*£^#£53 rX:
Griffin; lo^ou.
L'Hötel-Musée Merghelync
mereLBhStTanbj:i5dte0^S<'H«G-
m
Onze ¥eslmgeo
Bericht aan de tabakplanters
in
Promenade a travers J'Hötel-IVIusée
Uu Rêve Impressions d'Art
queL Ce sont les nötres. L'institution de
Messines appartient a Messines l'École de
bienfaisance et le Musée Merghelynck appar-
tiefinent a Ypres.
Nous demandoas la possibilité de refaire
notre industrie. C'est trés bien de nous faire
revenir, c'est tres bien de nous rendre nos
terres et nos maisons. Mais a quoi bon, si on
nous refuse le moven d'y travailler pour vivre
Et pendant qu'on refuse ici les indtmnités
dues, qu'on s'y f.des jugements rendus,
qu'ony négligé des travaux publics pro iuctifs,
on nous fait payer des impots dont profite la
seule Belgique non sinistrée, on gaspille
la bas l'argent dans des travaux nouveaux et
de pur luxe, et on fait et rféfait des ministères
sans plus songerauxengagements nationaux...
que s'ils n'existaient pas.
II v a des boches ailleurs qu'en Bochie.
II y a une Bochie ailleti-s qu'en Allemagne.
De quel droit la Belgique reproche-t-elle a
celle-ci son mépris des traités et sa mauvaise
foi De quel droit se plaiat-elle de l'ingrati-
tude de la Grande Bretagre
II y a presque 2000 ans que le Christ repro-
chait a certains Juifs de voir une paille dans
l'oeil du voisin alors qu'ils avaient une poutre
dans le leur.
In. de gemeenteraadszitting van 3o Mei
IQ25, verklaarde de heer Burgemeester R.
Colaert, dat er spraak is de kazematten te
herstellen zooals zij ingericht waren geduren
de den oorlog.
Dit gezegde geeft ons de gelegenheid eenige
bijzonderheden mede te deelen over onze
vestingen.
Geschiedschrijvers beweren dat, in 920.,
onder Arnold-de-Oude, graaf van Vlaanderen,
n Yper voor de eerste maal beschermd werd
.Y door een aarden dijk, voorzien van eene
gracht.
Die dijk bestond" maar ten Noorden, ten
Oosten en ten Zuiden omdat de Yperlee ten
fa Westen een natuurlijke versterking uitmaakte.
Deze vesting had twee poorten eene ten
Noorden, in de richting van Thourout en eene
ten Zuiden, in de richting van Meessen.
Door het aanhoudend vermeerderen der
bevolking was graaf Boudewyn III (gezegd
de /onge) in q58 verplicht de grenzen der
gemeente uit te breiden op den linkeroever
der Yperlee,
I11 q65 had de nieuwe vesting zes poorten
de Zuid- of Meessenpoort (tegenwoordig
Rijsselpoort), de Hangoartpoort (later Ant
werp- en Meenenpoort), de Dixmudepoort,
de Boesinghepoort, de Noord- of Thourout-
poort, en de Tempelpoort (ook nog Belle- of
Duinkerkepoort).
Intusschen nam de bloeiende gemeente
steeds meer en meer uitbreiding.
In 1111 vestigden zich een aantal wevers
en volders buiten de kom der gemeente, voor
namelijk bezuiden de Meessenpoort.
In n38 deed Diederik van Elzas de stad
nogmaals ten Westen uitbreiden.
Drie nieuwe poorten werden gemaakt de
Boterpoort, de Elverdinghepoort en de Steen
dampoort (1), deze laatste voor voetgangers
alleen.
Diederik liet ook de grachten uitdiepen en
de aarden dijken versterken. Zij werden voor
zien van houten torens en van levende doorn
hagen, thuinen genoemd.
In 1214 gaf graaf Ferrand van. Portugal
aan de Yperlingen bevel hunne stad te ver
sterken waarvan de vestingen gedurende het
beleg door Filip-August (8/3/rgi3) erg geleden
hadden. In 1229 verleende Lodewijk IX, ko
ning van Frankrijk, aan Yper de toelating
hare stadspoorten in duurzame bouwstoffen
op te trekken.
(1) Op de plaats van de vroegere Steendampoorte bevindt
zich nu het zoogenaamd Vestestraatje tusschen de
woningen van de heeren Charles BONTE en D' William
GRIMMELPREZ, in de Elvérdinghestraat.
