I
I Jjill
NIH I
Hl
■Milt I
wllllnr Jlilfe
lil
I
H'P
1 IP
I
Tekst van h’t Smeekschrift
I
Edifïanls
Documents
hunnef
onver-
Zonder den
';iin ons te
ie en
sastres, pour ainsi dire offertes e;i holocauste
pour sauver l’indépendance nationale, obtinssent
en temps de paix quclques compensations, et en
tout cas conservassent les avantages dont elles
jouissent depuis un temps immemorial.
SIRS, les évènements se sont déroulés de
telle sotte que la prédiction de Monsieur
Vanden Peereboom s’est réalisée.
Notre région a été offerte en holocauste
pour sauver l’indépendance, non seulement
de notre chère Belgique, mais aussi du monde
entier
Parmi les signatairés de celte humble sup-
plique, SIRE, il en est qui ont versé leur sang
pour la plus noble des causes. Après avoir
participé a la libération de leur patrie, ils se
mirent courageusement a la tache de la renais
sance du pays natal, qui leur est devenu, par
ce second sacrifice, doublement cher.
Des centaines de nos frères et de nos en-
fants reposent au champ d’honneur.
Serat-il dit, qu’ils se seront sacrifiés pour
consacrer la ruine irrémédtable de leur regions
Sera-t-il permis que continue a planer, sur
nos courageuses populations, le spectre d’un
nouvel exil
Non, car ils savent qu’a la tête de la Belgi
que, se trouve un chef qui a donné au sens
de la parole et de l’honneur, une signification
unique dans l’histoire, non, car ils attendent,
SIRE, avec une profonde confiance, un mot,
un geste de générosité de la part de Votre
Majesté, en Lui présentant, trés humblement,
l’hommage de leurs sentiments dedévouement
et d’indéfectible patriotisme.
dit heden zal overhandigd worden aan Zijne
Majesteit den Koning. Dat verzoekschrift
werd onderteekend door een groot aantal
onzer meest gekende Ypersche medeburgers..
SIRE,
Gansch Belgie schaart zich op dit oogen-
blik rond den troon van Uwe Majesteit,
eene groote gebeurtenis staat gereed om
zich te verwezenlijken, de eerste Erfgenaam
van den eersten Koning der Belgen zal, op
9 dezer maand, den ouderdom bereiken
door de Grondwet vastgesteld om deel te
nemen aan het Bestuur van ’s Lands zaken.
De politieke meerderjarigheid van den
vermoedelijken troonopvolger wordt be-
groet door de algemeene toejuichingen der
Natie.
Laat toe, SIRE, aan het wettig rgaan
van een der meest vaderlandslievende ste-
den, laat toe aan het Gemeentebestuur der
stad Yper, zijne stem te mengen in dit
blijheidslied...
Maar, indien de toekomst van Belgie, op
nationaal en politiek gebied, aan ieder,
zooals aan ons, zonder wolken schijnt, in-
dien voor een groot aantal steden de stoffe-
lijke voorspoed zelf belooft zich altijd uit te
breiden, geldt hetzelfde niet, SIRE, voor
de stad die wij de eer hebben te besturen.
De stoffelijke voorspoed mindert hier
dagelijks en de diepste ontmoediging over-
n meestert al de rangen der bevolking.
Eertijds, SIRE, ter gelegenheid van de
blijde intreden der Vorsten of wanneer een
andere politieke gebeurtenis de vreugde in
het land verspreidde, lieten de gemeenten
en staten van Vlaanderen zich toe recht-
streeks aan hunnen Vorst de klachten en
noodwendigheden der bevolkingen te ver-
toonen en de hooge tusschenkomst van den
Prins te verzoeken.
SIRE, veroorlooft ook nu ons, erfgena-
men van de oude magistraten der gemeente
Yper, in deze plechtige omstandigheid, aan
den voet van Uwen troon de klachten en
wenschen van onze bevolking neer te leggen.
Sinds eeuwen, SIRE, is onze stad eene
belangrijke, oorlogsplaats, dikwijls diende
zij tot bolwerk, zoowel voor de verdedigers
onzer gemeentevrijheden als voor de verde-
digers van Vlaanderen en van het land.
