Gemeenteraad van Yper Verslag der Zitting van Zaterdag 24 December 1927 Onze gemeenteraad schijnt er in zijn behagen te vinden het reeds goed genoeg bekend Ypersch uur wat meer vermaardheid bij te zetten, met het nog wat buiten de palen van het aloud gebruik te verlengen. Sedert enkele weken immers heeft men de goede gewoonte genomen de openbare zitting slechts te openen, niet enkele minuten, maar a. u. b. een gansch uur of nog meer na den vastge- stelden tijd. In die voorwaarden zal het dan ook niemand verwonderen dat het publiek, het wachten moe, er Zaterdag 11. terug van door getrokken is. Het was dus in tegenwoordigheid van een dagbladschrijver bewaakt door een politie agent (eerstgenoemde moet er wel verdacht of gevaarlijk uitzien dat de zitting geopend werd enkele minuten vóór 19 uur in plaats van om 18 uur, zooals aangekondigd werd. Zijn tegenwoordig de heeren Sobry, dd. burgemeester voorzitter Lemahieu, sehe- pene D'Huvetb re, dd. schepene Van Nieuwenhove, Glorie, Vandamme, Capoen, Laton, Bonnet, Leuridan, Soete en Delahaye, raadsleden Versailles, secretaris. Afwezig de heeren Declercq, Missiaen en Bossaert. I. Proces-verbaal der zitting van ig Decem ber ig2j. Binst dat de heer secretaris hiervan lezing geeft komen twee en dan wat later nog een derde toehoorder de zaal binnen. De heer Van Nieuwenhove vraagt of er in dit verslag geen missing is betrekkelijk de stemming over de verhooging van pensioen voor de gewezen stadsambtenaars, daar hij voorgesteld had dit pensioen met 1200 fr. te verhoogen. Hierop dogn enkele raadsleden hem opmerken dat er tijdens de'stemming wel verstaan was dit pensioen van 5oo fr. tot op 1200 fr. te brengen. Daar niemand nog andere opmerkingen te maken heelt wordt het proces verbaal eenparig goedgekeurd. II Stads begrooting voor het dienstjaar ig28. M. Sobry. Wij zijn geroepen vandaag te stemmen over de begrooting voor 1928, doch vooraleer tot die stemming over te gaan moeten eerst nog enkele voorgestelde veran deringen goedgekeurd worden. Art. 4. De vaste wedde van den gemeen teontvanger wordt met 20 °/0 verhoogd. Al de raadsleden stemmen ja. Art. 7. De vaste wedde van den heer ingenieur bouwkundige wordt, bij zelfde stem ming, eveneens met 20 °'0 verhoogd. M. Sobry. Art. 69 der uitgaven handelt over het aandeel der stad in dé kosten van het kosteloos lager onderwijs der Stadsmeis jesschool in de St-Jansstraat. Hiervoor is er 46 000 fr. in de begrooting voorzien, doch die som is onvoldoende en er zou nu een krediet van 55.995 fr. moeten gestemd worden. Ik denk dat wij maar moeilijk dergelijke groote som zullen kunnen vinden, gezien er van nu reeds meer uitgaven dan ontvangsten gestemd werden. Daarom zou ik voorstellen de hoo gere overheid te vragen de jaarwedden der onderwijzeressen te haren laste te nemen en de school kosteloos te maken. Zoo zou de stad ontslegen zijn van het betalen eener som van 46.070 fr. Doch zoolang onze vroeger genomen beslissing niet goedgekeurd is, vind ik het geraadzaam de som van 55.gg5 fr. in de begrooting te schrijven. Wij moeten de hoogere overheid laten beslissen over het al of niet afschaffen der school. Maar zoolang die beslissing niet genomen wordt blijft de school voort bestaan en ik stel voor ze thans kosteloos te maken omdat de stad maar moei lijk zulke groote kosten kan afdragen. M. Lemahieu. Tot heden is die school nog niet afgeschaft, en ik ga t' akkoord met het gedane voorstel. Doch in gelijk welk ge val, 't zij dat de school wordt afgeschaft, 't zij dat ze blijft bestaan en kosteloos