Caisse Commerciale de Roulers
Tijdperk van 25 Juni tot 12 Juli5,75 's jaars
Les Halles d'Ypres
Les Motos SAROLÉA
Qrande Conférence Publlque
Voorheen G. DE LAERE G°
HALFMAANDELIJKSCHE REKENINGEN
Belgische Wetgevende Kamers
de vuurlijn breidt de overwatering haar del
ta 's De gebombardeerde hoeven rijzen op
eilandjes van groen en laten het rood der
laatste pannen tanen in de zon. Spichtig
oeverriet spiest allerwegen op, naast wilde
biezen, vlammende kollen en vergeten koren
halmen. Heel de aarde is nog enkel een moe
derlijke borst, die 't jong gewas met haar
sappen voedt.
De volksjongen herleeft met het schoone
getijde. Hij heeft de laatste sneeuw van zijn
helm geschud en nu gaat zijn hart open, als
een wilde roos in den glorierijken dageraad.
Nu trilt zijn lied, met dat van den leeuwerik.
Ziju oogen schitteren van dartelen levenslust.
Zijn woord schuimt in de schulp van zijn mond
als een parelend levenselixir.
Zijn vranke lach regeert over 't hart der
manschappen. Wankelmoedigen beurt hij op
zwakken beschermt hij. Hij kraait den dag
open met een spitsvondige mop en 's avonds
nog weet hij de jongens te boeien, door het
verhaal van zijn vroegere lotgevallen.
Hij raakt wel eens uit zijn humeur, wel eens
dikwijls zelfs, buldert dan, banvloekt, tem
peest, maar één vriendelijk woordje kan den
storm tot bedaren brengen. Hij meent echter
niet wat hij bralt tijdens die voorbijdrij vende,
kwade vlagen- Hij vergeet spoedig draagt
geen haat en houdt er, voor zijn oorlogsleven,
de meest simplistische filozofïe op na.
Alle dagen berekent of voorspelt hij 't einde
van den oorlog. Om het jaar poft hij met
Kerstmis kastanjes op het rood-gestookte
deksel der huiskachel. Zegt er een korpora.al
doe dit of doe dat dan legt hij 't bijltje
neer. Wordt de korporaal boos en dreigt hij
ik geef U 't uitdrukkelijk bevel dan lacht
hij en steekt de handen in de broekzakken.
Zegt hij integendeel bah ge kunt dat niet
doen, jongen dan stuift hij op en wat ik
niet kunnen, zwetst hij? En hij spant de kuiten
en werkt voor drie Esprit de contradiction
Heere-mijn tijd daar kan een grauwtje niet
tegen op.
Vier jaar heb ik naast hem geleefd. We
waren geknipt om elkaar te begrijpen zijn we
beiden geen jongens uit het volk Ik heb hem
bespied en afgeluisterd, bestudeerd langs
voren en langs achter. En toch, ik moet het
bekennen, nog zou ik niet durven zweren dat
ik de psychologie van den volksjongen tot in
haar fijnste vezeltje zal ontrafelen.
De voorwacht onzer kompagnie had eens
drie verloren gedoolde Saksers krijgsgevan
gen genomen. Waar ik me bevond was het
schuilhok van den. kapitein. Het trio werd er
onderhoord. Mijn strijdmakker was een jon
gen van 't Schipperskwartier. Enkele oogen-
blikken vóór de havelooze Saksers naar 't
loodsje van den bevelhebber opgeleid werden,
hadden we ons rantsoen brood ontvangen. De
luitenant van het peleton had me een opdracht
gegeven en toen ik weerkeerde, hoorde ik van
het ingepikte drietal. Mijn strijdmakker be
schreef nu het tooneeltje in zijn smakelijk dia-
lekt. Hij ve.ttelde me van die rekels, welke
misschien te zijnent al 't koper en de wol ge-
robbert hadden en hunnen houten Hindenburg,
waar hij stoofhout van zou kappen, moest hij
hem, na den oorlog, eventueel ontmoeten en
andere bijzonderheden vol dreigementen en
banvloeken, te lang om te melden. En toen hij
uitgevooisd was, vroeg hij me een stuk brood.
Ik keek op, verbaasd.
Hebt gij dan uw paart niet gekregen
hengelde ik.
Een van 't gezelschap jokte dan
Zeker, man. Maar hij heeft het aan die
sloebers gegeven
De sloebers dat waren de Saksers.
Dat is oorlog, ziet u, en zoo was de volks
jongen. Fritz Francken.
Laissons parler Ie génial visiohnaire que
fut Michelet r
Hier soir, après avoir assuré mon gite
dans le seul hótel acceptable de la ville, je
me suis mis en route et, par des rues obscu
res, j'ai marché vers une grande ombre que
je croyais être une cathédrale. Je ne me trom-
pais qu'a demi. C'était la cathédrale du peu-
ple, la fameuse Halle d'Ypres. Mon oncle,
qui a longtemps habité le pays, m'en avait
souvent parlé l'impression a pourtant dépassé
mon attente.
j'ai vu, en effet, dans l'ombre, s'allonger,
sur une longueur qui me semblait infinie, rm
prodigieux portail a triple rang de fenêtres
gothiques. Aucune cathédrale ne présepte un
pareil développement. L'immune dorsum était
dentelé au comble, comme d'un peigne délicat
qui mordait dans le ciel sombre. Le tout
dominé au centre par une large et souveraine
tour ouvragée, percée de croisées du même
style, et qui montait comme une mère géante
dont tout serait sorti.
