Caisse Commerciale de Roulers Tijdperk van 27 September tot II October 5,60% 's jaars Voorheen G. DE LAERE C° HALFMAANDELIJKSCHE REKENINGEN Moederzorg en Vrouwenleed .Te te j^aison-Alfort trachtte een moeder erStikken met haar twee kinderen, oorzaak van die wanhopige daad. Ar#^!5 te]t tegenwoordig 146 honderd- 'tade oudste is 120 jaar. jarig6"' n tyfoon heeft een trein van Tokio ""^6" abij Hamamatsu (Japan) omver- -a So reizigers zijn gedood of gewond. is het dak van een school te afgewaaid. Hrr vliegtuigen werden in het militair •tveld nabiJ Na8°ya zwaar beschadigd f|,egV hunner werden totaal vernield. T Toysjasji stortte een school in 12 a ren zijn gedood en 20 ernstig gekwetst.' ^Huizen werden overstroomd een kleeder- k te Hamaksu is vernield 6 arbeiders 'lJden gedood en 25 gekwetst. ^Veertig gebouwen, waaronder het poli- liekommissariaat, werden te Tosjigi (in hida) verwoest 3 politieagenten en ver- cheidene andere personen werden zwaar gekwetst Te Kawasjki, nabij Yokohama vergingen ttvee schepen en 5 leden der bemanning ver dronken- De bliksem heeft bijna het geheele dorp Grandnaves, nabij Moutiers, (Frankrijk) verwoest. Een man werd gedood. Twintig woningen, die zeventien huisgezinnen herbergden wer den een prooi der vlammen. Honderd vijftien personen zijn dakloos. - Te Lorient (Frankrijk) werden bij leger- oefeningen door het ontploffen van een granaat drie personen gedood en drie gekwetst waar van een zeer erg. - Te Calcutta (Engelsch Indie) werden l35 mahometanen gedood of gekwetst in een onderling gevecht. i5o personen werden aan gehouden. - Te Denver (Colorado Ver. St. v. Noord. Amerika) ontspoorde de reizigers trein Salt- Lake City (Iowa)-Denver. i5 personen werden gedood en 5o gekwetst iraarvan 25 zeer erg. De locomotief, de goederenwagen, twee wagons en een slaap wagen vielen in de Arkansasrivier. OORLOGSHERI> INERirSfOEIN In de onmiddellijke nabijheid van Gent en toch heelemaal te velde, van alle woonsteden 1 dagelijksch menschenverkeer afgezonderd, staat er een oud kasteel. Het is zeer schilder achtig met zijn hoekige en kantige gebouwen 01 zijne twee gelijke hooge torentjes, waar rond in 't schemeruur vledermuizen vliegen. Halfverborgen staat het achter en tusschen slaghout en stammen van reuzenboomen, in We'ker kruinen het mutserdnest van de eksters a's n zwarte bol in de nog naakte twijgen het °°g aantrekt, voordat in vol ontloken lente- Sr0en de meerle en de nachtegaal zingen en de 2evenzanger het laatst aankomend zang- egeltje (voor half Mei) zijn levensheil uit jubelt. ''aast de stallingen, met den gevel naar aardweg, staat een laag huisje, ook dag- teekenend uit vroeger tijd, met kleine venster- 1 jes in het geveltje zonder deur. Een groote jan°ft Verleent ingang tot het klein binnenhof, g.SWaar men in de woning treedt. Ian/"3 te^ens a^s ,1b vroeger, het bochtig gen Wfje^e met dicht bijeenstaande knotwil- hVarn ^encb in het open groene veld voorbij- °p er een i°nêe vrouw door de uaaiwg3^6 poort aan de waschtob, of, eenig z'ngend doen(^e' °P een stoel zitten, stil 2e Iïle': den voet een wieg schommelend. geZOn^,as een mooie vrouw, een beeld van Milken611 prille Jeuf?d. Haar oogen scW„ Van levenslust en op haar mond "cen 1 verschi' andere uitdrukking te kunnen Ook j^6n dan die van tevredenheid. aarman, dien ik soms op het binnen hof zag, was een kloeke, krachtige, dertigja rige kerel een vent als een boom, zei eens een andere arbeider van hem. Wat later speelde er een kindje aan den ingang der poort en zat er een kleiner op den arm der moeder en nog wat later liepen de twee oudsten alkander na en zat het dei de in een stoeltje, onbewust nog van het leven, het gestoei aan te kijken. En telkens ik voorbijkwam, was het mij als een weldoende veropenbaring der mogelijk heid van onverdeeld menschenheil. Als ik Zulma, de jonge vrouw, aan den drempel zag, kon ik niet nalaten het woord tot haar te richten, al ware het maar geweest om den zweem van glimlach om dat mooie mondje, in dat blij gelaat, te zien. Ook de twee oudsten, twee knapen, kenden mij, en gaven mij een plaksken 't is te zeggen de hand. De krijg brak uit. De man, gewezen kanon nier, nog niet vrij van dienst, moest naar de grens als lar.dverdediger. Maanden zijn sedertdien verloopen dezen namiddag voerde mijn weg mij daarheen. Ik zag het oud kasteel tusschen de stammen der hooge kruinen staan, met alle luiken dicht, in de drukkende, sprekende