Van i8i5 tot 1825 werd onze stad om-
ringd door nieuwe versterkingen, talrijke
krijgsinrichtingen werden er geschapen, een
nogal aanzienlijk garnizoen werd er onder-
houden sedert dien, oorlogsplaats vóór
alles, dacht er onze stad niet aan zich eene
nijverheid te stichten, daar het garnizoen de
levensmiddelen verschafte aaneen voornaam
deel onzer bevolking.
liet verblijf van dit garnizoen wasvoor
allen zulk een groote weldaad dat wij niet
aarzelden, SIRE, op de begrooting der ge-
meente eene uitgave te doen van 5oo.ooo
frank, ten einde onze krijgsinrichtingen te
verbeteren en met de hoop aldus een vol
doende garnizoen te behouden, naar de stel-
lige en geschreven belofte van een Uwer
Ministers.
Heden is de Plaats Yper verlaten, ontwa-
pend, afgebroken, veroordeeld; ’t is daar,
misschien, èene noodzakelijkheid van alge-
meen nut die wij moeten onderstaan, maar
is het rechtvaardig, SIRE, dat de stad
Yper, aldus onteigend om reden van natio-
naai belang, niet de minste vergoeding ont-
vange Is het billijk dat zij zelf het grootste
deel van haar garnizoen en van hare Rij-
school verlieze, waarvan de afschaffing be
sloten schijnt
Heden, SIRE, ten gevolge der genomen
militaire maatregelen, zijn een groot aantal
familiën onzer stad ten gronde gegaan de
ontmoediging is algemeen.
Meer dan de helft onzer werkersbevolking
is naar Frankrijk uitgeweken, van waar zij
elke week het brood voor de familie mede-
brengt, maar ook gedachten die wein’g
Belgisch zijn.
SIRE, in den neteligen toestand waarin
zij zich bevindt, richt de stad Yper met ver-
trouwen hare blikken tot U zij hoopt dat
Gij niet zult weigeren haar garnizoen terug
te schenken dat zij verloren heeft en aldus
de verliezen te doen herstellen die zij in het
algemeen belang ondergaat.
Zij is overtuigd dat Gij niet zult gedoogen
dat onder Uwe regeering eene eertijds
bloeiende stad, waarvan de geschiedenis
eene breede bladzijde in de geschiedenis
van Vlaanderen bekleedt, vervalle tot den
rang van een eenvoudig landelijk gehucht
en dat de stad Yper, alléén op een oogen-
blik dat de blijheid algemeen is, zich be-
zorgd moet toonen om het treurig lot dat de
toekomst aan hare bevolking voorbereidt
SIRE, dit smeekschrift, dat opgesteld
schijnt om den treurigen en pijnlijken toestand
te beschrijven die de afwezigheid van ons
garnizoen, van onze vaart en van onze ver-
schillige instellingen ons opleggen, werd
gericht door onze gemeenteoverheden de Van
der Stichelede Maubus, Alfons Vanden Peere
boom, Merghelynck, en anderen, aan onzen
eersten Souverem, stichter van ons Vorsten
huis, den grooten Leopold I, onder dagtee-
kening van 4n April i853. Ten gevolge van dit
smeekschrift werd het 2e Regiment Lansiers
naar onze stad gezonden.
Bij het herinneren daaraan voor onze
tegenwoordige noodwendigheden, voegen wij
de stem dier roemrijke dooden bij de onze en
smeeken ootmoedig Uwe Majesteit van Hare
Macht gebruik te maken om ons van den drei
genden ondergang te redden.
Want sedert meer dan zes jaar stooten wij
ons aan den slechten wil der openbare bestu
ren, in den strijd dien wij steunen voor de
herkenning onzer rechten.
SIRE, men weigert ons den terugkeer van
ons garnizoen, men bespreekt de noodzakelijk
heid van onze vaart, onze weldadigheidsin-
richting, door Koninklijk Besluit van 28 Juli
1894 ingesteld, wordt ons ontnomen.
Geslachtofferd gedurende den oorlog, wor
den wij voorts geslachtofferd gedurende den
vrede.
