STAO VP - Plechtige Prijsuitdeeling aan de Leerlingen der Stadsjongenschool ir w m m Belgie's Strijd WOENSDAG 4 OOGST 1926, om 3 uur namiddag ■Belgie, laat mij door uw land, ,j. Va] 0p Frankrijk langs uw kant. Neen. gaf 'tijaar dertig U 't bestaan gn ik hielp uw zaken gaan. Neen. <j, gen bereid nog meer te doen, Als Gij mij nu wilt voldoen. Neen. ^eet dat ik «eer machtig ben £n dat ik Uw onmacht ken. Neen. Laat mij door, of 'k val U aan, £n met Belgie is 't gedaan. Neen. 'k Neem Uw Vorsi zijn kroon en troon £n vertrappel'Uwe doön. Neen. Neen, neen, driemaal neen, Weerstand biedt elkeen Belgie is onschendbaar, vrij, \Wij zijn mees1 er, en niet Gij. II. - DE AANVAL. SD'oorlog komt, Boum, boum, 't bomt, [Duitschland zendt Bend op bend, Legers wenden, 'Schieten, schenden, Moord en brand .t'Allen ikant, iDuizendtallen 'Mannen vallen, Vrouwen vluchten, Kindren zuchten, Steden -storten Na 's Lands forten ïLacy i bijna g'heel het Land IWordt door Duitschland overmand, Dixmude, Yper, d'helft van 't Westland 'Wordt verbrijzeld en verbrand, 'Belgie, 't arme Belgie lijdt iln den schrikkelijken strijd. III. - DE WEERSTAND. Luik zag Helden Die zich stelden 'Tegen d'overrompeling, Tot 's Lands forten Nederstortten lEn men op hun lijken ging. Op den Yzer, Kloek als ijzer, Hield ons moedig leger stand, 't Hield vier jaren, Spijts gevaren, Duitschland tegen voor ons Land. t'Yper vocht het Britsche Rijk Vier jaar midden bloed en slijk, Tot dat Duitschland, overmand, Vluchten ging met scha en schand. Uit was eindlijk 't groot gevecht, En de zege bleef aan 't Recht. IV. - DE HULP. Moet er voortaan Vrede zijn Ja. Voor elk Volk,en eerst voor't Mijn? Ja. Duitschland, kom, betaal de scha, Ghadt geen hert en geen gena, Kom, herstel ten minst uw kwaad En wil Vrede tot elks baat. frankrijk, kom, Gij waart verloren, Gingen wij niet op en voren, elgie streed en leed voor U, Geel ons, dankbaar, hulpe hu. elp ons, England, zonder ons, Kales viel na korte stonds n Uw vijand aan uw deur Ch°°t Uw kust in vlam en vuur. Belgie streed voor Rusten Recht, t Leed vier jaar, en vaarde slecht Het herworde wat het was, Huid en hulp aan 't Heldenras Tooneed in 3 taiereelen bewerkt door Jos. Van den Driessche. Muziek der kooren geschikt door toondichter C. BERTHY. PERSONEN Het gildekind. Het oorlogskind. Het toekomstkind. Koor van jonge Yperlingen. le TAFEREEL Glorie van Yper Het tooneel verbeeldt een zicht op de Hallen Het toekomstkind. TAFEREEL Vernieling van Yper (Het tooneel geeft een zicht op het Oorlogs- gedenkleeken). 3e TAFEREEL Herwording van Yper (Het tooneel verbeeldt een zicht op nieuw Yper) Nadruk en uitvoering voorbehouden. ■jvoorden van H. SGBRV, Schepen van Yper. Muziek van C. TJEBERGHIEN, Schoolbestuurder I. - DE WEIGERING. Rijs op, o gildekind, en meld de goede stede, Wat Yper vroeger was in tijd van ramp en vrede. Hoe door al eeuwen heen, en gansch de wereld rond, Uw glorievolle naam in goud geschreven stond. (Het gildekind komt op). Gegroet, o gildekind (roept het koor op). Komt jonge Yperlingen, Het grootsch verl'êen der stêe begroeten en bezingen. Koor (eerst gedempt zingend, stilaan versterkend) Yper gegroet In verren glorietijd Waart gij het pronkjuweel, de kroon van Vlaanderland. Yper gegroet 1 Door heldenmoed en vlijt Bleeft gij uw wereldfaam, uw ouden roem gestand. Uw gilden stonden pal, Bij weefgetouw en wal, En zorgden, dat uw grond De macht in vrijheid vond. O duurbre vaderstad, Ons allergrootste schat. Om uw verheven moed, Wees duizendmaal gegroet Het gildekind Het was een gulden tijd Geen enkel stad op aarde, Die bogen mocht op roem en Yper evenaarde. De steê, die, machtig groot, met knechtschap onbekend, Het roer van Vlaandren hield met Brugge en met Gent. Toen schepen, rijk bevlagd, langs vaarten en langs grachten, Van Nieuwpoort, Damme en Sluys.den voorspoed herwaarts En al wat handel dreef of roemen kon op kunst [brachten. Van 't Zuiden, Noord of Oost, kwam dingen om haar gunst. Het was ee» gulden tijd Toen neringen en gilden Steeds wilden wat was recht en wonnen wat zij wilden En op gelijken voet liet edel magistraat Besprak met Vorst en Hof het welzijn van den Staat. Toen Yperlingen koen, met knotsen, bogen, zweerden, In dertien honderd twee den Franschman't loopen leerden. En Onze Vrouw van Thuyn' in 't nijpenste gevaar Van Yper joeg den Brit en snooden