H J in Ij fl I llm I lil bui llil fl .J ««g*»'* I |ii l! H «w'11 I Belgische Wetgevende Kamers Verslag der vergadering van 17 Januari 1925 De Titels op naam UITBETALING DER INTERESTEN i weirdo dan n°£ zulle11 Vragen en Antwoorden Vraag van den heer MISSI A EN Naar men ons verzekerd heelt, werd in den laatsten tijd het besluit genomen opnieuw alle vergoedingen met herbeleg voor oorlogsscha de uit te betalen, zoodoende om de geteister- den opnieuw in de gelegenheid te stellen hunne geledene schade te herstellen en het verwoest gebied zijn vroeger uitzicht en be drijvigheid te hergeven. Er is echter eene schadelijke beperking aan dezen maatregel gesteld, namelijk voor de handelaars en nijve- raars, die nergens de uitwisseling hunner titels kunnen bekomen en dus in de onmoge lijkheid gesteld zijn handel en nijverheid in die streek te doen herbloeien. Gezien den ongelukkigen toestand waarin de gansche be volking der verwoeste streek verkeert door de heerschende werkloosheid die de arbeiders verplicht hunne arbeidskracht in het buiten land te gaan verhuren, komt deze maatregel ons onverklaarbaar voor. Zou de heer minister mij niet willen zeggen op welke beweegredenen hij steunt om de uitbetaling van de titels aan handelaars en nijveraars tegen te houden Zou de heer minister geen maatregel kunnen nemen om met dien uiterst nadeeligen toestand voor den herbloei van het verwoest gewest, gedaan te maken Antwoord van den heer minister Het achtbaar lid mag zeker zijn, dat ik in overleg met den heer minister van financiën alle maatregelen zal treffen ten einde, zooals vroeger, door bemiddeling der Nationale Maat schappij voor krediet aan de nijverheid en der Nationale Vereeniging van handelaars en industrieelen,de titels op naam, afgeleverd als vergoedingen voor oorlogsschade op gebied van nijverheid en handel, verhandelbaar te maken. vertraging kQmieage^ ïlj Pour le restant du Monde, il y a eu 1’Armis tice et le Traité de Versailles. Pour nous, la guerre continue. Notre crime inexpiable c’est d’etre faibles, d’avoir beau- coup souffert et de nous être entêtés a vouloir rentrer dans un pays dont d’aucuns rêvaient de faire les Regions a Jamais Dévastées Nous ne sommes plus, il est vrai, bombar- dés par les boches, mais le pillage continue. On nous a pris notre Ecole d’Equitation, notre Garnison, notre canal, nos industries, notre Ecole de Bienfaisance, 1’Institution Royale de Messines. On voudrait bien nous prendre notre Tribunal. Jusqu’a présent, cependant, personne ne s’était glorifié de s'enrichir de nos dépouilles. Ce dernier pas est franchi. On nous vole cyni- ■quement les rares débris non disparus des belles richesses artistiques de jadis et 1’on s’en vante. Malgré tout, nous continuerons a lutter pour la renaissance de notre coin de terre. Nous sommes revenus malgré la destruction boche. Nous avons persisté malgré M. Lebu- reau. Peu importe que nous sachions que notre belle vic d’antan ne reviendra plus jamais et que notre pays ne retrouvera plus Ia beauté que nous lui avons connue Nous sommes les vaincus de la guerre, mais il n’est pas possible que 1’heure de la justice ne sonne pas un jour. OP” Vraag van den heer Volksvertegenwoordiger PÉRIQUET Het meerendeel der vonnissen van de recht banken voor oorlogsschade, ofschoon zij ver goeding verleenen voor de schade aan de geteisterden veroorzaakt, verleenen eveneens interesten op de sommen te storten krachtens artikel 5o der wet. Het ministerie van finan ciën betaalt die vergoedingen met ongehoorde vertraging, en de interesten nog langzamer. Het meerendeel der geteisterden zijn ver plicht geld te leenen, in afwachting dat de Belgische Staat hen wel wil betalen', en voor die leeningen betalen zij een interest van 6, 6 1/2 en 7 t. h., terwijl zij van den Staat slechts 5 t. h. zullen trekken. Daarenboven, er blijkt uit een stuk van de thesaurie voor de oorlogsschade, dat ik bezit, dat de Staat, wanneer hij die interesten aan de geteisterden betaalt, hun de belasting op de roerende zaken afhoudt, of 2 t. h. op de som der interesten. Ik verzoek den achtbaren minister mij te zeggen of die jammerlijke toestand werkelijk bestaat en zoo ja, vraag ik hem gedaan te maken met dat schandaal en de gete-isterden terug te betalen wat hun ten onrechte afge houden werd. A ntwoord van den heer Minister van financiën De uitbetaling van de vergoedingen wegens oorlogsschade geschiedt door de zorgen van het ministerie van ekonomische zaken. Dit eischte in een zeker getal gevallen, van het beheer der Schatkist en van ’s Lands schuld, de aflevering van titels op naam die verrichtingen zijn klaar wat mijn ministerie betreft. De uitbetalingen van de interesten, hoeren de tot de titels op naam, moet door het beheer der Schatkist gedaan worden, dat zich ijverig bezig houdt met de betaling van de interesten voor het tweede halfjaar 1924. Het is niet mogelijk op vasten datum en alle recht hebbenden terzelfdertijd de sommen te beta len die hun toekornen. Die interesten zijn volgens het geval verschuldigd aan de titula- tion de la ville de Bruxelles, qüi l’installera incessamment dans