der saiuwefkends
Vennootschappen voor Oorlogschade
e oplossing sodanitraat geeft verbazende
uitslagen-
Wanneer de planten volledig ontwikkeld
z;jn is het oogenblik gekomen van het ver-
bleeken of witmaken. Nochtans mogen de
lanten van de eerste zaaiïng gebonden worden
wanneer zij tot de twee derden hunner ont
wikkeling zijn gekomen, zoo men langer wacht
zouden zij soms doorschieten.
Men richt de buitenste bladeren op om het
hart der plant zoo goed mogelijk te bedekken
en men bindt met raphia. Bindt niet te vast en
houdt de plant goed recht.Alvorens te binden
moeten de planten droog zijn, ze nat toebin
dend zouden zij veel verrotten.
Het is beter toe te binden in den laten na
middag- Tien of vijftien dagen na de binding
zullen de planten genoeg verbleekt zijn. Eene
andere doenwijze die soms toegepast wordt
Men plaatst potten van de noodige breedte
over de bijeengenomene planten met een
kluitje aarde wordt de opening der potten
eenige dagen nadien gedekt. Als men de ope
ning der potten seffens sluit belet men de uit
waseming en de planten stikken soms alvo
rens men ze kan gebruiken.
Om gestadig goed gebleekte andijvie te
hebben bindt men alle 8 of 10 dagen toe en
men verkiest daarvoor de meest ontwikkelde
planten
De Koninklijke Hojbouwmaatschappij
Samenwerkende Vennootschap
o
Algemeene vergadering van 12 Mei '25
Dinsdag, 12 Mei 1.1., had te Brussel de
Algemeene gewone vergadering plaats van het
Verbond der Samenwerkende Vennootschappen
voor Oorlogsschade.
Om 212 uur waren de afgevaardigden in
de militiezaal ten stadhuize vereenigd.
Aan het bureel de heeren Michel Levie,
Staatsminister, voorzitter van het Verbond,
Rickirondervoorzitter, Mertens, Ugeux, Buyl,
mi Vinck, beheerders, Demeur, Dekoninck,
Frerichs en Van Schoor, Commissarissen,
Plisnier en Picavet, bestuurdersbij het Minis
terie van Economische Zaken en Callingaert,
estuurder bij het Ministerie van Finantiën.
Verslag van den Beheerraad
Mijne Heeren,
Gelijkvormig de voorschriften van de arti
kelen 45 en 5g van onze standregelen, hebben
ij de eer de rekeningen van het zesde dienst
er van het Verbond der Samenwerkende
jenn«otschappen voor oorlogsschade aan
goedkeuring te onderwerpen.
Het lezen va» de balans zal U toelaten vast
stellen dat de verrichtingen van het Verbond,
|ettegenstaande de vermindering van het
ltal Samenwerkende Vennootschappen,
ïeds een klimmenden gang hebben gevolgd.
|eze, waarvan het aantal nummer 341 had
reikt, waren op het einde van het dienst
er 1923 slechts ten getalle van 291, en dit
ttal is, gedurende het laatste dienstjaar,
van 24 verminderd.
re 267 Samenwerkende Vennootschappen
?lkeop3i December 1924 bestonden, ver-
leien zich als volgt
Provincie Antwerpen 7
'rovincie Brabant 14
83
40
66
^ovincie West-Vlaan deren.
■^rovincie Oost-Vlaanderen.
^rovincie Henegouwen
r°vincie LuikI4
3
8
32
^ovmcie Limburg
^r°vincie Luxemburg
rovincie Namen
267
Me^Vlm'n<^e"n^ Van ^et aanta^ Samenwer-
r ennootschappen is slechts het gevolg
van het voltrekken der zending van deze welke
zich ontbonden hebben de aanstaande ont
binding van andere Samenwerkende Ven
nootschappen is om dezelfde reden te voor
zien.
