Justice ouvrira ses portes le 22 Septembre, parce que vous ne savez pas vous y dérober. Voüs, M. Leuridan, je vous l'ai déja dit, vous étes logique avec vous même, mais il y en a un autre ici qui renie son passé. Celui-la devra s'incliner et je le répète c'est sa seule planche de salut. M. Missiaen.Wat vreest de h. Leuridan M. Leuridan. Het is hier niet mogelijk al de verrassingen bloot te leggen die vervat zijn in artikel 20 der wet, ten gevolge van al de ministerieele omzendbrieven en parlementaire vragen. Dit artikel 20 geeft gelegenheid ver bastering te brengen in 't onderwijs. Wij zijn daarom niet tegen het fransch, maar vinden het fransch als voertaal overbodig. M. Glorie. Wanneer men eene school kosteloos maakt, is ze onderworpen aan het officieel toezicht en de taalwet moet er geëer biedigd worden. M. Missiaen. Ik heb geen hoogeschool gedaan om alles zoo tediepgronden, en slechts op school gegaan tot den ouderdom van 12 jaar. De heer voorzitter stelt voor dit punt uittestellen. Maar hij is wel teruggekomen op het voorstel een krediet van i5.ooo fr. te stemmen voor den Boerenbond, ik vraag hem dan ook nu te willen terugkomen op die vraag. Het is niet noodzakelijk te wachten. De heer Sobry heeft de gelegenheid gehad het contract te lezen dat de stad bindt daar een lagere school te houden, en hij heeft zich kunnen overtuigen dat de hoogere overheid de geno men beslissing niet kan goedkeuren. Daaren boven, gevolg aan ons bezoek, ze wachten in het ministerie een besluit te nemen totdat de gemeenteraad opnieuw uitspraak heeft ge daan. Ik geef er u de verzekering van. Gij vraagt steeds mijne medewerking bij de heeren ministers en nu weigert gij ze. De bestendige afvaardiging kan heel wel de twee beslissin gen bijeenvoegen en ze te samen onderzoeken. De gemeenteraad mag dus gerust zijn eerste beslissing door een tweede herroepen en er bestaat niet het minste gevaar alsdan drie scholen te hebben. Met de onzekerheid waarin gij nu de ouders laat over die school, berok kent gij ze groot nadeel. Met dit voorstel goed te keuren, komen wij terug tot een kostelooze school, zooals zij gesticht werd, met de vlaamsche taal als voertaal. Gij zult dus weer een geheel goed werk verrichten en in de wet telijkheid terugkomen. Doch ik vrees iets anders, 't is niet de kwes tie van besparingen, Tnaar 't is een politieken aanslag, een vijandige daad tegen het officiéél onderwijs. M. Leuridan. Ik meen dat die heeren een misredeneering doen wanneer zij denken dat de voorwaarden der schenkingsakte niet zou den vervuld worden met in die gebouwen een lagere huishoudschool in te richten. Volgens mijne meening wel. M. Glorie. Wij doen zoo weinig een mis-" redeneering dat er op het oogenblik der gift geen huishoudscholen bestonden. M. Leuridan. Gij zult toch ernstig genoeg zijn om te aanvaarden dat nieuwe, moderne inrichtingen mogen komen in plaats van oudere. M. Missiaen. De heer Leuridan vergist zich. De wet verplicht de kinderen 8 jaar, van hun 6e tot I4e jaar, op school te gaan en niet tot het volgen der lessen in huishoudkunde. Dit laatste is dus geen lager onderwijs. M. Leuridan. De wet bepaalt niet de jaren maar de stof. De heer Missiaen verwon dert mij met te beweren dat de huishoud school niet tot het lager onderwijs behoort. Het is nog minder middelbaar onderwijs, en ik ken er maar die twee. Wij hebben hier allen den indruk dat wij er iets meer van af weten dan wat wij zeggen. M. Missiaen. Ik niet, alles wat mij op het harte ligt moet er van af. Men heeft mij reeds verweten dat ik te brutaal ben, maar ik kan het niet verhelpen, wat ik meen moet ik uit spreken. M. Sobry. Ik ben een paar woorden ver schuldigd. De heer Bossaert zegt dat de stad overschot heeft, maar ik heb reeds lang genoeg bewezen dat er feitelijk geen overschot bestaat. Het is ook ontegensprekelijk dat wij groote onkosten zullen te dragen hebben door het piaken van nieuwe gebouwen die onmis baar zijn om de huishoudschool degelijk in te richten in de Rijsselstraat. Voor het oogen blik mogen