Incurie ou mauvais vouloir
Nos lecteurs n'ignorent pas qu'une industrie
nouvelle occupant dès a présent une vingtaine
d'ouvrières et' devant d'ici peu employer' une
main d'oeuvre importante vient de se créer a
Ypres -
Ceci est bien
Ce qui est moins bien, c'est le peu d'em-
pressement qu'ont mis les services o'électri-
cité a établir ie raccordement des moteurs.
A deux reprises différentes, des ouvri'ers
monteurs spécialistes ont dü se déplacer
inutilement dé BrUxelles, croyant pouvoir as
surer le montage sur la foi des promesses de
raccordement faites par les bureaux de la
Société d'électricité.
Suivant les déclarations des intéressés,-le
dommage subi par ces atermoiements s'élève-
rait a plus de i5oó francs.
Et il leur a falïu"quinze jours pour obtenir
satisfaction 1
Nous n'analyseróns pas si c'est de l'incurie
ou du mauvais vouloir de la part de nos ser
vices nous nous bornerons a constater que
de pareils faits sont regrettables et de nature
a décourager ceux qui cherchent a faire re-
naitre l'industrie dans notre région.
Le retour de l'Abbé Lsmire
Nous apprenons avec plaisir que M. l'Abbé
Lemire est heureusement rentré dans sa bonne
ville d'Hazebrouck.
Sa santé se rétablit tout a fait mais le mé-
decin lui interdit encore toute fatigue inutile
il faut que sa convalescence se compléte dans
le calme.
Koolziekte der Runddieren
Bij Koninklijk besluit, afgekondigd in het
Staatsblad van 25 December 1926, worden
de vergoedingen, toegestaan in geval van
verlies t an runddi'eren ten gevolge van kool
ziekte, afgeschaft- en zulks uit bezuinigings-
n aai regel-
Ik dring aan, heer minister, dat er eens een ernstig onder
gedaan worde in de frontstreek over al de moeilijkheden
2<elke f eteisterden, en dan ook aannemers en verders koop-
hebben omdat de Staat niet betaalt.
'"poot aandringen bij het bevoegde departement is nu in da
Uaiste weken eene tamelijke oplossing gekomen, ik verzoek
[,eer minister dat hij zoo welwillend zou zijn de vol
brachte belofte ten spoedigste uit te voeren, en verders het
mogeliJke 2011 d0en om£ehee' deze oorlogsschade te regelen.
Sedert ik mijne ondervraging heb aangekondigd zijn er mij
(allooze brieven toegekomen van menschen die in moeilijk
beden zaten en velen hebDen mij zelfs persoonlijk komen
spreken.
gr zijn er die reeds maanden betalingen zijn beloofd, doch
tfie n 'oit eetiig uitwerksel zien. Altijd maar beloften, en op
a|le brieven is het j Ais uwe beurt gekomen is Doch
wanneerdie beurt ik stel toch met genoegen vast dat in de
laatste weken wel eenige betalingen zijn gebeurd.
Wanneer zullen de obligafiën, welke gegeven werden in
plaats der naamtitels en waarvoor geen interest meer betaald
werd sedert 1 Januari 1925, uitbetaald worden Wanneer
zullen de andere gewone uitbetalingen bespoedigd worden
Dat de toestand ernstig wordt is bewezen door het feit dat
dagbladen van verschillende gezindheden er zich ernstig be
ginnen mede bezig te houden. En er w®rde,n fabelachtige
cijfers aan 't licht gebracht
is het waar, heer minister, dat er nu voor West-Vlaanderen
alleen meer dan 20,000 betalingen op uitvoering liggen te
wachten
Hoeveel zijn er dan die wachte voor Oost-Vlaanderen
In't algemeen voorzeker mindere zaken, doch men spreekt
van 30 000
Sommige bladen spreken van meer dan 150,000 voor heei
het land I ls dit waar, dan is het een erge toestand.
Als van over 't jaar. eene campagne werd gevoerd om het
ministerie van economische zaken af te schaffen, dan kwam
dit misschien van eenige personen die wilden den dienst
verschoonen in de moeilijkheden, om zoo op brutale wijze er
gedaan mede te maken of was de campagne gevoerd
door heeren die alles wilden in handen houden om er nog
lange jaren op te leven fn elk geval, de veranderingen en de
stilaan verminderingen hebben geheel den dienst ontredderd,
en in plaats dat alles gedaan zal zijn tegen einde dit jaar,
zullen er nu nog eenige jaren meer aan geofferd worden
Ondertusschen is eene andere moeilijkheid opgerezen de
vermindering onzer geldwaarde.
