lijkstaatsie.Voor dees jaar zou het voorloopig
nog blijven voortgaan zooals nu.
M. Van Nieuwenhovc. N'y aurait-il pas
moyen d'améliorer la cavalerie qui y est
attelée
M. Sobry. Wij vragen dat. het vervoer
zoo deftig mogelijk geschiede.
M. Glorie. Met tweedienste peerden.
M. Missiaen. Zulks kan bepaald worden
in het lastenkohier.
Eenparige instemming.
XI. iie Juli Officieele feestdag -j-
Aan vraag.
M Sobry. Vanwege al de Vlaamsche
maatschappijen van de stad is een aanvraag
toegekomen om den nn Julidag officieel te
vieren. Ik moet doen opmerken dat vroeger
reeds een hulpgeld van 3oo fr. toegekend is
geweest voor de herdenking van den Gulden
sporenslag, een der roemrijkste bladzijden uit
de geschiedenis onzer voorouders, en 't is
met dezelfde gevoelens dat heden de Vlaam
sche maatschappijen van stad ons vragen dien
dag officieel te herdenken.
M. hossaert. Ik heb niets tegen het voor
stel, maar zou het willen uitbreiden om niet
iedermaal den tijd van den Gemeenteraad te
doen verliezen. Van nu reeds zou men kunnen
beslissen voor toekomende jaar den in Mei als
officieele feestdag te aanzien, en voor de partij
van M. Vandamme den dag van Rerum
Novarum.
M. Glorie. Wij ook zullen nog moeten
een feestdag zoeken.
M. Vandamme. Ik ben Vlaming met hart
en ziel en de plechtige herdenking van een
der roemrijkste heldendaden van ons Vlaam
sche volk zal de vervulling zijn een mijner
vurigste wenschen.
M. Glorie. - Vindt gij niet dat i3o2 wat
ver verleden is en dat er* maar weinig men-
schen meer zijn van dien tijd Zoo onze
voorouders die er nader van waren niet meer
dachten met groot lawaai dit feest te moeten
vieren, welke noodzakelijkheid bestaat er voor
ons dit te moeten doen Men spreekt veel
over den Gulden Sporenslag, doch weinig tal
rijk zijn ze die zich nog den juisten inhoud
van dit punt onzer geschiedenis herinneren.
Buiten hun leider, zouden de heeren Capoen
en Laton, om maar deze te noemen, ons kun
nen verhalen hoe die strijd voorgekomen is
Was het een zegepraal door België behaald?
Neen. 't Waren Vlamingen in twee kampen
verdeeld Klauwaerts en Leliaerts. Uitreden
van misnoegdheid, die ten dien tijde bestond,
werden den vroegcren hertog van Vlaanderen,
Guy de Dampierre, alsook al de edellieden
van hun bestuur beroofd. De Vlamingen ge
voelden zich sterk genoeg om het bestuur toe
te vertrouwen in alle steden aan een schepe
nencollege samengesteld uit burgers. Dit
ging heel wel voor eenigen tijd, totdat de
leden van'het schepenencollege te veel en te
naar kwamen der edclmannen, zoodat men
schier geen onderscheid meer kon maken.
Alhoewel slechts burgers, waren zij in schijn
bijna edelmannen. Alle macht was hun gege
ven, ook het vaststellen der dagloonen van de
ambachtslieden. Opeens ontstond er twist
over de loonen, en wat deed men Eenige
Vlamingen deden een oproep tot den ouden
hertog, die geen woord vlaamsch sprak, en
tot de edellieden, die eveneens geen woord
vlaamsch spraken, en vroegen hun hen te wil
len bijstaan. De anderen namen dan hun toe
vlucht bij den Franschen koning Philippe le
Bel, en de strijdlijn niet kennende kwamen zij
zich versmoren bij Kortrijk. En zoo behaalden
de Vlaamsche wei klieden de zegepraal.
