maal gebeurd dat zij niet op den gestelden datum zijn betaald geworden. Voor wat de verlichting der Cité Ligy betreft denk ik binnen kort voldoening te bekomen. Voor het water is het de Staat, bij wien reeds aange drongen werd, die dit zou moeten doen. Voor de menschen nochtans die dit begeeren, ware het toch maar een zeer kleinen onkost, gezien de waterleiding tot tegen ieder huis ligt. 5) M. Glorie. Je voudrais poser une question a M. Leuridan qui a déclaré a la séance précédente n'avoir 'pile serment constitutionnel que du bout des lêvres. Je voudrais savoir s'il a fait cette déclaration au nom de son groupe ou seulement en son nom personnel. M. Colaert. II est seul responsable de son vote. Denrandez lui cela en particulier M. Leuridan. Ik zal heel zeker nog de gelegenheid hebben gedurende onze heel interessante vergadering hierop terug te kee ren. Wat den eed betreft heb ik slechts deze verklaring voor mijn eigen gedaan, en ik laat mijne partijgenooten volkomen vrij hierover hunne persoonlijke meening te hebben. M. Glorie. M. Vanderghote voudra nous dire s'il a fait son serment dans les même-s conditions. M. Vanderghote. Indien ik het noodig geacht had eene verklaring af te leggen, ik zou het gedaan hebben, maar ik heb den eed niet afgelegd in den zin van M. Leuridan. M. Glorie. En M. Capoen dit tot nu toe altijd gezwegen heeft, deelt hij ook uwe meening M. Capoen antwoordt dat het lang genoeg op de muren der stad uitgeplakt werd, dat zijne meening zoo niet is. M. Colaert. L'Incident est clos. 6) M. Laton. Om eene leemte aan te v,uilen verklaar ik mij te voegen bij M. Leuri dan. Thans zou ik willen vragen of het waar is dat de bewoners der barakken van het Minneplein verwittigd zijn geworden dat de barakken vrij moeten zijn met in Mei aan staande. Ik vind deze tijd wat te kort. M. Declercq. Het Minneplein werd over gegeven aan het Beheer der Domeinen, dat dan drukking uitoefent op het Albertfonds om de plaats vrij te maken. M. Colaert. Men zal bij het Albert fonds aandringen om de menschen wat uit- stel te verleenen. 7) M. Van Nieuwenhove. Au mois de Novembre dernier le Ministre de l'Intérieur a mis une certaine quantité de charbon a la dis position de la ville. Vous-vous ètes entendus avec des commerqants qui ont dü payer leur commande d'avance, et jusqu'a présent pas un n'a encore touché. M. Sobry. II faut être prévenu d'avance pour pouvoir répondre a toutes ces interpel lations. VIIIOndervraging over de verantwoor delijkheid der gebeurtenissen te Yper op 27 Juni IQ2Ó voorgevallen en de maatregelen welke de burgemeester denkt te nemen om in de toekomst dergelijke betreurensweerdige feiten te vermijden. M. Missiaen. Mijne bedoeling is niet ruzie te brengen in den gemeenteraad M. de Deken zal er wel voor gezorgd hebben dat dit kan vermeden worden doch mijn eenig doel is wat klaarte te brengen in een duistere zaak. Thans wordt de verantwoorde lijkheid van den eenen naar den anderen ge worpen. Het is in het belang zelf der Stad dat ik deze ondervraging doe daar vele han delaars ernstig benadeeld zijn geworden ten gevolge der feiten van den 27 Juni. In al de omliggende gemeenten werden de menschen door geschriften en andere opgemaakt. Mijn doel is dus alleen het vernietigen van dien indruk en te weten wie de verantwoorde lijke is. De Stad had dus het inzicht hare dooden te huldigen door het oprichten van een monu ment, en 't schijnt dat hiervoor beroep gedaan werd op al de maatschappijen van stad. Alleen de socialistische werden uitgesloten. M. Colaert. Er is maar eene, en gij waart toch tegenwoordig in de commissie. M. Missiaen. Ik ken er ten minste zes. M. Colaert. Dan zijn we rijk. M. Missiaen. - Ik zeg dus dat er nooit be roep is gedaan geweest op een socialist om van de feestcommissie deel uitte maken. Wij gaan er op komen hoe ik daar tegenwoordig was. Er werd dus, gelijk aan ander maat schappijen, een aanvraag om subsidie ge stuurd aan de Coöperatief voor oorlogsschade. Ik verzette mij er tegen. Die subsidie werd dan toch gestemd, maar op voorwaarde dat de