BELLEKEN'S DOOD
BILJART
Sedert eenige dagen is het Hótel Continen
tal verrijkt van een biljart, merk Thyssen-
Siegers van Antwerpen, 't Is een oprecht
juweel door ieder biljarter bewondert. Niets is
gespaard gebleven om naar goed materiaal te
zien, daarom moet ik Evariste nen hartlijken
en warmen proficiat wenschen voor het goed
gedacht dat hij opgevat heeft om zen gasthof
met zulk nen prachtstuk op te kleeden. Hij zal
erin 't geheele niet door verliezen, integen
deel, want Zondag laatst was 't om zoo te
zeggen plein vol» rondom dat ballenspel. Al
wie oprechte liefhebber is zal niet kunnen
nalaten eens daar heen te zien en kortom ge
sproken, men vind van langs om meer aanbid
ders van het groene tapijt 't wordt een triomf
voor de streek alsook voor deze dien geen
moeite noch kosten aanzagen om dit gelief
koosd sport op te beuren en aan te moedigen.
Zooals ik u over acht dagen liet weten, is er
dus bepaald een match interclub tusschen
Willen is Kunnen en Excelsiorclub op
touw gezet die geheel waarschijnlijk bij eene
week in gang zal gebracht worden. Ziehier de
lijst der voorloopige uitgekozene spelers welke
de schaal, opgeofferd door M. Arm. Donck,
zullen betwisten.
Excelsior Club Willen is Kunnen
Eggermont A.
Coffyn A.
Bruynooghe
Vanbeselaere A.
Gruwez A.
Derycke G.
Vanneste M.
Noens Th.
Clinckemaille R.
Gruwez Ed.
Daelemans
Vandamme D.
Markey F.
Versaevel A.
Anseeuw Al.
Deconinck L.
Reserven
Joye Alb.
Descheiver Fl.
Reserven o
Eerdekens Jos.
Murphy
Toekomende week zal ieder speler weten
hoeveel punten hij te spelen heeft tegen zijn
tegenstrever.
Morgen 22 dezer is het volle gaz bij Alois
Depuydt, in 't Zilveren Hoofd. Men rekent
op 125 tot i5o spelers indien men rekening
houdt der reeds ingeschrevenen. De prijzen
zijn als volgt 100 - 75 - 60 - 35 - 20 en 10 fr.
Benevens dit wordt er eene premie van 10 fr.
geschonken en een flesch wijn voor de twee
grootste serien.
't Schijnt dat Rich. Vandevyvere ook bezig
is met een prijskamp op touw te zetten.
BILJARDAIRE.
Oostvleteren
Ter gelegenheid der Antoniuskermis, op
Zondag 22 dezer, heeft het bestuur van de
Wielrijdersclub er voor gezorgd aan de sport
liefhebbers der streek een puik programma
te bezorgen.
's Namiddags heeft in de MUZIEKZAAL
een Prachtige KOERS OP ROLLEN
plaats, met deelneming van al onze beste
Onderbeginnelingen en Juniors der streek.
Deelnemers Onderb.'ginnelingen rDecap V.,
Oostvleteren Moerman J., Woesten Flori-
zoone M., Yper Ureel M., Oostvleteren.
JuniorsDhondt A.YperCovemacker A.,
Clercken Vandevenne E., Wercken Gouwy
M., Leysele; Lenoir M., Poperinghe; Pinseel
A., Leysele.
Een pronostiek geven is wat gewaagd, en
toch, na aandachtig de lijst der beide catego
riën te hebben nagegaan, zie ik Moerman J.,
bij de Onderbeginnelingen, met de eereplaats
wegloopen, omdat hij bewezen heeft in de
laatste koeis in prachtvorm te zitten.
Voor de Juniors, zal het gaan tusschen
Dhondt A. en Covemacker die elkaar hard
nekkig zulten bekampen, en toch schijnt het
mij dat Dhondt de vlag zal moeten strijken
voor zijn tegenstrever,omdat hij minder onder
vinding heeft bij dergelijke koersen
Dit wil niet zeggen dat de anderen geen ver
rassing kunnen teweegbrengen, wat best mo
gelijk is, en een overwinning van den ouden
Vandevenne zou mij niet verwonderen. Aan
hen dus te bewijzen dat ik er niets afweet.