verlatenheid der niet meer bewoonde gebouwen. Van in Augustus zijn de eigenaren naar den vreemde gevlucht. Ik ging voorbij. De poort van 't hoveniershuisje was ook gesloten. Laat ik toch eens weten of de vrouw nog hier is en hoe ze 't stelt. Ik keerde eenige stappen terug. De gordijntjes hangen nog even keurig ge plooid achter de groenachtige ruitjes, maar de appel van de ingangsklink is niet, als vroeger, blinkend opgewreven... Ja, ze was er, ik hoorde een lichten klomp- stap over de steenen van het hofje komen. En nu schrok ik letterlijk. Was zij dat het miezerig, gekrompen figuur met het bleek ge zicht en de doffe oogen Zij dat beeld van jonkheidsbloei eertijds En zij glimlachte mij als vroeger toe, hare gave tanden in de verdunde lippen sterker ontblootend. Die glimlach sneed mij door het hart. Hij trof pijnlijker dan een bittere klacht zou heb ben gedaan. Hoe ze het stelde, of ze nieuws had van haar man En ze snikte eens zonder tranen, sprakeloos het hoofdje schuddend, dra met de verfijnde handen haar wangen bedekkend toen ze zei Neen, niets, geen brief, geen boodschap En ik moest binnengaan. In het.keukentje was het warm de dekschijf van het kacheltje gloeide zelfs. Een ijzeren bed stond aan den wand onder den tikkenden horlogeslinger, en in dat bed zaten de twee oudste kinderen rechtop. Ze speelden met houtblokjes en spar retjes uit een speeldoos, aan de toppen groen geverfd, en ander breekbaar tuig, op Klaas dag gekregen zeker. Die twee waren reeds drie weken ziek, nu aan de beterhand. Ze moesten warm gehouden worden. Het kon aanstekelijk zijn, wat ze hadden daarom was de kleinste weggedaan, op haar geboortedorp, bij een getrouwde zus ter. De dokter wist niet goed waaraan ze leien misschien kwam het van het gruis- brood, dat vele kinderen niet verteren konden. En zij vertelde mij wat haar leven was altijd thuis, altijd alleen. Zij zag schier nie mand dan den geneesheer, die om de twee dagen verscheen. Geburenbezoek O, daar was ze bang voor. Ze verlangde er in het eerst naar, nu niet meer. Ze moest al den kommer van zich werpen uit liefdé voor haar kinderen, voor wie ze ook noodig was, en kon het toch niet. En ze schudde als in wanhoop het hoofd. Dat ze niet kon, was haar aan te zien. Ze volgde den loop van haar eigen gedach ten, als in vergetelheid van mijn bijzijn. De kinderen mogen niets drinken dan melk. Ik... wat mij betreft, eet schier niet... Petrool kan ik niet vinden zoodra het avond wordt, moet ik mijn huiswerk tastend doen. Ik spaar zelfs mijn nachtlichtje... En met den blik wees ze een half uitgebrand pitje aan', in een glaasje vet, dat op de tafel stond. Ze poogde te glimlachen om het rampzalig- komische van zooveel nood. In eens zei ze, zich vermannend Ik dank u, dat ge gekomen zijt. Doch, hoe hier troost aan te brengen, te bemoedigen Ik trachtte dat te doen, maar denk niet, dat ze luisterde. En dan, na lang zwijgen, begon ze weer De dokter heeft mij voorspeld dat ik geen drie maanden meer te leven heb, indien het zoo voortgaat. Slapen kan ik niet of weinig. Wij hebben immers voortdurend slecht weder gehad, al tijd regen en stormen. Heel den nacht hoorde ik den wind zoeven door de hooge boomen, soms ook een slag het was zeker een schalie of een steen, die van de torentjes afgerukt werd. Maar ik schrok toch telkens als ware het een schot geweest. Dat hield mij wakker. Och, en bij windstilte is het al even slecht wie zou er kunnen slapen als ge in 't donker uren op uren het kanon hoort, dat misschien uw man doodschiet Ik keerde terug langs het bochtig weegje, met de knotwilgen omzoomd, in sombere stemming van machteloos wereldwee, dat mij als een tweede, figuurlijk floers van rouw omhulde in bet werkelijk grijze floers van den winterdag. 18 Januari igi5 Virginie Loveling. Uit In Oorlogsnood «J. ere - Kruis We vernemen met genoegen dat, M\ Louis Ameel, pasteibakker te Brielen, het Eere- Kruis gewonnen heeft, in den wedstrijd te Brussel van 8 Augustus laatstleden, voor het maken van Brugsche achten en macarons. Hartelijk proficiat. BERICHT Het Kantoor van Belastingen Yper, ic sectie, is overgebracht van de Lange Thou- routstraat naar de St Jacobstraat, 54. De Ontvanger, A. MAERTEN. Rangesloten bij de BRNQUE DE BRÜ^(ELLE$ (Kapitaal 200.000.000 - Reservefonds 94.440.000) Rekeningen 6 maanden 5,75 p. h. 1 jaar 6,00 p. h. ticb id j ilfder tijd

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1926 | | pagina 3