DENT!STE bepe rkt Person eel. eUltieggingen waren noodzakelijk, want der economische zaken werden laatsten tijd hevig en ten onrechte iten je dien in ^eZe"]en aangeva die diensten in Maart t. k. op- fk m^1 r zullen zijn. De algemeene uitgaven 3o millioen op 20 millioen kun- zilnIC orht worden. -heven reeds van „enterug gebracht ik ontsla- ook zooveel ambtenaren als mo- ,-l js. Men heeft een honderdtal Staats- ?fflinissarissen afgedankt. Het heeft mij, in C° band daarmee, verbaasd dat een dagblad Tje a Gazette heeft kunnen schrijven dat "en verre Van Personee' a* te danken, f i5o nieuwe bedienden had benoemd. Ie heer Baeck. - Het is een slecht dagblad. j)e Minister. Af en toe is het.humoristisch en geestig. Doch hier was het zijn bedoeling ernstig te spreken. Welnu, de i5o nieuwe be noeming611 waarvan gesproken wordt, zijn eenvoudig verlengingen van de functie, ver nieuwingen van het mandaat. Doch het aan- tjl van die bedienden werd zeker met een honderd verminderd. Men heeft mij gezegd de zaken zullen „ooit beslecht zijn Ik meen dat wij met de commissarissen, die nog overblijven, gemak kelijk de honderdduizend dossiers die nog te onderzoeken zijn, zullen kunnen afwerken. Bevelen zijn gegeven geworden opdat de Staatscommissarissen zoo spoedig mogelijk het grootst mogelijk aantal schikkingen zou den aangaan. Voor duizenden zaken over schrijdt het cijfer geen duizend frank. Men zou ran de geteisterden kunnen vei krijgen dat zij toegevingen doen. Al die zaken zouden niet roorden rechter moeten gebracht worden. Hoe zal de betaling gedaan worden Men iveet welke regelen het koninklijk besluit van juni 1924 bekrachtigt. De schadevergoeding ivordt betaald in titels aan houder. Moet het ;eld opnieuw aangewend worden voor mroerende eigendommen, dan geschiedt de «taling in verhandelbare waarden. Moet het geld opnieuw aangewend worden 'oor mobilair, dan geschiedt de betaling in «handelbare waarden tot een maximum-be- rag van 20,000 frank. Kan in alle gevallen de schadevergoeding 'Pdeze wijze geregeld worden? Neen. Dat rangtvan de Thesaurie af. De Spaarkas verhandelt de titels voor het Kraanwenden van geld slechts tot een bedrag ar 5millioen per maand. Voorde geteisterden is dit een zeer hache |ke vraag. Ik zelf vertegenwoordig een arror- 's-ement van geteisterden. Maar wij worden iePer.<t door de Thesaurie en door hare lUlpmiddelen. De heer Van Overbergh heeft gevraagd hoe- ee' er maandelijks werd besteed tot het be- aen van de geteisterden. De vergoedingen voor oorlogsschade wor- 11 thans vereffend door middel van obliga- S aan to°nder 5.t. h., 1925, krachtens de Pai|1gen van het koninklijk besluit van 16 1924. -er ff °bliSaties> die worden afgegeven ter anoen'n^ Van verSoe(ding wegens schade, |andIlr0eren^e £oe<^eren toegekend onder ver- Van Wederbelegging, en wegens schade aa r°erende goederen, tot een bedrag van rank-onder verband van wederbeleg- rden"11611 ^°°r ^Paar'ias teruggekocht latiff,, 1 a ^aia door tusschenkomst van de «uonal-v 13 1 ben nk- Dergelijke verrichtingen an5 ®.aatldelijks plaats voor een bedrag zhtin '°en' vo^ens hetgeen de minister in «eft ffez*egc)n ^"amer °P 7 van dit jaar aandJl" ^verhergh heeft ook gevraagd, and van de herstelling die Duitsch- v'°rdt aa ""ns hetaalt, door de regeering e'ster(jenlbeWend tot betaling van de ge- iadien h 111 b-.t p Waar is dat het grootste gedeelte tomt, geld dat 1 een van het plan Dawes voort- "aburig land besteed wordt