gemaakt wordt, zullen de jaarwedden wegvallen. Ik denk dat wij dus het voorgesteld krediet mogen verminderen. M. Leuridan. Ik zal misschien den heer Glorie verbazen wanneer ik zeg dat wij het gedane voorstel van de school kosteloos te n aken niet ongenegen zijn, maar dit zal hem minder verbazen wanneer ik er aan toevoeg dat die school ons dan meer vrede zal schen ken, daar het staatsprogramma er volledig zal moeten toegepast worden. Nu is dit voor stel gedaan uit reden van fïnancieele bekom mernissen, het kan dus onze goedkeuring hebben, ook omdat het slechts een voorloopig voorstel is in afwachting van de beslissing door de hoogere overheid te nemen. M. Glorie. Je crois, Messieurs, que nous serons tout a fait d'accord. Pour la majorité du conseil l'école Justice est une école sup- primée, mais elle continue. Aussi longtemps qu'une décision n'intervier.t pas, l'école reste telle quelle, a moins que, d'urgence, le con seil ne remette ce point a l'ordre du jour, et, par un vote, ne revienne sur sa décision et décide de maintenir l'école. Alors il y aura moyen de proposer de la rendre gratuite. Si vous ne voulez pas vous rendre ridicules, il faut revenir sur votre première décision. M. Leuridan. Wij kunnen het anders zeggen, namelrk dat wij rekening houden met de niet bekrachtiging door de hoogere over heid van onze vroegere beslissing en om die reden voorstellen de school kosteloos te maken. M. Glorie. Si vous ne revenez pas sur votre décision, l'école reste suppiimée a votre point de vue. M. Leuridan. - Neen, die afschaffing wordt enkel werkelijkheid na bekrachtiging door de hoogere overheid. Gij hebt het vroeger zelf en met veel juistheid zoo gezegd. M. Glorie. D'accord, il manque la ratifi cation, mais pour la majorité l'école est sup- primée. M. Van Nieuwenhove. A cette proposi tion je voudrais y ajouter encore une autre. Je voudrais notammei.t que les élèves paient les objets scolaires. Ceci serait encore une économie pour la ville. M. Glorie. C'est done, en somme, la pre mière solution envisagée par Monsieur le Ministre que nous reprenons en son entier. Sa proposition trés bigarrée d'installer le 4™ degré et l'école ménagère dans les batiments de l'école Justice n'est venue qu'en troisième lieu et n'a été faite que, paree qu'il craignait que sa première proposition ne rencontrerait pas l'adhésion de tout le conseil communal. M. Sobry. De hoogere overheid wacht op de beslissing van den raad om aan die zaak een oplossing te geven, en'in geval er van hooger hand beslist wordt die school af te schaffen dan. bestaat ze werkelijk niet meer- 't Is dus slechts voorloopig dat wij voorstellen de Justiceschool kosteloos te maken. De heer secretaris doet hier de raadsleden opmerken dat, wanneer de school kosteloos gemaakt wordt, de boeken en schoolbehoef- ten wettelijker wijze ook moeten kosteloos verleend worden tot het beloop eener zekere som. De heeren Glorie en Leuridan verklaren zich hiermede t'akkoord, vermits de wet het zoo wil. M. Leuridan. De hoogere overheid.heeft hier niet te beslissen tusschen de keus, zij mag enkel beslissen of de school blijft bestaan als betalende ofwel als ze afgeschaft wordt. Om de Justiceschool kosteloos te maken hebben yvii soevereine macht om dit te doen, en dit voorstel gaat ons alleen aan. M. Glorie. Je propose done d'amener d'urgence ce point a l'ordre du jour. De heer voorzitter vraagt aan de raadsleden of zij het allen eens zijn met dit voorstel, waarop bevestigend wordt geantwoord. M. Leuridan. Vooraleer tot de stemming over te gaa 1 moet gij het voorstel libelleeren Of mag ik het doen Men zou dit namelijk zoo kunnen voordragen De Staat zal beslis sen of de chool blijft bestaan ofwel afgeschaft wordt en de gemeenteraad zegt dat, in geval de school blijft bestaan, ze kosteloos wordt M. Glorie. Neen, wij moeten zeggen dat de gemeenteraad beslist de school kosteloos te maken. M. Bonnet. 