Aan de Ypersche BevolKing
A la Population Yproise
De Vaart van Yper naar Komen
Ter gelegenheid der onthulling van het
Gedenkteeken, ter eere der voor 't Vaderland
gesneuvelde militaire en burgerlijke Helden
onzer stad opgericht, welke zal plaats hebben
op 27 Juni aanstaande, zal eene Cantate
uitgevoerd worden, getoonzet door den Heer
A. VAN EGROO, Bestuurder onzer stede
lijke muziekschool, op woorden van den Heer
H. SOBRY, Schepen der stad.
De uitvoering plaats hebbende in opene
lucht, moet men, om een goeden uitslag te
bekomen, kunnen rekenen op een drie hon
derdtal uitvoerders.
Bijgevolg doen wij een dringenden oproep
aan de bevolking, opdat een groot getal man
nen en vrouwen zich zouden laten inschrijven
om deel te maken van den Koorzang, en
alzoo mede te helpen tot het welgelukken der
Cantante, die zal gezongen worden op boven
gemelde vaderlandsche plechtigheid.
De inschrijvingen zullen plaats hebben op
Zovdag 2 Mei van 10 tot 12 ure in de Muziek
school.
Wij twijfelen niet dat al wie zich eenigs-
zins bekwaam bevindt om zijne medehulp te
verleenen het als een plicht zal aanzien aan
onzen oproep te voldoen.
Yper, den 23 April igsó.
L'inauguration du Monument, érigé a la
mémoire des Héros militaires et civils de
notre ville, morts pour la Patrie, aura lieu
le 27 Juin prochain. Une Cantante, corn-
posée par M. H. SOBRY, Echevin de la ville,
et mise en musique par M. A. VAN EGROO,
Directeur de l'école de musique, sera exécu-
tée a cette occasion
L'exécution ayant lieu en plein air, il fau-
drait, pour arriver a un bon résultat, pouvoir
compter sur un nombre de trois cents exécu-
tants au moins.
En conséquence, nous faisons un pressant
appel a la population pour qu'un grand nom
bre d'hommes et de femmes se fassent in-
scrire pour faire partie du chceur, et veuillent
bien contribuer ainsi a la bonne réussite de la
Cantate qui sera chantée a la cérémonie
patriotique susindiquée.
Les inscriptions auront lieu a l'école de
musique le Dimar.che 2 Mai, entre 10 h. et midi.
Nous ne doutons pas que quiconque se
juge plus ou moins apte a pouvoir prèter son
concours ne considère comme un devoir de
répondre a notre appel.
Ypres, le 23 Avril ig2Ó.
De Burgemeester, Le Bourgmestre,
R. COLAERT.
Eenige geschiedkundige bijzonderheden
In 1667 stelde de Yperling Jacob Douche
Donche voor de wateren van de Leie naar
de Yperlee te voeren bij middel van eene
vaart van 18000 m. lengte, dwars door het
hoogste punt van de heuvelenreeks die de
kom der Leie scheidt van het dal der Yperlee,
te Kemmel, punt dat 57 m. 87 hooger gelegen
is dan de lage wateren van de Leie te Waasten.
Zijn ontwerp bestond in hét afleiden der
Leie door eene gracht van 58 m. diepte, naar
Yper, waar de Yperlee 5 m. lager ligt dan de
Leie.
Dat ontwerp, onuitvoerbaar op elk gebied,
had geen gevolg.
In xö7g onderwierp de fransche krijgsinten-
dant van Henegouwen aan Lodewijk XIV
eene memorie waarin het ontwerp van ver
binding van de Schelde met de Leie en van
die rivier met de Yperlee, met helderheid
ontwikkeld was, maar men aanzag de verwe
zenlijking ervan als zeer moeilijk en aan dit
ontwerp werd er ook verzaakt.
Priester Man wees, in 1774, °P verschei
dene ontwerpen van vaarten die naderhand
opnieuw te voorschijn werden gebracht.
