Oorlagsschads van Balgen In frankrijk
Belgische Wetgevende Kamers
Dood van Maarschalk
Lord Douglas Haig
Paardenve rzeKering
van Yper en Omliggende
après justification du remploi, s'il y a lieu.
Cette réponse ne vise que la situation acqui-
se fin 1926. Nous sommes en 1928. Pour ce qui
est de la liquidation intervenue en 1927, la ré
ponse du Gouvernement s'en tient a des affir
mations dont le vague ne permet aucune ap
preciation.
II est assez surprenant que l'Office de liqui
dation des dommages de guerre tienne des
comptes avec une irrégularité qui ne lui per
met pas de direfoü il en est.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vraag van den heer Senator VAN SCHOOR
De geachte minister heeft mij vroeger inge
licht over het aantal bundels betreffende de
schade aan goederen omtrent welke geene
bepaalde oplossing was getroffen op 3o No
vember 1926. (Zie tabel t verschenen in het
Bulletin Nr 6, van 3o December 1926.)
Zou hij mij dezelfde inlichtingen willen
geven tot 3i December 1927
Antwoord van den heer Minister van Financiën:
Aantal dossiers van oorlogsschade aan
goedeien voor dewelke geen definitieve oplos
sing is gevallen op 3i December 1927.
Rechtbanken voor Oorlogsschade te
Brugge4,461
Brussel 8,226, Antwerpen en Turnhout
37, Leuven 2,448, Mechelen 84s,
Nijvel i55
Charleroi
Kortrijk
Gent 2,141, Oudenarde 625
Luik 1,219, Aarlen 43, Dinant 358,
Hasselt 54, Hoei 27, Marche 12,
Namen 1,286, Neufchateau 5xTon
geren 66, Verviers 5g2
Bergen
Dendermonde
Doornik
Yper 2,403, Veurne 92
Algemeen totaal
11.714
2,5x7
1,597
2,766
3,708
2,3o6
i,23o
3,322
2,495
36,116
Ministerie van Buitenlandsche Zaken
Vraag van den heer GENDEBIEN
Zou de achtbare minister mij willen zeggen
of de Belgen, tijdens den oorlog in Frankrijk
geteisterd, weldra de vergoedingen zullen
ontvangen, die hen door de Fransche recht
banken voor oorlogsschade werden toegekend?
Is de achtbare minister niet van meening,
dat hij, te dien einde, bij de regeering van de
Fransche republiek moet tusschenkomen om
de uitbetaling van deze vergoedingen te
bespoedigen
Op 9 April 1918 weid met Frankrijk een
overeenkomst geteekend en een schikking-
werd met hetzelfde land getroffen, betreffende
het herstel van de oorlogsschade geleden
door de onderhoorigen van een dir beide
landen.
Deze schikkingen en overeenkomsten mo
gen geen doode letter blijven, ten minste niet
betreffende de Belgen, geteisterd in Frankrijk.
De Fransche geteisterden in België hebben
voorzeker reeds betaling bekomen van wat
hun verschuldigd was. De wederkeerigheid
dringt zich op.
Antwoord De moeilijkheden die de Belgen
in Frankrijk tegenkomen tot het bekomen van
de vergoedingen voor oorlogsschade, die zij
eischen, spruiten over 't algemeen voort uit
het feit, dat onze landgenooten zich niet ge
dragen naar de verplichting van wederbeste-
ding, zooals zij bepaald is door artikel 2 van
de Fransch-Belgische overeenkomst van 9
October 1919.
Dit artikel bepaalt dat de Belgen kunnen
genieten van de Fransche wetgeving op voor
waarde, dat zij de volledige vergoeding die
hun toegekend wordt, bestemmen aan den
wederopbouw of het herstellen van de be
schadigde goederen, of als deze wederopbouw
onmogelijk is, aan den opbouw van goederen,
die eene gelijkaardige bestemming hebben.
Gezien de moeilijkheden van practischen
aard, die de toepassing van dit grondbeginsel
aan de geteisterden veroorzaakten, zijn de
twee regeeringen het eens geworden om een
minder bepeikte uitlegging aan den regel door
het FranschBelgisch akkoord ingesteld.
Betreffende de gebouwen, nl. bij geval van
stoffelijke of wettelijke onmogelijkheid, mogen
de geteisterden in het vervolg de wederbe-
steding gebruiken op eene andere plaats van
dezelfde gemeente, of op het grondgebied van
eene aanpalende gemeente, grenzende aan de
plaats van het vernielde gebouw.
Gezien de stellige bewoordingen van de
overeenkomst van 9 October 1919, heeit de
Fransche regeering geoordeeld, dat deze uit
legging de beste was die het mogelijk was te
geven, betreffende de gebouwen aan de be
paling betreffende de wederbesteding.
Naar den regel sinds 1921 aangenomen,
mag de wedersamenstelling van de stoffeeren-
de meubels gedaan worden onder vorm van
een wederinstelling in Frankrijk of in België,
op voorwaarde dat de daartoe bestemde
meubels gekocht werden in het land waar de
schade geleden werd, zoo de wederinrichting
plaats heeft in het andere land.
Zoo onze landgenooten stipt de verplichting
van wederbesteding naleven, voortspruitende
uit de aldus uitgelegde overeenkomst, kunnen
zij zooals de Fransche onderhoorigen
genieten van de in Frankrijk van kracht zijnde
wetsbepalingen.
Lord Douglas Haig, burggraaf van Bemer-
syde, maarschalk van Engeland, is Maandag
te Londen aan een hartziekte overleden.