't Is al hetzelfde. M. Glorie. Ja, maar laten wij onzen wil kennen de school kosteloos te maken. M. Delahaye. Ware het niet beter te zeg gen dat wij van af in Januari 1928 de school kosteloos maken M. Leuridan. Dit is dan het radicaal intrekken van wat vroeger gebeurde. M. Glorie. Ja, 't is in alle geval weer- keeren op uwe beslissing 1! M. Leuridan. - Neen zoo niet, 't is een voudig een voorloopige maatregel tot de Staat zijn laatste woord zegt. Ik wil de aan dacht van den raad erop trekken dat, wan neer wij die simplistische formuul stemmen, wij dan het plan opgeven de huishoudschool in de school der St-Jansstraat op te lichten. M. Van Nieuwenhove. Wij kunnen dan besparingen doen al een anderen kant. Vroe ger wrerd er gesproken van stortbaden in te richten in de stadsschool, hetgeen groote en nuttelooze kosten zou vergen, fn de Staats middelbare school bestaat zulke inrichting en zij wordt nooit gebruikt. Wij hebben ihans alle gemak de huishoudschool de noodige uitbrei ding te geven en dit met veel minder kosten dan ze te verplaatsen. Een waschhuis is al rap gemaakt. M. Bonnet. De besparing zou heel zeker groot zijn. M. Glorie. Laat ons dan stemmen over het voorstel van den heer Delahaye. M. Leuridan. Ik vraag aan de raadsleden die vroeger de afschaffing stemden of zij daar aan verzaken. Dit is niet uit princiepskwestie maar ik 'zou begeeren te weten wat zij hier over denken. M. Sobry. Sedert de afschaffing der Justiceschool gestemd werd, heeft de raad reeds den aankoop beslist van grond in de Ste Elisabethstraat. De heer Van Nieuwen hove spreekt nu reeds van daar een wasch* huis te maken, later zal men daar ook nog andere gebouwen willen oprichten. Om die reden heb ik tegen den aankoop van grond gestemd. Om al die nieuwe en groote on kosten te vermijden zou ik wenschen dat de hoogere overheid de Justiceschool afschaffe en ons aldus toelate er de huishoudschool over te brengen. Ik zou dus haar willen vragen onze beslissing goed te keuren ja of neen. M. Bonnet. Maar het voorstel hangt daar, gij moet dus niet schrikken nu te stem men. Later zijn wij nog bijeen en kunnen dam nog alle noodige beraadslagingen nemen. M. Vandamme. Om iedereen te bevre digen kunnen wij zeggen in afwachting be sluit de raad de school kosteloos te maken. M. Glorie. Ik ben hiermede niet t'ak koord, dat verandert niets. Ik vraag dat wij over het voorstel van den heer Delahaye zouden stemmen. M. Lemahieu. Ik peins dat wij kunnen overeenkomen en over het voorstel van den heer Delahaye mogen stemmen. Later kunnen wij dan zien en navolgens de bevolking dier school kunnen wij nog altijd beslissen de kostelooze school af te schaffen en daar de huishoudschool in te richten. M. Glorie. Voor wat de bevolking der Justiceschool betreft, moet gij rekening hou den met de onzekerheid waarin gij de ouders gelaten hebt nopens het lot dier school. M. Sobry. Er zijn nu evenveel leerlingen als vroeger. M. Leuridan. De heer Lemahieu is mis. Hoe zoudt gij nog in staat zijn een Staats school af te schaffen M. Sobry. Wij kunnen ze niet afschaffen zonder toestemming van den Staat.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1927 | | pagina 2