wij daaraan niet' denken, maar moeten alle mogelijke besparingen doen. De heer Glorie heeft zeker vergeten wat er gebeurde in 1921. De bevolking was nog heel klein, de stad lag nog in haar puin en zonder stemming zijn wij katholieken met de libera len overeengekomen om de stad te besturen en hebben alsdan de verbintenis genomen al de gebouwen erop te richten. En wij hebben onze verbintenis gehouden, alles is hersteld en opgebouwd, ook de Justiceschool werd opge richt. M. Glorie. Het is daarom dat gij ze nu wilt afschaffen. M. Sobry. Van in 1924, wanneer er spraak was de lessen in de Justiceschool weerom in te richten, van dan reeds is er ruzie. Enkelen wilden een kostelooze school, de heer Colaert was er tegen en de liberalen zijn er toen in gelukt een betalende school te doen stemmen met fransch als voertaal De gift van den heer Van den Peereboom, in 1864 gedaan, heeft als eenige last jaarlijks een som van 5oo fr. te betalen voor het uit- looven van prijzen om zoo den vlijt en de neerstigheid der kinderen te beloonen. Het doel dezer gift was dus alleen mede te werken aan de opvoeding der kinderen van het werk volk. Wij hebben dus tegen den wil van den heer Van den Peereboom niet gehandeld met de fransche betalende school af te schaffen. M. Missiaen. Maar ik stel nu een koste looze school voor. M. Sobry. Vroeger werd er opgekomen tegen den wil van den heer Van den Peere boom. Hierop ontstaat nog een heele bespreking, die bijna altijd op hetzelfde terugkomt. De heer Sobry vraagt te wachten tot de beslissing van hooger hand ingekomen is. M. Glorie. Vous prétendez que les con ditions de la fondation Van den Peereboom n'existent pas, mais mettez done deux paires de lunettes et vous pourrez lire alors dans l'acte de donation que cette école a été créée pour permettre a la ville de maintenir, d'étendre et de compléter ses établissements d'inscruction primaire gratuite. Le r5 Novem- bre 1924, quand il a été question de la reor ganisation de l'école justice, M. Colaert disait On nous a rappelé plusieurs fois notre pacte d'union. Nous avons voulu éviter tout malentendu a ce sujet. II fallait recon- struire nos écoles en même temps que nós habitations. Nous entendions par la toutes nos écoles. Nous avons exécuté nos engagements loyalement de part et d'autre. II reste a réor- ganiser l'école de la rue St-Jean. Quelques uns voulaient une école gratuite, d'autres une école payante... On peut évaluer la dépense a 25.000 fr. par an, ce sera un lourd sacrifice pour la ville. Mais il faut que nous tenions nos engagements. Et il l'a fait, j'aime a rendre eet hommage au Bourgmestre défunt. Si maintenant, M. Sobry, vos amis veulent suivre un quelqu'un qui ne tient pas ses enga gements, je les plains, ils sombreront avec vous. M. Leuridan. De heer Glorie is ook nog zoodanig jong geweest dat hij geen juiste geschiedenis der school heeft gegeven. Ik heb ook waarheden vernomen van den heer Voor zitter. Om wille dus van den ingewikkelden toestand zullen wij ons voorloopig aansluiten bij het voorstel van verdaging. Hierop wordt tot de stemming overgegaan over het voorstel van verdaging. Stemmen ja de heeren Declercq, Lemahieu, Vandam me, Capoen, Laton, Leuridan, Soete en Sobry neen de heeren D'Huvettere, Van Nieuwenhove, Glorie, Missiaen, Bonnet en Bossaert. De heer Delahaye onthoudt zich. M. Missiaen. Ik verwittig u op voorhand dat gij er niet zult bij winnen. Gij verklaart ons den schooloorlog, wij zijn er niet bang voor. M. Vandamme. Ik wil een klein woordje opheldering geven over mijne jastemming. Ik heb den heer Glorie niet verstaan. II a pro- noncé trop de mots a soixante quinze M. Missiaen. Gij hebt bevel ontvangen zoo te stemmen, 't Is de geest van M. den Deken die hier zweelt en U zoo doet hande len. Het is een fanatieke daad die gij gepleegd hebt. Met tegenstrevers kan ik goed omgaan, met fanatiekers niet. Op die wijze onderbreekt de heer Missiaen gedurig alswanneer de heer Sobry tot het volgende punt der dagorde wil overgaan. M. Glorie. Het mag