socialisten zouden vertegenwoordigd zijn in de feestcommissie van het gedenkteeken. Op de vergadering dan, die belegd was om het programma der feestelijkheden vast te stellen, kwamen op zeker oogenblik de verte genwoordigers der beschaamde frontpartij voor met een ultimatum er mochten geen ge neraals uitgenoodigd worden, geen militair muziek, geen vertegenwoordigers onzer bond- genooten, de Vlaamsche leeuw moet gehe- schen worden aan den gevel van het stadhuis, en wat weet ik al. Dit verwekte natuurlijk bij ons allen een schaterlach, doch toen deze schaterlach zoo wat verminderd was kwam M. Van der Mersch, voorzitter dier commis sie, met een voorstel al dit ultimatum te laten varen.en de volgende liederen tijdens de ont hulling uit te voeren de Brabangonne de Marseillaise het «God Save the King de Vlaamsche Leeuw en het Tuindag- lied Al de andere eischen zouden dus val len. Uit de discussie die hierop ontstond vernam ik dat op voorstel van dezelfde perso nen alléén de maatschappijen van het arron dissement Yper zouden deel uitmaken van het feest, en alléén de muzieken, door de com missie aangeduid, zouden uitgenoodigd wor den. Dan werd er op stellige wijze gevraagd of de minderheid, hoe de uitslag der stem ming ook mocht wezen, zich bij de meerder heid zou voegen. Dit werd algemeen aange nomen en iedereen dacht dat de zaak geregeld was. Doch den Vrijdag avond, dus twee dagen vóór de onthulling, kwamen dezelfde verte genwoordigers opnieuw verklaren dat hun niet gegeven was wat ze vroegen, en ze ver nieuwden hunnen eisch de vlaamsche vlag aan het stadhuis te zien hangen. Ik, als socia list en vlaming, moest mii tegen dezen eisch verzetten, want die vlaamsche vlag heeft thans hare zelfde beteekenis niet meer van vóór den oorlog. Immers is er sedert den oorlog een nieuwe partij opgekomen die sedert welis waar zeven tot acht maal van raam verander de, maar toch altijd dezelfde personen behels de die deze vlag heeft ontvreemd en zich het monopool wil toeeigenen van de vlaamsche beweging, 't Was onaanneembaar dus een politieke vlag uit te hangen op een vader- landsch feest. Den Vrijdag avond dus, om 8 uur, verklaarden de vertegenwoordigers der beschaamde fronters dat er nog geen uitnoo- digingen verzonden waren en dat, zoo zij geen voldoening bekwamen, zekere maatschappijen hunne medewerking niet zouden verleenen. Doch zoo de maatschappijen van het arron dissement Yper nog niet uitgenoodigd waren, dan waren die van buiten het arrondissement dit reeds. Als bewijs hiervan hoeft men slechts De(n) West-Vlaming te lezen van 4 Juli 1.1., waarin het muziek van Lauwe en andere maatschappijen van Iseghem, Beythem, enz. bedankt worden voor hunne stoere houding te Yper op 27 Juni. Waarom moest dan ook besloten worden juist op dien dag hier te Yper een vlaamschen gouwdag te houden De Burgemeester, hier van verwittigd en incidenten vreezende, neemt maatregelen en geeft een politiebevel uit. 't Was zijn plicht zulks te doen, want er bestond gevaar dat wanordelijkheden - ze waren op zettelijk gezocht zich zouden voordoen. Het zo-u zonderling schijnen, nietwaar, dat iemand die geen lust gevoelt stoornis te ver wekken, juist dan moet gaan om te manifes teeren. Wij, socialisten, wij staan niet in extase wanneer wij de Brabangonne hooren spelen, maar wij kunnen ze gerust en in alle onverschilligheid aanhooren. Ik herhaal het, de incidenten van 27 Juni werden opzettelijk uitgelokt. De Braban gonne werd uitgejouwd. De tekst nogmaals van De(n) West-Vlaming bevestigt dit Onze krijgsgevangene (er is spraak van eene vrouw) en haar man, oorlogsi.nvalied, van Meenen (dat, naar mijn wete, deel uit maakt van het arrondissement Kortrijk) «ston den aan de Puppen dus op den voorpost, de Brabangonne uit te jouwen Zoo men op dergelijke wijze onze gevoelens beleedigt was het fataal dat er botsingen ont stonden. Naderhand vernam ik dat er in open lucht een meeting gehouden werd. Ik weet het niet, 'k was er niet tegenwoordig, maar 'k mag toch M. Leuridan B6hi«t toen geen champagne aan jteI,endat 't was maar een demi bock V7ririki dier meeting- werd in ving dier meeting breed beschreven Schelde D in De Stani^ etl De Tijd De wI) Hoeveel dooden en gekwetsten an,il> zijn, zal de heer Burgemeester cm te zeggen. Naar mijn oordeel e ui? in1 er minste wel tien dooden kwetsten zijn Wel Moesten Wete, en Het is dus onwederlegbaar k die wanordelijkheden met onze?