Pé en Fré in ’t Front door het ontploffen In 1 een Kan ihen lijker De trein met achthonderd bannenlingen ■verdween.... verlieten het Ge- ambulances Pé. Ewel Fré, hoe gaat ’t, en bitje beter of passeerde weke Fré. Hoe zou ’t gaan ’t blijft altijd zoo lang of dat ’t breed is. Voor mijn land te veref fenen en krijg ik tot nu toe geen sou. En ik krijge ook geen tweede snede voor mijn huis t’herbouwen, en ’t'Flijft halfwege te rotten. Intusschentijd zit ik daar met geheel mijn familie al meer of vijf jaar in en triestige barakke. ’t Was wel de moeite dat mijn drij gasten vier jaar lang wentelden in de tran chées. En ze geven nu titels dat ge niet kunt doen uitwisselen. Zeg Pé, is het om wel ge zind te zijn? Ge zou waarlijk en ongeluk doen. Pé. Fré, jongen alzoo niet. Ge moogt den moed niet verloren geven of ’t is toen al gedaan, ’t Zal misschien beter gaan of dat ge wel peist. ’t Stond om slecht te zijn de ministers aten hun woord, verbraken de plech- tigste verbintenissen, en gingen geheel een voudig de grootste geteisterden d’eerste slacht offeren, met hun vonnis te herzien. Fré. Is dat geen schande Pé. Ja, maar hun speltje en heeft niet gelukt. De volksvertegenwoordiger Buyl heelt zoo wel weten t’antwoorden aan den Eersten Minister dat een ander Minister al rap zei dat het een misverstand was en dat de uitbetalin gen zouden voort gaan. Maar denzelfden dag gaven ze al van die fameuze titels die niet uitbetaald worden. En zeggen dat M. Buyl alleen, geheel alleen was om hoofd te Xouden... Later nog eens heeft hij in een meesterlijke rede de rechten der geteisterden hardnekkig verdedigd... zoo wel dat geen enkel Minister iets kon weerleg gen... en dan hebben eenige andere kamer leden voorzichtjes mede gedaan met M. Buyl. Fré. - Dienen M. Buyl moet toch nen man zijn op zijne plaatse Pé. Ja en zijne plaatse was al rap aan gewezen hoofdman, opperbevelhebber der geteisterden. Nu hebben wij ook den Com- mandement Unique. Ge weet wel van binst den oorloge Fré. Ja en ’t heeft toens rechtuit gegaan. Pé. En ’t zal nu ook gaan. M. Buyl is onzen opperbevelhebber. Er is een eerste ver gadering geweest tot Dixmude. Fré. Machtig vele volk... en goede spre kers... ’t heeft er gestovên ’t schijnt. Pé. En ft zal er nog stuiven... Den l3n April was het t’Yper te doene. Den 29 Mei was gansch Visé in rep en roer. Te Dinant komt er ook al beweging. Maar ’t ergste zal zijn als we ne keer al te gare naar Brussel zullen optrekken. Daar zullen we laten zien dat het nu gemeend is... en de Ministers zul len gewaar worden dat de geteisterden ge trouwe onderdanen zijn... maar geen onrecht verdragen, ’t Is en bitje onze schuld, Fré, dat me geen recht bekomen. Me zijn alzoo van die goedsullige menschen geweest. Fré. Ba ja, ne mensch peist altijd ’t beste, en heeft altijd hope, maar ’t gaat toch, te verre. Pé. Een zake Fré ’t is aan ons van onze rechten te verdedigen. Fré. ’t Zal aan mij niet liegen... maar peis je dat me toch zullen winnen. Pé. Winnen zullen wij indien dat wij wil len winnen, maar der moet gewrocht worden. En zelve de Ministers zijn ’t gewaar dat we ons alzoo niet zullen laten gedoen. Zij hebben in eene bijzondere en buitengewone vergade ring de eerste maatregelen genomen. i°) Met eenparigheid van stemmen hebben zij besloten hun traitement te ontvangen in titels die niet uitbetaalbaar zijn. Fré. Waar gaan me dat schrijven Pé.20) De leden der Société des Nations zouden betaald worden niet meer in franks- goud, maar in belgisch geld gelijk alle andere Belgen. Zij zelve vragen dit zoo. Fré. Natuurlijk dat moest maar een slechten indruk maken op de buitenlanden dat die mannen met ons geld niet content waren. Ft'. 