Als de geteisterden verleden jaar lü,000 frank werden toe
gestaan, /.uilen ze er feitelijk maar gewillig 6,000 frank meer
ontvangen, of beter gezegd, ze zullen er maar voor 6,000 fr.
mede kunnen betalen.
Welk verlies voor de geteisterden die nog niet vereffend
zijn En bijzonder voor deze die nog moeten bouwen.
Heeft de regeering daar. ook aan gedacht en zal ze maatre
gelen nemen
Het ware ook goed konden wij vernemen hoeveel vonnissen
nog wel moeten genomen worden. Statistieken onlangs ver
schenen geven 75,000 op. Nog een heei wérk
Maar ik dring bijzonder aan om te weten welke maatregelen
de regeering denkt te nemen' om de betalingen te bespoedigen,
om de nu reeds 150,000 verachterde betalingen in den kortst
mogelijken tijd te regelen.
ik wil ook een bijzonder woordje zeggen over het uitbetalen
der interesten. Daarover worden de zonderlingste geruchten
verteld. Er zijn er die spreken van eenvoudig alles op zolder
te steken Zoo toch zal de regeering zeker haar handteeken
niet loochenen Door de wet van 1919 was er wel interest
voorzien vanaf 1 Januari 1920 op alles. Later, October 1921,
werd deze gewijzigd en voor wederbeleg was het maar vanaf
den datum van de afgifte der titels.
In elk geval, de regeering heeft verplichting om de inte
resten te betalen, en wij hopen dat ze haar gegeven woord
zal staande houden. Hiervoor, heer minister,is ook eene klare
en duidelijke uitspraak noodig. De geteisterden willen verze
kerd zijn. 2ullen de interesten totaal uitbetaald worden en
wanneer Want vele kleine nijveraars, die reeds zooveel ver
loren hebben door dat ze hunne eigene titels hebben moeten
in pand geven om leeningeri te bekomen, om te kunnen voort
werken, wachten met ongeduld de uitbetaling der interesten.
Is er nu zelf reeds niet een bedrieglijk middel in voege om de
interesten niet te moeten betalen Wordt de geteisterden
niet een omzendbrief gestuurd meteen bijvoeg aan ter onder-
teekening Deomzendbriei laat verstaan dat ze kunnen in
geld uitbetaald zijn, maar dat liet wel verstaan is de vergoe
ding toegekend zoowel het kapitaal alsdeinieresten bedraagt.
Teekenen ze niet, dan zullen ze eenvoudig betaald worden in
obligatiën der openbare schuld
L>at is nog een erge maatregel erbij nu I
Uwe interesten afteekenen, of geen geld
Is dit waar, beer Minister ls dit reeds in toepassing en is
dit voor kleine en groote vergoedingen
Ue geteisterden willen niet meer bedrogen zijn Ze zijn
het reeds genoeg geweest, ten minsten dezen welke nog niet
betaald werden. Iedereen verlangt te weten wanneer de afre
kening der interesten zal beginnen, en 't ware dan ook goed
blaten kennen welke maatregelen zullen genomen worden
°m dat werk te beginnen. Volgens gegevens in de Senaatzit-
van 27 Juli zijn er minstens 1 millioen dossiers uit te
rekenen Hoe zal dat gebeuren Welk personeel zal daarvoor
gebruikt worden, en hoe zal de uitrekening gedaan worden
Al vragen waarop een duidelijk antwoord dient gegeven
WiJ hebben dan ook nog de geldelijke rekening der land-
houwvereffeningen.
Vele landsche werklieden en landbouwers van het front,
dle zoo hun best gedaan hebben om het land weder vruchtbaar
'"aken, zijn ook maar weinig beloond van hun moeite, want
°otelbaren moeten nog van al hun moeite betaald worden.
Vele kontrakten, afgesloten in 1920-21 en later, en die
reeds lang volledig geedgekeurd zijn, moeten ook nog be
taald worden.
