Kamer der Volksvertegenwoordigers setrouvait insufifisamment payé et refusait de donnar ses cours. puis peu a peu, il se mit a boire imnaodéré- fflent de telle sarte que l'oa promit a l'idéa- liste uue somme importante po*r résilier soa contrat afin d éviter a la population brésilienne le spectacle de sa peu édifi&nte conduite. Et c'est aiasi que le pauvre martyr revint dans la peu hospitalière Belgique. Afin que l'Ypersche Bode puisse réfuter les stupidités qui ont ele debitées par Monsieur Besker aux Amities Franqaises, nous nous ferons un plaisir de commencer prochaiae- nient la publication de sa conférence. Celle ci sera donnée in-extenso en langue flamande. Beknopt VerslagUittreksels Vergadering van Donderdag 31 Maart Buitengewone Bsgrooting De heer Missiaen (in 't Vlaamsch). Na den wapenstilstand begreep men zoo goed de noodzakelijkheid van de oorlogsschade te herstellen, dat men eene bestendige parle mentaire commissie in het leven riep. Vroeger reeds drukte ik mijn spijt er over uit dat Men. deze bestendige commissie aiet meer raad pleegde over de verschillende vraagstukke» die verband houden met de oorlogsschade. Heden nog zie ik dat een groot gedeelte van de begrooting rechtstreeks of onrecht streeks voor de oorlogsschade dient. En het is de commissie van financiën die over deze zaak beslissen moet, in plaats van «ie besten dige commissie voor oorlogsschade. Heelt zij geen reden van bestaan, dan moet men ze niet langer in leven houden. De heer Baels, minister van landbouw en openbare werken (in 't Vlaamsch). Waarom komt die commissie niet bijeen De heer Missiaen (in 't Vlaamsch). Wel licht, omdat de voorzitter ze niet bijeenroept. Indien deze commissie geregeld biijee» kwam, zou ik vele vraagstukken, die ik nu moet behandelen, niet hoeven aan te raken. Eerst ea vooral wil ik spreken over de noodzakelijke werken ia het arrondissemeat Yper. Graag zou ik, onder meer, van dea minister vernemen wanneer de brug va» Heuplines zal hersteld worden De heer Baels, minister van landbouw en openbare werken (in 't Vlaamsch). 't Is inderdaad een noodzakelijk work. De heer Missiaen (i* 't Vlaamsch). —Gewis; immers handerden werklieden die naar Frank rijk moeten gaan werken, maken thans ge bruik van de spoorwegbrug en stellen aldus dagelijks hun leven in gevaar. Nu voor Vet herstellen dier brug is een crediet voorzien wan 405,000 frank. Men zou dus zoo spoedig mogelijk dat werk moeten uitvoeren. Anderzijds, stel ik vast dat er geen crediet voorzien is voorde brug van Merckem. Ik hoop dat er eindelijk tot het hersteMeo zal overgegaan worden van al de bruggen die Vlaanderen in verbinding stellen met het Noorden van Frankrijk. De heer Brutsaert (in 't Vlaamsch). Reeds in 1923 heb ik aan den hoofdcommissaris al de vereischte stukken betreffende de brug van Houplines overgemaakt. De heer Baels, minister van Landbouw e» openbare werken (in 't Vlaamsch). Wij zullen ons in betrekking stellen met het gemeentebestüur van Ploegsteert, want ik ben er volkomen van overtuigd dat de werken aoodzakelijk zijn. De heer Missiaen (in 't Vlaamsch). Ik dank u hierom. Een tweede opmerking betreft het kanaal van r per naar den Ijzer. Deze belangrijke vaart is nog niet hersteld. Het werk werd reeds begonnen en minister Laboulle had zich ter plaatse begeven om zich te overtuigen van de noodzakelijkheid ervan. Er was reeds sprake van aanbestedingen. Welnu, in de begrooting wordt geen crediet daarvoor voorzien. Zullen wij dus nog jaren "roeten wachten vóór het noodige werk ondernomen wordt Het is nochtans dringend voor Yper een verbinding te hebben met een bevaarbaren Waterweg naar den Ijzer. De heer Baels, minister van landbouw en openbare werken (in 't Vlaamsch). Er is een som ingeschreven voor de studiën. De he«r Missiaen (in 't Vlaamsch). Maar men bestudeerd het vraagstuk sedert 1919, en minister Laboulle had ons gezegd dat de studie