3°) Al die Inspecteurs-Généraux die daar alzoo een zacht karotje trekken al ter zelfder tijde Directeur-Général spelen van ’t eene of ’t andere van de Economische Zaken zouden aan de tweede vergoeding ver zaken om maar een jaarwedde meer op te strijken. Fré. Ze vinden bijgevolge zelve dat ’t en bitje te verre ging. Pé. 40) Al de leden van de Commissie van Récupératie die niet meer in werke zijn sinds meer dan zes maanden zouden verzocht worden hun ontslag te geven. Fré. Zeg, achter zes maanden ’t kan al beginnen gaan. Pé. 5“) Al de vet betaalde postjes die geheel en al nutteloos zijn, of maar bestaan op ’t papier zouden afgeschaft worden. Fré. ’k Geloove dat er alzoo vele zijn. Pé. - De Dienstoversten en Bestuurders in ’t algemeen zouden maar recht hebben aan zes tot hoogstens acht dactylootjes. Deze Zullen moeten eenen uniform dragen. Waar schijnlijk zal men dezen napoetsen van den Armée du Salut, maar den hoed met afhan gende boorden, om ze te beletten zoo werk zaam te zijn aan hun chichis en ook om min den patron te verstrooien. Fré. ’t Zal hun nog varen. Pé. Voor de openbare werken zullen ook bijzondere maatregels getroffen worden. Alzoo zal er op aangedrongen worden opdat de mannen met de autos en autocamions en in ’t algemeen al deze die rond rijden voor den Staat ten minste zoovele uren zouden doen voor den dienst als voor hun plezier. Bij ’t uitvoeren der werken voor den Staat zullen de heeren Bestuurders moeten trachten dat het getal surveillanten, schachten en an dere achterloopers zoo weinig mogelijk ’t ge tal werklieden onder hun commande overtreft. Fré. ’t Is.tijd, .’t is tijd 1 Maar beter laat of nooit. Pé. Wanneer een dienst op zijn einde gaat of zelfs afgeschaft is zal men geen nieuw personeel meer aanveerden, gelijk het nu gaat in Matadi. Voor ’t Albertsfonds in ’t bijzon der zal men trachten wat besparingen of liever wat min geldverkwistingen te doen. Voor ’t af breken van een barakke die in dui gen valt zal men trachten dat de onkosten daarvan niet meer dan tienmaal de weerde van verkoop overtreffen. De algemeene di- gezin van tegen Roeselaere vader, moeder en vier kinderen. Die menschen waren gevlucht zonder iets. Medelijdende soldaten hadden hen elk twee dekens gegeven ’t was geheel hun bezit Zij waren zoo uitgeput en zoo zwak dat een weinig melksoep hen nog te zwaar viel Met de weinige middelen waarover men beschikte werden de vluchtelingen naar het Hospitaal vervoerd, verzorgd en dan naar Veurne verzonden. Den eersten avond sliepen er ongeveer vijl en zestig van die nu arme menschen op een zacht bed. Na vijf dagen moest dat werk gestaakt wor den, want de middelen van vervoer en de plaatsen van bestemming ontbraken. Honderd vijf en twintig vluchtelingen werden vervoerd. De zieken en bijzonderlijk de gekwetsten namen hier hunne plaats in. Het eerste slachtoffer, wiens dood te be treuren viel, was een oud vrouwtje, ’t Was wel droevig Het lijk werd in een laken ge naaid.... hout voor eene kist was er niet... de lijkbidders (krysschers) van de stad kwamen met een