Dour Ni kol a as Zonnekin, werden in i3a5
groote veranderingen aan de vestingen t,1-
bracht hij deed de poorten afbreken, e
aarden dijken wegvoeren en de stadsgracht! n
gedeeltelijk aanvullen. Rond de uitgestiekte
en dichtbevolkte voorstad die Yper dan om
ringde liet hij een nieuwen aarden dijk (1)
aanleggen, voorzien van een dubbele gracht-
Deze vesting telde negen poorten de Mees
senpoort, de Tempelpoort, de Boterpoort,
de Elverdinghepoort, de Boesinghepooit, de
Dixmudepoort, de Thouroutpoort, de Han
goartpoort'en de Komcnpoort (2).
Den 18 Mei i32Q gaf Koning I dip V I bevel
de nieuwe vestingen af te breken en den 24
Januari i332 verleende hij aan de Yperlingen
de toelating hunne oude poorten en binnen-
vestingen te herbouwen.
Maar beide vestingen bleven bestaan tot
aan het roemrijk beleg van 1383 waarvan de
geschiedenis overbekend is.
Filip-de-Stoute, hertog van Burgondië, en
zijne opvolgers verplichtten naderhand de
Yperlingen hunne stad te versterken door
haar met steenen muren te omringen, nage
noeg op dezelfde plaats als de oude vestingen.
Het bouwen dezer versterking werd in
i388 begonnen, 't Zelfde jaar werd de muur
gemaakt van aan de Thouroutpoort tot aan
de Boesinghepoort in 1390 tot aan de Steen
dampoort in i3gi tot aan de Elverdinghe
poort in 1392 tot aan de Boterpoort in
i3g3 tot aan de Tempelpoort in 1394 van
aan de Thouroutpoort tot aan de Hangoart
poort in 1390 tot aan de Meessenpoort en,
in i3g6, tot aan de Tempelpoort.
De omheining bestond uit een muur met
kanteelen, voorzien van torens en torentjes.
Beneden den muur was er een berm om hem
tegen het geklots der wateren te beschutten.
Zes der groote torens hadden gewelfde kaze
matten.
lot in i552 bleef de toestand onveranderd,
buiten een bolwerk in 't zelfde jaar aan de
Boesinghepoort opgericht voor het bescher
men en verdedigen der Yperlee.
Rond het jaar 1640 werd dit verdedigings
werk vergroot en al de bestaande vestingen
werden versterkt met uitzondering van de
Boesinghepoort en de Elverdinghepoort die
afgebroken werden. Het aantal verkeerswe
gen uit en naar de stad werd aldus gebracht
op zes, evenals het aantal poorten de Mees
senpoort, de Tempelpoort, de Boterpoort,
de Dixmudepoort, de Thouroutpoort en de
Hangoartpoort.
In 1648 en 1649 we;d Yper beurtelings door
de Franschen en door de Spanjaards bele
gerd, in i658 en in 1678 weer door de Fran-
scken- {Wordt vervolgd).
(1) De tegenwoordige Ommeloopstraete is non-een
overblijfsel van den ouden binnenweg die beneden de
glooiing van die nieuwe dijken werd gemaakt
(2) De Komenpoort was gelegen aan bet'uiteinde der
C ie-strate, ook Klierstraete genoemd, nu St Jacobstraat.
De Hulp-Ontvanger der Accijnzen van
Yper zal de aangiften voor den tabakteelt
van 1925, helpen invullen en afhalen.
Op Zondag 21 Juni 1925
Gemeentehuis »)va„ Jjju u/7//' Het
Ampe, van ItUo mtotYlfm"S B'J Mar«'
van 183o'u?tot 20'm herberS Ijc Zwaan
Op Maandag 22 Juni 1925
hof vanlöSo untot ?guberg Het Kasteel-
Op Dinsdag 23 Juni 1925
Le joli est 1 ame du XVrn,
sièc
(SUITE ET FIN) G<",C01"
En sortant (i) toute l'enfüade du paijer
soleillénous montre ses trois grandes armo
en chène, chefs-d'ceuvre de la menujs
liégeoi'se, bourrées de plats d'étain, de vj,
Chine et Japon, du Tournai, et au f0l(j
le blanc de la chambre a coucher, Harnboie
samovar en cuivre rouge dans l'encadrem
du canapé vert et des veinules bleues des(
reaux de la cheininée.