^2611 <1; zocht. Nu vraag ik: waarom dat zulks noodzakelijk maakte f 6r let! iemand die zich gekrenkt gevoelde"? mij niet. Het eenige doel hiervan was 'h politieke tegenstrevers hatelijk te mat oogen van het volk. Wat hebben gekletst over den Burgemeester 0ver d nie zo( v: thoheken en over mij, champagne^? kazakkedraaier enz. Doch al hun f woorden en laster laten mij onverschillj Zij zochten alleen politieke munt te sl juist dan op het oogenblik dat elke no had moeten van kant gezet worden Met te handelen benadeeligen zij zelf de v] sche beweging. Sedert wanneer hebbe? het recht zich het monopool toe te eiBP van de liefde tot het Vlaamsche Volk W zij zoeken is de eenheid onder de arbeiden! klasse te breken en zoo vernietigen zij macht der vlaamsche beweging. Zij geven uit als pretentieus doch die pretentie ik hebben dat de socialisten van West-Vlaa' deren meer gedaan hebben, meer welstaj, bekomen hebben voor de werkende klass. dan al de fronteis van geheel België. Nu stel ik de tweede vraag welke maatre gelen zullen genomen worden om dergelijk, feiten in de toekomst te vei mijden 'k Wee niet of die vaag wettig is. Doch ik heb dei indruk dat het hierbij niet zal blijven. Op November is het de gewoonte dat al de maat schappijen van stad in stoet naar 't kerkho trekken. Op ziek zelf is het iets edels schoons, voor enkele uren elke politiek kant te schuiven om samen hulde te brengti aan onze dooden. Waarom moesten allééndi beschaamde fronters zich onthouden en namiddags een zuiver politieleen stoet .vor men Ik vrees, zoo ze op die manier te werkt gaan, dat andere wanordelijkheden zullei volgen. M. Colaert. Over de verantwoordelijk heid zal ik geen uitleg geven. M. Missiaen. Daaraan heb ik mij ver wacht. M. Colaert. De genomen maatregeler waren wettig en gegrond. M. Leuridan. De ondervraging van M Missiaen is zeer begrijpelijk en is de uitiij van een rechtmatig verlangen, gezien dewre velige wrok clie hij tegen ons heeft. Zijr tweevoudige bedoeling is ook ons inzicht, maar wij zullen ons niet beperken tot de vragen, doch vrij en vrank zeggen wie de ven antwoordelijke is en wat we zullen doen om zulks te beletten. Eerst en vooral dient on- deiéscheid gemaakt te worden tusschen twee organismen de Vlaamsche fronters en de Vlaamsche oudstrijders. De Vlaamsche oud- strijdersbond doet aan geen politiek en de algemeenheid der oudstrijders zijn er bij aan gesloten. {Protest.) Wij zullen trachten den indruk te vergeten van M. Missiaen, die hier als een prokureur des konings heeft geplat (gelach) en niets anders deed dan oude koeien uit de gracht halenen open deuren instampen- De groote verantwoordelijke van de voorge vallen incidenten is de burgervader, Heer Colaert. Hij had de oppermacht. Jammer genoeg dat er gemanoeuvreerd werd en hij zich heeft laten gedoen. Wij weten genoeg da hij het Vlaamsche volk in het herte draag zoolang het minderwaardig blijft, maar nie verdragen kan dat dit volk bereid is om me alle middelen te werken tot het bekomen van zijn volle.recht. Het is een broeder in ie haat. De medeplichtigen,het zijn zijn v'aamsC.e gezinde partijgenooten, die de vreemde zon bedreven hebben niet beletten. M. Colaert. Gij spraakt zoo niet ioen mij kwaamt vinden aan het Hotel Britanmq M. Leuridan. 'k Ben diplomaat genoef? om te weten hoe ik M. Colaert, OUVO]]( vos, moet aanspreken, hoe ik met he moet handelen... M. Colaert.Die suis. Laat die suis0, zijn uw eigen woorden die Gij toen ove voor dat volk. {Gelach en onderbrekingen.) benaufffl irgen' oordi- M. Leuridan. Wij zijn niet Ul,'*"end voor ruzie. M. Colaert had zelf, den lU Ljj. nog van den 27 Juni, aan de vertegen l I I

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 4