Wat ik zeker durf zeggen, is dat allen die er
zullen zijn, een strijd zullen zien van 't begin
tot 't einde.
Begin om 2 uur. Algemeene ingang 2 fr.
5 tomy.
OORLOGSHERINNERINGEN
(Vervolg en Slot)
Daar kwam een ruiter boven op de glooiing
aandraven. Wat dat een uhlaan Hij scheen
reuzengroot op zijn paard tegen den helblau-
wen hemel. Hij droeg een ronden hoed met
een vierkanten vlak van boven, net als een
Belgisch lansier, en in zijn hand hield hij een
speer met een wit-zwart vlaggetje, dat wap
perde in de bries. Onmiddellijk verscheen er
een tweede, een derde... even groot op de
hoogte tegen den hemel. Belleken telde er
zeven. Ze draafden in een wiegenden galop
den muilen aardeweg af en zagen er in 't ge
heel niet vreeselijk uit. Belleken ware ze wel
te gemoet gegaan. Opeens zag het meisje
achter de struiken bij de fietsers een vlam
opslaan en onmiddellijk daarop knalde een
korte slag. Belleken schrok even, maar niet
zoo erg. De ruiters op de baan grepen ook
ijlings naar het geweer en schoten op hun
beurt. Nu knetterde het eene schot na het
andere los als een knetterend geratel, 't Leek
wel een spel.
Eensklaps voelde Belleken een hevigen
schok in de borst. Ze viel achterover, haar
oogen braken en de rozeglans van haar wan
gen verzwond. Haar mondeken stond open
als om te roepen, maar geen klank kwam er
uit. Een verdwaalde kogel had haar gedood.
Belleken lag als een mooi wassen beeldeken
naast den hagedoorn tusschen de hooge
madelieven en pluizige grasbloemen.
Het klabetteren der geweerschoten op de
baan duurde nog een poos voort, maar toen
maakten de Duitsche ruiters rechtsomkeer en
reden met groote haast weg. De karabiniers
verlieten hun schuilplaats en vuurden de
vluchtenden nog eenige stonden achterna.
Dan sprongen zij op hun fietsen en door het
dorp keerden ze vanwaar ze gekomen waren,
met luider stemme zingende van den Vlaam-
schen Leeuw Zij zullen hem niet temmen,
zoolang de leeuw kan klauwen, zoolang hij
tanden heeft...
De enkele boeren, die buiten kwamen,
juichten de fietsers toe Bravo, jongens
Goed gewerkt
En Melsen orakelde midden in een groepje
Heb ik het niet gezegd De oorlog is hier
nog niet
Kort daarop ontdekte hij hoe hard de oor
log hem al getroffen had.
Het rundvleesch dampte op de tafel en
Cilia werd lastig, omdat er nog niemand
binnen was voor het maal.
Ze denken noch om eten of drinken met
dien oorlog Ze ging Melsen op straat met
gebaren beduiden, dat ze wachtte, en de koe
jongen had ze in den lochting gezonden,
om Belleken te halen. Hij vond het meisje
niet. Hij luifelde zijn oogen met zijn ruwe
handpalm en tuurde in alle richtingen over
de vlakte, die trilde in het schelle licht van de
noenzonne.
Ginder bij dien doornstruik Was Belle
ken daar in slaap gevallen De koewachter
liep er heen. Cilia en Melsen waren op den
dorpel gekomen en keken hem na. Daar
slaakte de jongen een gil en begon als een
waanzinnige met zijn armen te zwaaien. Een
plotse angst overviel Melsen. Ineens had hij
de intuïtie van het vreeselijke gebeurde.
God mijn Belleken 1 kreet hij, ijlde
hijgend, met den hartklop in de keel, naar
den koeier, zonk neer in het gras naast zijn
aangebeden, doode kind en nam het tceder
in zijn stoere armen. Hij kon geen woord uit
brengen, elke klank stokte in zijn keel, maai
de vei krimpende plooien van zijn aangezicht
aan
getuigden smartelijk van hetgeen in hem
't breken was.
