Gemeenteraad van Yper Verslag der Zitting veü 4 Juli 3927. De zitting wordt te 6 u io geopend. Zijn tegenwoordig de heeren Sobry, dd. voorzitter en Lemahieu, Schepenen D'Hu vettere, Vandamme, Vanderghote, Capoen, Laton. Missiaen, Bonnet, Bossaert en Leuri- dan, Raadsleden Versailles, Secretaris. Afwezig de heeren Colaert, Declercq, Van Nieuwenhove en Glorie. I- Proces-verbaal der zitting van i3 Juni I 947. Na lezing van dit verslag door den Heer Secretaris, doet de heer Missiaen opmerken dat dit verslag niet verm ddt dat hij zich ont houden heeft tijdens de stemming nopens het bepalen der grenzen van de stedelijke agglo meratie, en ook dat er, bij de besprekingen over het politiereglement op huurrijtuigen en taxi's, wel verstaan is geweest dat de straffen opgeloopen wegens ovei treding van dit poli tiereglement in niets de andere straften ver minderen. Mits deze twee kleine aanvullingen, waar in ide iedereen t'akkoord gaat, wordt het ver slag algemeen gpedgtkeurd. M. Sobry. Ik moet den heer Van Nieu- werdiQve verontschuldigen die, daar hij afwe zig is van de-stad, spijtig is de vergadeiing van*.heden niet te kunnen bijwonen. II. Stads eigendommen te Dickebusch Jachtrecht Verpachting. De Heer Tieberghein, nijveraar te Toer- koenje, niettegenstaande hij nog twee jaar recht van jacht heeft op de Stadseigen lommen van bckebusch en Kemmel, stelt voor van nu reeds een nieuwe pacht aan te gaan voor den duur van 9 jaar, te beginnen met i" Juli 1929. Doch hij verbindt zich ook voor tie twee.laatste jaren van de oude pacht de som van 3qoo Ir. te betalen in plaats van 1000 fr. Dit voorstel van vei pachting Van jachtrecht wordteenparig aangenomen. M. Vandamme. Vermits de Stad nu in ondeihandeling is met dea Heer Tieberghein, nijveraar, die naar h t schijnt zeer gewillig is, waarom niet een voordje ten beste gedaan bij dien heer om hier ter stede een fabriek op te richten M. Sobry Wij kunnen van de ons aan geboden gelegenheid gebruik maken! Hf- Stadsgebouwen Verzekering tegen brand Verhooging. In zitting van 17 April 1926 werd de Kort rijksche^ Onderlinge, laagste aanbiedsler op dertien inschrijvers, verzekeraarster uitgeroe pen voor een te:mijn van 10 jaar, voor de stadsgebouwen geschat ter weerde van 2.34.5.000 fr., m ts betaling door de stad eener jaarlijksche premie van 708 fr. Tnans stelt die maatschappij voor een nieuw verzek. r ngs-' contract aan te gaan te beginnen met 10 juli 1927^ voor eén gezamenlijke, waarde van 6.gg5.ooo Ir. en een te betalen jaarlijksche premie vari 2,127 fr 5o. Het zal u misschien verwonderen, zegt de heer Sobry, thans reeds een voorstel van ver andering aan een contract gesloten in 1:926 te moeten onderzoek- n. De schatting der 17 stadsgebouwen met hui n ui inhoud is te laag gevonden en het lijdt geen twijfel dat hun her stel thans meer daa 2 millioen zou kosten, doch of dit 6 miliioeo zou vergen is ook twij felachtig. Een eersie bemerking die men op dit voorstel van wijziging kan inbrengen is dat deze verzekering geUaau is geweest door een. openbare aanbesteding aan de maatschap pij. die de voordeeligste voorwaarden aan bood. Ware het thans geraadzaam het con tract, gesloten met de Kortrijksche Onder linge, te veranderen zonder de twaalf" andere inschrijvers der gedane aanbesteding te raadplegen Een tweede bemerking is dat, meteen nieuw akkoord te sluiten voor 10 jaar met de Kortrijksche Onderlinge, die maat schappij verzekeraarster zou zijn voor een termijn van meer dan 11 jaar. Mogelijks kan eert akkoord gemaakt worden op dezen voet datliet oud contract voort|zou gaan voor 8 jaar en dat wij voor dit jaar ons niet zouden ver- plicnt zien meer te betalen voor verzekerings premie dan voorzien werd in de begrooting. Het ware mii aangenaam hierover het ge dacht te kennen van den gemeenteraad. M. MissiaenMet den heer Voorzitter verklaar ik mij t'akkoord om te zeggen dat het niet" mogelijk is de vraag der Kortrijksche Onderlinge in te willigen. In alle géval wij zouden zeer onvoorzichtig te werk gaan dit te doen zonder nader onderzoek. De Kortrijksche