Is het aannemelijk, Sire, dat, terwijl een
gedeelte der bevolking van België een tijdperk
van rijkdom en welvaart beleeft, dank aan de
Le respect du Ministère de ld fustic
les conventions qui concernent la ref>
vastee.
i° Arrêté Royal du 28 juillet I 94 tjce I
vant l’accord entre le Ministre e
et la familie Godtschalck. g et
Art 2. Nos Ministres de h au
des Finances sont autorisés a aCoo0francs
nom de l’Etat, la. somme de 70°’^e ja dite
qui doit être remise, en veitu je M- 1
transaction par les héritiei s e”^ect^e a
Charles Godtschalck, Pouryfly
création, d pres, d’une école de
grootheid onzer opoffering, Wij
minsten schijn van hoop, verplicht z"
weren tegen de omknelling der a
daarbij nog verbonden zijn dezelfdebT
belastingen te dragen
Daar wij den sluier van het verlede
ben opgehaald bij het herinneren van 1"
zoekschrift der groote burgers die
ons gemeentebootje bestuurden laat ^rtljdsi
SIRE, aan Uwe Majesteit een’gedeefied^
redevoering aan te halen uitgesproken d
wijlen onzen Volksvertegenwoordiger aT
Vanden Peereboom, ter Kamerzitting 1
9n Juni 1853. b 'atl
Men zal mij misschien wel antwoord!
dat een volk, in geval van oorlog, een deel
van het land moet kunnen slachtofferen o 1
het andere te vrijwaren, zooals bij ee 1
groote brand de kapitein der pompiers mol
laten branden wat niet le redden is. Bete j
dan wie ook begrijp ik volkomen dit betool
en, alhoewel het arrondissement dat mij
deze Kamer gezonden heeft, bestemd is om
geslachtofferd te worden, onderwerp ik mijl
indien het algemeen belang het vergt. Maar
ik vraag het U, indien een gedeelte yan het
land bestemd is om in.oorlogstijd verwoest
te worden, heeft dit het recht niet, in vredes-i
tijd, eenige schadeloosstellingen te eischea
ik vraag het indien, volgens de meeningvaa
de Kamer, het niet rechtvaardig zou wezen
dat de steden, aan dergelijke rampen bloot-
gesteld, om zoo te spreken als brandoffeA
aangeboden om de nationale onafhankelijk-!
heid te redden, in vredestijd eenige schade-
loosstellingen bekwamen en, in alle geval,
de voordeelen behielden waarvan zij sedert
onheuglijke tijden genieten.
SIRE, de gebeurtenissen hébben zich ont
rold op zulke wijze dat de voorspelling van
den heer Vanden Peereboom zich heeft ver
wezenlijkt.
Onze streek werd als brandoffer aangebo e
den om de onafhankelijkheid te redden, niel -
alleen van ons lief België, maar ook van df
geheele wereld.
Bij de onderteekenaars van dit nederig -
smeekschrift zijn er, SIRE, die hun bloed ver-
goten hebben voor de edelste aller zaken. Na
deel te hebben genomen aan de bevrijding
van hun Vaderland hebben zij zich kloekmo.e-
dig aan het werk gesteld voor de herwording-
van hun geboortegrond die hun, door dit
tweede offer, dubbel lief is geworden.
Honderden onzer broeders en onzer kin-
ders rusten op het Veld van Eer.
Zal het gezegd worden, dat zij zich zullen
geslachtofferd hebben om den onherstelbare^
ondergang van hunne streek te bekrachtigen!
Zal het toegelaten wezen dat het spoo
eener nieuwe ballingschap voortdurend ot
onze moedige bevolkingen zweve j I
Neen, want zij weten dat er aan het hooj
van België een Overste staat die aan den zij s
van het woord en van de eer eene beteekenj
heeft gegeven, eenig in de geschiedenisneen,
want zij wachten, SIRE, met een diep vJrj i
trouwen op een woord, op een edelmoe
gebaar van wege Uwe Majesteit, terwij^
Haar zeer eerbiedig de hulde betuigen
gevoelens van innige verkleefdheid en
gankelijke Vaderlandsliefde.
NI. J j
_J