Gebruikt de KLEUREN en VERNISSEN «Franco-Belffe De Vieeschhaile Ypres - St-Sebastien STAD YFE^ op ieder heropgebouwd deel Aan den AbeeEe «ewijs v-, heerschte, gebied. In tegenstrijd met hetgeen wij over eenige weken ter goeder trouw medegedeeld hebben, liggen de werken der Vleeschhalle niet stil. Zooveel te beter. erré (35o. meats c._ FABRIEK Legein Gebr’j Brugge. DepotVANDE LANOHTE, Dixmu- - destraat, Yper. Vrouwe Sackefoone omtrent 100 kilos en wel ne goe meter hooge komt met haar dochter Flavietje van Godsvelde, waar dat ze zoo wel geweest hadden binst den oorloge. «Vos cartes d’identitédreunde de stem me van den gendarm. Moeder da je moet joen densiteitkaarle toogen aan meneert mommelde Flavietje. N. d. R. Over veertien dagen hebben wij over hetzelfde onderwerp een schrijven ingelascht dat een geheel ander gedacht verdedigde. Het is met de meeste voldoening dat wij nu dit schrijven hier aanveerdenOnze lezers zullen alzoo de twee verschillige oogpunten kennen. Bouwhmde daar gelatenmoeten wij bestati- gen dat de oude Yperlingen meer gave vonden in den ouden St Pieterstoren dan in den nieuwen. De oude toren was een goede kennis van over lange jaren en het spijt de Yperlingen hem te zien vervangen door wat vreemds. Het is nog iets van het Yper van vóór den oorlog dat ver dwenen is. bob, Ier “nhrekk, en r’len Ovei'ouds de afgebrande kerk en ninnen» oorspronkelijker! trant niet aMat d WaS he* zeer waarschijnlijk aente ko dor groeven van bergstee ën kant S]C kwam en dat langs nen ande- peteen krieken beterkoop kwamen en pij daarb'n\'''el’jker Om bewerken voegen J en ai keer dien men had voor den romaanschen stijl die veel te zwaar en te duister vorenkwam op het oogenblik dat de bouwkunst, tot in hare minste bijzonderheden ontwikkeld, maar altijd en gedurig streefde naar licht en zwier. Ook mogen wij van geluk spreken dat het onderdeel van den toren, de eeuwen trotsee- rende,' ons in zijnen zuiveren oorspronkelijken romaanschen stijl is overgebleven zoo kun nen wij ons een gedacht maken van de pracht en de grootschheid van dat gebouw in den tijd dat het één en hetzelfde kunstwerk uit- mlek. Bij de herstelling in 1912 zou het natuurlijk eene dwaasheid geweest zijn de kerk afgebro ken te hebben dan moest men zich tevreden stellen de bestaande deelen te lappen en aan een te faasselen opdat het toch een weinig aan iets zou geleken hebben. Maar waarom aarzelen, nu dat de duitsche kanonnen juist de kunstelooze deelen plat schoten, om ons het kunstigste over te laten als model voor de herbouwing der vernietigde deelen Waarom heeft men dat niet in acht genomen Waarom daarvan niet geprofiteerd?? Nochtans ’t gaapte lijk nen oven, ’t vroeg zoo schoon om nu eens en voor goed in zijnen oorspronkelijken stijl herbouwd te worden, bijzonderlijk dat binnen in de kerk de pilaren der kruisbeuk, ook in romaanschen stijl, ge deeltelijk waren blijven staan Waarom deed men het niet IVaar.om Hoe schoon zou dat niet geweest zijn, van gansch de verwoeste streek, maar alléénlijk in Yper, een zoo prachtig kunstwerk herscha pen te zien, dat de bewondering van eiken mensch zou verwekt hebben Helaas I hoe waren wij verwonderd het verkeerde te zien gebeuren eene zoo schoone gelegenheid vei waarloozen om ’t zelfde van 1914 terug te zetten waarlijk ’t was niet noodig dat werk in handen te geven van zoo een bekwamen kunstenaar om het zoo gewel dig in den pot te zien lappen. Dat hebben en zullen wij nooit