het ware te verhopen dat de stad ^5che,n.espaard geM in haar kaS Z°U hebben" e\'& yi dus over het voorstel van den tfjzU stemmen artikel per artikel. DSC "Afstaat dan een zeer verwarde be- 0ier oD ,aarin de een na de andere aller- reking steit en uitleg vraagt, wat niet laodl !r3fraagt om gansch het vraagstuk nog de war te brengen. "eer 10 1 een bepalende dat 5 aan de mu- Artlk w0'rdt terugbetaald op alle uitgaven tualiteiten weriiende leden, wordt een- ^"Snomen. 'a tveede artikel dat een toeslag van 25 Het twee )ij de geboorte van een kind en fve bü ieder volgende geboorte wordt [°fr,E goedgekeurd. het derde artikel dat zegt dat de vrouw 0ver maanden de stad moet bewonen en 'edert 4maanden moet lid zijn eener mutuali- fstrnnmen alle raadsleden ja. tvierde artikel verplicht de mutualiteiten evvenschte inlichtingen te verstrekken "'e Lt gemeentebestuur en alle jaar een gekeurde rekening in te dienen. Delahaye. Ik zou het voorstel doen ill drie maanden de uitkeering der toelagen j en aan het moederfonds, en de mutuali- e njet een j tar of meer te laten wachten eo'oa]s voor de toelagen van Provincie en itaat. Sobry. Dat kan niet, wij kunnen kei de mtlage uitbetalen op het einde van eder jaar na het ontvangen der rekeningen. ïAüsiaen. t'Akkoord voor de 5°/o, iaar voor het m lederfonds moeten de be aüngen alle drie maanden geschieden. De QUtualiteiterj kunnen dat geld niet verschieten, aj hebben geen inkas, De heer Sobry schijnt maar niette begrij- ,en en verdedigt zijne zienswijze. M. Bossaert. De heer Sobry vergeet te gggen dat die 3oo ooo fr. gespaard geld niet -oortkomen van de bijdragen der leden maar -an giften. M. Glorie en van de verhooging der jonden. M. Vandamme. M. de Voorzitter, 'k zal aoeten zeggen dat gij hard van begrip zijt, jjzult veel van uw populariteit verliezen. M. Glorie. Zult gij er ook nog van over- uigd worden M. Sobry (tot den heer Vandamme). Daar- amben ik zoozeer niet bekommerd als gij. Hierop wordt dit vierde artikel eenparig goedgekeurd. Het laatste artikel bepaalt dat alle bestaan- ie vergoedingen en geboortetoelagen alge- ichalt zijn. M. Delahaye. Nu ontvangen de stads- verklieden en bedienden een geboortetoe- age van 3oo fr. Dat mag niet afgeschaft vorden. M. Sobry. Dat zal hen aanwakkeren zich 'ij een mutualiteit aan te sluiten. M. Missiaen. Om daar 25 fr. te ont- 'angen. Hierop volgt nogmaals een zeer verwarde lespreking en verscheidene raadsleden be nnen zelf er niet meer wijs uit te geraken. Alle raadsleden keuren dan dit artikel goed, juiten de heer Glorie die zich onthoudt om- jat, zegt hij, hij niets meer verstaat. XVI. Wet betreffende 't gebruik der talen ""Mtuur.ïzaken Toepassing. M. Sobry. Wij hebben een brief ont jagen onderteekend door verscheidene per- jaenuit Yper die vragen beide landstalen te ruiken in het bestuur. Volgens de wet a°et dergelijk verzoekschrift de handteeke- 'jagen dragen van minstens 20 der kiezers. e |,-jsten vermelden hier 86q3 ldezers, 20% >ee t dus het getal van 1728. Iets meer dan y° Personen hebben het verzoekschrilt erteekend, zij steunen dus op de wet en raag dan de stemming hiervoor. 1 andammeIk wil graag aanvaarden ïaa VijSt lnged'end werd volgens de wet. ®er Heb verscheidene lijsten doorsnuffeld f0oLnafmen gevonden van personen die geen 'ransch kennen. Het zijn meestendeels inogrn^scblen die bezocht werden doorenke- atgrn e aHeen handelen uit eigen belang en iijj'Wanneer er nood is, niet te vinden zijn M ayme menschen. 'of P Huvettere. Ik zou wenschen dat, ',°r(l 6 ^e(Ie, dit voorstel eenparig gestemd leu y;'n 'ndien de 20 niet bereikt zou- 'clieijg' Wat b'er nochtans het geval is. Ver- :!)Ynene §emeenten kennen geen vlaamsch kent, r lS de Hoofdstad van het arrondisse- M. Leuridan. Ik ben van gedacht dat er hier niet moet gestemd worden, wij staan voor een afgedane zaak. De zeer stricte voorwaarde van artikel vier der zeer slechte wet is verwezenlijkt Ik zeg zeer slechte wet, inderdaad de Belgische Kamers hebben de gewoonte aan de wetten steeds een achter poortje te laten, langswaar deze die er vijandig aan zijn kunnen ontsnappen. De toe passing hier van artikel vier dier slechte wet is allesbehalve