I 11 II J Hl ifaw (Mm I f '1 ■I f J fill iitf uw fl H De toestand der landbouwers in het herstel der oorlogschade I I log bezaten. Het koëfficient op heU^t" vee t en hoed; kunnen brandmerken. Ook vraag dige maatregelen binnen zoo 1-- tijd om die arme lieden te verg^ weet dat meer dan 60 t. h. dei !l I iege- t6rug te -danig. past is onvoldoende om het koopen in dezelfde hoeveelheid heid als het voor den oorlog was Eenige andere punten wil ik te dier De heer Nolf heeft gevraagd welke politiek de regeering volgde inzake het uitwisselen van titels tegen prestaties in natura. Dat stelsel kan niet worden toegepast omdat het tot spe culatie aanleiding zou geven. De achterstallige interesten zullen in titels aan toonder worden uitbetaald. Men kan niet eischen dat de Staat nog 20 tot 25 t. h. van het bedrag der vergoeding in geld zou bijvoe gen. De vroeger betaalde interesten zullen verder betaald worden. Wat de wederbeleg- ging aangaat, zijn er geen achterstallen, aan gezien de berekening dadelijk plaats heeft. Tot daar het antwoord van den heer minis ter. Sedert dien werd de Amerikaansche leening door de Kamers goedgekeurd. Brief aan M. Theanis Daar de Kamers sedeit 7 Maart ontbonden zijn besluit de vergadering die zaak tot na de verkiezingen uit te stellen. Mogelijke pogingen bij de kandidaten der aanstaande kiezingen De Federatie der geteisterden hield zich nooit bezig met politiek. Van dien regel mag niet afgeweken worden. Daarom besluit de vergadering niet de minste poging aan te wenden bij de kandidaten voor de aanstaande verkiezingen. De gekoze nen zullen het ongetwijfeld als een plicht aan zien in alle omstandigheden de rechten van de geteisterden te verdedigen. Koninklijk Bezoek Het is onbetwistbaar dat Zijne Majesteit bij de verantwoordelijke ministers herhaaldelijk zal aandringen opdat er aan onze rechtmatige eischen voldoening zou worden gegeven. De vergadering hoopt dat het Arrondisse ment Yper nog heel dikwijls met het bezoek van Zijne Majesteit den Koning zal vereerd worden. Vereeniging voor de heropbeuring en de verdediging der belangen van Yper en omstreken De heer Louis Geulen geeft lezing van een merkwaardig xerslag waarvan den tekst in Het Ypersche zal opgenomen worden. De openbare bespreking van dit voorstel zal zoo spoedig mogelijk plaats grijpen. Wenschen der Bonden Afgevaardigden dringen aan op de noodzake lijkheid onmiddelijk voorzorgen te nemen tegen het besmetten van het drinkbaar water door het inzijpelen van slecht gemaakte beerputten. De aandacht der provinciale geneeskundige commissie zal daarop gevestigd worden. Anderen klagen over de misbruiken vastge steld bij den heropbouw door den Staat. In sommige gevallen geschieden de voorloopige en eindo vernamen der huizen zonder tusschen- komst en toestemming van de eigenaars. Daarover zal een onderzoek ingesteld worden. De vergadering wordt om 16,i5 uur ge heven. loop worden gebracht indien het totaal bedrag der schade geen i5,ooo frank te boven gaat. Alleen bij uitzondering komt de Nationale Maatschappij voor crediet aan de nijverheid tusschenbeide. Deze maatschappij stemt in de gewenschte voorschotten toe of weigert ze. Elk geval wordt op zichzelf behandeld de eenen gelukken, de anderen niet. Dit verwekt onzekerheid, die aanleiding geeft tot ontevredenheid, het herstel'belem- mert en de gelijkheid krenkt die onder de geteisterden moet bestaan. Een beroep op het Nationale Verbond van industrieelen en kooplieden heelt aan den anderen kant weinig beteekenis, want in ruil voor zijn titel ontvangt de