les locaux de la Maison patricienne rue du Chêne. Cet immeuble vient d’être restauré a eet effet. rissen, aan de houders der overdrachten ol aan de schuldeischers-pandhouders. Daaruit volgt dat er voor elke der geopende rekenin gen, na het einde van elk halfjaar, inlichtingen door het beheer der Schatkist moeten ge vraagd worden van het hoofdkantoor dei overdrachten en pandgevingen, ingesteld door de wet van 10 Mei 1919- Die voorzorgen worden genomen in het belang der titularissen zelf die, zonder die waarborgen, hun schuld vordering bij geldschieters nietzouden kunnen verhandelen. lingen zonder den A ntwoord van den heer minister De toestand der pioniers i niet ontgaan. Maatregelen werden - overleg met den dienst voor landb te Brugge, voor eene spoedige v- de vergoedingen die eraan dat 1 terden toekomen. Ik heb gevraagd wat de reden Was Van vertraging in het uitbetalen van de ver^oed^ gen die er aan den heer Lenoo toekomen Y P E R •r «”°raen in -Jouwherstel Gening va’ - S00rt geteis. Vraag van den heer MISSIA EN In de maand Juli ontving ik de klacht van Jules Lenoo, van Hollebeke, dat hij de ver goeding niet ontving, hem bij kontrakt met het ministerie van landbouw toegestaan voor het herstellen van land. Ik miek de klacht over aan het ministerie van landbouw, hetwelk mij antwoordde dat men moest wachten naar inlichtingen van de rechtbank voor oorlogsschade van leper om tot de uitbetaling te kunnen overgaan. Daar op i5 November die uitbetaling nog niet gedaan was, drong ik aan bij het minis terie van landbouw en op 19 December ont ving ik het antwoord dat de rechtbank voor oorlogsschade nog altijd de gewenschte in lichtingen niet gegeven had. Dit geval is niet eenig en bijna iedermaal dat ik dergelijke klacht indien, ontvang ik het- zelfde antwoord. Zoo komt het dat de pioniers die on middellijk na den wapenstilstand in uiterst moeilijke en gevaarlijke voorwaarden mede- geholpen hebben aan het herstellen van het land, tot nu toe nog altijd op de hen daarvoor verschuldigde vergoeding wachten. Zou de heer minister van justicie geen maat regelen kunnen nemen opdat wat meer spoed zou gezet worden bij het geven van gevraagde inlichtingen van dien aard, zoodat de uitbeta- I Opening. - Om 5 u. in het gewoon lokaal Het Zweerd onder ’t Voorzitterschap van M. Hai.la.ert. Het verslag der voorgaande vergadering wordt zonder opmerkingen goed- gekeurd. Het lezen der antwoorden op de verzondene brieven naar den H. Méchant Kabinetsoverste van den H. Minister van Huishoudkundige Zaken, en naar den Heer Minister van Landverdediging hadden op de leden geen bevredigenden invloed. {Zieverder). II Bespreking 1. De Vaart. De Heer Baron Ruzette schijnt misnoegd omdat men hier geen vertrouwen meer heeft in zijne be loften. Het is klaarblijkend dat 't ordewoord aangaande de werken van onzen vaart is alles op de lange baan te schuiven opdat de uit voering lang zou aanslepen. Besluit Uit de dagorde der vergadering aan den Heer Minister mede te deelen dat de leden van Yper Op bestatigen dat de kre dieten voor de uit te voeren werken aar. onze vaart niet verbruikt en moeten herstemd wor den. Intusschen gaande beloofde werken niet vooruit en blijven de nijveraars moedeloos wachten. De streek kan niet voort met be loften en dringt dus weerom aan opdat de veieischte kredieten dit jaar nog eens zouden herstemd doch verbruikt worden. Door de nalatigheid der Regeering verhuizen de nijver heden op eene andere streek en geven middel- lerwijl een gevoeligen, ja doodelijken slag aan de bedrijvigheid onzer stad. Na verder den wensch uitgedrukt te heb ben, mededeeling te geven aan Z. M. den Koning en de Heeren Ministers, zet de ver gadering de bespreking harer volgende pun ten voort. :‘d 2. - Kazern. Vóór den oorlog waren in de kleine steden kleine garnizoenen, maar nu wil de legerstaf enkel groote garnizoenen welke bijna allen gevestigd zijn in de groote steden. Zij hebben voor gevolg het te kort aan huizen te vergrooten, het bestaan voor officieren kostelijker te maken en van M gedurige aanvraag naar verhoog van we en Het nieuwe legerstelsel maakt dat de em steden op niets anders moeten rekenen op de lasten te dragen, terwijl de groote voordeelen opslokken. Deze toestand za^ deelig uitwerken op de gevoelens der king tegenover het leger. Het is dus in lang van ’t leger en het land de kleine g zoenen te herinrichten. De leden dring nog eens aan ter gelegenheid van keer van troepen van de Roer, op klein garnizoen zich alhier weder v®b ofljef 3. Mededeelingen aangaande herbeleg. De heer Cordenier ha desaangaande breedvoerig uitleg doch is waarschijnlijk door onvo' standigheden belet geweest de_V® vu„. bij te wonen. De heer advokaat 11jge|t zitter van den Bond der geteiste ^jclitiii' ons mede dat volgens de laatste o gen die titels voor duitsche koopw uitgewisseld worden, of tegen naam van den drager. Daar men vreest dat deze zullen vinden in dc Beurs en aan verminderden prijs v- geven, .orziene o”1 voof' •isterdeiu I .JT.I 11 1 J it ,S m'iM a“naa;ht tderiof moge»

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1925 | | pagina 2