Hij was den 19 Juni 1861 te Cameronbiidge
geboren en stamde af van een oude Schotsche
familie. Na zijn studiën te Oxford trad hij in
het leger der koningin, zonder in de krijgs
school te zijn geweest. In i885 was hij luite
nant der huzaren en hij klom zoo snel in rang,
dat men hem in het Engelsch leger spoedig
Lucky Haig (gelukkige Haig) noemde. Hij
onderscheidde zich in 1891 in den oorlog van
Egypte en later in den Boerenoorlog, toen hij
tot luitenant-kolonel werd bevorderd. Bij zijn
terugkeer in Engeland, werd hij stafofficier
van koning Edward VII en ontving de Orde
Vfin het Bad. Daarna werd hij nair Indië ge
zonden als opziener der ruiterij en vervolgens
stafoverste.
Haig was generaal toen de wereldoorlog
uitbrak en kreeg het bevel over het F leger
korps dat, met het 2e korps, het «legertje» van
maarschalk French uitmaakte. Den 22 Augus
tus stonden zijn troepen voor Bergen en hiel
den het front van Bergen tot Binche hij
moest wijken voor de overmacht, doch leidde
meesterlijk den aftocht. Den 5 September be
vonden zijn troepen zich ten Zuiden der
Marne. Een maand later waren ze in Vlaan
deren, van Poperinghe en Cassel. 't Is dank
aan Haig, dat de eerste veldslag van Yper
werd gewonnen.
Begin igi5 nam generaal Haig het bevel
over het ie leger, dat deelnam aan de offen
sieven van Artesië. Den 16 December 1915
verving hij French aan het hoofd van al de
Engelsche legers.In 1917 werd hij maarschalk
benoemd en in 1918 leidde hij opnieuw de
krijgsverrichtingen in de Vlaanderen.
De Engelsche openbare meening was er
altijd tegen gekant geweest een eenig kom-
mando over al de geallieerde legers te erken
nen. Zulks was nochtans noodig om de zege
praal te verhaasten. Haig wist op dat punt
de Engelsche eigenliefde te doen zwijgen,
ervan overtuigd zijnde dat ze
strijd
wa
met de welbegrepen belangen derbondge
ten. Ook op de konferencie van Doullens^rL
26 Maart 1918, verklaarde hij m aanwezig 6
van lord Milner, van MM. Clemenceau pj
caré, Loucheur en Foch, dat hii w'
a lJ net eeni
kommando uit ganscher hart wenschte en d
hij zich zou schikken naar de leiding van de
Franschen opperbevelhebber.
Die verklaring gaf den doorslag en van da
af werd Haig de verstandige en beraden ui
voerder der bevelen van den Franschen maai
schalk Foch. Hij bereidde zijn troepen voc
op den opmar sch ter roemrijke overwinning e
hij deed mee in den geweldigen stoot van he
bevrijdingsoffensief.
De zoogeheeten slag der Samber op 1 Nc
vember bracht de Engelsche troepen de rei
overing van Valencijn, le Quesnoy, Doornijk
Maubeuge en, eenige d gen later, van Berger
Maarschalk Haig voerde naderhand zijn zege
vierende troepen op den Rijn. In Engelan
terug, gaf de Koning hem den titel van buq,
graaf van Bemersyde.
Sedert den oorlog had de maai schalk nie
opgehouden te werken om de samenhoorigheii
te handhaven van de legers die samen voo
recht en beschaving hadden gestreden.
Maarschalk Haig was een groot krijgsman
die zich binst den oorlog op de hoogte getoom
heeft der zware taak welke op zijn schouder!
rustte.
Woensdag zond de heer Sobry, Burge
meester, aan Mevrouw Haig volgend tele
gram Desolated Ypres prayes for deai
decessed - Yper, diep ontroerd, bidt vooi
duurbare afgestorvene.
Vrijdag 3 dezer, dag der teraardebestelling,
hingen op het stadhuis de Engelsche, Belgi-
sche en Ypersche vlaggen halftop
Zaterdag, 28 Januari, hield de Paarden-
verzekering van Yper en Omliggende hare
jaarlijksche algemeene vergadering in het
lokaal Hotel Continental te Yper.
Op die vergadering, voorgezeten door de
heeren Swingedouw Ch., Dochy Frederic en
den Schrijver-Schatbewaarder, Em. Ver-
meersch, waren een i5o tal bestuur- en wer
kende leden aanwezig.
De Voorzitter opent de vergadering om
ure en, in korte doch hartelijke woorden, ver
welkomt hij de leden. Daarna geeft de schrij
ver verslag over de werking en den toestand
van het afgeloopen jaar 1927.
De maatschappij telt 402 werkende leden
7 Eere-Leden, 996 peerden volgens het cijfer
der Herverzekeringskas, waaronder 666ruins
en 33o merriën.
Deze dieren hebben een geschatte waarde
van 5.o8o.8oo fr. De verliezen, hetzij door
sterfte of ongelukken, zijn ten getale van 21
peerden, ondergaan door 20 leden. Deze
peerden hebben of hadden een geschatte
weerde van 96.600 franken.
Die 21 verliezen geven de schoone som
22.200 fr.en er werd uitbetaald voor die 21
verliezen aan 20 leden de som van 76.880 r-
berekend op 80 der geschatte waarde.
De ontvangsten van het jaar
beloopentot II3"697'3
De uitgaven van het jaar be-
loopen tot fr-
Overschot der ontvangsten op f
de uitgaven 11
Niettegenstaande die 21 verliezen en
kosten van het 25 jarig jubelieest, s
verzekering haar maatschappelijk VaT
51.404 franken 74 cent. oeg
Deze prachtige uitslagen beu ij
in
,1