Het is eerder spijtig te moeten bestatigen
dat er tweedracht bestond onder de Vlamin
gen. Indien al de Vlamingen vereenigd hadden
geweest tegen Frankrijk, dan ja zou er reden
bestaan dien dag nooit te vergeten en er een
officieele feestdag van te maken. Wat men
zoekt is er een uitsluitend Vlaamsch feest van
te maken, het Vlaamsche volk moet opkomen.
Het is nutteloos nog deze feiten aan te halen
en dien dag officieel te vieren. Sedert dien is
er reeds lang verandering gekomen, de hertog
is verdwenen,de bloei der xive eeuw ongeluk
kiglijk ook, en Vlaanderen op zijn eigen kon
niet bestaan. Zoo men nadenkt dat wij sedert
dien met de hulp van Frankrijk onze onafhan
kelijkheid verworven hebben, dat ook in 1914
Engeland en Frankrijk aan onze zijde ston
den, met ons medegeholpen hebben, waarom
nog vragen van den II" Juli een officieele feest
dag te maken
Het is genoeg met tweedracht, dat is niet
meer noodig -tusschen Belgen. Wij zijn allen
samen vrije Belgen.
De fout in i3o2 door de Leliaerts begaan,
is gelijk aan deze der activisten die hoopten
met de hulp der Duitschers een zelfstandig
Vlaanderen te bekomen. Anderen begeeren
verbond met het protestantische Holland, dat
onlangs zijne liefde tot België getoond heeft.
Een zelfstandig Vlaanderen zal op internatio
naal gebied nooit kunnen bestaan. Het zou
gelijken op een pachter van een groote hoeve
die zich gansch alleen zonder iemands hulp
uit den slag moet trekken. Ik denk dat het
best ware geen nieuw officieel betoog te doen.
Ik heb mijn gedacht gezegd, en gij doet nu
wat gij wilt.
M. Missiaen. Vooreerst moet ik doen
opmerken dat het Groeninghecomiteit heel
zeker tel overdrijft wanneer het beweert de
tolk te zijn van al de Vlaamsche maatschap
pijen van de stad. Ik maak deel van tal van
Vlaamsche maatschappijen, van geen enkel
Fransche, en nooit werd deze vraag door een
dier maatschappijen gedaan.
Ten tweede verklaar ik mij t'akkocrd met
den hr Glorie om te zeggen dat het hier niet
geldt een rassenstrijd maar een klassenstrijd.
Doch gezien de slag van 11 Juli i302 een
strijd was tegen de verdrukking der democra
tie, kan ik mij min of meer aansluiten bij de
herdenking van dien dag. Zoo men er wenscht
een partijfeest van te maken, kan ik er hoege
naamd niet in toestemmen.
Ten slotte zou ik willen weten wat die
erkenning als officieele feestdag meebrengt.
M. D'Huvettere.— Persoonlijk heb ik er niets
tegen, doch ik moet bestatigen dat er geen
eensgezindheid bestaat. Verleden jaar ieeds
werd die kwestie ook te berde gebracht. Best
ware verlof te geven aan de bedienden van 't
gemeentebestuur die zulks verlangen. Die wil
vieren, viert en die wil werken, werkt.
M. Leuridan. Er is een latijnsche spreuk
die zegt dat de goden met blindheid slaan
diegenen die ze willen naar den dieperik hel
pen. De liberale linkerzijde, van zoodra zij
hoort van II Juli, meent te moeten storm
loopen op een politieke partij.
Die vraag gaat niet uit van een politieke
partij, en alhoewel de officieele herdenking
van den 11 Juli op ons programma stond,
werd ons het initiatiefervan ontnomen door
het Groeninghecomiteit. Dit comiteit kent de
partijgroep niet en bevat alleen vlaamsch
voelende, vlaamsch ijverende maatschappijen
waarin zich voorzeker vrij denkende elementen
bevinden. De V.O.S., de V.T.B. en andere,
die zijn de aanvragers, en de liberale linker
zijde evenals de socialistische partij zijn dus
kwalijk gekomen zoo zij veronderstellen dat
de vraag van ons uitgaat.