voor de betaling der oorlogsschaden, waarom zou niet ten minste een gedeelte van het geld, dat Duitschland ons voor oorlogsschade betaalt, niet kunnen worden gebruikt om onze geteis terden schadeloos te stellen De vraag behoort tot de bevoegdheid van den minister van financiën. De ontvangsten, die van de herstelling voortkomen, worden in de schatkist gestort met het oog op de alge meene behoelten van het land. Zij worden dus niet met een bijzonder doel gebruikt. Dit is stellig eene vraag die hoofdzakelijk den minister van financiën aanbelangt. Ik voeg erbij dat de vergoedingen, gestort in uit voering van het Dawesplan, niet volstonden voor den dienst der interesten wegens oor logsschade. De heer Van Overbergh. - Dit jaar werd op de begrooting een som van 200 millioen ge stort. Zij is verdwenen door ik weet niet welk omstandigheden. Zij werd op de buiten gewone begrooting gestort en dus niet aange wend door den dienst der interesten op de sommen voor de geteisterden ontleend. De Minister. Het geldt te weten wat het Dawesplan en de onderscheiden vergoedingen vroeger door Duitschland betaald hebben op gebracht. Deze zouden niet volstaan hebben om de sommen af te dragen die de Belgische S.aat aan de geteisterden verschuldigd was. Wij hebben aan de geteisterden groote sommen betaald. Benevens de uitgaven voor werken en spoor wegen hebben wij ongeveer 8 milliard aan de geteisterden uitgekeerd. Persoonlijk heb ik niets tegen het voorstel van den heer Van Overbergh, doch er moet rekening gehouden worden met den toestand der Schatkist en met de beschikbare som. Zal de Spaarkas daarbij 5 mdlioen per maand kunnen blijven-voortoetalen De vraag van den heer Van Overbergh is dus zeer gepast en komt op het gewenschte oogenblik. Ik zal ze ondersteunen bij mijn collega van financiëo. De heer Van Overbergh. Ik heb een eerste richtpaal willen planten. De Minister. - De heer Damas heeft ge klaagd over de traagheid waarmede vonnissen uitgesproken worden. Het is onmogelijk uit spraak te doen in alle gevallen op den bepaal den dag. Ik zal de aandacht van de diensten op belangrijke gevallen vestigen, maar dit is eene kwestie van voorrang. Men beknibbelt de traagheid waarmede de oorlogsschade wordt vereffend Ik heb in de Kamer aangetoond in welke orde van voor rang ik de regeling zou vaststellen. De ver minkten, de oud strijders, de kroostrijke ge zinnen en de slachtoffers der overstroomingen zouden als gunst een voorrang bekomen. Het spreekt van zelf dat droevige gevallen zich kunnen voordoen van geteisterden die met ondergang bedreigd worden. Dat zijn zeer be langrijke gevallen en het is geenszins onrecht vaardig hier een voorrang toe te kennen. Bui ten deze uitzonderingen wordt de volgorde aangegeven door de gezonde rede en door de billijkheid. De vraag van den heer Van de Moortele, betreffende de betaling van belastingen door middel van titels der oorlogsschade, behoort niet tot mijn bevoegdheid. Aan den heer Mullie zal ik in de Handelin gen antwoorden. Het antwoord is te lang. (Voortsprekende in 't Vlaamscb). De heer Van Coillie heeft mij gewezen op onhoud bare toestanden die te wijten zijn aan de ver traging in het uitbetalen der vergoedingen. De geachte senator gelieve mij de bijzondere ge vallen te doen kennen, die ik welwillend zal onderzoeken. Immers de beperkte credieten waarover ik beschik laten mij niet altijd toe te betalen binnen de gestelde termijnen. Verder heeft hij gesproken