indien he't stelsel Theunis toegepast wordt dan is het voor de Franschen een ware fopperij. Het is dus klaar dat de ontworpen herzie ning in zake oorlogschade erge gevolgen zal hebben en, onder meer, het stopzetten van den heropbouw en den gedeeltelijken onder gang der geteisterden. Dat de Regeermg niet zegge Nood kent geen wetten In België is geen geldnood. De heer Buyl zegde ’t zoo wel in de Kamers (geroep Leve Buyl Mijnheer de Eerste Minister, wilt gij 7 milliarden terug vinden? Ik geef U een redmiddel het zal op alle Belgen terugvallen, maar voor de goede burgers zal het offer gering zijn. Alleen zij, die in den oorlog enkel een middel zagen om rijk te worden, zullen er hard door ge- troffen worden. Eisch dus de volle terugbe- taling van het markengeld (Luidruchtige toejuichingen). En ik herhaal met den heer Buyl Terwijl al de oorlogswoekeraars en al degenen die behendig met den vijand konden heulen, hunne in slijk en bloed opgeraapte marken tot den laatsten penning uitgewisseld kregen, wordt aan de geteisterden, die aan de alge meene verdediging have en goed opofferden, het recht op herstel bepaald ontzegd Wij stellen de vraag Zal het waar zijn Aan de wetgevende Kamers, aan den Koning en aan het Land erop te antwoorden (Lang durige ovatie). De heer Arthur Butaye Zondag i3n April richten wij eene groote betooging in te Yper. Al de geteisterden van gansch het arrondisse ment moeten er tegenwoordig zijn (Levendige toejuichingen). De vergadering wordt om i5 ure geopend onder het Voorzitterschap van den heer Arthur Butaye, advokaat te Yper. De groote bovenzaal van het Hotel Con tinental is proppensvol. Aan het bureel deheeren Adolf Buyl, burgemeester van Elsene (Brussel) en volks vertegenwoordiger voor Oostende-Veurne- Dixmude Max Glorie en Vandromme, oud-volksvertegenwoordigers voor Yper Beaupain, voorzitter van de Nationale Fede ratie der Geteisterden L. Van Alleynnes, beheerder der S. V. voor oorlogschade te Yper; Aimé Gruwez, voorzitter van Ypria- naRabau, provincieraadslid, voorzitter van het Verbond der Geteisterden van het Arrondissement Dixmude-Veurne-N ieuwpoort Geuten, bestuurder van de S. V. voor oorlog schade Het Leiedal en de vertegenwoordi gers der pers. De heer Colaert, burgemeester en volks vertegenwoordiger, door ziekte belet, liet zich verontschuldigen. Het verslag der voorgaande zitting wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. De heer Arthur Butaye herinnert terloops aan de belangrijke vergadering der burge meesters, Woensdag 1. 1. alhier gehouden en kondigt de groote protestbetooging aan aan staanden Zondag, i6e Maart 1924,10 Dixmude ontworpen. De heer Voorzitter brengt dan eene warme hulde aan de heeren Buyl, Beaupain, Glorie, Vandromme en Rabau, die onverpoosd in de bres staan om de belangen der geteisterden te verdedigen. (Langdurige toejuichingen). De heer Vandromme betoogt dat de ge teisterden eensgezind en eendrachtig moeten zijn en, zoo noodig, in het algemeen belang der verwoeste streek, afstand moeten doen van hunne politieke neigingen. Geachte spre ker behandelt vervolgens de kwestie van het herstel en verklaart een beroep te hebben ge daan op de toewijding en den steun van al de volksvertegenwoordigers en senators der ver woeste streek. De heer Vandromme haalt eenige treffende voorbeelden aan over de wijze waarop de geteisterden der frontstreek in hunne levensbelangen zouden gekrenkt worden indien de schadelijke maatregelen waarmee men ons bedreigt hier werden toege- past. Het ware ongehoord en wraakroepend opnieuw diegenen te treffen die door den oor- zoo bitter veel geleden en alles wat zij bezaten verloren hebben. Dat mag en dat n’et 1 (Levendige toejuichingen). De heer Max Gi.orïe - Pas twee maanden geleden was ik hier bij U, op Uwe vergade- r'ng- Mijn plicht was de geteisterden te ver- ^iffigen dat het hoog tijd was de Regeering stouten durf aan te spreken. Mijn hoeden is werkelijkheid geworden. In Frankrijk is men begonnen zekere zake® oorlogschade te herzien. En, in on® land, ebben eenige volksvertegenwoordigers voor gesteld hetzelfde te doen. Die herziening is Jesloten. En het is niet zonder belang de awdelwijze na te gaan van sommige