Onder de voornaamste onderscheidde men
eene vaart van Yper naar Komen, die de
mogelijkheid veronderstelde zonder te veel
moeite de Yperlee naar de Leie te kunnen
afleiden.
In 1806 werd de fransche ingenieur Panay
belast met de studie van het ontwerp der ver
binding van de kommen der Leie en van den
Yzer. Hij stelde voor eene vaart te graven
met verdeelingspunt, vanaf de Leie, te Ko
men, over Houthem en Zillebeke, tot aan de
vaart van Yper naar den Yzer, stroomafwaarts
Yper.
De voorziene lengte bedroeg 17571 meters,
waarvan 2000 m. onder den grond de helling
van 9 m. 17 naar de Leie moest herwonnen
worden door vier sluizen en deze van i3m.o7
naar de Boesinghevaart door zes sluizen.
Deze sluizen moesten 3g m. lengte hebben,
tusschen deuren, en 5 m. 84 breedte.
Naar het schijnt waren de moeilijkheden
voor het openen der gracht in een lichten,
kleiachtigen grond oorzaak dat dit ontwerp
voorloopig werd opgegeven.
In 1827 en op aandringen der Handelska
mer van Yper, kreeg de nederlandsche Genie
kapitein Alewyn bevel zich bezig te houden
met een ontwerp van verbinding tusschen de
Leie en de Ypervaart, gevolg gevende aan de
ontworpen vaart van de Schelde naar de Leie
en dienende als aanvulling voor den waterweg
dien de Handelskamers wilden openen van
Henegouwen naar Oostende en de Noorder-
kust van FYankrijk.
De richting, door dien officier het voordee-
ligst geoordeeld, vertrok van de Leie, stroom
opwaarts Meenen, volgde de Gheluwebeek,
naar het scheidingstoppunt en trok vandaar
bijna-regelrecht Yperwaarts om zich te voe
gen met de Yperlee en zich alzoo te ver
binden met Oostende en Duinkerke door den
Yzer en de. vaarten van Plasschendaele, van
Loo en van Veurne.
Die ontworpen vaart, noodzakelijk met
verdeelingspunt, waarvan het bovenpand tot
op 18 meters diepte had moeten gegraven
worden onder de kruin die de kommen van
den Yzer en van de Leie scheidt, vertrok van
die rivier en daalde naar de Ypervaart bij
middel van veertien sluizen met 2 m. 60 en
2 m. 70 val.
De afmetingen der vaart en van hare sluizen
waren dezelfde als deze aangenomen voor de
vaart van Pommerceul naar Antoing hare
spijzing, bijna heelemaal kunstmatig, moest
komen van de wateren der Leie, aangebracht
door een stelsel van zes stoomtuigen. Het
uitvoeringskapitaal werd beschat op bijna
5 millioen.
Dat voorstel had geen gevolg.
De tijd ging voorbij in opzoekingen, in be
twistingen en in kuiperijen de omwenteling
kwam.
Op aanvraag der Handelskamer van Yper
was de Ingenieur Wolters in i832 belast ge
weest met het opstellen, onder het bestuur
van den Hoofdingenieur Noël, van een ont
werp van verbindingsvaart van de Leie naar
de Yperlee, ontwerp dat hij den xo Juli i833
overmaakte aan het Ministerie van Binnen-
landsche Zaken. Na studie der verschillige
richtingen had de Ingenieur Wolters daarom
trent deze aangenomen in 1828 door kapitein
Alewyn aangeduid. Hij had insgelijks de afme
tingen en de wijze van spijzing aangenomen
door dezen officier voorgesteld.
Den 7 October 1834 veropenbaarden de
Handelskamers van Kortrijk en van Yper
eene memorie waarin de voordeelen werden
uitgelegd die zouden ontstaan uit een water
weg gaande over Kortrijk en Yper en eindi
gende te Oostende en te Duinkerke met be
diening van het vervoer der doortrokken ge
meenten volgens die memorie was deze
lijn voordeeliger om tot Duinkerke te geraken
dan deze doorheen het Noorder Departement,
welke slechts een kleinen diepgang kon
bieden veel korter en van veel sneller ver
keer dan deze langs Gent en Brugge zou zij
daarenboven de markten van Rijsel en van
Roubaix openen voor de voortbrengselen van
Henegouwen die daar langs de Deule zouden
aankomen zij zou aldus medehelpen tot het
daarstellen van een heel groot vervoer van
allerhande koopwaren tusschen voorspoedige
en volkrijke streken.