ten voordeele der stad. Een tweetalig bestuur is hier overbodig. Zoudt gij denken dat de helft der bevolking fransch spreekt Zelfs de liberale partij, wanneer zij door de bevolking wil verstaan worden, richt zich tot haar bij middel van eentalige plak brieven dit is een bewijs gezocht bij een tegenstrever. Het drukken van tweetalige plakbrieven, dienstforrnulieren, enz is dus een nuttelooze onkost voor de stadsrekenin gen ter.» behoeve van een half dozijn fransch- gezinden die dan ook nog vlaamsch kennen. Een tweede taal in het Vlaamsche Yper heb ben wij zooveel noodig als het water in onze schoenen. Ik wil hier toch de wijze en de armzalige sophism' n schandvlekken waarmede de hand- teekeningen verzameld werden. Men vroeg de menschen Zijt ge niet wel geweest in Frankrijk binst den oorlog of Wilt gij dat uwe kinderen fransch kennen en telkens was het antwoord ja, Mijnheer of ja, Juffrouw Ewel, teekent dan en zoo hebben velen geteekend zonder ooit te weten wat of waarom. De heeren socialisten zullen mogelijks hier tegen aanvoeren hebt gij er iets tegen dat onze kinderen andere talen aanleeren Vol strekt niet, maar niemand heeft het recht tegen den aard van het volk in een verbaste ringstaai te doen gebruiken. Wij nemen akte van het feit dat dit enkel gebeurt ten believe van eenige franschge- zinden. M. Glorie. Ik dacht dat de liberalen zoo uitgestorven waren dat het de moeite niet meer was nog over heu te spreken. Ik zie met voldoening dat zij teruggekeerd zijn. Al de liberalen zijn niet uitsluitend franschgezind, en alhoewel ik geen docter ben in germaan- sche talen kan ik toch beter vlaamsch spreken of sommige vlaamschgezinden die hier zete len. En wat de handteekeningen betreft, hoe weet de heer Leuridan dit zoo wel, is hij mis schien meegegaan Wat ik weet 't is dat de Yperlingen die dit verzoekschrift ondertee kend hebben geen onnoozelaars zijn. En de heer Vandamme, die onze Ypersche werk lieden niet kent, zou stom staan wanneer hij hun in het fransch zou aanspreken te moeten bestatigen dat zij beter fransch kennen dan hij T 0 ejui chingen) M. Sobry. Ik moet het publiek vermanen dat het verboden is toe te juichen. M. Vandamme. De heer Glorie is uit den Hemel gekomen. De heer Sobry vraagt hierop de stemming. M. Lemaliieu. Het is niet noodig te stem men vermits de wet is nageleefd. Wij nemen er enkelijk akte van. M. Glorie. - Als men - denkt dat dit een groote onlust zal veroorzaken van papier, moet men maar eens de tweetalige rouwbe- richten van M. Colaert bezien. Er werd daar niet te veel papier voor verbruikt. XVII. Voorstel ingediend krachtens art. 62par. 3 der gemeentewet Inrichting eener kostelooze meisjesschool in de gebouwen der Jus ticeschool, met betaling der schoolbehoeften. M. Sobry. Gelijkvormig de gemeentewet werd dit voorstel ingediend door zes onder teekenaars. M. Missiaen. Na de beslissing genomen in de laatste gemeenteraadszitting, waarbij de Justiceschool afgeschaft werd, hebben wij gezien dat er in stad een strooming van pro test hier tegen op kwam. Wij socialisten zijn alle afschaffing vijandig. Als argumenten, om die school te kunnen afschaffen, haalde de heer Sobry de groote schulden der stad aan. Hij zegde dat er besparingen moesten gedaan worden en de heer schepene van financiën vond geen ander middel dan de betalende school af te schaffen, niettegenstaande wij hem deden opmerken dat hij tot hetzelfde resultaat kwam met de school kosteloos te maken. De besparingen gingen aldus even goed verwezenlijkt worden, vermits alle kos ten ten laste kwamen van den Staat. Een tweede argument was dat het niet wenschelijk was twee kostelooze stads meisjesscholen te hebben die elkaar zouden concurrentie aandoen. Wij hebben alsdan doen opmerken dat de katholieke partij op alle hoeken der stad nieuwe scholen opricht en voor deze geen onderlinge mededinging vreest. Ons eerste argument is niet aangenomen ge worden. Wij komen nu het tweede omverwer pen met ons nieuw voorstel,vermits de ouders die supertaks betalen ook de noodige school behoeften zouden betalen. Er moet dus geen mededinging gevreesd worden, de kinderen van begoede ouders zullen naar de