steekkarretje en trokken met hun droevigen last weer de stad in, naar het kerk hof. Een der mannen, Jozef Rwerd op weg door een stuk schrapnel aan het been ge kwetst en zelf naar het Hospitaal gevoerd Gedurende die 20 dagen tot aan het bom bardement waren er een en twintig zieken en acht en veertig gekwetsten. {Vervolg toekomende week). II Begin van het Hospitaal Na het vertrek der zinneloozen kantonneer- 4en ér vijftien honderd Chasseurs-Alpins ;in het klooster. Eene fransche Ambulance werd er inge- steld. De gekwetste soldaten werden er voor- loopig verzorgd en naar Poperinghe vervoerd. De oude vrouwtjes (de Godelievetjes uit de Rijselstraat) vonden er ook een tijdelijk -onderkomen. IDe beschieting der stad duurde voort.... De prachtige Hallen, Yper’s roem, de Kathedraal van St Maartens, de gebouwen der oude Arme Claren, zoo schoon hersteld, werden in brand geschoten en vernield... Den eersten December kwamen de oude mannetjes van ’t Nazareth en ’t Begijnhof afgezakt naar het Gesticht. Met auto’s, liefdadig ter beschikking ge steld door het Fransch leger, werden zij naar Poperinghe vervoerd, alsook de Gode lievetjes Vele van die oude menschen zaten voor de ■eefste maal van hun leven in een automobiel. ’tls kermestoer, zei er een, op zijn Ypersch Vele Yperlingen weigerden de stad te ver laten, schuilden in kelders... De nood en de ■ellende werden groot. De eerste gekwetsten moesten in kelders 'verzorgd worden en weggevoerd.... Maar die hulp bleek onvoldoende en men besloot een burgerlijk hospitaal in te richten in het Kloos ter van het Heilig Hert. Den Woensdag tweeden December werd Hospitaal geopend. Een eenvoudige ■Plechtigheid. I Twee heeren, wier namen mogen bewaard J’jven, de eerweerde heer C. Delaere, pastoor Jan St Pieters, de heer Van Aerde, secre- jans van de Burgerlijke Godshuizen en vier Jugelsch.cn, leden van de Friends Ambu- waaronder de bestuurder Geoffrey ^ffinthrop Young, waren daarbij tegenwoor- Vg- S T wee uren later kwamen vier Zusters van B^O. L. V. Gasthuis van de Groote Markt F’ ^en zeHden dag, nog drie gekwetsten en ■even zieken. I ?e chasseurs alpins H. ebt dat alleen nog voor ■’enen nïocht T Wee nieuwe Fransche veldhospitalenkwa- K. en zo° ontstond de haam het F W Hospitaal van Yper ^Uc^t&lingen in het Gesticht Z^e^e burgers werden overal opgezocht. Kn d °n men z’ch een geducht maken van noodV1^etl t°es,-and, van de armoede en BmPei°d wir a*'1* S°mmige huisgezinnen ge- ■In een klein jachthuisje bij Het Hoekje e’nig strooi, vond men een deftig -1 zich wel iets inbeelden dat pijn- is dan de vlucht van vier honderd on- noözële menschen Hier een vrouwtje weenend.... andere zin- dansen zelfs, vele worden in zetels ge- j on De Eerweerde Zusters hadden met sommige heel wat moeite. De voorste rijtuigen waren bezet door de krankzinnigen van het Mannengesticht'uit de Thouroutstraat. Twee dier zieken werden ge kwetst door het ontploffen van een schrap- Na twee uren werken was iedereen geze ten.. - de pakken zijn in regel, het teeken van vertrek wordt gegeven.... De trein zette zich langzaam in beweging... vele tranen vloeiden. Vaarwel het geliefde klooster... Men leefde ^r gelukkig in het plegen van Christen liefde werk.... Nu eerst gevoelt men hoe lief zijn huis is...- al is het ook een Zinneloozenge- sticht

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1924 | | pagina 5