Ais ik goed ingelicht ben, dan beschikt de dienst van het
ministerie van landbouw maar meer over omtrent één
millioen, en reeds vele betalingen werden overgezonden naar
het ministerie van geldwezen voor uitbetaling. Doch ook
deze betalingen blijven steken Weinig of geen worden vol
doening gegeven en die brave landsche bewoners, die reeds
zooveel hebben te verduren gehad door den oorlog, vragen
zich af of alles niet bij beloften zal blijven.
Men verzekert dat er nog voor een twintigtal millioen aan
landbouwvereffeningen moet uitbetaald worden. Hierover
ware het ook goed te vernemen welke inzichten de regeering
heeft om hier ten spoedigste mede gedaan te maken.
Ook vele kleine nijveraars, groote misschien ook wel, zijn
geldelijk erg getroffen omdat ze betaald werden in titels.
Vooreerst op deze titels was er verlies, en erger nu, sedert
bijna twee jaren is er voor die titels geen geld te bekomen.
Zoo moeien ze deze titels neerleggen in eene finantieele
inrichting, waar ze dure interesten moeten betalen zelfde
met de aannemers, die dikwijls niet anders krijgen dan zulke
titels voor hun geleverd werk en materialen.
Wanneer zal het ook aan deze- geteisterden mogetijk zijn
hunne titels tegen geld uit te wjsselen zonder te groote ver
liezen te moeten ondergaan
Er werd reeds beloofd van deze nog 2 5,000 frank uit te
betalen. Anderen werden persoonlijk nog 10,000 frank be
loofd, doch tot heden is er niets van in huis gekomen. Ook
deze geteisterden vragen geene beloften, maar daden.
Vo< r eene spoedige regeling is er geld noodig en etn goed
dienstpersoneel.
In de begrooting van buitengewone uitgaven van verleden
jaar en ook dit jaar is 500,000,000 voorzien Hoe komt het
dat er jn de laatste maanden maar 5 millioen per maand of
60 millioen. per jaar werd uitbetaald Ze spreken nu dat er
10 millioen zal zijn per maand of 120 millioen voor 1927
Waarom dan de 500 millioen in de begrooting
Zie, heer minister, nergens wordt er nog éen woordje
gerept over de geteisterden, en men zou beginnen te gelooven
dat ze hier te Brussel alles willen doodzwijgen of pogen het
herstel stop te zetten. De regeering, of een zijner leden, rept
nooit geen woordje meer over hetgeen nog te doen is, zjjne
inzichten kennen we niet.
"We vragen het u vandaag. Zullen deze die hunne beurt
hebben afgewacht om eene regeling te bekomen, en die nu
veel meer besnoeid worden dan de eersten, en wiens ver
goeding nu ook veel min waarde heeft, zoowel betaald
worden als deze die in de eerste jaren rijkelijk werden
vergoed Zullen ze betaald worden in den bepaalden tijd
vólgens hun vonnis, of zullen ze voort moeten hunne beurt
afwachten niet wetende wanneer deze beurt zal komen
Wij vragen, we dringen aan dat eene krachtinspanning
gedaan worde om al het achterstallige in de eerste weken te
vereffenen.
En daarom is een goed personeel noodig. En hierover is
ook wel een bijzonder woordje te zeggen.
Sommige Brusselsche dagbladen hebben reeds meermalen
eene campagne gevoerd tegen het ministerie van economische
zaken en eindelijk zijne verdwijning kunnen bewerken. Was
dit ministerie misschien zoo wat te Vlaamsch ingericht en
bestuurd, zoodanig dat de Vlamingen daar zelfde rechten
hadden en gelijk werden behandeld als de Walen In elk
geval ze hebben het vernietigd om er te kunnen een anti-
vlaamsch bestuur aan te stellen, want stellig is de toestand
van de Viaa-msche geteisterden niet verbeterd. Aan het hoofd
van dezen dienst nu, wil' ik geen 'verwijt maken, maar de
inspecteurs en opperbestuurders weten het er op aan te leggen
en de Vlamingen wat op de teenen te tarten, 't Is nu zoo
goed ingericht dat we acht tot tien weken moeten wachten om
antwoord te krijgen op een Viaamschen brief Natuurlijk
krijgen wij na een acht of tien dagen een Ontvangbewijs,
doch het antwoord zal zich gewoonlijk dan nog. zes of acht
weken laten wachten 't Is toch zulk geen lang werk om
eens na te zien als een dossier volledig is of niet Om te
zien als het attest van wederbeiegging ingekomen is of niet
Want wij ondervinden ook dat attesten uit Kortrijk, verzon
den op 1 November 1926, op datum 24 December nog
gemeld worden als niet ontvangen Er moet daar aan per
soneel en ook aan organisatie ontbreken en ons laat het
veronderstellen dat het we! aan Vlaamsch personeel ont
breekt. In elk geval, de diensten zijn er niet aangelegd om de
geteisterden op behoorlijken tijd te kunnen voldoen.