Nauwe mislukte les over geschiedenis, M.
Glorie, niettegenstaande gij heel voorzientig
zijt geweest, na uwe mislukte les, zeg ik,
waarin gij hertogdom verwart met graafschap,
de beek van Roosebeke met de Leie, i3o2
met i382 te West-Roosebeke, na die tegen
slagen in de geschiedenis zult gij nog volhou
den met het iT Julifeest als ongepast uit te
geven Het was toch ten gevolge van den slag
van i3o2 dat de Franschman voor 80 jaar den
voet niet meer zette op Vlaamschen bodem,
en het mag dus wel een nationale overwin
ning geheeten worden. Al de critici der
historie zijn het eens om te bekennen dat uwe
uiteenzetting niet houdbaar is, ik vind het
dus overbodig uwe les te recht te wijzigen en
aan te vullen.
Ik begrijp maar niet waarom ce liberale
parrij zoo hardnekkig de n Juli als Vlaam
sche nationale dag bekampt. Orn reden dat
het de ruzie onder Vlamingen zou verhoogen
Maar, Heeren liberalen, loochen toch het
licht der zon niet. Gij moet toch wel eerlijk
bekennen dat in uw stervende partij de Vlaam
sche radicale gedachte haar gang maakt, veel
breeder dan gij wel zoudt wenschen.
Maar ik heb u reeds genoegzaam ontwa
pend met te -bewijzen dat het initiatief dezer
vraag niet van ons uitging. De heer Bossaert
ook is slecht gekomen met hier te spreken van
klassenfeest.
Het kan evenmin opgeworpen worden dat
dit feest zal dienen als twistappel, gezien al
de volkeren een nationaal feest hebben. Tegen
wie zou het iT Julifeest gekant zijn, wanneer
het enkel de uiting is van de positieve liefde
die wij voor ons volk hebben Wordt de slag
van Waterloo ook niet herdacht En de
Amerikaanders die telken jare hunne onafhan
kelijkheid herdenken, is dit feest tegen de
Engelschen gericht Het Fransche i4e Juli
feest is dit een uitdaging voor de koningsge-
zinden Dat bestaat niet en zulke drogredens
houden geen steek. Volgens U begaren wij
het monopolium te bezitten der liefde tot het
Vlaamsche volk, maar 't is uwe schuld, 'tj
door den bekrompen geest der liberale',SpoS
ken, wier eenige politieke doeleinden no
omvat het opeten en fretten van Vlamingen
met haar en huid.
Om te eindigen stel ik voor de u juj-
als officieele feestdag met klank en algemeen,
heid van stemmen te doen doorgaan.
M. Bossaert. De heer Leuridan vormt
zich een slecht gedacht over hetgeen ik ge.
zegd heb. Ik ben niet tegen den 11 Juli, maar
ik heb enkel gevraagd dat ons feest, op, jn
Mei, ook als officieele feestdag zou aanvaar^
worden. De heer Leuridan beweert wel dat
noch hij noch zijn groep deze vraag deden
maar niets zegt ons dat die Vlaamsche maat
schappijen het niet gedaan hebben op zijn
ingeven.
M. Missiaen. Er bestaat nog geen
Vlaamsche natie, de 11 Juli moet dus niet
doorgaan als een nationaal feest.