dagbla den en volksvertegenwoordigers, die schijnen aan een ordewoord te gehoorzamen dat van 10°gerhand gegeven werd. Maar de veikla- lagen der Regeering hadden ee® pe vergadering gaat dan over tot de rege- !il)g der ontworpen reis. pe heer Nevejan al de gemeenten moeten bjj den Koning vertegenwoordigd zijn, dat «een enkel afgevaardigde ontbreke 1 Nadat de heer Geuten een ontwerp van onderzoek over den toestand onzer streek heeft besproken, wordt de zitting om 16 ure geheven. weiksel, dat zeker niet werd verwachthet algemeen krachtdadig protest der geteisterden en hun onwrikbaar besluit het onheil af te keeren dat hen opnieuw bedreigt.' (Toejuichin gen). Laat ons een oogenblik de kwestie van het herstel onderzoeken vóór den wereldkrijg werden de gevolgen van den oorlog altijd aan zien als een rampvolle gebeurtenis en de ge teisterden hadden niet het minste recht op herstel. Zij mochten zich reeds gelukkig ach ten eene kleine hulp als schadeloosstelling te ontvangen. Dat was eene afschuwelijke leer. Maar de wereldkrijg blijft aanslepen in de loopgrachten en gansche streken worden tot de ontzettendste vernieling gedoemd. Duizen den menschen zonder dak dolen op den vreemde. Het solidariteitsgevoel, ontwaakt door de onmetelijkheid van het onheil, vraagt passende oplossingen De noodzakelijkheid de verwoeste gewesten te doen herleven door middel van de geteisterde inwoners zelf eischt met evenveel hardnekkigheid de noodige op offeringen ’t is het wel begrepen nationaal belang. De strijd is zeker gewonnen, de tegen stand der Regeering verzwakt weldra en ein digt in een broederlijk gebaar het Recht op herstel is geboren. Het besluit-wet van 23e Oktober 1918 ver klaart Het recht op herstel door de Natie, van de schade veroorzaakt door oorlogsfeitenin België, wordt aan de Belgen herkend. ’t Is op dat recht, naderhand bekrachtigd door de opvolgenlijke wetten op het herstel en door onze rechtbanken van oorlogschade toe gepast, dat de geteisterden al hunne hoop ge vestigd hebben, ’t Is door dat recht dat de Staat zich de onmisbare medewerking der ge teisterden heeft verzekerd voor de herwordi^g en de herleving van die streken, die pas eenige jaren geleden volledig vernield en verwoest werden. En juist op het oogenblik dat de Regeering met een zekeren hoogmoed het reeds vol brachte werk mocht aanschouwen, daar aar zelt zij opeens, schijnt te blozen om haar streven, is verwonderd van haar durf en, in plaats van fierheid, zien wij niets anders dan schaamte. De Regeering staat bijna op het punt het werk te verloochenen waaraan zij zoo machtig heeft meegeholpen. Er is zoogezegd geen geld meer De uit slagen der ontworpen conferentiën tusschen de Verbondenen zouden onzeker zijn En er is van niets anders meer spraak dan van op offeringen... op den rug der geteisterden. In wat bestaat immers het voorstel van den heer Theunis ie) Het wegvallen der geringe schadever goedingen, ten minste wanneer het bemid delde personen geldt. 2e) Vergoeding aan de geteisterden van een zeker deel hunner vastgestelde schade be talen wat kan betaald worden en de rest... wanneer Duitschland aan zijn verplichtingen zal voldaan hebben. 3®) Zelfde behandeling voor deze die reeds hunne vergoedingen ontvangen hebben jtls voor deze die er nog achter moeten wachten. Is hei aanneemlijk dat de Staat zijne verbin tenissen verloochent Wij gelooven het niet. Het voorbeeld door Duitschland gegeven is niet na te volgen. Dat der Soviets ook niet. Een Staat die zijne schul den betwist of verloochent onteert zich en verliest alle achting. Wanneer de Staat zijne verbintenissen verloochent brengt hij zijn na tionaal krediet aan ’t wankelen en maakt inbreuk op eigen gezag en aanzien. Eene Regeering die haar eigen verbintenis sen verloochent is niet meer bevoegd om van een andere Regeering de trouwe uitvoering van haar verbintenissen te eischen. (Herhaalde toejuichingen). Is hei aanneemlijk dat de Staat, zijn schulden erkennend, die weigert te betalen Wij denken het ook niet. De brutale weige ring zijn schulden te betalen, als men den Staat is en over macht beschikt, komt in wer-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1924 | | pagina 3