Des livres précieux, des dessins, des
vures mis en vitrine, des bois sculptés et i
cuivres emplissent le second étage et
combles (2)
Une dernière fois en descendant lentem
le grand escalier, nos yeux ravis se délecièn
en cette folie débauche de lignes harmonieus
de courbes ondoyantes et voluptueuses, t<
un océan de gemmes fondues etemmêléest
turquoises, des saphirs, des émeraudes, c
rubis et des cristaux, le tout évoluatit dans
gracieuses sculptures sur bois... une dernii
et ultime fois toutes les horloges et pendul
sonnèrent, et, accrochant nos enchanteresi
visions aux dentelles forgées du balcon, no
quittames a regret ce délicieux Hotel Mus
ressuscitant tout un monde d'idées et de se
timents, encore si prés et déja si loin denous
et les amours jouUlus, tenant le cartouche 1
(1) XXVI. Corridor, (section b ."Armoire, (buffetrenferm;
des porcelaines de Chine ef du Japon. table chêne sculpté
chaises, époque Louis XV. Buffet chêne sculpté (conto
des porcelaines de Chine et du Japon encoignure en chêi
époque Louis XIV. Portraits peints magistrats,chanoines,e
Estampes, parini lesquelles une série de douze vues représe
tant Versailles. Glace, cadre sculpté et doré et chaises, époqi
Louis XVI. Cuivres. étains.
XXVII. Escalier menant au second étage mansarde el s:
combles.
2) XXVIII. Corridor. Vitrine renfermant des documen
originaux, copies, livres héraldiques et généalogiquesen bi
des gravures, estampes, dessins de Suvèe, Valcke, etc.
ornemenfs de cuivre ciselé. Chaises, époque Louis XVI.)
moiré chêne sculpié, commencement du XVIIIesiècle. Est
pes, lithographies, cuivres. Tètes d'éiude et autres compt
tions de peintres yprois de la prem ére moitii du XIX'sik
Portrait peint du chanoine Houcke de la ci-devant cathédi
de Saint Martin d'Ypres.
XXIX. Chambre. Vitrine contenant des dessins, pa)SJ!
(de Valcke, etc.) portraits, mobilier d'église, décors XI
siècle, autographes de souverains et d'hoinmes marl115
pla s et dessins architecturaux et sculpturaux de Jean P
Goossens. Th. So neville, d'Ypres-, XVIII' siècle. Com®
cerisier et cuivres, épjque Louis XV. Arbre généalogifl»1
nombrettses families yproises. Etudes de peintres
milieu du XIX'siècle Photographies représentant des i
rieurs des palais et chiteaux royaux de France. EtaiBS.
porcelaines de Tournai. Poteries anglaises.
XXX. Chambre. Vitrine renfermant des incunables, in"
gravures, etc. etc. XV* et XVIII' siècles, dessins, f'i9
(de Valcke, etc.) ornements, tètes d'étude, XVIII"siècle-
moiré chêne sculpté, époque Louis XIV. Spécimensd
reaux, faiences de différentes époques. Portrait d un char
régulier. Photographies (comme dans la chambre précéd 1
XXXI. Chambre. Commode cérisier et cnivre,époq" jj
cui»
XV. Lit chène sculpté et table de nuit chêne épol®
XV. Portrait du prince d'Orange par Autrique. Saint Af
sur cuivre. Collection de cuivreries XVIF' et XVIH"
menottes, tirants, poignées, entrées de serrure, e'c
cuivres, faiences.
XXXII. Chambre. Vitrine collection de 8ravur!f'(
galants, pastorales, époque Louis XV et Louis XVI-
en chène sculpté, cuivre,époque Louis XV. Busle
IV en jerre cuite. Quinquets, époque du Prenl'e'H
Tête d'homme par van Tours, de Poperinghe. Tab I
des, photographies (comme ci-devant). Etains, c
faiences de Luxembourg, etc. .jj
XXXIII. Grenier. Vieux bois, chêne sculpk-
gothiques, consoles et ornements, époque Louis
tumulaires provenant du couvent des Clarisses.
Tabernacle acajou avec dorure. XXXIV.
res montées sur toiles et encadrées. Meublectie (ii
époque Louis XV. Chaises, époque Louis
de Tournai. Etains. XXXV. Chambre a un°e-
barrassoir.
XXXVII. Chambre. Vitrine collection de dessins,p
•'aliens du XVIII'siècle (de Valcke) et d'au«J
pour la plupart par Gustave Demazière,
vers
r A yai VJUöldVC
XIX° siècle et représentant des tours et clocher5teS,
environs d'Ypres, Furnes, Nieuport. Etudes PeI
encadrés, etc.