Ministerieel Verhoor t Te Dixrsiude A DÊxri'iude Audience Ministérielle Op Maandag 12 October, wordt er te Dix- mude, op het gemeentehuis, om IX uur, eene vergadering gehouden van de Burgemeesters en Schepenen van het arrondissement Veurne' D ixmude. Zonder twijfel begrijpen deze Ileeren, op hunne beurt, dat hun geweten van gemeente magistraat, aan wie de zorg toehoort te wer ken aan den voorspoed hunner gemeenten en niet rustig aan het hoofd te staan van dezes ondergang, hun niet meer zal toelaten nog hunne bedieningen waar te nemen zoo de Regeering, in hun nadeel, de beslissing vol houdt hunne onderhoorigen buiten de wet te stellen en niet meer te betalen wat zij hun moet. In Belgie zijn alle Belgen gelijk, en de ge- teisterden willen er niet als verstootelingen behandeld worden. Zij zijn insgelijks geen bedelaars, zij eischen slechts hetgeen hun verschuldigd is, niets meer. De Staat heeft het recht niet de eenen te betalen wat hij hun meet en eenvoudig weg te beslissen zijne schulden niet meer te beta len aan anderen. Lundi 12 octobre, a xr heures, aura lieu a 1'Hötel-de-VilIe de Dixmude une réunion des Bourgmestres et Echevins de l'arrondissement de Furnes Dixmude. Ces Messieurs comprennent aussi, sans doute, que leur conscience de Magistrats communaux, chargés de travailler a la pros- périté de leurs communes et non de présider tranquillement a leurs ruines, ne leur permet- tra pas de re-ster en fonctions si le gouverne ment maintient a leur préjudice la decision de mettre leurs adininistrés hors la loi en déci- dant de ne plus leur payer ce qu'il leur doit. Tous les Beiges sont égaux en Belgique, et les sinistrés ne veulent pas y être traités en parias. Ce ne sont pas non plus des mendiants, et ils n'exigent que ce qui leur est du, rien de plus. L'Etat n'a pas le droit de payer ce qu'il doit aux uns et de decider tout simplement qu'il ne paiera pas ce qu'il doit a d'autres. Een® nieuwe misgreep Onze Handelskamer heeft volgend schrij ven ontvangen Brussel, 1 October 1925. Heer Voorzitter, In verband met mijn 1 schrijven van 14 September 1 1. betreffende de waterleiding te Yper, heb ik de eer l te melden dat uit het gedaan onderzoek blijkt Jat het eerste ont werp opgevat door den Dienst der Verwoeste Gewesten tot bevoorrading der stad het gebruik voorzag van het water der vijvers van Dickebusch en van Zillebeke. Al de noodige inlichtingen tot het gebruik van het water van den vijver van Dickebusch zijn in orde, behalve het filtreerstation. De werken tot het verwezenlijken van dit filtreerstation zijn nu aan den gang en vor deren op normale wijze. Zoohaast die werken zullen voltooid zijn zal het mogelijk zijn voor de stad .bij eiken inwoner een watermeter te plaatsen, hetgeen zal toelaten een einde te stellen aan het mis bruik dat nu van het v >'er yvordt vemaakt. De proef met de watermeters zal.alsdan toelaten met zekerheid vast te stellen of ja dan neen het noodig zal zijn ook gebruik te maken van het water van den vijver te Zille beke. Zulks zou desgevallend het oprichten eischen van een tweede waterkasteel met zuigpomp en van een tweede filtreerstation, hetgeen eenige honderdduizende frank zou Tosten. Gelieve, Mijnheer de Voorzitter, de verzeke ring mijner hoogachting te aanvaarden. P. POULLET. - Den Heer VERMEULEN, Voorzitter van den Handel- en Nijverheidsbond van en te YPER.,- van S Oclobe"1 1925 De afvaardiging van de Federatie der Ge teisterden werd om 14 u. 4-5 ontvangen t ooi den heer minister Poullet. Maakten ervan deel uit de heeien vo kaat Arthur Butaye, Voorzitter, brunee it Montpellier (Kemmtl), Geuten (VVeivik), 11 baalt de Boesinghe, burgemeester van Boesin ghe, Delen, burgemeester van Meessen, Hector Vermeulen (Yper), Vattde Lanoittc,bux genieester van Vlamertinghe, Doom (l as schendaele), Pauzvelyn (Staden), Vandromme, burgemeester van Westoutre. De heeren volksvertegenwoordigers butau en Miss iaën, voor Yper, Buyl voor Oostende- Dixmude en de heeren senators Martens 1 n Depöntieu, voor Kortrijk-Yper, steunden de afvaardiging door hunne tegenwoordigheid. M. Colaert liet zich verontschuldigen en het meerendeel der andere mandatarissen in liet Senaat konden,jammer genoeg,ook maai heel laat verwittigd worden. Hartelijk dank aan dezen die den oproep der afvaardiging beant woord hebben. Zoodra binnengeleid werden de afgtvaai- digden verzocht hunne vraag uit een te zet ten. M. Arthur Butaye, voorzitter, liet den Eersten Minister weten dat het stop zetten der betalingen van de oorlogschade een maat regel is die onvermijdelijk de herleving van het arrondissement Yper moet beletten en den ondergang van een groot aantal geteis terden na zich moet sleepen. De oude bewoners hebben maar besloten de gemeenten van de verwoeste gewesten opnieuw te komen bevolken nadat zij van Koning Albert en van de Belgische Regeering de uitdrukkelijke en plechtige belofte gekregen hadden in hun