geteisterde slechts obligaties aan toonder die 6 t. h. rente geven, te beginnen van rg25 in dertig jaar aflosbaar zijn en die slechts met ingang van 1929 op de markt zullen komen. Daardoor krijgt de ver zekerde niet het noodige geld om zijn have te herstellen. De bestaande toestand heeft daarom tenge volge dat de regeering zich daarmee moet bemoeien en dit wordt uitstekend uiteengezet in het verzoekschrift van de handelsvereeni- gingvan Yper, dat bij de Kamer is ingekomen. Ik hoop dat die overwegingen, die van belang zijn, de aandacht van den minister gaande zullen hebben gemaakt en dat deze er prijs zal op stellen in den loop van deze be spreking de gewenschte verzekeringen te geven opdat de verwekte onrust weer tot bedaren zou kunnen komen. Uit de uiteenzetting, die ik zoo juist ten beste heb gegeven, wil het voorkomen dat de beperkende maatregelen alleen de nijverheids- en handelsschade betreffen. Men heeft mij verzekerd dat zij ook tot de landbouwschade werden uiteebreid. Vóór 1 Februari 1924 vereffende de Bond der coöperatieven gansch de landbouwschade zonder rekening te houden met de waarde van 1914. Doch thans is de bond niet meer bevoegd om te beslissen over de vereffening in geld van de oorlogsschade, behalve wat betreft zijn eigen dadingen. Voormeld besluit behoort uitsluitend den minister van economische zaken. De minister gelieve mij dus te zeggen of de beperking, die de nijverheids- en handelsschade bedoelt, ook toepasselijk is voor de landbouwschade. Wellicht staan de gevallen die mij worden opgegeven alleen of betreffen zij ondernemin gen zonder bepaald karakter. Een laatste vraag geldt het uitwisselen der titels zonder wederbelegging tegen leveringen in natura door de Duitschers te bezorgen. Dit vraagstuk wordt op uiteenloopende wijze in de vereenigingen der geteisterden begrepen. De regeering zou goed doen de betrokke nen hierover in te lichten en van nu af een duidelijke verklaring te géven. De heer MOYERSOENMinister van Econo mische Zaken antwoordde daarop het volgende in de zitting' van 25 Februari «De heer Nolf kloeg erover dat sommige schade in titels -m niet in baar geld werd betaald. In een omzendbrief van het verbond der coöperatieven voor oorlogsschade, dag- teekenend van 3o October 1924, worden de beperkende maatregelen ingetrokken welke het departement heeft getroffen, terwijl ineen volgenden omzendbrief wordt bepaald dat de titels op naam, die vergoedingen boven de i5,ooo frank vertegenwoordigen, door het verbond niet uitbetaald zouden kunnen wor den. De maatschappijen, wier schade dat cijfer overtreft, moeten zich thans wenden tot de nationale vereeniging voor crediet aan de nijverheid om hare titels te vereffenen, wan neer het nijverheids of handelsschade geldt. Wij betalen eveneens in baar geld alles wat de wederbelegging betreft. Wat de nijverheidsschade aangaat zal de credietvereeniging betalen zoodra de Ameri kaansche leening door de Kamers goedge keurd zal zijn. In de vergadering van Dinsdag 3 Maart 1.1. der Kamer van Volksvertegenwoordigers had de bespreking plaats der interpellatie van den heer De Bruycker tot den heer Minister van Economische Zaken over den toestand der landbouwers voor wat betreft de vergoedin gen voor het herstel van oorlogsschade Hieronder geven wij, volgens het «Beknopt Verslag de redevoeringen van de heeren volksvertegenwoordigers Missiaen en Butaye alsook ’t bijzonderste gedeelte van het ant woord van den heer Minister Moyersoen De heer Missiaen (in ’t Vlaamsch).