voltooid was. Derhalve hopen wij dat men niet langer zal talmen en men de handen aan het werk zal slaan. Nog een ander vraagstuk wil ik opwerpen de vaart van Yper naar de Leie. Heeft de regeering nog niet onderzocht wat zij te dien aanzien zinnens is te doen Er zijn pè sonen die het nnt van dien water weg betwijfeld hebben. Het is nochtans een levensbehoefte voor Yper, waarvan de econo mische verhoudingen omgeworpen zijn sedert de* oorlog, goede waterwegen aan te leggen die de nijverheidsontwikkeling moeten moge lijk maken. Denken wij er aan dat duizenden onzer arbeiders werk moeten gaan zoeken in Frankrijk. Het ware onbegrijpelijk geen pogingen in te spannen om onze menschen werk in eigen land te verzekeren. Daarom moet het kanaal van Yper naar de Leie hersteld worden. Het werd gegraven 5o tot 60 jaar geleden toen reeds werd het beschouwd als noodzakelijk voor de econo mische ontwikkeling van de streek. Ik zou willen weten welke de inzichten van de regeering zijn op dit stuk. De landbouw ook zou er veel bij winnen. De liquidatie van de oorlogsschade nadert zoo stilaan tot haar einde. Van de 1,200,000 vagen tot schadeloos stelling zij 1 er nog slechts 69,803 af te hande len. Het vraagstuk is dus ver gevorderd. Want van de nog af te handelen dossiers zijn er natuurlijk velen die nooit eene oplossing zullen krijgsn, om velerhande redenen. Men heeft de federatie der coöperatieven reeds verwittigd dat zij binnenkort zal ontbonden worden. Zullen de rechtbanken voor oorlogs schade echter eeuwig moeten blijven bestaan Daar is eene werkelijke geldverspilling. In de laatste jaren vernamen wij telkens dat de vrederechters niet genoeg werk hebben. Zou men dan aan die vrederechters de zaken van de rechtbanken voor oorlogsschade niet ksmaen toevertrouwen De Staatscommissa- rissen zou men kunnen behouden. Daardoor zoa men groote besparingen kunnen doen. De heer Baels, minister van landbouw en «peribare werken (in 't Vlaanasch). Er zijn reeds meer dan i5o Staatscommissarissen af geschaft. De heer Missiaen (in 't Vlaamsch), Inderdaad. Ik mee* dat me.n een termijn zou moeten bepales voor het indienen der stukken zoo niet k®mt er nooit een einde aan. Wat de Staatscommissarissen betreft, vraag ik ssij af, of ook in die diensten geen grondige verandering zou moeten ko»en Immers, wij kunnen vaststellen dat de Staatscommissaris sen en ook de opzieners van de wederbeleg- ging maar luttel tijds besteden aan hunne taak. En dat is te verstaan, omdat die agenten steeds ©p het punt staan niet meer herbe noemd te worden en zij bijgevolg hunnen tijd aan eene andere zaak wijden, die na hunne afdanking nog zal blijven bestaan. Ik ben dan van gevoelen dat het getal Staatscommissarissen kan verminderd wor den. Dan zou men ze ook beter kunnen beta len, want hunne wedde is thans niet vol- doe»dc. Dergelijke hervorming zou bovendien het afhandelen der dossiers op aanzienlijke wijze bevorderen. Neg een paar woorden wil ik zeggen over de uitbetaling der oorlogsschade zelf. Ware de begrooting aan de bestendige «ommissie voor de oorlogsschade voorgelegd geweest, dan hadde ik deze opmerkingen niet hoeven te doen. Ik zou namelijk willen vragen waarom de zoogenaamde Franschmans bij de beta ling der oorlogsschade benadeeld worden en geen geld zooals de Belgen, maar titels kun nen ontvangen. Ik zou hier gevallen kunnen aanhalen van menschen die van Fransche nationaliteit zijn maar van ouds hier in België gevestigd zijn. Sommigen onder hen hebben hunne nijver heidsinrichting op eigen kosten hersteld en zij kunnen de hun toekomende vergoeding niet bekomen zooals de Belgen, omdat zij van Fransche nationaliteit zijn. De heer Baels, minister van landbouw en openbare werken (in 't Vlaamsch). De Franschen worden behandeld in België zooals de Belgen in Frankrijk. De heer Missiaen (in 't Vlaamsch). *Er bestond vroeger een accoord dat later ver broken