toestand van voor den oorlog hersteld te worden, zoowel voor wat hunne meubelen aangaat als voor hunne hipzen en hunne nijverheden. He is hun bepaald on mogelijk aan te nemen, dat, onder vooiwend- sel van geldgebrek, de Regeering heden hare verbintenissen verloochent. Aan de Schatkist de noodige geldmiddelen te vinden, maar de betalingen moeten volstrekt hernomen wor den, zooals vroeger. Zooniet is het ergste te vreezen. De heer minister Poullet antwoordde, ziek beroepende op het gebrek aan geldmiddelen en deed opmerken dat, in buitengewone geval len, de geteisterden die het meest geld noodig heb.ben, zich kunnen wenden tot de Spaarkas om het voorschot van o te bekomen dat deze kas verleenen mag voor het heropbou wen der huizen. Daarop ontstond eene bespreking die soms zeer hevig was en waaraan al Je afgevaardig den deel namen. Het was niet mogelijk den heer minister te doen begrijpen dat dit beroep op de Spharkas, zooals het ingericht is, niets anders is dan een gemeene spotternij en geen ander gevolg zou hébben dan eenige onwe tenden aan te raden hunne titels met herbeleg uit te wisselen tegen papieren zonder eenige onmiddellijke waarde. k erschillige malen werden de afgevaardig den door den heer minister Poullet verzocht de geteisterden het uitwisselen Ier titels en mandaten aan te bevelen. Er werd hem met kracht geantwoord dat het een gewetensplicht is hun dit af te raden omdat al dezen die tot die uitwisseling zouden overgaan onvermijde lijk zouden gefopt worden. Sprekende over de middelen door den Staat te gebruiken om in het bezit te geraken van het half milliard dat nog noodig is om de geteisterden te betalen, werd er aan den minister voorgesteld een gedwongen leening van 10 aan te gaan op al dezen die voor deel getrokken hebben bij het uitwisselen der marken, onder dewelke zich geen enkele geteisterde bevindt en die de schuld zijn van den ondergang onzer staatsfinanciën van eene nieuwe leening aan te gaan van een mil- voor de coöperatieven kas toe te laten een schot lioen te verleenen aan het Veq,^'^5jf; peratieven, wat heel zeker het en snelste middel zou zijn. lCllv°t(ij De afgevaardigden hebben herh tracht den Eersten Minister te dat op het Minister ie alléén de ve^ lijkheid berust van dé gebeurtenis'^ den kunnen voorvallen en dat d ters en schepenen, in geweten hu bediening niet meer mogen vervuil voorwaarden die aan hun onderho beletten hunne bostaanmiddek vinden. tetlle Zeer dikwijls heeft de heer, p kalmte gepredikt. Maar hoe kan eischer wel kalm blijven wanneer denaar hem verklaart Ik beeit h'^ niet al mijne schulden te betalen betaal ik mijn andere schuldeischer' niet I Aide Belgen zijn gelijk voorde Men belale dus ook de ministers de tenaars, de aannemers van openbare met schuldbrieven, dan, maar dan alléé len de geteisterden zooveel niet meer te'kl gen hebben. midi ife{ 's niaar \vtl Ui Zooals hierboven gezegd wasdebesp zeer hevig. Maar de heer Minister, diéa| zeer kalm en zeer verduldig bleef, diukte, anders uit dan zijn spijt en zeer onbepj beloften van een waarschijnlijk betere komst. Het onderhoud kon dus tot geen onmij, lijk practischen uitslag leiden. Ten einde het afbreken der onderhand gen te l-ermijden en om de deur voormen besprekingen open te laten stelde de Voorzitter Arthur Butaye, ingaande op gedacht van den heer Geuten, aan den li Minister voor binnen i5 dagen een nieuwi hoor te houden, Intusschen zou de Eerste Minister de zaak met den heer Mii ter van Geldwezen kunnen bespreken en middelen opzoeken om voldoening te ge aan de geteisterden va r rechten niet moj miskend worden. De Heer Minister aanvaardde onmiddei dat voorstel en er werd besloten dat a nieuw verhoor zou plaats hebben op 21 da en dat de heer Minister van Geldweii heden belet door zijne reis naar Londen,! dit verhoor zou aanwezig zijn. Dit geschiedkundig verhoor duurde! 16 u. 10. Wij danken uit ganscher h'artè onzel merheeren en afgc ->,»- digden om de moei die zij zich getroost hebben en wij rekem opnieuw op allen voor het toekomstig(i hoor. Mochten intusschen onze ministers z> rekenschap geven dat de toestand uiteister stig is en de beslis: ng en de middelen g® men hebben om opni uw de betalingen baar geld te laten gebeuren. Mocht de nare droom waarin wij e maar eene droevige herinnering geweestzi] Be Voordttir, ARTHUR BUTAU cJtti aeration M. le M'»lS* La délégation ue la 1 fut reque a 14.45 heures par Poullet. 0 .En faisaient partie IvlM. 1 av0C^)(rf/f, Butaye, président Bruneel de bourgmestre de Kemmel GetidiP t ïïr/. -esti t de Mes# Hector Vermeulen, (Ypres); bourgmestre de Vlamertinghe Thibault de Boesinghe, bourgmestre singhe Delen, bourgmestre schendaele); P'auwelyn, (btaden;, bourgmestre dc V 'n1-tre. MM. les députc.i Butaye et Ypres, Buyl pour OFende-Dixm" les sénateurs Marlt es et Deporti^ Colt VOOl' xelj s siiiistr"

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1925 | | pagina 2