lit
i
W
If
een
1
4'
Tegen de uitvoering van die onderrichtingen
moeten wij ons, uit al onze macht verzetten.
(Algemeene bijtreding.)
Zoo wij aan den volledigen ondergang’willen
ontsnappen moeten’ wij ons, in gesloten ran
gen, rond onze verdedigers scharen en geen
oogenblik rusten tot het onheil, dat ons allen
bedreigt, is afgekeerd. (Levendige toejuichin
gen.)
Zondag 13 April 1924 is er een monsterbe-
tooging te Yper. Allen daarheen (Herhaalde
toejuichingen en ge/oep Naar Brussel
En desnoods naar Brussel Wij willen en
eischen volledig herstel, rust en vrede na tien
jaar miserie (Stormend gejuich
Volgen wij het voorbeeld onzer vrienden
van het Ypersche. Daar hebben al de burge
meesters een onderhoud aangevraagd mèt
Z. M. den Koning. Daar hebben al de Coö
peratieven besloten niet uiteen te gaan en al
de gelden te behouden. Het is onze plicht hifer
’t zelfde te doen. (Bravo
En, als ’t zoover moet komen, wij zijn ten
volle bereid geen belastingen meer te betalen
(Herhaald bravogeroep I)
Wij rekenen op de toewijding van al ón
ze gemeenteoverheden, volksvertegenwoordi
gers en senators en op de ondersteuning van
de dagbladpers.
De heer Rabau dankt terloops den heer
G. Paquot voor zijne hoogst gewaardeerde
bijdragen in Lr Carillon van Oostende en
La Flandre Libérale van Gent en noodigt
de vergadering uit op doelmatige wijze Het
Ypersche te ondersteunen dat, sedert den
wapenstilstand, onverpoosd den moeilijken en
lastigen strijd heeft gestreden voor het heilig
recht van al de geteisterden. En nu: Allen
naar Yper (Langdurige ovatie
De heer Max GloriePas twee maanden
geleden was ik te Yper, op de vergadering
van de afgevaardigden der geteisterden, om
hen te verwittigen dat het meer dan noodig
was hunne strijdmachten bijeen te scharen.
De toestand is bedenkelijk, dreigend, vol
gevaar
Onder voorwendsel dat in Frankrijk zekere
zaken van oorlogschade worden herzien heeft
men niets beters gevonden dan hier in België
't zelfde voor te stellen.
De heer Theunis kwam dus met een ont
werp dat het volgende bevat
1) Het wegvallen der geringe schadevergoe
dingen, ten minste wanneer het bemiddelde
personen geldt.
2) Vergoeding aan de geteisterden van een
zeker deel hunner vastgestelde schade beta
len wat er kan betaald worden en de rest...
wanneer Duitschland aan zijn verplichtingen
zal voldaan hebben.
3) Zelfde behandeling voor deze die reeds
hunne vergoedingen ontvangen hebben als
voor deze die er nog achter moeten wachten.
Hoe zal men de geringe schadevergoedin
gen bepalen die moeten wegvallen en deze die
niet moeten Al de Belgen zijn, nochtans
gelijk voor de wet.
En hoe zullen de geteisterden herbeleg
kunnen doen als zij, voor een deel hunner
schadevergoeding titels zullen krijgen die niet
uitwisselbaar zijn
En wat zal er gebeuren met die geteister
den die reeds het herbeleg hebben gedaan en
een zeker deel hunner ontvangen vergoedin
gen zullen moeten terugbetalen en, in plaats
van hun geld, niet uitwisselbare titels zullen
krijgen
En, indien de geteisterden dat geld niet
bezitten, zal de Staat hypotheek leggen op
hun goederen tot het beloop der verschuldigde
sommen
Wat al angstwekkende vragen
De Staat verloochent dus zijne verbintenis
sen en weigert dus ook zijn erkende schulden
te betalen.