werd. Ik zou willen vragen of £en voetstappen aangewend heeft om opnieuw met de Fransche regeering een accoord' te sluiten. Het zijn trouwens niet steeds de Franscien die getroffen worden. Soms woont de ejge- naar een er hoeve in Frankrijk en als de h©trve hersteld wordt door een Belgischen onder nemer die rekent op de oorlogsschade, dan wordt nadien aan dezen geantwoord dat'de vergoeding niet kan betaald worden in giid omdat de eigenaar van Fransche nationali teit is. Nog eene vraag welke voorwaarden vaar den aan de nijveraars en handelaars opgelegd om ze tweemaal 25 t. h. van hun schadever goeding te kunnen verkrijgen Gisteren hebben wij een wetsontwerp aan genomen waarbij q.an het gemeertecrediFt wordt toegelaten eene leening aan te gaen. Kunnen de commissiën van openbaren onder stand hetzelfde voordeel niet genieten commissie van openbaren onderstand Tan Yper is rijk, maar al hare bezittingen werden door den oorlog verwoest. Zij herstelde eerst hare productieve gebouwen, hoeven, e*E., met de schadevergoeding die zij trok, en liet de weezenhuizen, godshuizen, enz., wachten. Voor deze nu kunnen ze geen geld krijgen. De heer minister de I.iedek<rke kwam de com missie van Yper eens bezoeken, en heeft ze doen aannemen dat de interesten van d» J2 millioen, ingeschreven op het grootboek, zouden mogen gebruikt worden om de ge bouwen te hersteilen. Maar da-artoe zouden achttien jaar noodig -zijn. Hij zou verder trachten van den minister van justitie te be komen dat de commissie van openbaren onderstand eenige goederen mocht verkoopen. Het gevolg daarvan is dat goederen zuHen ontvreemd worden, die vruchtdragend sign om gebouwen op te trekken die niets op brengen. En intusschen zullen de ouderlingen de toevluchthuizen kunnen zien oprijzen, maar geen levenssteun krijger. 't Is dus om die reden dat wij daareven vroegen dat de wet, die wij gisteren hier hebben goedgekeurd, ook zou van toepassing komen op de commissiën van openbaren onderstand. De hecr Brutsaert (in 't Vlaamsch). Het ware wenschelijk dat dezelfde regeling kon worden toegepast op de provinciën en -de kerkfabrieken. De heer Baels, minister van landbouw -en openbare werken fin 't Vlaamsch). Inder daad, de kerkfabrieken zijn openbare instel lingen. De heer Brutsaert (in 't Vlaamsch). En wat de provinciën betreft, weet men dat zij de uitvoering van sommige werken ©p zich hebben genomen. De heer Missiaen (in 4t 'Vlaamsch). "ik ben volkomen t'akkoord met mijn collega heer Brutsaert. Verder verzoek ik den achtbaren minister, dat de landbouwers die schadevergoeding moeten trekken wegens draineer- en ander herstelwerk, in species zouden vergoed wer den en niet in obligaties, immers, deze lieden hebbe,n ook hun werkvolk te betalen of aastere kosten te bestrijden. Een laatste -woord in artikel 114 wordt een crediet van 100 duizend frank voarzien tot het herstellen van werkmansbuizen i*i -de verwoeste streken. Ik wensch te dien opzichte het volgende te vragen Heeft men alle maatregelen genomen opdat de winsten van deze huizen in de Staatskas zouden-terechtkomen Wordt het toezicht over de ontvangers der huispachten voldoende ingericht Wij hebben hierover in 1923 reeds een vraag aan den ministèr .gesteld. Met verwondering kregen wij onderschei dene klachten, namelijk van menschen <i:e voor het gerecht gedaagd werden wegens niet betaling van achterstallige huishuur terwijl zij op grond van bewijzen beweerden wel betaald te hebben Op 8 Februari 1.1. stelde'ik nog een vraag aan den minister om te weten wat de uitsla gen waren van het onderzoek dat in een brief beloofd was. Ik wacht thans nog steeds het antwoord op deze duidelijke vraag Wat is er geworden van het geld dat dan de ontvangers werd uitbetaald en dat in de Staatskas moest terechtkomen Ik hoop dat de minister mij nu zal willen het gevraagde antwoord geven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 3