Onderlinge stelt ons voor bet tegenwoordig contract te verbreken ofwel een nieuw akkoord te sluiten. Doch het verschil van cijfer is zoo danig groot dat wij heel verstandig zouden handelen met eens and* re maatschappijen te toetsen die ons mogelijks voordeeliger voor waarden zouden kunnen aanbieder. Naar mijn oordeel ware het best deze zaak te verdagen om de raadsleden toe te laten meer inlichtin gen in te winnen. M. LeuridavNu alles is vervallen kan het contract dus niet meer blijven bestaan en vervalt bet door de vervanging van de ver zekerde waarde opgave. M. D'Huvettere. Wij moeten ons verzeke ren aan de wezenlijke waarde. M. Leuridan. Door onze toestemming vervalt het contract. Wij zouden dan kunnen een nieuwe aanbesteding uitschrijven onder al de maatschappijen van verzekering, en die niet beperken, volgens de heer Voorzitter liet verstaan, tot de 12 vroegere inschrijvers. M. Bonnet. Het ware voorzichtig onmid dellijk uit te zien naar een ander verzekerings maatschappij vooraleer het contract te ver breken. M. D'Huvettere. Men zou zich eerst kunnen t'akkoord stellen met de Kortrijksche Onderlinge om het contract te verbreken binnen de zes maanden, en dan een nieuwen wedstrijd uitschrijven. Maar, naar alle 'waar schijnlijkheid, zal de Kortrijksche Onderlinge dit weigeren. M. Missiaen. Om de zaak niet in 't lang te trekken ware het best ze uit te stellen om erover na te denken en de wettelijke kant ervan na te gaan. M. D'Huvettere. Om een contract te ver breken moeten de twee partijen t'akkoord zijn. Niets belet ons ten andere de hoog^re weerde dei' stadsgebouwen te doen verzeke ren door andere maatschappijen. VI. Laton. De Kortrijksche Onderlinge stelt ons niet voor het contract te breken maar enkel te wijzigen. En zoo die maatschappij zich niet inschikkelijker wil toonen, kunnen wij, zooals de heer D'Huvettere het daar zegde, ons wenden tot een andere maat schappij. M. Missiaen. Jawel, de contractbreuk wordt voorgesteld door de maatschappij zelf. Wij zouden dit kunnen aanvaarden en erbij bepalen dat de stad een nieuwe aanbesteding zal doen maar de voorkeur zal geven aan de Kortrijksche Onderlinge. M. D'Huvettere't En brandt nog niet M. Sobry. Ik leg het voorstel van uitstel ter stemming. Allen stemmen ja. IV. a) Middeneiland Openbare verkoo ping van gras Goedkeuring. Na de beslissing in de laatste vergade:ing genomen, waarbij de verpachting van het gras op het middeneiland van de Majoorgracht verworpen werd, moest het gras noodzakelijk verkocht worden daar de hooitijd ver gevor derd is. In openbare verkooping op 20 Juni 11. werden gras en nagras van dit middeneilandj groot 58 a. 70 ca., toegewezen aan M. Segers Rodolphe, te Yper, voor de som van 400 fr. M. Vandamme. Vroeger hebben wij de verpachting vervvorpen en vandaag stelt men ons de goedkeuring voor van de verkooping van gras en nagras, wat een bezetting op dit eiland beteekent van verscheidene maanden. Ik vrees dat daaruit moeilijkheden zullen voortspruiten. Ik geloof dat de heer schepene van Financiën zich heeft laten verblinden door die 400 fr. 1 hectare gras geeft gemid deld van 7 lot 7600 kgr. hooi dat van 100 tot 120 fr. de ico kgr. kost. Waarom doet de stad zelf dit gras niet hooien Zij heeft werklieden die kunnen maaien. Dan zou zij de som van 3ooo fr. ervan gemaakt hebben in plaats van 400 fr. M. LemahieuM. Vandamme is voorzeker nog nooit naar dit eiland gaan zien, en hij haalt daar prijzen aan die niet bestaan. Het hooi gaat nu 65 of 70 fr. de 100 kgr. Ook het hooi van dit eiland is van gansch mindere waarde daar het veel te dun staat en veel kwade planten bevat. M. I andamme. Dit neemt toch niet weg dat de kooper van het nagras nog lange maanden op dit eiland zal toegang hebben. M. Lemahieu. Ja, laat ons nemen tot halt October. Maar het gras wordt altijd zoo verkocht. Wat zou de stad anders met dit nagras doen M. D Huvettere. Men zou er kunnen konijnen op kweeken (Gelach). M. Capoen. De heer Lemahieu heeft volkomen gelijk en moest de stad zelf hooien, zij zou er nog geen 400 fr. van gem hebben. M. Sobry. Wij