— Ik sluit mij ten volle aan bij de woorden van den heer De Bruycker. De vergoeding voor de veesta pel is volstrekt noodig. Wij kunnen niet aannemen dat men de land bouwers zou willen tevreden stellen met een deel van den veestapel dien zij voor den oor- betalen- Ik ben er niet in gelukt bij den hem voldoening te bekomen. Voor gedaagd wegens het niet betalen eflge. landhuur, werd hij veroordeeld en zet. Die man is een oorlogska ge stappen bij de regeering hebben to diend. sC|iande Ik geloof dat wij die feiten als ee^ flOo- heid aanraken. ^e'egen. De landbouwers worden betaald bii van titels. Andere geteisterden kunnen'h titels uitgewisseld krijgen bij de Federatie cT Koöperatieven van oorlogsschade. Voor verheid en handel kan men de titels uitwi len bij de nieuwe maatschappij voor hand6] en nijverheid. De landbouwers kunnen 4 echter niet bekomen. Ik vraag aan den min/ ter dat hun hetzelfde recht zou toegekend worden. In ’t verwoest gebied zijner nog vele strooken grond die onbebouwd liggen. Zij behooren, schijnt het, aan personen die onder sequester staan. Het is niet aan te nemen dat men zoo vele hectaren gronds onbebouwd laat liggen in een land dat in den vreemde zooveel graan en andere eetwaren moet aankoopen. Ik vestig er des te meer de aandacht op daar die strooken gronds, waarop zooveel onkruid wast, veel schade veroorzaken aan de overige landbouwgronden, daar zij hun onge wild zaad gemakkelijk naar de goede akkers laten overdragen. Een andere opmerking geldt diegenen welke onmiddelhjk na den wapenstilstand naar Vlaanderen zijn teruggekomen zonder te weten wat er hun t* wachten stond en die dadelijk de hand aan den ploeg hebben ge slagen om Vlaanderen terug herop te beuren. I Die pionniers hebben een overgrooten dienst aan het vaderland bewezen.Welnu,honderden van die arbeiders, meestal arme lieden, heb ben daarvoor nog geen centiem vergoeding getrokken. Reeds heb ik veel van die gevallen aan het bestuur van den heer minister overge maakt. Thans dring ik er nogmaale op aan dat de heer minister het noodige zou willen doen om die menschen hunne billijke vergoe ding te doen bekomen. In veel gevallen is er door den eigenaar geen regelmatige vraag om oorlogsvergoeding ingediend geworden. Dat neemt niet weg de verplichting van den Staat om die menschen te vergoeden. Dikwijls worden papieren gevraagd die reeds driemaal ingediend werden. Voor een som van 80 frank moest een grondeigenaar reeds viermaal de uittreksels uit het kadaster indienen. De Staat voert niet altijd zijn kontrakttn uit. Niettegenstaande alle stukken werden in- gediend en het kontrakt was goedgekeurd, werd maanden nadien nog geen enkele cen tiem uitbetaald. Uit eigen zak hebben vele landbouwers de arbeiders moeten betalen, i Nu kunnen ze het geld niet terugbekomen dat zij hebben voorgeschoten voor den Staat. a brengt hun geen enkele centiem intrest op, I want de kontrakten spreken daar niet eens I over. I Waartoe zulks leiden kan zal ik met een I voorbeeld aantoonen. Een kleine lan I wer, oorlogsinvalied, die zijn land door erg I werk weer in goeden staat had gebracht, s I een kontrakt met den Staat. Bij den aan^_ I der werken moest hem een deel worden m I taald van de som in ’t kontrakt bepaa II heefc tot nu toe niets getrokken, J zelf zijn arbeiders betalen, en op t ein I ’t jaar was hij niet in staat zijn huur te Ik ben er niet in gelukt bij den hem voldoening te bekomen, gedaagd wegens het niet L I M W’iii.iiiii 1 ir iiiimiiiiiif ie w iiwniTT»nïW,T’Tr~T*T ■oede”' Tkli^eI11 I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1925 | | pagina 2