Het Verbond, dat voor zooveel de massa
der bijzondere geteisterden in zijnen schoot
vereenigde, en dat, van een anderen kant, om
de taak die het zich had opgelegd te volbren
gen, zich altijd in overeenstemming van in
zichten moest houden met de Regeering, heefc
geiurig zijnen weg met talrijke moeilijkheden
bezet gezien.
Het waren vooreerst, most men het herin
neren, moeilijkheden van financieel order
welke, dank aan onze leeningen, volledig kon
den overwonnen worden.
Het waren nadien moeilijkheden van behee-
rend order waarvan den oorsprong grooten-
deels kan verbonden worden aan het duitsch
gebrek van betaling, in dien zin, dat de Regee
ring, niet ontvangende wat zij wettelijk in recht
was te verwachten, het Ministerie van geld
wezen zich somtijds in de noodzakelijkheid
bevond zekere beperkingen in het regelen der
oorlogsschaden toe te passen.
Deze beperkingen hadden bijzondere maat
regelen voor gevolg, waaraan'het Verbond
verplicht was zich te onderwerpen, en die
voor hem de oorzaak waren van menigvuldige
verwikkelingen voornamelijk in den loop van
het laatste dienstjaar.
Ons volhoudend streven is er gelukkiglijk
in geslaagd, zooals gij het weet, die moeilijk
heden te doen verdwijnen.
Men zou kunnen denken dat de bedrijvig
heid van het Verbond heeft moeten lijden door
dezen neteligen toestand, maar, zooals de
hieronder aangehaalde cijfers het bewijzen, is
er niets van.
Geopende credieten
1919 i35 voor fr. 1.843.700,00
1920 - 20.665 voor fr. 258.144.700,00
1921— 69.947 voor fr. 840.512115,46
1922 120.903 voor fr. 1.424.091.584,67
1923 288.191 (waarvan
95.536 betalingsbevelen)
voor fr. 2.232.806462,47
1924 465.666 (waarvan
235.906 betalingsbeve
len) voor fr. 2.799.790.443,01
waarvan fr. 337.687.o3o,5g door middel van
fondsen ter onzer beschikking gesteld door de
Schatkist voor .de uitgave van onze leeningen,
en waarvan fr. i82.36g.io6,i3 toegestaan
door het Departement zelf.
Stortingen
Op h»t geheel der geopende credieten is er
aan de geteisterden een totale som van Fr.
2.759.974.297,12 gestort geweest, tegen Fr.
2.187.472.038,29 op 3i December 1923, dus
eene vermeerdering van Fr. 572.5o2.258,83 ki
den loop van het jaar 1924.
Beschikbaar op leening
Het bedrag van de sommen beschikbaar
blijvend den 3i December 1924OP de opbrengst
van de derde leening, was Fr. 266.166.341,51.
Overeenkomsten
Het aantal overeenkomsten is steeds aan
gegroeid in voorwaarden die op bijzondere
wijze de werkzaamheid van het Verbond en
zijne filialen doen uitschijnen.
Inderdaad, terwijl zulkdanige bundels, door
de Samenwerkende Vennootschappen voorbe
reid en goedgekeurd door het Verbond, slechts
op het einde van 1922 ten getalle
waren van 19.212
bereikten zij op het einde van 1923 62.319
en op het einde van 1924 9I-^44
Het totaal bedrag van de geopende credie
ten zoowel op de overeenkomsten door de
Samenwerkende Vennootschappen voorbereid
dan op deze vereffend door het Verbond
per order en voor rekening van het Departe-
ment, beliep 43.685.848,85 204.258.386,08
en 287.894.734.49 fr-
Terwijl in 1922, het Verbond slechts gedeel
telijk zijne uitgaven ten bate van zijne eigene
middelen, kon dekken zooals wij het ten
andere gezegd hebben in ons verslag over dit
dienstjaar heeft het in 1923, ze volledig
gedekt.