over de moeilijk heden waarin sommige kerkfabrieken verkee- ren uit hoofde van het feit dat de aan dezelve toegekende vergoedingen worden vereffend door middel van inschrijvingen op het groot boek der openbare schuld. Ik moet er den geachten senator op wijzen dat dit geschiedt op bevel van het ministerie van financiën. Trouwens deze kerkfabrieken kunnen een voorschot in specie bekomen bij het gemten- tecrediet van België. (Weer sprekend in het Fransch). —.Ik ves tig de aandacht van den heer Volckaert, wat de uitgaven voor materieel betreft, welke uit gaven talrijk en verscheiden zijn, op het feit dat ten gevolge van de opheffing van sommige diensten, de economische ziaken een belangrijk materieel en drie eigendommen aan het do- meinbestuur hebben afgestaan. Dus wordt de dienst wel opgeheven. Den heer Beauduin antwoord ik dat, vol gens een verslag van 20 Maart, j. 1., er op 28 Februari, 125,000 zaken van oorlogsschade te vereffenen waren met een totaal bedrag van 1,417,000,000 frank Er blijven er nog 90,000 over. Naar luid van een verslag van de betrokken diensten, bleven op 28 Februari jl. 125,000 zaken te onderzoeken voor een bedrag van 1,417 millioen, min 396 millioen bedrag der voorloopige toekenningen vroeger toegestaan. Bij dit bedrag moeten de gewezen en nog niet uitgevoerde uitspraken gevoegd worden, hetgeen tot ongeveer i,5oo millioen het be drag opvoert van hetgeen nog als oorlogs schade te betalen blijft. In die sommen zijn niet vervat de wettelijke interesten wier uitkeering tot betere tijden is uitgesteld. De som van 5oo tot 600 millioen in het ver slag van den heer de Wouters d'Oplinter aan gehaald, kan dus slechts gelden voor de pri vate schade betaald in obligatiën aan toonder af koopbaar in geld, met uitsluiting dus van de niet aan wederbelegging onderworpen vergoedingen en der vergoedingen wegens handelsschade. Ik beschik niet over de ncodige elementen om voormeld bedrag van i,5oo millioen te ventileeren. Doch ik meen dat ongeveer 1,000 millioen (private schade) vereffend zullen moeten worden in obligatiën aan toonder, waarvan 5oo tot 600 afkoopbaar in geld en 5oo millioen (handelsschade) in titels op naam. Het is voorbarig het aantal dienstjaren te bepalen over dewelke die betalingen zullen verdeeld worden. Alles hangt inderdaad af van de beschik baarheden der Thesaurie en van de hulp die de thans medewerkende crediet-instellingen haar ook nog in de toekomst zullen verleenen. Aan den heer Dupret, die straks gesproken heeft over het lot dat een uitspraak moet on dergaan, antwoord ik indien een uitspraak vermeldt dat de wederbelegging gedaan werd, dan heeft het toezicht op de wederbelegging niet meer op te treden, behalve in geval van ontduiking. Indien eene schikking getroffen is voor een bepaald bedrag, dan moet de wederbelegging niet meer n ïgezien wor len. Doch, dit is lou'.er mijn eigen meening, die ik grondiger moet onderz reken. Wat de tweede vraag van den heer Dupret betreft, denk ik dat, in geval men tot een over eenkomst geraakt, er. geen reden meer bestaat om het wederbeleggen der gelden na te gaan, Maar ik kan niet op staanden voet een af doend antwoord geven VA NDENDRGESSCHE de la Faculté de Médecine de Lille et de l'École Dentaire de Bruxelles 57, Rue de Dixmude, 57 a YPRES. CONSULTATIONS tous les jours de 8 h. a 12 h. et de 2 h. a 6 h. Le Dimanche de g h. a 12 heures.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1926 | | pagina 3