geweten en gezegd worden, alhoewel dit tot de geheime zitting behoort, dat straks twee onderwijzeressen zullen genoemd worden en dat de Justice school zal open gaan op 22 September. (Hier op volgen herhaalde toejuichingen en bravo geroep.) M. Sobry. - Ik heb reeds dergelijke betoo gingen verboden. Heeren politieagenten (want zij waren er met twee) doet het publiek de zaal verlaten. Een tijdje lang hoort men dan niet meer dan stoelen die verplaatst worrf^ menschen die al klappen de trappen f n en zoodat men weinig of niets verstaat an> volgende punt waarover de heer Soh Van^t verslag geeft. reeds Enkele nieuwsgierigen blijven nosr W aan de deur der zaal. teresi XVIII. -- Vervanging der gemeentebeln r op wedden en loonen door eene belasting a gevels, vast te stellen door de Commissie Financiën voorstel van een lid). "0lln M. Sobry. Wenscht de heer Vandam zijn voorstel uit te breiden M. Vandamme. - Mij dunkt is mijn sch ven genoeg uitgebreid. Het is nu de reme?' teraad die er over moet beslissen. M. Sobry. Ik ben van gevoelen dat - geene belastingen mogen afschaffen zonl'' nieuwe vast te stellen. Ik ben bijna zeker A het voorstel der Commissie van financiën^ dan niet zal aanstaan. Gij moet zelf zien uU voorstel volledig in te dienen. M. Vandamme. lk vraag de stemmin» over de afschaffing der belasting op wedden en loonen, wij zullen dan zien wie onder ons het werkvolk genegen is. M. Sobry. - Maar uw voorstel is vervan- ging- M. Vandamme. lk eisch de stemming M. Lemahieu. Ik vraag dat dit voorstel zou verzonden worden naar de Commissie van financiën. Zij kan den indiener van het voorstel verzoeken haar werkzaamheden bij te wonen. M. Missiaen. Ik woon geen Commissie meer bij. De heer Glorie verklaart ook geen lid der Commissie meer te willen zijn, zoolang de heer Sobry ze moet voorzitten. MSobry. De stad zal er bij winnen. De heer Vandamme dringt aan om de stem ming over zijn voorstel te bekomen. M. Bonnet. De heer Vandamme heelt gelijk van zich niet te laten in de doeken draaien, want naar de Commissie van,finan ciën dat wil zeggen naar de Commissie van de eeuwige begraving. M. Leuridan.Het voorstel van den heer Vandamme is mogelijks heel goed, maar er zit niets in. M. Vandamme. Ja wel, de afschaffing. M. Sobry. Dit voorstel is onafscheidbaar, en vermits de heer Vandamme er aan houdt, leg ik het in te stemmen. M. Missiaen. Neen, ik vraag de scheiding. MDeclercq. Ik weet nu niet waarover men stemt. M. Delahaye. Ik denk, redelijke wijze gesproken, dat dit voorstel moet onderzocht worden. Gij zult nogmaals de kleine burgerij treffen met de gevels te belasten. M. Bonnet. Het schepenencollege heeft tijd genoeg gehad om die vraag te onderzoe ken. Hebben zij het niet gedaan, 't is hunne schuld. M. Missiaen. Ik vraag eerst de scheiding. M. Sobry: Wij kunnen nadien daarover stemmen. M. Missiaen. Nog beter, eerst het geheel en dan de scheiding stemmen, hoe knoopt men dat aaneen 1 M. Leuridan. Tamelijk aanzienlijke loo nen zullen vrij komen. Dat mag niet, de groote loonen moeten belast blijven, en wij zouden de gevels kunnen belasten om de kleine loonen te vervangen. M. Vdn Nieuwenhove. 'k Geloof dat «ij beter zouden doen allen ons ontslag te geven- Af. Bonnet. -- Uwe openhartigheid is kostelijk. M. Missiaen. .Men kan een minimü® vaststellen, b. v. b, 5o.ooo fr. Hier volgt dan nog een lange bespreking, tot de heer Sobry het eerste deel, namehff de afschaffing der belasting op wedden loonen, ter stemming legt. Stemmen ja de heeren Vandamme, MlS' siaen, Bonnet en Bossaert neen de ':ee Sobry onthouden zich de heeren Declercq. Lemahieu,Van Nieuwenhove,Glorie, Capoe® Laton, Leuridan, Soete en Delahaye. Dan volgt het tweede deel waarover de heer Voorzitter de stemming vraagt, te wete vaststelling eener belasting op de gevels do de Commissie van Financiën. M. Lemahieu. lk vraag de verzeng 1 aar de Commissie van Financiën. Nien is gebonden daar'tegenwoordig te zijn, t\e min als hij verplicht is hier te komen.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 6