Zoo gebeurde het ook in 1924 en, te meer,
is het boni bestaande op het einde van het
voorgaande dienstjaar nog kunnen vermeer
derd worden, zooals gij het zult vaststellen bij
het lezen van de cijfers van de balans.
Deze uiterst voordeelige toestand is de
uitslag, eenerzijds, van de gevoelige toeneming,
van de ontvangsten verricht in den loop van
het dienstjaar erin begrepen de sommen afge
staan aan het Verbond van zekare zijner filia
len, en anderzijds van de besparingen welke
men heeft kunnen verwezenlijken op de alge
meene onkosten.
Deze vermindering van onkosten van be
heer, verschuldigd aan het doordrijven van
eene politiek van beperking van uitgaven, is,
men moet het bekennen, vergemakkelijkt ge
worden door de vermindering van het aantal
Samenwerkende Vennootschappen nog in be
drijvigheid die voor gevolg had het bekorten
van ons toezicht op de verrichtingen in
zulke omstandigheden hebben wij kunnen
stand houden tegenover de werkzaamheden
met een personeel waarvan het wezenlijk aan»
tal steeds verminderd is.
Door het onderzoek van de Algemeene bezve-,
ging van' de Samenwerkende Vennootschappen
vastgesteld voor het verloopen dienstjaar en
dat U toegezonden is geworden, hebt gij kun
nen kennis nemen van de verrichtingen van de
341 Samenwerkende Vennootschappen van het
land het is diensvolgens overbodig aan te
dringen op de belangrijkheid van de mede
werking welke deze inrichtingen hebben toe
gewijd aan de nationale herinrichting.
Wij willen nochtans eenige belangwekkende
cijfers aanhalen, bekomen door de vergelij
king der statistieken door een groot aantal
Samenwerkende Vennootschappen geleverd.
Deze cijfers, welke dus beneden de werkelijk-,
heid zijn, laten ons toe vast te stellen dat,,
einde 1924, door tusschenkomst van onze
maatschappijen door middel van schadeloos
stellingen toegestaan aan de geteisterden
69,753 onroerende goederen werden herop
gebouwd of hersteld
g.3oo onroerende goederen thans in herop-
bouwing of in herstelling zijn
95.820 roerende goederen zijn hersteld ge
weest of waren in herstelling
35.410 kleine nijverheids-, landbouw- of
handelsondernemingen waren hersteld of in
herstelling
96.254 beestialen werden gekocht
46.779 hectaren waren opnieuw bewerkt.
Eindelijk, onafhankelijk de 232.351 bundels
door tusschenkomst van het Verbond opgelost,
werden 27.486 zaken rechtstreeks door de
Samenwerkende Vennootschappen bij de reehor,
bank voor oorlogsschade ingediend en 6.725
overeenkomsten werden buiten het Verbond
gesloten, dus te samen 34.211 zaken.
Gij zijt ook getroffen door het bedrag van
de geopende credieten door tusschenkomst
van het Verbond. Dit bedrag beloopt einde
1924, 2.799.790.443,01 Fr. In dit bedrag zijn
begrepen de sommen betaald door middel,
van fondsen voorgeschoten vóór de leeningen
en de credieten waarvan de vereffening ge
schiedt door middel van gelden genomen van
de voorbrengst van de leeningen.
Wat blijft er nu nog te betalen voor de
schaden aan de goederen
Zooals gij het weet heeft M. de Minister
van Economische Zaken den 25 Februari laatst
leden geantwoord met te verklaren dat er
minder dan een milliard zal noodig wezen om
te vereffenen wat er nog te vereffenen blijft.»
Er kan geen kwestie zijn voor ons van eene
vierde leening uit te geven de Regeering zal
dus rechtstreeks moeten voorzien, na uitput
ting van al onze hulpmiddelen, in wat er nog
te regelen blijft in de herstelling van de oor
logsschade.
Het blijkt, uit de balans, dat op einde