Geen enkel redelijk en rechtschapen mensch
zal dat aanneemlijk vinden, ’t Is zelfs onge
hoord een belgisch staatsman aan te treffen
van Minister 1 heunis. Zij dagteekenen van
20 Februari 1924.
Welnu op ’t oogenblik dat de Regeering deze
nieuwe politiek in zake oorlogsvergoedingen aan-
kondigde voor de toekomst en aan de volksverte
genwoordigers vroeg of dit plan goedkeuring
vond of niet, op dat zelfde oogenblik trad
dit nieuw stelsel reeds in voege.
Inderdaad, in de onderrichtingen en rond
zendbrieven van ’t Ministerie van QSconomi-
sche Zaken, gericht aan de Hoofdcommis
sarissen bij Hoven en Rechtbanken voor
Oorlogschade op 28cn Januari, ien en 6en
Februari en overgezet, ten titel van inlichtin
gen. aan de Voorzitters, Ondervoorzitters,
Staatscommissarissen, Griffiers en toegevoeg
de Griffiers bij deze instellingen, lees ik
Van heden af (28 Januari) zullen de vol-
gende voorschriften toegepast worden in het
vereffenen der vergoedingen voor schade
aan goederen.
De vergoedingen welke de i5.ooo fr. niet
overtreffen worden vereffend in baar geld
door de Federatie der Coöperatieven.
Voortaan zullen nog enkel de herstellings-
vergoeding aan herbeleg onderworpen en
de bijkomendfe herbelegsvergoedingen op
deze wijze vereffend worden.
Wat betreft de vergoedingen zonder her-
beleg, deze zullen het voorwerp uitmaken
eener aanvraag tot het vervaardigen van
nominatieven titel bij het Beheer der
Schatkist.
Al de vergoedingen niet onderhevig aan
herbeleg vergund door vonnis of door
overeenkomst zullen op dezelfde wijze gere-
geld worden, welk ook het bedrag zij der totale
vergoeding.
In al de gevallen waarin de vergoeding
betrek heeft op grondstoffen, koopwaren of
werktuigen, zal men zich bepalen tot het
vereffenen door betalings-order (individueel
of collectief volgens het een bedrag geldt
van meer of min dan i5.ooo fr.) voor de her-
stelsvergoeding aan herbeleg onderworpen.
Voor de bijkomende herbelegsvergoeding
dezer voorwerpen zal een titel op naam aan-
gevraagd worden in den gewonen vorm.
De interesten der sommen welke in baar geld
uitbetaald werden moeten volstrekt uitgesteld
worden.
Bij het aanvragen aan het Beheer der
Schatkist tot het opmaken van een titel voor
vergoedingen zonder herbeleg, mag de datum
voor het aanvangen der interesten niet meer
aangeduid worden, zooals vroeger (1 Januari
1920), doch op zulke wijze dat de geteisterde
onmiddellijk slechts de interesten trekke voor
den loopenden semester (1 Januari of 1 Juli
naar ’t geval is).
Deze maatregel is toepasselijk op al de
vergoedingen zonder herbeleg, welke begre-
pen zijn in de totale vergoedingen, ’t zij
beneden, ’t zij boven de i5.ooo fr.
Aan de koopers van oorlogschade mogen
nog enkel titels op naam afgeleverd worden,
zonder eenige betaling in geld.
Hetzelfde geldt
a) Voor de totale vergoedingen (inbegre-
pen dus de herstellingsvergoeding 1914) toe-
gekend voor wol, koper en wijn.
b) Voor de vergoedingen toegekend voor
’t herstellen van villa’s en kasteelen welke,
voor den geteisterde, als tweede verblijf
dienen.
De betalingen in baar geld (t. t. z.
deze welke door betalingsorder geschieden)
zullen voortaan slechts snaar SO p. h.
bedragen voor private gebouwen welke
in opbouw zijn.
Vooraleer over te gaan tot de vereffening
der laatste snede of sneden, moet er van het
uit te betalen deel 20 p. h. der totale toege-
kende som voor gebouwen afgetrokken wor-
den, min de herstellingsvergoeding zonder
herbeleg.
Deze som gelijk aan 20 p. h. zal het yoor-
werp uitmaken van een titel onuitkeerbcwr
ffoor de Federatie der Coöperatieven.
joerende hulde aan de werkzaamheid en de
hardnekkigheid van hen die opnieuw leven in
je wildernis hebben gebracht en vertolkt de
rechtmatige verontwaardiging der bewoners
van de frontstreek bij het vernemen wat een
gruwelijk onheil hen opnieuw bedreigt.