M. Glorie. Wij hebben alreeds verzon-
den geweest naar de andere wereld, nu zijn
wij spoken. Na de pastors, zijn het nu Vla
mingen die wij fretten met haar en huid. Dat
is toch maar slecht verteerbare kost. Met al
uw schoone woorden die gij, M. Leuridan
zeer wel weet te gebruiken, hebt gij niet weer
legd wat ik gezegd heb. Gij hebt enkel ge-
tracht wat te doen lachen omdat ik mij vergist
had in den titel van Guy de Dampierre, ik zal
hém dus maar graaf- noemen. Maar de ge-
schiedenis die overal gekend is als echt is wel
die van den heer Pirenne, waaruit ik de aan
gehaalde feiten getrokken heb, en die kunt gij
niet loochenen. Gij weet maar al te wel dat
de Vlamingen verdeeld waren tusschen Klau
waerts en Leliaerts. Er was geen eenheid
onder 't volk en de strijd werd veroorzaakt
door een economischen toestand. Zegt dus
niet dat wat ik aanhaal niet gesteund is op de
geschiedenis.
M. Leuridan. Ik zeg u, wanneer gij
staande houdt dat Leliaerts en Klauwaerts
tegenover elkander stonden, dat gij gelijk hebt.
Maar 't waren aanhangers van den Koning van
Frankrijk,bastaards, verraders van hun bloed.
Gij vergist u in uwe termen. De koning van
Frankrijk miek zijne de spreuk divide et
impera(verdeelt en gij zult regeeren), en
zoo had hij, koning, meester geweest vaii het
schoonste land van Vlaanderen. Wetens en
willens tracht gij historische feiten in twijfel te
trekken.
M. Glorie. Hoegenaamd niet. Ik zeg
niet dat de Leliaerts gelijk hadden. Alleen
begingen zij dezelfde fout als nu de activisten.
M. Missiaen. Ik weet nu nog niet welk
voordeel de erkenning van den 11 Juli als offi
cieele feestdag zal hebben. Ik ben niet tegen
het feest, want van den eenen kant stonden
de edellieden en van de andere zijde de arme
werkmenschen, en voor ons, vlaamsche arbei
ders, is de zegepraal dezer laatsten een dubbel
feest. Maar er mag geen partijfeest van ge
maakt worden. Welk zal het gevolg nu zijn
dezer erkenning
M. Sobry. Ik peins dat de stad Yper
moet indachtig zijn dat zij een hal bezit die
dagteekent van den slag der Gulden Sporen,
van den tijd dat de gemeenten machtig en in
staat waren hunne onafhankelijkheid te be
vechten, en ons zoo van de slavernij hebben
gevrijwaard. Onze Zuiderbuur was gekomen
om alles in te palmen en het is dank aan de
Vlaamsche gemeenten Yper, Gent en Brugge
dat de toestand anders is geweest en wij onze
onafhankelijkheid hebben behouden. Verge
ten wij niet wat wij geweest zijn om te her
worden wat wij waren. Ik vraag dat de Yper-
lingen hunne roemvolle voorvaderen zouden
indachtig zijn, en stel voor de erkenning van
den 11 Juli als officieele feestdag te stemmen
zooals dit reeds in andere steden gebeurd is.
M. Leuridan. Ik meen een goede uitleg-
ger te zijn op de vraag welk voordeel die I
erkenning meebrengt met te zeggen dat deze I
erkenning vrijaf verleent aan alle bedienden j
van openbare besturen, zooals op den 21
Juli. Het voorstel door den heer D'Huvettere
gedaan houdt dus geen steek.
M. Missiaen. Ik ben hiermede t'akkoord- I
Op 11 Juli zal er dus zondagdienst zijn.
Over dit voorstel stemmen ja de heereif
Declercq, Lemahieu, D'Huvettere, Vandam
me, Vanderghote, Capoen, Laton, Missiaen>
Leuridan en Sobry neen de heeren Van
Nieuwenl^ove, Glorie en Bossaert.
M. Vandamme. Nu dit voorstel aan
vaard is, zou ik vragen dat de stad op die11
officieelen feestdag officieele feesten zou in
richten.
M. Sobry. Er werd een toelage van 5°°
fr. toegekend voor het inrichten van ee 1