Gentenaar. Toen tempels, weidsch en groot, en Halle en huizen pronkten Met gevels fijn als kant en koopliên tegenlonkten Het was een gulden tijd 1 Koor Yper gegroet Geen stad u evenaart In grootheid, vrijheidszin, in kunst en eigenschoon. Yper gegroet Gten enkel stad op aard' Draagt om haar wapenbeeld een mooier lauwerkroon. Hier redde uw veste in puin, De Lieve Vrouw van Thuyn' En brak door wondre kracht Des vijands woeste macht. O duurbre vaderstad, Ons allergrootste schat. Om uw verheven moed Wees duizendmaal gegroet (allen af). Het oorlogskind Helaas Verdwenen roem Verloren kunstjuweelen Voor immer en altijd Wie zal onz' smarten heelen Toen wild als een orkaan, de vijand met geweld, De schamel Yperwoon barbaarsch had neergeveld. En jaren achtereen de domplende Yperlingen Met rouw in 't schrijnend hart naar vreemde streken gingen. Toen straten aaklig doodsch, geblaakt door feilen gloed Zich kleurden purperrood van al 't onnoozel bloed. Wijl helsch geschut en brand door donkre luchten giir Jen En ravenzwermen wild op puinen krassend zwierden. Waar vroeger Yper stond, eens Vlaanderens kleinood, Daar was het leven weg daar heerschte alleen de dood Het was sen droeve tijd Van al onz' jonge helden Die 't duurbaar Vaderland met moed ter hulpe snelden Bleef ginds op 't Yzerveld, door Duitschen hiel besmeurd, Van velei 't edel lijf, verhakkeld en gescheurd. O vader 1 Vader mijn (Tot de Yperlingen) Uw vaders en uw broeders. Door weezen diep betreurd beweend door onze moeders Zij vielen voor het recht zij vielen voor het land, Voor ons en 't nageslacht als kostbaar onderpand. Uw glorievolle naam zal eeuwig blijven tronen In 't dankbaar minnend hart van al die martlaarszonen. Zoo duurzaam als 't graniet, dat uwen naam vermeldt Zoo duurzaam ook de eed, door allen hier gesteld. Koor (traag wijl bloemen en kransen neergelegd worden Helden gegroet Uw glorievolle naam Blijft eeuwig ongerept in onze harten staan. Helden gegroet 1 Uw onverwelkbre faam Zal nooit, dat zweeren wij, bij 't nageslacht vergaan. Uw laatste gulpe bloed Gaaft gij met koelen moed. Uw laatste zucht en bêe Was voor uw lieve stêe. O duurbre martlaarsstad, Ons allergrootste schat, Om al 't vergoten bloed Wees duizendmaal gegroet (allen af). Het kind der toekomst. Gebroken lag de stêe, geknakt haar nijverheid Maar bloeien zal ze weer in ai haar heerlijkheid, Men vroeg titannenwerk en 't wonder is geschied Uit woesten puinenhoop rees Yper uit den niet In middeleeuwschen dos. Met nieuwe pracht omgeven Straalt weerom onze stêe in pas ontloken leven. En al wat name draagt brengt dankbaar hulde en groet, Met eerbied en ontzag strooit bloemen aan haar voet. Voorbij de nare droom I De zonneglans na regen 1 Het lijden is nu uit De toekomst straalt ons tegen, Als handel, nijverheid weerom hun vleugels slaan En koopliên, lijk voorheen, in onze Hallen staan. Als sterk door gildenband en trouw aan oude zeden Men rechten plichten eert, zooals de vadren deden. O duurbre vaderstad Hier staat een nieuw geslacht, Gewonnen in den strijd, in kommer groot gebracht. Aan u onz'jonge ziel, ons later vruchtbaar streven. Wij zullen u de pracht door noeste vlijt hergeven. Wij zijn een heldenkroost Hun bloed was 't wondre zaad, Dat nieuwe helden kweekt en nooit verloren gaat 1 Gildekind (opkomend) 't Verleden leeft in u 1 Oorlogskind (opkomend) Het heden hope nu Kind der toekomst De toekomst strale nu 1 Allen God helpe nu 1 Koor (het vaandel der stad verschijnt) Yper gegroet 1 Na regen zonneglans 1 U lacht na ramp en dood een gouden toekomst aan. Yper gegroet In blijden jubel thans Komt vrij en vrank uw veelbelovend kroost gegaan. Met vuur en vlam in 't oog, De koppen fier omhoog Met geest en hart begaafd, Den koenen wil gestaafd. O duurbre vaderstad, Ons allergrootste schat, Om uwen taaien moed Wees duizendmaal gegroet (allen af). Kooren afzonderlijk, vierstemmig, met begeleiding te beko men ten bureele en bij de muziekuitgevers der stad. Prijs 3 fr. E«E8E8E8E8E::E8B«E88E«E8E8St:E«EttE8B8B GESCHIEDENIS VAN YPER HISTOIRE D'YPRES HISTORY OF YPRES Zelfde werk, met gravuren Pauwelszaal Thuyndaglied - Air de N. D. de Thuyne Hymn of Ypres Vlaamsch, fransch en engelsch, acct. piano. Pr. 3 en 3.50 fr. Bureel en muziekverkoopers. E8E8EttE8EttS8B8E8EmtE8E8E8E8E8E8E8E8B

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1926 | | pagina 5