Justice school gaan en deze van min welstellende ouders naar de school der Rijsselstraat, en de Justiceschool komt ten laste van den Staat. De twee argumenten vallen dus. Alles wat nog te vreezen is zijn de nadeelige gevolgen dezer ongegronde beslissing. Maar wij vree zen den schooloorlog niet. Wij stellen thans den gemeenteraad voor op zijn eerste beslissing terug te komen. M. Sobry. Deze beslissing werd, zooals gij weet, genomen tijdens de zitting van 4 Oogst 1.1. Dit is nu onderworpen aan de goed keuring van Zijne Majesteit den Koning na het advies gehoord te hebben van de Besten dige afvaardiging. Volgens mij heeft de ge meenteraad het volle recht alles te beslissen wat de gemeente aangaat. De Justiceschool is dus wel afgeschaft ten ware de hoogere over heid er anders over zou beslissen. Dan be staat zij weer. Ik stel dus voor te wachten op het advies van de hoogere overheid vooraleer een nieuwe beslissing te nemen. In een plaatselijk weekblad heb ik gelezen dat gij de zekerheid hebt dat onze beslissing niet zal goedgekeurd worden. Vermits gij daarvan zoo zeker zijt, versta ik maar niet waarom gij thans een nieuw voorstel doet en en er zoo op aandringt.Gij wenscht toch zeker niet een derde school in te richten Het ware dus beter de toekomst af te wachten. Gij moogt niet meer beschikken over iets waar over gij reeds beschikt hebt. Ik stel dus voor dit punt uit te stellen, te meer dat de beslis sing der hoogere overheid moet genomen worden binnen de 40 dagen en zij niet lang meer kan uitblijven. Wij zullen zeer verstandig handelen met te wachten. M. Bossaert. Ik vraag mij af of de heeren die de afschaffing gestemd hebben, nu zij den waren toestand der kas kennen en weten dat er een overschot is van meer dan 3oo.ooo fr., nog zouden bereid zijn dezelfde stemming uit te brengen. De gemeenteraad werd schande lijk bedrogen. M. Glorie.Lors de«notre dernière réu- nion, ayant confiance dans le collége échevi- nal, j'estimais qu'il aurait été suffisant de rappeler les engagements de notre regretté Bourgmestre Colaert. Quandj'eus la curiosité de demander si M. Sobry avait demandé son avis, je n'ai pas été peu surpris de sa réponse: M. Colaert a été convoqué M. Sobry lui même oubliait qu'il avait reconnu l'utilité de l'école Justice, qu'il avait voté sa reconstruc tion et sa réorganisation. Depuis la dernière réunion, j'ai eu l'occasion, de lire l'acte de donation de M. Van den Peereboom. Vous ne pouvez ignorer les conditions qui accompa- gnent ce legs. Ces conditions ont été acceptées et respectées jusqu'a présent. Maintenant sans aucune raison, sans même demander l'avis de vos amis, vous voulez supprimer cette école. Quel trait de génie Mais M. Sobry vous êtes aussi versé eu matière scolaire qu'en matière de finances. Quand vous soutenez que l'école est supprimée par la seule décision du conseil communal vous faites erreur. Ouvrez done votre code et vous verrez que la décision de l'autorité communale qui supprime une école est nulle aussi longtemps qu'elle n'a pas été sanctionnée par l'autorité supérieure. Vous êtes tombé dans l'étang de Dickebusch, et vous n'en sortirez pas sans être mouillé. Mais si vous ne voulez pas vous noyer com- plètement, tachez de ne pas oublier ce que vous même vous avez approuvé. C'est votre seule planche de salut. M. Leuridan. De houding onzer groep tegenover dit voorstel houden wij nog in over weging. Wij moeten nog uitzoeken welke schietgeweren en wolvetrapen te vinden zijn in art. 20 der wet op het lager onderwijs. Wij vinden het ook heel zonderling dat de libera len op dit punt zoo spontaan t'akkoord gaan met de socialisten. Daar wij toch moeten zien uit te komen uit het straatje zonder eind, houden wij voorloopig een opschorsende hou ding. Gij kunt ook de theorie van den heer Sobry niet wegnemen dat met een voorbarige stemming wij daar zouden staan met twee scholen. Het is dus een zeer wijs voorstel dit punt te verdagen. M. Glorie. Je voudrais dire encore un petit mot. M. Leuridan est plus jeune que moi, et je comprends ses hésitations en matière de droit. Mais vouloir ou pas, l'école

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 5