Yper en Kortrijk die zich gedurende 16 jaar
verzet hadden tegen de uitvoering der Spiere-
vaart, met den nieuwen toestand, bekrachtigd
door de aanbesteding van die vaart als een vol
dongen feit te aanvaarden, zochten onmiddel
lijk er al het mogelijke voordeel uit te trekken.
Dienvolgens vertoonden het schepenencol
lege en de Handelskamer van Yper aan den
Minister van Openbare Werken, den 17 Juni
1840, de noodzakelijkheid de scheepvaart in
uitvoering van de Schelde naar de Leie, over
Roubaix en de Deule, tot aan de vaart van
Yper naar den Yzer te verlengen
De nijverheid en de landbouw vragen, met
recht, een meer economischen vervoerweg en deze
weg moet de vaart van de Leie naar Yper zijn
Twee richtingen werden bestudeerd door
ingenieur Dutr.eux (onder de bevelen van
hoofdingenieur Debrock) de eene vertrekt 1
stroomopwaarts Waasten, volgt de Dowve en
raakt Meessen en Voormezeele de andere
heeft haar oorsprong tusschen Waasten en
Komen, aan de monding der Kortekeerbeek,
volgt deze beek, dwarst de scheidingskruin
in de omstreken van Hollebek-e, raakt Yper
links en komt zich vertakken met de Yperlee.
Die laatste richting werd verkozen omdat
het scheidingspunt minder hoog is. De door
tocht van de scheidingskruin kon geschieden,
't zij door eene onderaardsche galerij van
i33o meters lengte, 't zij door eene gracht in
open lucht.
De hoofdingenieur eindigt zijne studie met
te vragen dat, ten voordeele van het district
Ypersedert zoo lang vergetenwerken zouden'
uitgevoerd worden aan de vaart van Yper naar
den Yzer en aan deze rivier opdat de groete
schepen van Henegouwen, met 1 m. 80 diep
gang, zouden kunnen varen zonder te moeten
ontlasten.
Gedurende lange jaren bleven deze ver
schillige voorstellen zonder gevolg.
In 1862 werd de vergunning der vaart van
Yper naar Komen toegestaan aan eene maat
schappij en in 1864 werden de werken aange
vangen door het maken, aan de scheidings
kruin, van een tunnel van 700 m. lengte.
In tegenwoordigheid der aanhoudende in
stortingen die de uitvoering der werken be
lemmerden, werd er besloten op gansch de
lengte van den tunnel een onderaardsche
overdekte gaag te maken. Deze overdekte
gang bestemd om de gronden droog te leggen,
werd gedurende de uitvoering vernield onder
de ontzaglijke drukking der gronden.
Het graven van een groote gracht leverde
geen duurzamer uitslagen op.
De vergunninghoudende maatschappij
moest de werken stop zetten die in 1882 door
den Staat hernomen werden.
Het ontwerp van ingenieur Leboucq begreep,
onder meer, het maken van een gewelfde
galerij van ongeveer 25o m. lengte in het
diepste gedeelte van de vaart aan den door
tocht van het verdeelingspand.
In 1889 begonnen, werden de werken in
l8g3 onderbroken door het instorten van een
gedeelte van het gewelf.
Na een tijdstip van studiën werden de vol-
tooïingswerken der vaart in 1909 in aanbe
steding-wedstrijd gegeven.
Het aangenomen stelsel was de gracht
in open lucht
Een nieuwe instorting, deze van de groote
brug aan den grintweg van St-Elooi, stelde
korts voor den oorlog een einde aan de werken.
Damen, probeert O. ¥V. Corsets en Cein
turen, de beste sedert dertig jaar, de meest
verkocht.
1