verstaan. Dat men dacht besparingen te doen omdat de plans van de herstell ng van 1912 nog bestonden, is toch geen reden om die dwaas heid te begaan had men niet veel beter betaald en een goed bestudeerd ontwerp laten maken dat geheel de kerk in romaanschen stijl voorzag Men deed het wel voor den toren en is men daar niet tot een prachtigen uitslag gekomen En indien men het deed voor ’t een, waar om het niet gedaan voor ’t ander Hoe merkwaardig en hoe kunstig zou dat werk niet geweest zijn in zijn geheel Want men moet oprecht blind zijn en absoluut geen kennis van zaken hebben, om niet te zien dat St Pieters toren een echt pronkjuweel is in zijnen aard efene massa die drukt op ’t ge moed, een stuk dat bewondering verwekt, in een woord, een echte perel aan Yper haar kroon. Dat er misschien Yperlingen zijn die liever den ouden toren hadden zien heropmaken, dat kan wel zijn, maar de redens die ze voren houden zijn zoodanig armzalig dat ze de moeite niet weerd zijn in acht genomen te worden gelukkiglijk dat ’t meesten deel on zer stadsgenooten kunstgevoel genoeg hebben om een werk te schatten naar zijne weerde en te begrijpen dat indien de oude toran mis schien wat lichter was van vorm, de nieuwe nu-wel tienmaal schooner is van stijl en van eenheid. Wij mogen dus het werk van den toren goedkeuren en bewonderen, maar het is spijtig dat wij het werk van de kerk integendeel moeten afkeuren en misprijzen omdat wij vin den dat het eene eeuwige misgreep zal blijven, van nevens zoo een prachtig kunstwerk als den toren een briekoven herschapen te zien waarvan de weerde op kunstgebied uitkomt op eene groote O. Is dat niet jammer, bijzonderlijk dat het voor altijd te laat is Is ’t waar of is ’t geen waar POORTEKLOKKE. Ge moet eens gaan kijken Sedert eenigen tijd kan men zich van langs om beter een gedacht maken van het uitzicht onzer praalgebouwen, die stillekens, maar zeker, uit den grond rijzen. Wij kunnen voor ’t oogenblik best oordee- 'en over hetgeen St Pieterskerk zal zijn, om dat ze verst in den heropbouw gevorderd is. Iedereen weet dat die kerk in den loop der eeuwen meermalen afgebrand en heropge bouwd werd en zoo komt het dat ze zoodanig veel wijzigingen onderging dat ze ten langen Matste aan niets meer geleek, daar ze meteen samengesteld was uit alle slach van materialen o men aan de hand kreeg om haast je zeere den heropbouw te doen. R>e afwisseling van bouwstoffen en die ®engelmoes van stijlen, zijn een klaarblijkend van de armoede die dan in Yper zoowel op kunst- als op financieel °ok staat er Wt^t; ieterS’ zoowel langs binnen als langs v en’ het kenmerk van die armoede en die ’kt'rT*1 l°OZ’ng’ en ten ’s n'et te verwonderen v §eb°uw met den on^er oogpunt unst, eene echte nulliteit geworden was. Ver v was zoodanig waar dat men zich lc t geveelde rond het kerkhof hooge ^en *e Pinten om de leelijke muren aan het zicht der voorbijgangers te Indic- °ren in J^Pbonwde, uitbati: La Société Royale de St-Sébastien a repris ses exercices de tir a la perche. Ce n’est pas évidemment une nouvelle qui va re nplir l’uni- vers d’émoi, mais dans notre petit coin des Flandres ce petit événement a une grande signification. C’est, en réalité, une partie de l’ancienne vie d’Ypres qui ressuscite de la mort. L’ur.e après l’autre, nos sociétés d’agré- ment se reconstituent, et elles sont aussi uti les, aussi indispensables même, a la vie d’une villè que les maisons des habitants eux-mêmes. S’imagine-t-on