Wij hebben reeds meermaren geklaagd en ook wel den
toestand van naderbij onderzocht en ook wel ondervonden
dat onze vermoedens niet van allen grond ontbloot waren.
Wij hebben geprotesteerd tegen de gedurige veranderingen
en afzettingen van personeel. Wij hebben destijds bij M.
Baels, toenmaligen minister, ook nog aangedrongen en nu
laatst' bij den huidigen minister, en nu zijn wij in ons pogen
mislukt.
Heer minister, wij zien en ondervinden dat het werk traag
vooruit komt en wij zien dan nog Vlaamsche bedienden
afzetten. U kunt wel verstaan dat wij achterdenken hebben.
Als ik goed ingelicht ben. waren 51) bedienden bericht
gegeven geweest om te vertrekken op 31 December. Hiervan
zijn er 20 mogen blijven, maarniet deze door ons aanbevolen
als best de Vlaamsche taai kennende. Was dit n'u omdat zij
door ons aanbevolen werden en behoorden tot eene Vlaam
sche groepeering In elk geval dit ztjn toestanden waartegen
wij ten uitersten protest aanteekenen, en wij vragen dat zulke
handelingen zouden ophouden. Wij eischen voor de Vlaam
sche diensten, bekwame Vlaamsche bedienden, die Vlaamsch
kunnen schrijven welke voor ons Vlaamsche menschen ver
staanbaar is
Zooals ik bij het begin zegde deze ondervraging heeft ten
doel de uitbetalingen van vergoeding en interesten te be
spoedigen.
En, mijnheeren, 't is noodig. Onze geteisterden wachten
nog met duizenden Op deze betalingen wachten de aanne
mers om ook voldaan te worden, en na hen de handelaars der
bouwstoffen. Alles is tegenwoordig ontredderd, en de
winsten die sommigen met veel te zwoegen hebben gemaakt
zijn reeds vernietigd.
Recht moet er komen De eersten hebben rijkelijk vergoed
geweest geeft ten spoedigste aan de anderen wat hen
toekomt.
De regeering heeft niet te luisteren naar hetgeen sommige
bladen al schrijven tegen geteisterden en tegen de oor
logsschade.
Na den oorlog hebben de opvolgende regeeringen de
verplichting op zich genomen de geteisterden te voldoen.
Alleen de huidige regeering heeft daarvoor geen programma,
toch geen afgeteekend programma, en nergens worden no|
de geteisterden vernoemd.
Ik dring dan aan om te vernemen wat de regeering, en bij
zonder de minister van geldwezen, tfan zinnens is te doen
1. Voor het spoedig uitbetalen der toegekende vergoe
dingen
2. Voor het onmiddellijk vergoeden der landbouwvereffe
ningen
3. Voor het regelen en uitbetalen der intresten
4. Voor terhulpkoming aan de nijveraars welke betaald
werden met titels
5. Om deze (tie nog niet hebben kunnen -herstellen, ver
hooging van vergoeding toe te staan voor de meerdere kosten
welke ze zullen hebben door de vermindering der geld
waarde
6. En ook om aan dé- aannemers wélke werken aanveerd
hebben voor de stabilisatie eene vergoeding toe te kennen
voor de werken die nog moeten uitgevoerd worden.
Ik dring ook aan dat in den dienst der vereffeningen
genoegzame Vlaamsche elementen zouden aanwezig zijn om
onze Vlaamsche geteisterden zoo rap te voldoen ais de
anderen.
Zoo zullen vele.geteisterden uit groote geldelijke moeilijk
heden verholpen^worden, ook de aannemers zullen hunne
werken kunnen voortzetten en ook de handelaars in bouw
stoffen zullen uit grooten geldnood verholpen worden,
Handel en nijverheid zal er mede gediend zijn, bijzonder
de bouwnijverheid, welke hierdoor nu hard te lijden heeft,
■en de regeering zal zijn plicht volbracht hebben.
('t Vervolgt}