Het is niet meer mogelijk zei de heer
Theunis het werk van herstel voort te
«zetten zooals het aangevangen werd.
Er dient namelijk in overweging genomen
te worden of zekere geringe schadevergoe-
dingen niet kunnen wegvallen, ten minste
wanneer het bemiddelde personen geldt.
Ook zou men voortaan moeten doen wat
»in andere landen gedaan werd ’t is te zeg-
gen, in plaats van geld, staatsfondsen uit-
keeren.
Wel te verstaan,, zouden de geteisterden
die reeds hunne vergoeding ontvangen heb-
»ben, en zij, die moeten wachten, gelijkwijze
behandeld worden. Met andere woorden,
zekere geringe, onrechtstreeksche schade
zou voor herstel niet meer in aanmerking
komen.
Men zal zich moeten bepalen bij de ver-
goeding aan de geteisterden, van een zeker
deel hunner vastgestelde schade men zal
betalen wat kan betaald worden zonder den
economischen samenhang van het land in
8 gevaar te brengen, en het saldo uitstellen
tot wanneer Duitschland aan zijne verplich-
tingen zal voldaan hebben.»
Deze opzienbarende en verstrekkende ver
klaring werd door den heer Volksvertegen
woordiger Buyl, die de belangen der geteis
terden nooit uit het oog verloren heeft, met
eene gloedvolle rede beantwoord.
De heer Buyl verklaarde onder meer
Moest het stelsel van den heer Theunis
«doorgaan, dan ware zulks voor de meeste
geteisterden den ondergang, en hun recht
»op herstel ware zoodanig gewijzigd dat de
Staat, jegens de geteisterde, in de meeste
gevallen, niet meer de rechtstreekscheschul
denaar, maar wel de schuldeischer zou zijn.
Ik herhaal het en wijs met bijzonderen
«nadruk op dit punt, want het is van hoofd-
zakelijk belang, de hervorming van den heer
Theunis is van aard om den grondslag van
het recht op herstel volkomen te wijzigen.
Het recht der geteisterden steunt op het
8 begrip der nationale solidariteit.
Op grond van dit begrip, heeft de Staat
8 zich jegens de geteisterde als rechtstreek-
sche schuldenaar erkend, mits zich het recht
8 voor te behouden zich door Duitschland te
8 doen terugbetalen.
Men zegge ook niet dat onder voorwend-
8 sel van gelijkheid, er vergoedingen dienen
8 terugbetaald. Er werd niets betaald dat niet
verschuldigd was. Alle uitkeeringen werden
gedaan tot kwijting van een schuld, die na-
8 mens de nationale solidariteit, een heilige
8 schuld verklaard werd. Het machtig begrip
8 van gelijkheid, vermits men zich daarop be-
8 roepen heeft, eischt dat er geen twee soorten
8 Belgen gesticht worden de oorlogsslacht-
8 offers en de anderen.
Nu dat voormalige markenbezitters, han-
8 delsschuimers, woekeraars en zwendelaars
8 van alle slag, banken, naamlooze vennoot-
8 schappen en speculanten hoogtij vieren, is
8 het niet aan te nemen dat de Regeering en-
8 kei blijk geeft van krachtdadigheid 4>m de
geteisterden te lijve te gaan 1...
Van het dubbelzinnig antwoord van Mirsïs-
te* Van de Vyvere onthouden wij het volgen
de nu £oe stortten wij in titels voor
schadevergoeding in zake goed eren 6259 mi j<-
Mlioen. De Staat herbouwde rechtstreeks
voor 905 millioen
£r werd dus, sedert ruim vijf jaarT aten tfe
heisterden rond de zeven milliard uitbetaald
Ontrent zooveel als er in drie maanden tijd aan
oorlogsivoekeraars -werd uitgekcerd l (Kreten
Van Verontwaardiging).
Zooeven sprak ik U, zoo vervolgt de heer
«abay, van de onlseilspeReacte verkïariaigen
m
III I