une ville, un village, sans so ciétés Cela existe-t-il Les sociétés d’agré- ment ne sont pas des superfluités, elles consti tuent au contraire les liens qui unissent les citoyens, sans elles la vie n’y serait pas possi ble. L’homme est fait pour vivre en société, et qui dit société dit sociétés St-Sébastien était la plus ancienne de nos sociétés. Sa rentrée en activité aura fait plaisir a tous les anciens Yprois, comme il leur fait plaisir de voir revivre tout ce qui vivait ici jadis, comme ils. ont pris plaisir a constater. qu’Ypres Hoekje aussi avait repris sa vie, il y a quelques mois. Dimanche dernier 25 Mai, a eu lieu a la perche de St-Sébastien, leTir au Roi. Vingt- huit tireurs prenaient part au concours. Pour un début c’est énorme, inespéré. Depuis 25 ans ce chiffre n’avait plus été atteint. Au 17* tour, le maitre-oiseau fut abattu par M. Aimé Van Nieuwenhove, le sympathique échevin de la ville, qui fut proclamé Roi pour un terme de trois ans. Cette double inauguration de la perche et du Roi fut fêtée le soirpar un banquet a 1’hotel Skindies. Les convives en étaient juste au dessert quand 1’harmonie Ypriana reve nant de la lete de Dranoutre, faisait son entrée place de la,Gare. Apprenant que leur vice- président venait d’être promu au grade de Majesté les musiciens, sans se donner le temps de reprendre haleine, vinrent donner une aubade sous les fenêtres de; I’Hotel. Cet. incident imprévu ne fit qu’aviver la bonne gaité qui règna jusqu’a la fin du banquet. Encore une bonne journée pour Ypres. - ooo fr.) et la reconstruction des ba- du service des écluses (3oo.oo® fr.) Les éternelles victimes Comme les Allemands sont loin de payer ce a’ilsnous doivent, M. Theunis a résolu d’ef- ■ctuer des coupes sombres 11 lui était impos able de biffer d’un trait de plume toutes les enses prévues, mais il a décidé que 1’Etat esserrerait les cordons de sa bourse. Ainsi it décidee Cette politique de compression si rofondément attentatoire aux intéréts des inistrés de la Flandre Occidentale et de na- ure a entraver la reprise des affaires dans 10tre province, si éprouvée depuis dix ans. ’Etat Beige, se trouvant dans une situation niancière difficile, a décidé tout simplement ]e differer le payement des indemnités de ruerre dues aux particuliere et de retarder ’execution des travaux publics dans les ré- dons dévastées. Les habitants de ces régions ■ont done triplement saqrifiés i)ils ont été privés pendant et après la juerre de I’usage de leurs biens 2) ils voient reculer de plus en plus l’achè- rement de la reconstitution de leurs propriétés privées 3) ils sont dépourvus jusqu’a une date indé- terminée de I’usage normal de l’outillage éco- nomique national qui existait avant la guerre dans leur région, et dont la reconstruction est retardée pour raison d’économie. En d’au- trestermes, les Beiges des régions dévastées, les citoyens qui ont le plus souffert depuis dix ans des faits et des conséquences de la guerre sont sacrifis une fois de plus sur 1’aulel de la patrie. On leur dit tout haut zXttendez done encore pendant une ou quelques années les reparations auxquelles vous avez droit 1 Etl’on semble ajouter tout bas Depuis dix ans que vous attendez, vous devez être en- trainés a ce genre de sport et c’est pourquoi nous faisons appel a vous plutót qu’a ceux de vos compatriotes que la guerre a enrichis Georges Paquot.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1924 | | pagina 5