Voila la première vision, écrasante. Elle
a hant-é toute la nuit mon sommeil Ah 1 que
l'homme se voit petit a cóté de ses propres
oeuvres
La lumière du jour n'a pas affaibli la
grande impression de la nuit. Le portail est
bien de centpieds plus long que Notre-Dame
de Paris, vue de cóté. Et ce que n'ofire pas
Notre-Dame, ni aucun monument du Moyen
Age, c'est que toutes les croisées, tous les
ornements de la Halle d'Ypres étant rigou-
reusement du même style, triple rose du
XIIP et du XIVe siècle, toute crtte féerie de
pierre semble avoir jailli d'un seul jet...
J'entends encore rouler sous ses voütes
profondes les puissantes rumeurs du passé.
En haut, le va-et vient des métiers frappant a
chaque coup une poitrine d'homme.
En bas, les mille bruits des instruments
employés a préparer la besogne aux tisseurs
ou bien a l'achever. Ici le bruit aigu, comme
un chant de cigale, que rend le peigne du
cardeur la, le grand coup sec des grands
ciseaux du tondeur de laine. Plus loin, les
bouillonnements de la chaudière oü se cuit la
teintu're pour les étoffes. Au fond, les comp-
toirs de la vente, les voix qui se croisent ou
se répondent les prix jetés au vol, acceptés
ou refusés par la foule des clients qui ve-
naient la, de l'Orient et du bout du monde,
de Venise, de Bergen, dé Novgorod...
Oü les barbares ont passé, il ne reste plus
pierre sur pierre, et les plus beaux monuments
respectés par les siècles ne sont plus qü'un
amas de décombres.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
SENAAT
Croix Rouge de Belgique
Comité d'Ypres
donnent la plus grande satisfaction.
Agence: Garage Devos& Dewanckel, E/V
avec film cinématographique
le Mercredi 16 juin 1926, a 20 heitres
au VIEIL YPRES
Entrée entièrement gratuite.
Ministerie van Buitenlandsche Zaken
Vraag van den heer Derbaix In een vraag
van 23 December 1925 was ik zoo vrij aan den
minister van economische zaken te vragen
hoever de onderhandelingen gevorderd zijn
die sedert verscheiden jaren gevoerd worden
tusschen de Belgische en de Fransche regee
ringen, over de vereischten gevergd van de
Belgische geteisterden in Frankrijk voor de
wederbelegging van hun oorlogsschade.
Ik wees er op dat de opgelegde vereischten
in vele gevallen het verkrijgen mogelijk maak
te van de toegekende vergoedingen en dat de
belangen van talrijke landgenooten diensvol
gens sedert jaren zijn geschaad, terwijl de
Fransche geteisterden in België voldoening
kregen.
De minister heeft mij geantwoord dat de
onderhandelingen, aangegaan door de Bel
gische regeering met de Fransche, ten op
zichte van de toepassing .Van de Fransch-
Belgische overeenkomst, nog geen volledige
oplossing hadden bereikt.
De minister voegde er aan toe dat alles liet
verhopen dat eerlang een akkoord zou ge
troffen worden, waardoor de huidige toestand
van onze geteisterde landgenooten in Frank
rijk aanzienlijk zou verbeterd worden.
Ik heb de eer den minister te vragen of
bedoeld akkoord niet zonder langer uitstel
kan verwezenlijkt worden, dSar onze landge
nooten in hunne meest billijke belangen nog
immer geschaad worden.
Antwoord Blijkens inlichtingen bij de
Fransche regeering, door den Belgischen
gezant te Parijs ingewonnen, hebben de pre
fecten der door den oorlog geteisterde depar
tementen onderrichtingen ontvangen om de
bepalingen, betreffende de wederbelegging in
zake herstel van oorlogsschade, toe te passen
zooals zij werden vastgesteld door de Bel
gische en Fransche regeeringen, na onder
handelingen die geleid hebben tot eene ruime
verklaring van de Fransch Belgische overeen
komst van g October 1919.
O© Barakken
van het Koning AEbert Fonds
Wij komen te vernemen dat, als gevolg op
de pogingen aangewend door het gemeente
bestuur onzer stad, de heer Minister van
Landbouw en Openbare Werken laat weten
dat de verhooging van pacht der barakken,
aangekondigd vóór den eersten Juli aanstaan
de, niet in voege zal worden gebracht.
Deze beslissing zal, zonder twijfel, door de
inwoners der barakken, met groote vol
doening aanvaard worden.
Ministère de la Justice.
Est nommé avoué prés le tril unal de pre
mière instance d'Ypres, M. Berghman (G.-
L.-C.), avocat.
Nos sincères félicitations.
Aangesloten bij de BRNQUE DE BR(J)(ELLE5 (Kapitaal 200.000.000 - Reservefonds 94.440.000)
Rekeningen 6 maanden 5,75 p. h. 1 jaar 6,00 p. h.
(1). Michelet (Jules) historiën fran$ais, né a Paris, m. a
Hyères, (1798-1874) Histoire de France, Histoire de la
Révolution, l'Oiseau, l'Insecte, la Mer, ma jeunesse, etc.