hebben hier het geda van twee vakmai nen die de stelling van j heer Vandamme vernietigt. Ook ben ik oordeel dat de Yperlingen slim genoeg om iets niet té laten verkoopen voor aoo2?"1 wanneer zij er 3ooo fr. kunnen van maken Stemmen ja de heeren Lemahieu D'R vettere, Vanderghote, Capoen, Laton, \j-U' siaen, Bonnet, Bossaert, Leuridan en Sobr'S' neen de heer Vandtmme. b) Eilanden Aanvraag om te mogen hg visschen. Vanwege de heer Segers Rodolphe is e vraag ingekomen om kosteloos te mogen lat visschen met de lijn van op de eilanden die lp pacht, mits inning van een kleine taks doo' de stad te bepalen en ten hare ppdèjte, Als beweegredenen zij ter vraag geeft de hee Segeis dat deze toelating meer beweging ZOï bijbrengen en meer bezoek zou aanlokken voorde stad, dat de visschers zich gaarne aan hun liefhebberij overgeven ver van alle gewoel, dat er geen gevaar bestaat dat er met netten of pukkels zou gevischt worden dat het verbod van visschen gansch strookt met den aard der inrichting, dat hij op eigen kosten het eiland veel heeft verfraaid en°de stad in vergeliing haar ook wtl deze kleine opoffering mag getroosten, en ten slotte dat zijn klienteel bijna uitsluitend 'bestaat uit visschers. M. Vandamme. In den brief staat ver meld eilanden, doch er is zeker maar spraak van één eiland M. Sobry. De heer Segers is zeker gemist, want hij heeft slechts een eiland in pacht. M. Missiaen. Neen, want in den brief is er met opzet het eiland doorgekrabt en de eilanden boven geschreven. M. Vandamme. Het visschen is koste loos toegelaten in de Majoorgracht en nu zoekt gij een taks op het visschen in te rich ten. Dit is twee maten en twee gewichten. Ik geloof dat de Heer Voorzitter zich nogmaals laat verblinden door enkele iranken. M. Sobry. Maar ik doe liet vooistel niet. M. Bonnet. Het visschen zou kosteloos toegelaten worden enkel de vreemde vis schers zouden een kleine taks betalen. Zoo het wel de binnenzijde geldt waar de toe lating van visschen gevraagd wordt zou ik wenschen een gunstig advies te zien geven aan deze vraag. M. Missiaen. Ik heb niets tegen die vraag op een voorwaarde dat er geen mis bruik van gemaakt worde, t.t.z dat mm voor het visschen niet zou doen betalen. De heer Segers zou zich alleen moeten tevi eden slellen met de meerdere inkomsten die deze toe lating onvermijdelijk voor gevolg zou hebben. M. Leuridan. De heer Segers verbindt zich de geïnde taksen in de stadskas te stor ten. Welke controol zal hierop uitgeoefend worden Dat kan aan den heer Segers niet overgelaten worden. M. Vandamme. Ik moet doen opmerken dat sommige leden thans in tegenstrijd zijn met hunne stemming over3 weken uitgebracht. De verpachting van het gras werd toen ver- woipen voor het visschen en nu zoudt gij het visschen toelaten. M. Sobry. Het eerste eiland werd ver pacht mits de uitdrukkelijke voorwaarde van niet te visschen van op het eiland en dit werd tijdens de latere besprekingen altijd zoo be slist. Nu zou de heer Segers het tweede eiland ook willen pachten, maar daarvan kan geen spraak zijn. Hij heeft enkel het gras gekocht. De heer Segers wenscht thans een nieuw recht te verkrijgen dat in zijn contract niet begrepen is. Ik denk dat wij dit contract en onze vroegere zienswijze niet moeten ver anderen om de talrijke visschers, die op de buitenboorden der Majoorgracht kosteloos toegelaten zijn, niet te benadeeligen. M. Leuridan. Ik vind geen bezwaar het gevraagde in te willigen mits er een ernstige controol ingericht worde op het inkomgeld. Het visschen van op de buitenboorden blijkt tamelijk onvruchtbaar te zijn en alles doet veronderstellen dat er van op het eiland meer vangst zal zijn. Dit zal toelaten aan den heer Segers betere zaken te doen. Van een anderen kant is het een goede zaak daar het een op brengst zijn zal voor de stadskas, dus ver hooging van inkomst en ook verhooging van aantrekkelijkheid. M. Sobry. Ik denk dat het moeilijk zal zijn daar een controol uit te oefenen. Mis schien zouden wij hier kunnen doen wat te

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 4