Jezus, Maria Wat is 't zonde, watis't
zonde van Belleken mocht de koeier jamme
ren Cilia mocht een misbaar maken om een
steen te vermurwen, Melsen sprak niet meer
't Was alsof een ontzettende verschrikking
rondom hem spookte. Nu stond de oorlog
wel.degelijk voor hem, grijnzend en sanend,
wegmaaiend met één slag wat hem het liefste
en waardste was op aarde.
Nu moest hij er wel aan gelooven De oor
log was 1 Lt het uitmoorden van regimenten
en noch regimenten, het was niet het woeden
van den rooden brand over stad en dorp
niet het huilen en barsten van bommen en
granaten, die de aarde deden scheuren en het
werk der menschen verpulveren, de oorlog
was het uitdooven van het zonnetje in Belle-
ken's oogen, het verstommen van haarhelder-
schallenden lach, het verbleeken van de roze-
bloem van haar mondeken, het verstijven van
haar knijpende, spelende, streelende vinger-
kens. Dat was de oorlog... Melsen sprak niet
meer. Hij liet Cilia betijen.
De dokter kwam en de pastoor kwam, maar
hij hoorde niet wat ze zegden. Vele kinderen
uit de school vergezelden het maseurken
van wie Belleken al zooveel geleerd had. Ze
knielden allen bij het witte bed, waarop het
kind lag uitgestrekt en baden een Vader ons
en een Wees-gegroet. Melsen stond er bij.
Een klare zonnevlek speelde op het bloemen
kransken, dat Cilia om Belleken's blonde lok
ken had gelegd. Wat was zijn kind toch lief
Waarom had die gruwelijke oorlog niet een
van die andere meisjes, die daar zaten, ge
troffen Waarom zijn Belleken Wrokkend,
ging hij de kamer uit.
Belleken werd begraven door maagde
kens allen in 't wit. 't Was een stoet van
engelkens, die een zusterken wegdroegen.
Dat alles was geen troost voor Melsen.
Stom liep hij de hoeve rond, onverschillig
voor alles wat daar gebeurde, spottend met
de dwaze toebereidselen, waarmede hij
den oorlog had zoeken te ontvluchten. Het
eenige, dat hem het redden waard was, had
de oorlog nu toch gegrepen De hoog besta-
pelde wagen in de schuur, zijn heele vernuftige
plan was hem nu een bittere gekkernij. Belle
ken had bij de lading, die voor den trek
gereed stond, ook h"t kooitje met den bloed--
vink gevoegd, stevig gebonden tusschen de
pikkels van een omgekecrden stoei. De vogel
snetterde met felle keel, toen het daglicht
door de open deur in de schuur viel Het
snerpend, snijdend geluid deed Mc L p zeer.
Eene dolle drang naar wraak maakte zich
bij poozen van hem mees.er. Zij zouden het
leed, dat ze hem aangedaan hadden, boeten...
Wat gaf hij nog om het leven, nu Belleken
daar niet meer was Ze mochten hem nu
opsluiten, fusilleeren, doorkerven, al wat ze-
maar wilden, 't kan hem niets schelen.
Hij zou ze den kop inslaan, de keel toe
nijpen
Hij zou het hun betaald zetten, om 't even
hoe.
Die aanvliegingen van razernij gingen ech
ter weer over. Hij slenterde toen naar het
vredige kerkhof en hield er stil voor het
versch opgeworpen terpje van zijn Belleken.
Hij voelde zich daar teeder en week worden.
Zijn oogen waren vochtig.
De avond daalde. Een grauwe droefheid
hing in de lucht, die vlug donkerde. Heel ver
tegen den horizont laaide koperig een gloed
van brand, hier en daar door smookwolken.
verduisterd. Ginder was 't aan den gang-
Doffe kanonslagen bomden los en rolden
voort als echoënd door ondergrondsche spe
lonkgewelven heen. De aarde dreunde.
Melsen bleef onverschillig voor de verschri
king, die de tragische hemelgloor ginder vei
kondde. Hij zag maar Belleken met haar k
lachoogen voor haar alleen waren al ziJa
gedachten. Maurits SABB
(Uit cc In het Gedrang